Zaterdag 6 april

'SPUGENDE ONVERLAAT' BIJ RBC TOONDE ZICH BEROUWVOL

          Nu het lentezonnetje eindelijk terug is in Nederland moest ik even terug denken aan een zonovergoten thuiswedstrijd van de amateurs van RBC tegen een onbeduidend clubje uit het Zeeuwse achterland. Dat was een aantal jaren geleden toen RBC op een veel lager niveau speelde dan in het volgend seizoen het geval is. Kort voor het eerste fluitsignaal kreeg ik op de tribune achter de goal van de tegenstander een groepje luidruchtige Zeeuwen voor me die zich verbaal profileerden als vertegenwoordigers uit het Zeeuwse achterlijke land.
 
De wedstrijd was amper begonnen toen een lange slungel uit het gezelschap , gekleed in een te korte broek (ook qua stof zijn Zeeuwen kennelijk zuunig) en in gezelschap van zijn pakweg vijfjarige zoontje, woest ging staan en met het schuim in zijn bek en de restanten van wat eens een warme worst was, met gebalde vuist de scheidsrechter begon uit te schelden voor alles wat lelijk en niet wenselijk was. De andere hand klemde zorgvuldig een glas lauw bier. Ik zag het mannetje aan zijn hand denken: wat doet pappa gek. Met zijn geld was de ZeeuwShreeuw deze middag wel gul, want hij haalde het ene briefje na het andere van twintig euro te voorschijn, waarmee hij een van zijn kameraden sommeerde om naar de dranklokatie in het stadion te lopen. De goudgele rakkers hadden niet bepaald een temperende uitwerking op diens gemoed. Naarmate de wedstrijd vorderde en de stand voor zijn clubje nadeliger werd, groeide zijn speeksel en verwensingen in aantal. Opgezweept door pa en zijn entourage begon de vijfjarige eveneens zijn vuistjes te ballen tegen de man in het zwart. Zo vader zo zoon, ging hier ook weer eens op.
 
In zijn rubriek Time-Out (BN/DeStem van vrijdag 5 april) vraagt sportverslaggever en mijn oud-collega bij TV-Gazet Jan Martens zich af wat 'alle biergooiers, middelvingeropstekende en scheldende non-valeurs en onverlaten' toch bezielden om 'die ene, stevig doorfietsende man in dat regenboogshirt', oftewel Mathieu van der Poel, met bekers bier te bekogelen. Martens daagde de doelgroep uit om daar een passend antwoord op te geven, en ging daarbij zelfs zo ver dat hij zijn persoonlijk emailadres (jan.martens@bndestem.nl) bij de krant met de buitenwereld deelde, iets wat veel van zijn collega's niet meer durven. Om die oproep te ondersteunen heb ik Jans mailadres hier ook nog maar eens bij vermeld. Wellicht dat we de komende week zijn bevindingen terug vinden in Time-out.
 

 

Nog even terug naar die ZeeuwSchreeuwer. Voetbal en wielrennen mogen zich voor een gelukkig klein gedeelte 'verheugen' in de warme en vochtige belangstelling van dit vandalistische gilde. Bij het afdruipen bleven de lange slungel en zijn nakomeling een beetje achter bij de rest van het groepje en hoewel daar een bepaald risico aan kleeft, kon ik het toch niet laten om de man, toch een volwassene, aan te spreken op zijn misplaatste gedrag, en dat nog wel in aanwezigheid van zijn zoontje, voor wie hij toch een voorbeeld zou moeten zijn. Hij keek me even aan met een blik van 'ach man, sodemieter op, bemoei je met je eigen zaken' en liet vervolgens de moed en zijn schouders zakken. 'Tsja, wat u wat het is?' Ik niet, dus ik wachtte nieuwsgierig het vervolg van zijn betoog af. 'Ik heb een paar klote dagen achter de rug. Mijn vrouw is pas met Erikje (het zoontje dus) bij me weggelopen en nu mocht ik hem bij gratie God meenemen naar de uitwedstrijd van onze club, waar hij ook lid van is. Kort voor vertrek belde mijn ex- mij met de mededeling dat onze hond plotseling overleden was. Erikje had toen eigenlijk geen zin meer om naar Roosendaal te gaan. Maar ja, thuis blijven vond hij ook niks, dus hij is toen met lood in zijn schoentjes toch maar meegegaan. We vertrokken nogal vroeg, en mijn maten wilde per se eerst nog even indrinken. Dat liep een beetje...nou ja, nogal uit de hand, zeg maar klauw. Bij aankomst in het stadion voelde ik alle frustraties van de laatste tijd eruit komen, en dat spatte er toen het spel begon in een soort roes van woede uit. Wat me bezielde? Wist ik het maar. Maar wat mij betreft is de drank in het vervolg -als er tenminste een vervolg mag komen- taboe. Erikje en ik gaan dan echt puur voor het voetbal'. Ik groette vader en zoon met een korte knik ten afscheid, condoleerde hen met het overlijden van de hond en wenste hen veel sterkte. 'It's time to make a change', dacht ik aan 'Father and Son' van Cat Stevens (ondanks dat daar het woordje 'not' in voor komt). Het zou me niets verbazen als Jan Martens enkele soortgelijke reacties krijgt op zijn betoog. Maar ik vrees dat zijn oproep voor het leeuwendeel aan dovemansoren is gericht. Ik lees zijn volgende Time-Out in ieder geval met extra belangstelling.         

Woensdag 3 april

LAAT SOMMIGE CABARETVOORSTELLINGEN VOORAFGAAN DOOR HET NOS-JOURNAAL VAN 20:00 UUR

       Er zijn zelf benoemde cabaretiers die nauwelijks aan een inhoudelijk programma werken en het kennelijk gemakkelijker vinden om zwaar te leunen op publieksparticipatie. We hebben daar de afgelopen maanden helaas genoeg voorbeelden van gezien in de kleine zaal van De Kring. Voorbeelden zijn in dit geval allesbehalve voorbeeldig. Alsof dat al niet erg genoeg is, zijn deze vertoningen dan ook nog eens ultra kort.
 
Het lijkt mij wel aardig om sommige van deze producties vooraf te laten gaan door het NOS-Journaal van 20.00 uur, om pas na deze gezamenlijke kijkervaring over te gaan tot het live-optreden van de dienstdoende grappenmaker. Dan zijn de bezoekers weer helemaal bij, want nu schiet het NOS-Journaal er bij in en komen ze niet helemaal beslagen ten ijs. Onder het genot van een kopje koffie -wat de huiskamersfeer bevordert, dus laat die tribune maar opgerold staan, en zet daar de nodige tafeltjes en stoelen neer- kan de cabaretier met de zaal de actualiteit bespreken en daar met zijn programma ook op inhaken. Dat nodigt uit tot improvisatie en dan beleeft het publiek ook weer eens een avobndvullende voorstelling, wat bij kleine zaal-producties allesbehalve vanzelfsprekend is.
 
Het NOS-Journaal zelf geeft eveneens aanleiding tot discussie. De berichtgeving neigt niet zelden eerder naar subjectiviteit dan naar objectiviteit en is ook nog eens (te) kort door de bocht. Het Belgische Canvas-journaal is veel degelijker en een verademing vergelijken bij wat de NPO ons dagelijks aan nieuws voorschotelt. De keuze van de onderwerpen roept ook de nodige vraagtekens op. Het gaat immers met een wel erg grote regelmaat over grensoverschrijdend gedrag (wie bepaalt eigenlijk waar die grens moet worden getrokken?) en ons zogeheten 'slavernijverleden'. De NPO is niet geloofwaardig wanneer ze omroep Ongehoord Nederland de maat neemt en stappen onderneemt om dit buitenbeentje uit het omroepbestel te zetten. Gelukkig is de minister van Cultuur zo wijs om niet in te gaan op die onzinnige smeekbeden van de NPO die zelf de verdenking op zich laadt van links Hobby-isme.

 

Hoe de 'staatsomroep' met trouwe medewerkers om gaat, is helemaal schrijnend. Voormalig Studio-Sport-boegbeeld Tom Egbers is publiekelijk vernederd, het recht op werk ontzegt en door de NPO bij het oud vuil gezet. En dat alleen vanwege een vermeende affaire die alleen Egbers en zijn vrouw Janke Dekker aangaat. Om een doorbraak te forceren, spande Egbers terecht een rechtszaak aan tegen zijn werkgever. Helaas heeft hij zich met een kluitje in het riet laten sturen. Bij gratie Gods mag hij nog een paar (sport)documentaires maken alvorens definitief het veld te ruimen. De presentator bereikt in oktober de leeftijd van 67 jaar en dan tel je bij de 'publieke' niet meer mee. Zie hoe ze zijn omgegaan met Jack van Gelder, die jong van lijf en geest zijn carriere moest afsluiten bij Ziggo, tot hij ook daar te oud werd bevonden. Dat zijn opvolger over beduidend minder charisma beschikt en minder kennis van (sport)zaken heeft, doet er dan kennelijk niet toe. Egbers had volledig eerherstel moeten eisen, met in het eisenpakket niet minder dan terugkeer op zijn oude stek bij Studio-Sport-Eredivisie op de zondagavond. In het begin zal dat even wringen met zijn collega's die aan het begrip solidariteit een broertje dood hebben, maar dat slijt in tegenstelling tot wat Johan Derksen nu beweert (een paar weken terug piepte hij nog heel anders) snel genoeg. Op de sportredactie telt uiteindelijk slechts al die individuele, opgeblazen ego-tjes.      

Dinsdag 2 april 2024

JOOST PRINSEN WEET HET EVEN NIET

Geboren Roosendaler Joost Prinsen heeft met tussenpozen een Joost-Weet-Raad-rubriek in de Mezza, het zaterdagsupplement van het Algemeen Dagblad en de reeks aangesloten regionale DPG- kranten, waar BN/DeStem er één van is. Het bovenschrift van de rubriek luidt: Joost weet het. Afgelopen week had er beter 'Joost weet het even niet' boven kunnen staan, want de meesterlijke taalgoochelaar zag zich voor een zo zwaar 'probleem' (gezegend zijn zij die niets anders aan hun hoofd hebben) gesteld dat hij bij wijze van hoge uitzondering de hulp inriep van zijn beste lezers.
 
Wat is het geval? Joost kreeg van een vrouw een bijzonder probleem voorgelegd (vanwege de inflatie gebruik ik nadrukkelijk het woord 'bizar' niet). Ze heeft sinds kort een puppy, Bobby gedoopt. Dat was echter tegen het zere been van een andere vrouw die ze haar vriendin noemt. Die had deze naam gereserveerd voor haar pasgeboren baby. 'Alleen, ze is helemaal niet zwanger. Mijn vriendin is vijfendertig en heeft al honderd jaar een relatie. Baby's zullen er vast nog komen. De hond luistert toch nog niet naar zijn naam, dus het is volgens mijn vriendin nog aan te passen. Moeten we dat maar doen?, aldus de 'wanhoopskreet van de lezeres. Na enig wikken en wegen, waarbij hij zelfs zijn drie zussen betrok, bekende Joost 'rubriekelijk' dat hij zo gauw geen oplossing paraat heeft voor deze delicate kwestie.
 
Vandaar deze roep om hulp. Het antwoord lijkt mij echter niet zo moeilijk. Natuurlijk moet lezeres dat maar niet doen. Allereerst: Vanwaar de voorbarige conclusie dat die baby's (van de vriendin dus) er vast nog zullen komen. Vijfendertig lentes telt ze reeds en dan nog (wellicht) meerdere kinderen baren, dat levenspad kun je als vrouw op weg naar de middelbare leeftijd toch beter niet ondernemen. Wie doe je daar een plezier mee? De nog ongeboren vrucht(en) in ieder geval niet. Opgroeien in een wereld waarin binnenkort op allerlei gebied grote schaarste zal heersen, lijkt me geen garantie voor een onbezorgde jeugd. Moet je als bestaande vrouw van deze wereld dus ook niet willen.
 
Ten tweede: Waar bemoeit die vriendin zich eigenlijk mee? Het beestje wordt waarschijnlijk niet ouder dan twaalf tot vijftien jaar en dan is baby's beoogde zoon misschien nog steeds niet in de maak. Na al dat getalm zal dit droevige lot de ongeboren wereldburger toch wel bespaard blijven, mag je aannemen, en vooral hopen. Puppy-lief kan om die reden dus met een gerust hart Bobby worden genoemd. Een kennis van mij had een hond die Kees heette. Hij had zijn trouwe volgeling net zo goed de naam Jan kunnen geven: het beest luisterde toch niet. maar dit terzijde.
 
Wat ik niet begrijp is waarom lezeres zich laat inspireren door zo'n Engelse slappe, kleurloze (zwart-wit) diender. 'Magic' ligt toch veel beter in het gehoor, zeker als het dier haar/zijn baasje geregeld versteld laat staan. Maar ik heb nog een ander ideetje.
 
Ik had vroeger op kantoor een collega, genaamd Henk Heesbeen. Hij was belast met het invullen van de benodigde douaneformulieren (zo lang is het al geleden) voor onze chauffeur met Jordaanse tongval. Het kantoor met bijbehorende productiewerkplaats had Bic Benelux op de gevel staan, vernoemd naar de Belgische oprichter: Baron Bic ( je weet wel, Joost, van die balpennen waar je zo lekker op kon kauwen). Deze chauffeur had de onhebbelijke gewoonte om mijn noestere collega vanuit de gang reeds toe te roepen: HEESBEEN, ZIJN DE PAPIEREN VOOR BRUSSEL AL KLAAR? Dit tot grote- en groeiende ergernis van de 'aangesproken' pennenlikker. Op een kwade dag liet zijn anders zo beheerste geest zich niet meer in bedwang houden en 'beet' hij zijn kwelgeest toe: JOH, SCHEI DAAR NOU EINDELIJK EENS MEE UIT. IK BEN VERDORIE JE HONDJE NIET!
Niet veel later nam mijn vriendin een puppy in huis. Joost, je mag één keer raden hoe zij het beestje noemde, vooral om mij een plezier te doen. Je kunt je voorstellen dat het zo lekker bekte: HEESBEEN, HIERRRRRR...................Vergeleken daarbij is de hond Tebby van Richard Groenendijk qua functionaliteit (Tebby nou gedaan op het tapijt?) helemaal niets. We hebben die naam gelukkig nog heel lang kunnen roepen. Dus vertel je lezeres met een gerust hart dat Joost het bij nader inzien wel weet. Als ze geen enkele risico op ruis op haar relatie met de vriendin wil lopen bewaart ze met het veilige Heesbeen in ieder geval de lieve vrede. En dat is in deze roerige tijd ook geen monster zonder waarde.
 

 

Op nog even op haar boven gestelde vraag terug te komen: Moeten we dat maar doen? Nee, natuurlijk niet, je bent toch geen domme oen.      

Maandag 1 april 2024

MAAK EEN VUIST TEGEN CULTUURTERREUR!!!!!!!!!!!!!!

Bij het maken van mijn opgave van de reguliere voorstellingen die in mei in de kleine zaal van De Kring zijn geprogrammeerd, moest ik tot mijn teleurstelling constateren dat dit maar vier keer het geval is. Vrijwel het gehele programma voor deze maand is in de grote zaal gesitueerd. De abonnementhouders op de kleine zaal-producties komen er dus tegen het slot van het theaterseizoen maar bekaaid vanaf in De Kring, terwijl ze de afgelopen tijd toch al niet bepaald werden verwend. Mede door de Corona-ellende zijn er maar liefst twaalf kleine zaalvoorstellingen definitief gecancelled zonder dat de abonnementhouders er iets voor in de plaats kregen. Zo kreeg het abonnement langzamerhand een wel heel schraal karakter. Reden voor mij om weer eens in de pen te klimmen richting de directeur van het cultuurcluster Jan-Hein Sloesen met het dringende verzoek om er voor de mei- en ook de junimaand op de valreep nog flink wat bij te boeken. Want zo cultuurarm wil ik echt de zomer niet ingaan, het gat met het inmiddels vaste 'TUINPROGRAMMA' is daarvoor toch echt te groot.
 
Wie in dat extra kleine zaal-rijtje echt niet mag ontbreken is zangeres Lenny Kuhr uit Eindhoven. Zoals bekend is enkele weken terug een concert van haar onderbroken door een stel cultuurterroristen die haar van alles wat niet wenselijk is naar het hoofd slingerden. Toen het woord 'moordenaar' viel, was dat voor haar echtgenoot terecht het sein om met harde hand in te grijpen. Als ik daarbij was geweest, had ik hem maar wat graag geholpen om het podium en het theater op te schonen. Ik ken geen theaterpersoonlijkheid die zo integer is als Lenny Kuhr. Ik bewaar goede herinneringen aan de interviews die ik met 'The Voice of Eindhoven' mocht hebben in mijn toenmalige radioprogramma Spotlight op Radio Stad FM.
Als geld het probleem is, zou de gemeenteraad hiervoor een speciale subsidie moeten toekennen, met als toegevoegde waarde dat de Roosendaalse politiek daarmee impliciet een vuist maakt tegen deze niet te tolereren vorm van cultuurterreur. Los van dit statement zijn de concerten van Lenny al jarenlang een ultieme uiting van luistergenot. Haar TUINPOPTREDEN van vorig jaar stak met kop en schouders boven de rest van de programmering uit. Het is dus alleszins legitiem dat ze op 'herhaling' mag in de Kringtuin.
 
Wat mij betreft programmeert Jan-Hein Sloesen dat optreden op 15 juni, want dan kan ik mijn 67e verjaardag en mijn debuut als AOW-er op een (w)aardige- en smaakvolle wijze vieren, met de ware cultuurliefhebbers als ad-hoc visite. Dus wel iets eerder beginnen, Jan-Hein, met het zomerprogramma.
 

 

Programmeer dan bij voorbeeld weer eens een presentatie van de dinsdagmiddagserie die voor het seizoen 2024-2025 op de rol staat (jammer dat we het vorig jaar zonder moesten stellen) en blaas ook de KringProef nieuw leven in (die eveneens zonder nader bericht van de cultuurkaart is verdwenen). Onderneem voorts een poging om de Culturele Manifestatie terug te halen naar De Kring. De CuMa komt daar natuurlijk veel beter tot zijn recht dan in het Cultuurhuis Bovendonk. Dat had natuurlijk Cultuurhuis Biggelaar gedoopt moeten zijn, want het is uitermate betreurenswaardig dat dit gelijknamige complex aan de Raadhuisstraat tegenover de boekwinkel in hartje stad al zo lang leeg staat. Als er dan nog ruimte over is (het onderkomen heeft niet voor niks het woord BIG in de mond) , maakt een nieuwe supermarkt het feest wellicht compleet. Met een goedgevulde maag geniet je immers ook meer van cultureel voedsel. Dus Jan-Hein, als je nog tijd en energie over hebt, ga dan eens naar Bergs voorbeeld voor een ROOSENDAALS VIERKANTJE: De Kring/Tongerlohuys - Cultuurkerk St. Jan- Bioscoop City-Cinema - Cultuurhuis Biggelaar. Om met Huub van der Lubbe te spreken: DAT ZOU MOOI ZIJN! Hier rust mijn PLEIJDOOI.