Dinsdag 31 januari 2017

ENCLAVES IN ZIEKENHUIZEN IS COMPLETE ONZIN

Lokale politici in Amstelveen en Roosendaal hebben zich de afgelopen week onsterfelijk belachelijk gemaakt door een ‘pleijdooi’ te houden voor ‘eigen enclaves’ in ziekenhuizen. Als je deze huilebalken mag geloven, torsen diverse Roosendaalse ouders een immens verdriet met zich mee, omdat ze machteloos moesten toezien dat hun baby als ‘krab’ ter wereld kwam in een Bergs ziekenhuis. Sinds het Moeder- en Kindcentrum van het Bravis Ziekenhuis is geconcentreerd in Bergen op Zoom worden er in het Roosendaalse ziekenhuis geen kinderen meer geboren.
Rond het Amstelveense ziekenhuis speelde een soortgelijke onzindiscussie. Naar het schijnt ervaart een groot aantal Amsterdammers die voor de bevalling noodgedwongen naar Amstelveen moeten uitwijken het als 'uiterst teleurstellend' dat ze geen ‘echt’ Amsterdammertje op de wereld hebben gezet. Tot veler verbazing ging ziekenhuis Amstelland mee in die redenering en lanceerde het idee om een hoekje in het ziekenhuis tot Amsterdams grondgebied te verklaren. Dat ‘aanbod’ stemde enkele Roosendaalse raadsleden tot ‘nadenken’. ‘Het zou toch  prachtig zijn als Tullepetaonse ouders voortaan kinderen kunnen krijgen in een Roosendaalse enclave in Bergen op Zoom. Daardoor behoudt het kind de kans om prins carnaval te worden omdat het gewoon in Roosendaal is geboren!’, reageerde een van hen in een regionale krant. Gelukkig gooide de VNG roet in het eten. Op grond van de huidige wet- en regelgeving kan dat gewoon niet. Het lost ook niets op. Hoe je het ook wendt of keert, de geboorteakte vermeldt uitsluitend de geboorteplaats. Dus een geboren krab blijft gewoon een geboren krab. Dat hadden die politici ook kunnen bedenken, maar och, ze hadden de krant weer eens gehaald. ‘Hebben ze nu niets anders om zich druk over te maken?’, zal menig belastingbetaler hebben verzucht. Het is een bekend verschijnsel, Ben je niet in de positie om de werkelijke problemen van stad en land aan te pakken, dan is de verleiding groot om je met futiliteiten, in dit geval infantiliteiten, bezig te houden. De echte discussie had natuurlijk om de vraag moeten draaien waarom mensen in dit tijdsgewricht zich uberhaupt nog willen voortplanten. Door al die klagende verhalen over kinderen die in armoede (dreigen) op te groeien, heel gedienstig met een rapportje onder’bouwd’ door de nieuwe landelijke ombudsvrouw, zou je haast gaan denken dat het nemen van kinderen een (morele) verplichting is. Het tegendeel is uiteraard waar. Wie zo verstandig is om vrijwillig kinderloos door het leven te gaan, bespaart Moeder Aarde de nodige ‘menselijke voetafdrukken’. Een verstandige overheid zou het kinderloze bestaan op allerlei manieren, bij voorbeeld via belastingvoordelen, moeten propageren, maar een verstandige overheid is in Nederland helaas per definitie een utopie.
Het produceren van nageslacht wordt daarentegen juist aangemoedigd middels de al tientallen jaren omstreden kinderbijslag, waar de singles ongevraagd aan mee betalen, en gunstige regelingen voor (buitenschoolse) kinderopvang, met als gevolg dat er nog steeds meer mensen bijkomen dan er overlijden. Het lijkt mij dat wanneer je eventuele kinderen geen gunstige start in het leven kunt bieden je er sowieso van afziet. Maar om de een of andere mij onbekende reden werkt het menselijk brein kennelijk niet zo. Toch zouden deze aspirant-ouders zich moeten afvragen wat het voor zin heeft om baby’s ter wereld te brengen die zich enkele jaren later ‘genomen voelen’, in de dubbele betekenis des woords. Ze zullen zichzelf en hun tot opa en oma gepromoveerde ouders er ongetwijfeld een plezier mee doen,  de kinderen zelf zullen er zo goed als zeker weinig lol van ondervinden. Over pakweg vijftien jaar zijn alle poolkappen gesmolten en dan is het constant soppen geblazen op onze klei- en zandgronden. Een nog logischer scenario is dat we dan al kopje onder zijn gegaan. Wat we aan zout water dat onze voeten en benen constant pijnigt teveel hebben, zullen we qua drinkwater tekort komen.
Want ook dat is een pijnlijke ‘toekomstverwachting’ waarmee Moeder Aarde onze levensverwachting tempert. Wie tot voor kort de visie van massale geboortebeperking aanhing, kreeg nogal eens te horen ‘Als jij straks oud bent, wil je toch wel verpleegd worden, en daar zijn nu eenmaal handen aan het bed voor nodig’. Dat ‘argument’ kreeg ik ook van een moeder van 19 kinderen uit Alblasserdam voor de voeten geworpen. Zij stelt dat het aantal ouderen volgens de demografische voorspellingen tot 2040 zal verdubbelen, en omdat ‘deze mensen gevoed en verzorgd moeten worden’, zal dat toch door de werkenden  van de toekomst opgehoest moeten worden.  Jammer dat deze mevrouw zich niet wat verder in de demografische verwachtingen heeft verdiept. Dan had ze geweten dat steeds meer werk steeds minder handen vereist en dat die handen in veel gevallen geheel overbodig zullen worden, wat met name geldt voor de handen aan het bed.  Nu de robots aan een onstuitbare opmars bezig zijn in alle facetten van de samenleving moeten wij ons gaan opmaken voor een leven dat grotendeels op lanterfanten en leuke dingen doen (al dan niet met elkaar) berust. Het in stand houden van de mensheid als soort wordt dan een doel op zich, van enig nut zal nog nauwelijks sprake zijn. Het begrip ‘Ende lering’ zal alleen nog van toepassing zijn op en in het verlengde liggen van ‘ende vermaak’. De zorgrobot is nog slechts een kwestie van tijd. Moeder Aarde moet inmiddels 7 miljard monden voeden. Om dat explosief groeiende aantal mensen het hoofd te bieden, zouden er de komende tien jaar eigenlijk helemaal geen kinderen geboren moeten worden. Te beginnen in Nederland dat zucht onder zeventien miljoen inwoners en daarmee de twijfelachtige eer geniet  het drukst bevolkte stukje Aarde ter wereld te zijn.            


Maandag 30 januari 2017

OPTREDEN RENÉ SPRUIJT TE LAAT VOOR TRUMP-PROMOTIEFILM

Mevrouw Spruijt die zonder meneer (René) Spruijt De Kring binnen gaat, kan doorgaans maar een ding betekenen, namelijk dat de veelgeprezen ex-stadsdichter van Roosendaal een (dichterlijk) aandeel heeft in het geheel. ‘Hij leest een verhaaltje voor’, klonk het veel te bescheiden uit de mond van mevrouw Spruijt. Gastheer Mon Puttiger kon een milde glimlach niet onderdrukken, alsof hij wilde zeggen ‘Och kom, wij weten wel beter’. Het aandeel van dichter René in de leuke dansvoorsteling ‘Qoqo presenteert Hotel Mozaiek , zo bleek alras, zou uitstekend materiaal zijn voor het (wellicht toekomstige) promotiefilmje ‘Make Roosendaal great again’. Het motto ‘Beleef ’t in Roosendaal’ is nu immers een vlag die de lading nauwelijks meer dekt en kan dus wel een fraaie dichterlijke prikkel gebruiken. Voor het inmiddels wereldberoemde Lubach- Trump-promotiefilmpje is het helaas te laat.
Maar omdat René Spruijt optrad kort na de mooie dansvertolking van ‘Man in Black’ van de nog immer betreurde Johnny Cash, waarbij hij wellicht niet geheel ontoevallig in het zwart gekleed ging, was daar ongetwijfeld een mooie kreet van te maken geweest, iets in de trend van ‘You had Johnny Cash, but we have René Sprout, the man who can turn black in white again’. Niet als een alternatieve hotelhouder Mr. Basil Fawlty maakt onze ex-stadsdichter  zijn opwachting in het hotel, waar ik een beetje van uit gegaan was, als scherpzinnig verhalenverteller neemt hij het publiek mee op een tocht die hem een Aha-erlebnis zal opleveren, met Hotel Mozaik als fraai- en nostalgisch middelpunt. Nu trekt dit stoffige hotel op de rand van onze planeet (toch plat dus) jaarlijks veel vogels van verschillende pluimages, dus hij kan redelijk onopvallend zijn tocht vervolgen. Velen zijn deze keer naar het hotel gekomen, omdat de naderende zonsverduistering vanaf deze plek het best kan worden gevolgd. Hoewel de gasten elkaar aanvankelijk nogal ‘gereserveerd’ bejegenen, maakt dit natuurverschijnsel onverwachte krachten los binnen het groepsproces. Ondanks het gemis aan zonnestralen wordt het toch nog een hart’verwarmende’ bijeenkomst. Zoals we van Raquel de la Fuente gewend zijn, is ook deze productie opgebouwd uit diverse mooie choreografische vondsten, leidend naar het onvermijdelijke, vurige afscheid wanneer de zonsverduistering eenmaal heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk nog vol van onverwerkte emoties die de tennisthriller Federer – Nadal in de ochtenduren had opgeroepen, pinkte menig bezoeker een traantje weg bij het slotakkoord.
Qoqo is een onderdeel van de danswerkplaats van het Dansatelier Roosendaal, zie ook www.hetdansatelier.nl.  Hotel Mozaik, gezien door Jaap Pleij op zondag 29 januari in de kleine zaal van De Kring.        
FOTO: Maakt René Sprout Roosendaal great again?


Maandag 30 januari 2017

"LAAT DIT HET MUZIEKHUIS VAN ROOSENDAAL BLIJVEN"

Dirigent Rob Sloekers van Muziekvereniging Roosendaal heeft de open dag van het Centrum voor Muziek de Suite zaterdag aangegrepen om een stevig ‘pleijdooi’ te houden voor een bestendige, muzikale toekomst van het gebouw. Onder zijn gehoor cultuur wethouder Hans Verbraak, die heeft aangegeven dat dit ook de bedoeling is, maar dat het nu zoeken is naar een constructie die op langere termijn houdbaar is.  Voorgangers van Verbraak hebben destijds verzuimd om de Cultuurkerk St. Jan goed uit te rusten voor een ‘nieuw bestaan’. Het gevolg van deze misser was dat de cultuurkerk al na 2,5 seizoen gedwongen was de deuren te sluiten voor de cultuurliefhebber. Nu is het gebouw tot grote ergernis van velen veelvuldig het toneel voor grote dansfeesten.

Sloekers sprak de breed gekoesterde hoop uit dat de Suite de plek mag blijven waar jonge, talentvolle musici worden opgeleid en klaargestoomd voor publieke optredens. Zijn ‘eigen’ orkest bij Muziekvereniging Roosendaal (MR) heeft daar stevig de vruchten van geplukt, zo wees het concert uit dat de drie gezelschappen daar zaterdagmiddag verzorgden.  Tussen 13.00 tot 16.00 kon iedereen kennismaken met de muziekdocenten die zijn verbonden aan de Suite. Kinderen en beginnende muzikanten mochten ook proberen geluid te produceren uit allerlei muziekinstrumenten. Deze kennismaking kan volgens MR gezien worden als een voorloper van het programma ‘Ik duik in muziek’, waarmee de vereniging de muziekeducatie voor beginners vanaf maart gestalte gaat geven. Het Opleidingsorkest beet om 14.30 het spits af met een programma dat veel filmmuziek bevatte. Of liever gezegd, om 14.40 uur. Het orkest moest even wachten op een van de leden die zich in de aanvangstijd had vergist en nu op zijn fietsje gezeten verwoede pogingen deed om het oponthoud zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Onder luid applaus werd de ‘prodigal son’ enkele minuten later binnengehaald. De dirigent van dit gezelschap maakte van de noodgedwongen verlate aftrap gebruik om de aanwezigen erop te wijzigen dat het noodzakelijk is om te blijven investeren in je muzikale ontwikkeling. Daarmee onderschreef hij onbewust de wijze les van meesterpianist Louis van Dijk, zoals door hem ooit ontvouwd in een televisie-interview. ‘Je gaat het pas leuk vinden als je merkt dat je iets kunt wat veel anderen niet kunnen’, klonk het toen wat Cruyffiaans. Eenmaal compleet liet het orkest het publiek genieten van ‘Pirates of the Caribbean’, ‘Toy Story 2’ en ‘The Chronicles of Narnia’. Het orkest speelde ook het vrolijke ‘A Klezmer Karnival’ en de medley ‘Eighties Flashback’. De Concertharmonie speelde vanaf 15.00 uur in een bijzondere vertolking het stuk ‘Jericho’ van Bert Appermont. Eerst werden er korte fragmenten gespeeld, met uitleg van Rob Sloekers over de opbouw van de compositie en de rol van de verschillende instrumenten. Het verhaal achter de muziek, de tocht door de woestijn, de beroemde val van de muren van Jericho, greep de rap van de tongriem gesneden Sloekers aan om een parallel te trekken met de huidige politieke situatie, nu de mensheid ‘Trumpiaanse tijden’ tegemoet gaat.  Daarna werd het stuk onder grote publieke belangstelling in zijn geheel uitgevoerd. MR had de uitvoering dan ook omschreven als ‘een must voor de muziekaficionado’. Het Variatieorkest sloot de gevarieerde presentatie af met onder meer de mars ‘El Capitan’, het bluesy ‘Variazioni in Blue’, de pop van Coldplay on Stage, het opzwepende ‘Ride the Wind’ en het speelse ‘Baby Elephant Walk’. De open dag toonde ook weer eens aan dat het de Suite zich niet zo goed leent voor dit soort open bijeenkomsten. De bezoekers komen al gauw in een fuik terecht. Het gebouw is rond de eeuwwisseling onder wethouder Jacqueline Chamuleau dan ook puur ontworpen als muziekhuis. Als politiek Roosendaal deze keer wel zijn gezonde verstand gebruikt blijft dat ook op de lange termijn zo. Hopelijk komt wethouder Verbraak heel snel met de ultieme oplossing!  


Zaterdag 28 januari 2017

VERSTILDE INTIMITEIT MET MARCEL DE GROOT EN TRIO REIJSEGER

Twee fraaie, intieme luisterconcerten achter elkaar. Dat maak je niet elke week mee in De Kring. Het was of hij mijn gedachten kon lezen, donderdag was zanger/gitarist Marcel de Groot ondersteund door meestergitarist Cor Mutsers in Roosendaal met zijn toepasselijke liedjesprogramma ‘Het zal eens tijd worden’. Menig bezoeker dacht daar precies zo over.  Marcel is weliswaar een vrijwel exacte kopie van zijn beroemde vader Boudewijn zoals we die in de jaren negentig kenden, zijn doen, laten en vooral praten onderschrijven dat nog eens, maar als liedjeszanger en componist neemt hij toch wel een heel eigen plaats in. Als solist heeft Marcel in de jaren negentig al naam gemaakt met de bescheiden hitsong ‘Mag ik naar je kijken in het volle licht?’, en de albums ‘Mannen Kweken’ en ‘De liefde, de wals en de kater’, wat natuurlijk heel wat vriendelijke klinkt dan ‘Het vuil, de stad en de dood’, niet voor niets een uiterst omstreden toneelstuk naar het gedachtengoed van Rainer Werner Fassbinder. 
Na deze succesvolle albums werd Marcel vaak getypeerd als een muzikant die de sterren van andermans hemel speelde. Dat kwam vooral doordat hij toen in dienst stond van zijn helden, vader Boudewijn en de veel te vroeg overleden Maarten van Roozendaal. Vrij recentelijk stond hij nog in een musicalproductie, die muzikaal geheel was opgehangen aan het rijke repertoire van Boudewijn. Maar nu staat hij terecht in de spotlights van de theaters met veelal zelfgeschreven, nieuw repertoire. Deze keer staat Cor Mutsers in zijn dienst, maar van deze veelzijdige snarenman, onder anderen bekend van zijn langdurige samenwerking met Gerard van Maasakkers, zijn we niet anders gewend.  Ik merkte dat veel mensen in De Kring graag een tastbaar aandenken aan dit concert mee naar huis wilden nemen, maar de gelijknamige CD laat nog wel even op zich wachten.  ‘Eind februari gaan we de studio in om het een en ander op te nemen’, maande hij zijn fans tot geduld.  Gelukkig is er op Youtube al wel iets terug te vinden van dit programma. 



Een geheel andere, maar zeker niet minder boeiende ervaring was een dag later de kennismaking met het Trio Reijseger, bestaande uit Ernst Reijseger op cello, oud-stadgenoot Harmen Fraanje op piano enMola Sylla, zang, kongoma, xalam en percussie. Dit concert stond oorspronkelijk voor zaterdag 14 januari op de rol, maar werd toen op het laatste moment verplaatst wegens ‘persoonlijke omstandigheden’ van een der betrokkenen. Die betrokkene bleek Harmen Fraanje te zijn. Hoewel het gesproken woord naar eigen zeggen nooit aan bod komt bij hun optredens, voelde Fraanje zich toch geroepen om daar een korte verklaring voor te geven. Wat bleek? Een dag eerder was hij voor de derde keer vader geworden. ‘Dat is natuurlijk een kutsmoes’, reageerde Reijseger met een brede glimlach, tevens de enige keer dat hij zich direct tot het publiek wendde. Een kutsmoes is het weliswaar niet, maar ‘vader worden’ is natuurlijk geen legitieme reden om een concert niet door te laten gaan. Denk alleen maar aan de extra belasting die dit voor de schouwburgmedewerkers en overlast die dit voor het publiek oplevert. Je zal immers maar verhinderd zijn op de nieuwe datum. Maar goed, uitstel betekende gelukkig geen afstel.  Het optreden is losjes gebaseerd op de debuutplaat ‘Count Till Zen’  die het trio in 2013 heeft uitgebracht. Sylla deed na afloop hardnekkige pogingen om dit schijfje ook aan het Roosendaalse publiek te slijten, maar de genoemde prijs van 20 euro deed menigeen snel doorlopen. Ten tijde van Het Verkadehuis speelde Fraanje regelmatig in zijn geboorteplaats. Ik herinner me nog goed hoe hij wanneer hij met collega-muzikanten samenspeelde, af en toe pauzeerde om gezeten achter de piano zelf optimaal van de muziek te kunnen genieten. Inmiddels geniet hij een internationale reputatie, waardoor hij vaak in het buitenland vertoeft voor optredens.   

Net als op de plaat bewees het trio dat voor puur luistergenot niets anders nodig is dan één rijtje muziekinstrumenten en drie muzikanten die elkaar door en door kennen. Sylla gaf bovendien een mystiek tintje aan het geheel door klanken aan wel heel aparte voorwerpen te ontlokken.
Fraanje vormde met zijn welluidende harmonieën een stabiele factor in het geheel. Ik kreeg de indruk dat hij zo af en toe eigenlijk weer liever was gestopt om beter naar de verrichtingen van zijn collega’s op het podium te kunnen luisteren. Het enige minpuntje was de wat korte duur van het concert, wat ook gezegd moet worden van het optreden van Marcel de Groot en Cor Mutsers. Waarom het publiek niet wat langduriger verwennen? De honger naar meer blijft toch wel!  

Marcel de Groot, donderdag 26 januari, Trio Reijseger, vrijdag 27 januari (inhaalconcert). Gezien door Jaap Pleij in de kleine zaal van De Kring


Donderdag 26 januari 2017

EVA JINEK WIL HOGER OP

In de nieuwste uitgave van het Voetbal Inside-magazine is wonderbaarlijk genoeg een interview opgenomen met Eva Jinek. In het voorwoord benadrukken de  ‘hoofdredacteuren’ Van der Gijp, Derksen en Genee weer eens dat ze de spreekbuis van het gewone voetbalvolk vormen en zich niet lenen voor mooie promotiepraatjes. ‘Zoals in Studio Voetbal’, bedoelen ze waarschijnlijk, maar dat moet de lezer er zelf even bij denken. Daarom is het des te merkwaardiger dat ze een plek in hun in ieder geval visueel opzicht mooie voetbalblad inruimen voor een juffie dat het veel te hoog in haar (geblondeerde) bolletje heeft.
Als het door Vincent de Vries afgenomen gesprek goed is weergegeven, zou ze gezegd hebben dat ze niet alleen de plek van Wilfred Genee wil innemen, maar ook nog eens gehakt zou maken van de heren. Dat is nogal hoogdravend gesteld door een juffertje dat in haar eigen talkshow geregeld de plank mis slaat. Ik volg het programma vanwege de fors overschreden irritatiegrens al geruime tijd niet meer, maar in het recente verleden maakte Matthijs van Nieuwkerk gretig gebruik van die uitglijers om zijn ‘De Wereld Draait Door’ mee op te vrolijken. Wilfred Genee heeft de nodige kennis van voetbalzaken en schroomt niet om indien hij het beter meent te weten, wat vaak ook het geval is, flink tegen meneer Derksen in te gaan.  Wat maakt Eva Jinek dan in haar ogen de uitgelezen host voor uitgerekend deze voetbaltalkshow?  Een programma waar ze zelfs nooit naar kijkt, zo leert de eerste vraag van De Vries. Dat ziet ze niet als en obstakel. ‘Het zal blijken dat ik een verborgen megatalent heb op dit gebied. Ze zullen eerst denken dat ik alles uit mijn hoofd heb geleerd. En beginnen dan wat te lachen en te giebelen. Maar gaandeweg die uitzending blijkt dat ik werkelijk alles over het onderwerp weet. En geloof me: dan wordt het steeds stiller aan tafel, hoor’, zegt ze iets verderop. Een merkwaardige uitspraak, het best te typeren als dom gebral. Toen Johan Derksen in haar vertrouwde ‘Jinek’ omgeving aan tafel zat, viel het gesprek inderdaad snel stil. Maar dat kwam vooral door de geringe inbreng van Jinek, zo ongeveer het meest overschatte ‘presentatietalent’ dat er momenteel in Hilversum rondloopt. Wat dat betreft is het jammer dat Arjen Lubach haar over het blonde hoofd zag bij de samenstelling van zijn Trump-promotiefilmpje over Nederland. ‘You’ve got Meryl Streep as most overrated actrice. But she is nothing compared to Jinek. Yeah, Jinek most overrated girl in The Netherlands’, had zo lekker sappig uit de mond van deze excellente Trump-imitator kunnen rollen, met Frank Sinatra’s ‘The lady is a tramp’ (verbasterd tot Trump) als muzikaal ondertoontje. En dan had hij haar ‘pussy’ niet eens hoeven te benoemen. Johan Derksen merkte later in zijn vertrouwde omgeving op dat hij Jinek wel een aardig vrouwtje vindt. ‘Voor aanvang van de show was het meisje een beetje zenuwachtig, maar na afloop was er best mee te praten’, klonk het ‘complimenteus’ van onder de grijze snor. 
‘Maar goed, vooralsnog ben je alleen nog maar het gespreksonderwerp in plaats van de gespreksleider’, zette De Vries het interview een beetje pesterig voort.
‘Ja, over bizar gesproken…’begon ze.  Oei, typische beginnersfout die een potentiele opvolger van woordkunstenaar Genee absoluut niet mag maken. Zo bizar is het niet. Waarschijnlijk kent Jinek de exacte betekenis van dit woord niet eens (zie onderstaand mijn eerdere column over dit onderwerp).  ‘Wie had ooit kunnen bedenken dat ík gespreksonderwerp zou zijn in een voetbaltalkshow? Ik ieder geval niet. Maar het is toch ook absurd, als je er zo over nadenkt? Zie je het al voor je, dat ze het bij Match of the Day van de BBC over me zouden hebben?’, vervolgde ze. Hiermee geeft Jinek aan dat ze het unieke karakter van Voetbal Inside niet aanvoelt. ‘Rond de stamtafel’ was een betere titel geweest. Voetbal is slechts de kapstok, maar niet geheel toevallig zijn de heren het best op dreef wanneer het niet over voetbal gaat.  ‘Daarom kan ik er ook niet boos om worden als Johan zegt dat ik een vrouw ben waar de doorsneeman op kickt, en waar alles op en aan zit. Mijn beste eigenschap is zelfspot. Dus daar kan ik echt wel tegen’.  Ook dit zo op het eerste gezicht onschuldig- en oninteressante gebabbel levert vragen op. Waarom zou ze boos worden als Derksen haar een compliment geeft, waarmee hij de waarheid overigens wel geweld aan doet? Ik heb nog nooit een man ontmoet die kickt op Jinek, er lopen wel leukere- en vooral sympathiekere  vrouwen rond in dat Hilversumse wereldje. Hoe weet Derksen trouwens dat alles er op en er aan zit bij Jinek? Heeft hij achter de schermen soms even stiekem Trumpje gespeeld met haar? Kortom, dit interview roept meer vragen op dat ze beantwoordt. Naar het schijnt heeft Sacha de Boer in New York de bijpassende foto’s voor het interview gemaakt. Kennelijk klotst het geld tegen de muren van het VI-redactielokaal, niet bepaald een uitgave die je van de ‘Stem des Voetbalvolks’  zou verwachten. Jinek op de plek van Genee? Alleen al uit financiële overwegingen zou RTL daar niet moeten instinken!  


‘Bizar’ maakt bizarre ontwikkeling door 
Toen alles nog pais en vree was tussen Dafne Schippers en de interviewjongens van de NOS betitelde de Olympisch kampioene in spé haar zojuist op de 200 meter gelopen tijd als ‘bizar’. Dat woord bleef kennelijk ook bij de gedrukte media hangen, want diverse dagbladen repten de volgende dag van een ‘bizar snelle tijd’.  In het woordenboek is bizar vertaald als ‘grillig, wonderlijk en zonderling’. In dat opzicht bezien deed Dafne zichzelf te kort. Zo wonderlijk was haar gerealiseerde tijd op dat moment al niet meer, het lag zelfs geheel in de lijn der verwachting dat haar prestatiecurve zich in deze opgaande lijn zou ontwikkelen.
In andere situaties is bizar steeds vaker synoniem voor ‘een beetje vreemd’. Trouw gaf als voorbeelden ‘Frederico Fellini die bekend stond om zijn bizarre films’ en Karel Appel had in de ogen van het dagblad een ‘bizarre benadering van kunst’. Het viel me in de nacht van zaterdag op zondag op dat baanwielrenster Ellis Ligtlee na haar onverwacht behaalde gouden plak haar prestatie ook al omschreef als ‘heel bizar’. Woorden als ‘fantastisch’ en een ‘nooit gedroomde droom die uitkomt’ leken op dat moment beter bij haar gezichtsuitdrukking te passen. Het was Trouw opgevallen dat bizar ook in toenemende mate als versterkingswoord wordt gebruikt, zoals in ‘bizar zachte lente’, en ‘de bakker verkoopt bizar lekkere brownies’. Op een of andere manier moet dit woord, dat voorheen vooral bij enge- of onheilspellende situaties werd gebruikt, op positieve zin in de conversatie zijn geslopen. In de genoemde voorbeelden kan net zo goed ‘buitengewoon’ worden gehanteerd. Zou bizar door de jongere generaties wellicht beschouwd worden als een krachtiger versie van bijzonder? Trouw wist het ook niet. Een ding staat vast: bizar maakt een bizarre ontwikkeling door.  Uitermate inspirerend voer voor taalpsychologen derhalve! Als Dafne straks op de 200 meter alsnog goud pakt en ze daardoor in een klap weer goed is met de NOS-jongens kan ze misschien voor de verandering ‘wonderbaarlijk’ in de mond nemen. Ben benieuwd of daar dan ook een aanzuigende werking van uitgaat. Als dat zo is, kan voorzichtig vastgesteld worden dat Dafne op weg is om ook een leading lady bij het taalgebruik te worden.  


Woensdag 25 januari 2017

ZELFS SOCRATES HAD GEEN ANTWOORDEN

Vragen. De hedendaagse mens loopt er van over. Waar vind je de (juiste) antwoorden?  Dat is echter de grootste vraag van deze tijd. Vroeger kon de ‘zoekende’ terecht in de kerk of in het ergste geval bij de psychiater. Dat soort ‘zekerheden’ waarvoor iedereen geborgenheid zocht en vond binnen zijn eigen zuil zijn er niet meer. Leven met onzekerheden is daardoor voor velen uitgegroeid tot een constante worsteling met het bestaan. Moderne filosofen als Bas Heijne gaan er vanuit dat het realiteitsprincipe, wat ons altijd in toom heeft gehouden, steeds verder op de achtergrond dreigt te raken,  met als gevolg dat mensen niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk de weg kwijt raken. Het botvieren van lusten en agressie werd altijd afgeremd door het besef dat er ook nog een ander was met wie je rekening diende te houden.  Nu verkeert vrijwel iedereen in de ‘gelukzalige situatie’ dat hij gezeten achter de laptop zijn eigen wereld kan creeeren. We leven volgens Heijne dan ook in de wereld van de ‘hyperindividualistische cultuur’. Is dit een kenmerk van onvolwassenheid of juist een bron van oprechte verwarring en boosheid?

Het idee dat wij weloverwogen en rationele keuzes maken, is met de komst van de nieuwe media genadeloos ontmaskerd. De boosheid reageert en duldt geen tegenspraak. Als het humanisme zelfgenoegzaam wordt, roept de mens het onheil over zich af, is de uiteindelijke conclusie die Heijne trekt. Nuttig om te weten, maar wat moet je er mee in het dagelijks bestaan? De oude denkers? Zouden die het soms met terugwerkende kracht wel bij het rechte eind hebben gehad? Vanuit die strohalmgedachte wordt de publieke belangstelling voor de monoloog van acteur Bruno Vanden Broecke over de Griekse wijsgeer Socrates verklaard. Ook in Roosendaal trok deze opvallende productie van het Zuidelijk Toneel meer publiek dan je normaliter zou verwachten. Opvallend veel jeugd in de zaal, maar dat was ongetwijfeld ook ingegeven door het CKV-vak waarvoor de schoolgaande jeugd tegenwoordig culturele verantwoording dient af te leggen. Om maar direct met de theaterdeur in huis te vallen. Ook Socrates had de antwoorden niet, zo bekende VandenBroecke na vijf kwartier woordenbrij ruiterlijk. Diens redeneringen zijn echter nog zo actueel en scherpzinnig dat deze voorstelling wel een aangename theaterervaring opleverde.      

‘Fijn dat u hier ondanks mijn reputatie naar toe bent gekomen’, begroet de wat schuchter ogende Vanden Broecke de ‘zoekenden’ in de zaal. Aan zijn ene zijde staat de gifbeker die hij letterlijk tot de laatste druppel moet leegdrinken, zo heeft de Volksdemocratie Athene met meerderheid van vrije mannelijke stemmen bepaald (vrouwen en slaven waren van het kiesrecht uitgesloten, JP). Want als je toch bij elkaar komt, waarom zou je je dan beperken tot beleidszaken?,  waarom niet tevens optreden als aanklager en rechtspreker ineen, zo redeneerden deze ‘verlichte’ burgers destijds. Aan de andere zijde wordt VandenBroecke geflankeerd door een flesje frisdrank. Nu maar hopen dat hij niet per ongeluk de verkeerde fles pakt, anders is de toch al zo korte voorstelling (wanneer wordt over de vaak te korte duur van voorstellingen eindelijk eens openlijk gefilosofeerd in het theater?, JP) wel heel snel afgelopen. In die vijf kwartier die hem nog resten tot de fatale afdronk fileert  ‘Socrates’ zijn veroordeling tot op het bot. ‘Het gaat om de vorm en de toon. Iets wat mooi klinkt, lijkt waar’, zo ‘verklaart’ hij de demagogie van zijn tegenstanders. Waar hebben we dat meer gehoord? ‘Het gaat er niet om wat je zegt, maar hoe je het zegt’, had de wijsgeer er in dit Trumpiaanse tijdperk aan toe kunnen voegen. Socrates, leermeester van Plato en vader van de filosofie, probeerde de Atheense bevolking constant aan het denken te zetten met vragen die hun overtuigingen en vooroordelen ondermijnden. Nu kun je met zo’n benadering president van het machtigste natie ter aarde worden, Socrates moest echter rekening houden met lange tenen van de natuurfilosofen van zijn tijd, waar hij zich niet genoeg rekenschap van gaf. Als kuierende wandelaar sprak hij op straat of op de markt mensen aan met vragen als: wat is waar, wat is waarheid en hoe verhoudt zich dit tot waarachtigheid? ‘Als iets waarachtig is, kan het waar zijn of waar lijken.’ Hij vraagt net zo lang en indringend door tot je werkelijk overal over twijfelt. Of dat je hoofd omloopt van vraagtekens en dat je ter zelfbescherming uiteindelijk verlangend uitkijkt naar een andere gesprekspartner die je van deze zemelende gek kan verlossen. In dat opzicht kende Roosendaal in ‘Bertus, de man met de loslopende honden’ ook een Socrates. Wanneer deze onaangepaste- en bij tijd en wijle ontheemde burger je in het vizier kreeg, was je –zeker wanneer hij je ook nog wist te identificeren als scribent -  het haasje. ‘Heb u het gehoord, meneer? Ze hebbe me honde weer eens afgepakt, die klerelijers van het Stadskantoor. Maar ik laat het er niet bij zitten hoor. Ik ben al bij me advocaat langs geweest. En als dat niet hellupt, pak ik mijn buks wel. Zal ik ze eens een lesje leren, dat stelletje boeven’. Vaak eindigde zo’n monoloogje in een kort maar heftig tranendal. Snel en stevig doorlopen, en vooral de andere kant opkijken, luidde dan ook het credo zodra je Bertus in het vizier kreeg. Een winkel in vluchten hielp niet altijd. Bertus schroomde nooit om ‘gezellig mee naar binnen te gaan’. Vaak tot wanhoop van het dienstdoende personeel, waar je de last met een beetje geluk aan kon doorgeven.  Al dat gedram leverde Bertus uiteindelijk wel een portretje op in het tv-programma ‘Paradijsvogels’. Die opnamen liet ik me als persmuskiet natuurlijk niet ontgaan. Ik wierp me in die reportage zelfs op als een ‘pleijt’bezorger van ‘onze frontsoldaat’ (Bertus paradeerde toen altijd in een militaire outfit, JP), zo hypocriet was ik dan ook wel weer. Bij de Socrates van Vanden Broecke was van een lastig horzelgedrag echter helemaal niets te bespeuren, hij stelde zich zelfs zo voorzichtig en genuanceerd op dat je je als toeschouwer afvroeg wat die wijd verbreide irritatie had opgeroepen. Het kon natuurlijk ook zijn dat hij met de verstikkingsdood in het verschiet wel een aantal toontjes lager zong. Vanden Broecke liet een Socrates zien die ook niet ontbloot was van humor. Zijn kledij, een oude jogging broek met goedkoop t-shirt, deed in mijn ogen wel afbreuk aan de presentatie. Liever had ik hem in een lang, wit gewaad gezien, waarin het zo lekker brede armgebaren maken is. Ik praat uit ervaring, in een grijs verleden vertolkte ik op diezelfde plek in De Kring ooit een hevig in zijn aangenomen zoon Brutus teleurgestelde Julius Caesar. Diens wreker, Marcus Antonius, kreeg het publiek er gratis bij.  Zoals reeds ontvouwd, Socrates gaf in tegenstelling tot Bertus geen antwoorden, hij stelde slechts vragen aan de orde met als doel dat deze tot doordenken zouden leiden.  ‘Ik zit met vragen, dus ik besta’. Misschien heeft Socrates deze gedachte wel geuit lang voordat Shakespaere om de hoek kwam kijken.  Maar het zijn inspirerende vragen, die je energiek aan het denken zetten. Geen antwoorden dus, maar ik trok wel een andere conclusie uit deze boeiende monoloog. Daarmee ben ik weer terug bij Heijne. ‘Jezelf vragen stellen kan een nuttig tegenwicht vormen voor al die razendsnelle privé-meninkjes die nu social media als Twitter en Facebook zo massaal ontsieren. Ko van Dijk zei eens in een gedragen zangtekst. ‘Toen ik jong was dacht ik, nu weet ik alles. Nu ik het einde voel naderen weet ik slechts een ding zeker, namelijk dat we nooit iets zullen begrijpen van die wondere wereld om ons heen. Dries van Agt zei het hem in een recent interview met de bladen van De Persgroep in iets andere bewoordingen na. Een opvallend toeval, want ik bleef in de bovenkamer maar over de door Socrates opgeworpen vraag ‘als iets waarachtig is, kan het dan waar zijn of waar lijken? ‘filosoferen’. Een van de meest geliefde inleidingen van Dries van Agt op een interviewvraag  ten tijde van zijn premierschap was ‘Wis en waarachtig, mijn beste’. Deze uitdrukking is synoniem voor ‘stellig’ en ‘absoluut’. Het woord ‘waarachtig’ lijkt hiermee in tegenspraak, want dat staat voor ‘enigszins waar’ of ‘gelijkend op de waarheid’. Leuk om nog eens stevig op door te borduren, filosoferen, zo u wilt. Nu is alleen de vraag hoe Socrates sterft op het schouwtoneel nog niet beantwoord. Dat antwoord blijf ik u ‘wis en waarachtig’ schuldig.  Gaat u zelf maar kijken, dat kan in deze provincie al op donderdag 26 januari in De Verkadefabriek in Den Bosch. Dat brengt mij weer op een filosofietje van Toon Hermans, luidend ‘Ik kan wel verkouden zijn, maar u kunt nooit Verkade zijn’. Zo ziet u maar: wie filosofeert, omzeilt onnodig, harde woorden. Als je het maar niet te ver doorvoert en je medemens niet constant lastig valt met je oprispingen’, aldus nog een ‘levens’ les van deze Socrates. Het Zuidelijk Toneel zou deze voorstelling eigenlijk moeten combineren met ‘De Man door Europa’ die kort voor Socrates in De Kring te zien was. Ze vullen elkaar mooi aan, en dan zou er eindelijk weer eens sprake zijn van een mooi, avondvullend  avondje toneel.     
Socrates , De Verwondering en De Speelman – Het Zuidelijk Toneel, een toneelmonoloog uitgesproken door Bruno VandenBroecke. Gezien door Jaap Pleij op dinsdag 17 januari In De Kring.


Maandag 23 januari 2017

PVC PLEIT VOOR THEMAPARK OP TERREIN MARIADAL

De provincie Noord-Brabant gaat actief op zoek naar een nieuwe eigenaar die het Klooster Mariadal in Roosendaal wil herontwikkelen. De provincie Noord-Brabant kocht klooster Mariadal in 2013 aan, omdat het klooster een belangrijke rol vervult in het verhaal Brabant. In de verhaallijn religieus Brabant, is vanuit dit klooster het onderwijs aan meisjes in de provincie gestart en uitgebouwd. Het behoud van de cultuurhistorische waarden van het complex is bij de herontwikkeling dan ook essentieel.
Toekomstbestendig ontwikkelaars, vastgoedgebruikers, beleggers, bouwers en/of exploitanten wordt gevraagd om met een bijzondere en haalbare invulling te komen voor dit unieke erfgoedcomplex op een prominente locatie, in het hart van Roosendaal. De Provincie Noord-Brabant zoekt een samenwerkingspartner die het volledige kloostercomplex (vastgoed en tuinen) koopt en zorgt voor een toekomstbestendige invulling van de plek, met behoud van het cultuurhistorisch erfgoed én met toegevoegde waarde voor Roosendaal. Gedeputeerde Henri Swinkels: ‘Samen met de gemeente streven we naar een multifunctionele, toekomstbestendige en rendabele herbestemming. We denken dan aan bestemmingen als wonen, zorg, onderwijs, logies, wellness, horeca, werken en/of dienstverlening’.  De voorgenomen verkoop van het klooster past in de werkwijze van de provincie: ‘Bij de start van het programma hebben we aangegeven dat we als provincie een start willen maken met het behoud van erfgoed dat belangrijk is, we willen een duw in de goede richting geven. Maar daarna is het de bedoeling dat anderen het stokje overnemen. Daar maken we nu een begin mee’, aldus de gedeputeerde.  Marktpartijen hebben tot uiterlijk 27 februari 2017 de tijd om zich in te schrijven en tot uiterlijk 24 maart 2017 om een eerste voorstel in te dienen. Meer informatie over de procedure wordt gegeven door Fakton, www.fakton.com. De PVC in Roosendaal denkt vooral aan een recreatieve bestemming. ‘Ik heb gesuggereerd om hier een educatief themapark zoals Avi Fauna of Archeon te realiseren. Daar lijkt het me een prima plek voor zo dicht bij het NS-station. Wellness in onzin. Dat hebben we al op Park De Stok en aan horeca is ook geen behoefte meer. Een themapark is bovendien een juiste voorziening om Roosendaal op de kaart te zetten’, aldus de PVC.


Maandag 23 januari 2017

ZIELTOGENDE BIGGELAAR BAART STEEDS MEER ZORGEN

– Na het fiasco met de Versmarkt valt er binnenkort weer een gat in het winkelgebied Biggelaar. De artotheek, die sinds enkele jaren in de benedenhoek is gevestigd, maakt op 2 maart de overstap naar het verzamelgebouw Parrotia aan de Markt. Op zich is dat geen onlogische beslissing. Een voorziening als de artotheek is gevoelsmatig ook beter op zijn plek in een ruimte waar ook de bibliotheek (VANnU)  is gehuisvest. In Parrotia krijgt de artotheek in eerste instantie de beschikking over een ontvangstbalie, een galerieruimte en een afsluitbare plek in het voormalige kantoor van Architecten Zone Zuid. Tel uit je winst!
Bovendien is de zichtbaarheid daarmee een stuk verbeterd, stelt voorzitter Kees Vermeeren terecht. Betere ‘zichtlijnen’ betekent immers meer bezoekers over de vloer. De artotheek begon in Roosendaal in een klein pand naast het City Theater. Van daaruit werd de overstap gemaakt naar de begane grond van De Biggelaar, later verdween de kunstuitleen naar de kelder. De vraag dringt zich daardoor op of er nog wel een toekomst is voor dit al sinds de opening begin jaren negentig van de vorige eeuw zieltogende winkelcentrum. Toen de supermarkt  Jan Bruijns  nog in de benedenruimte als publiekstrekker fungeerde, was het ‘leed’ nog wel te overzien.  Daarna werd het stil, heel stil zelfs, het vertrek van de andere topper Action maakte de situatie er niet bepaald rooskleuriger op.  Vastgoedeigenaar Willem Losecaat hoopt nu op een nieuwe trekker, en put moed uit de opleving van de aanpalende Raadhuisstraat, al is dit ook nog niet het visitekaartje waar Roosendaal zo dringend behoefte aan heeft. De kleine winkelunits in De Biggelaar richting Tongerloplein worden wellicht omgebouwd tot een grote commerciële ruimte, maar of dit veel zoden aan de dijk zet is weer een andere grote vraag. Zoals bekend heb ik namens de PVC geprobeerd supermarkt Nettorama te bewegen tot het openen van een vestiging in de Biggelaar, maar dat concern ziet alleen heil in locaties bij de afrit van een rijksweg en was dus helaas niet geïnteresseerd. Van de lokale politiek moet De Biggelaar het ook al niet hebben. Naar verluidt heeft een raadslid van de SP in de raadsvergadering geroepen dat er maar een bioscoop in moet komen. De dienstdoende verslaggever van het regionale sufferdje tekende dat volgzaam op (voor zijn column notabene) en verzuimde de kennelijk niet goed geïnformeerde volksvertegenwoordiger terecht te wijzen. Dat idee is namelijk al lang afgeketst en bovendien heeft eigenaar Carlo Lambregts van het City Theater al vergaande plannen voor de bouw van een gloednieuwe bioscoop op het braakliggende terrein tegenover de Kring, grenzend aan het Kuijpersstraatje.  In een ander artikel over het wel en vooral wee van de wijkhuizen stelt de SP-wethouder  dat deze voorzieningen voortaan maar subsidie moeten krijgen gebaseerd op het aantal activiteiten die er georganiseerd worden.  Geheel losgekoppeld van de gebouwen. Hoe de besturen van deze wijkvoorzieningen hun vaste lasten dan in het vervolg dienen te bekostigen, zegt de wethouder er wijselijk niet bij.  Van de SP valt dus ook al geen ‘eureka’ te verwachten.  Het College dient nu eindelijk eens zelf bestuurlijk in actie te komen en actief op zoek te gaan naar mogelijke partners. Wil De Biggelaar nog een toekomst hebben, dan moet er wel een aantrekkelijke super –de versmarkt was hier op de verkeerde plek- zijn intrek nemen in het centrum. Een tweede Lidl dan wellicht? Waarom niet. De centrumbewoners vormen immers de juiste doelgroep voor deze discounter.  De ervaringen in het verleden hebben echter aangetoond dat dit visieloze College geen enkele daadkracht aan de dag legt.  ‘Arm Roosendaal’ zou daarom een veel betere titel zijn voor het gemeentelijk ‘informatieblad’  dat een keer per kwartaal in de brievenbus ploft. 


Maandag 23 januari 2017

MUZIEKVERENIGING ROOSENDAAL SPEELT OP OPEN DAG SUITE

Zaterdag 28 januari staat de deur van Centrum voor Muziek de Suite van 13.00 tot 16.00 uur voor iedereen open. Jong en oud kan die dag komen kennismaken met de muziekdocenten die zijn verbonden aan de Suite.
Kinderen en beginnende muzikanten mogen ook proberen geluid te krijgen uit allerlei muziekinstrumenten, meegebracht door Muziekvereniging Roosendaal. Dit is een voorloper van het programma ‘Ik duik in muziek’, waarmee de vereniging de muziekeducatie voor beginners vanaf maart gestalte gaat geven. De drie orkesten van Muziekvereniging Roosendaal luisteren de open dag op met elk een eigen concert. Het Opleidingsorkest bijt om 14.30 de spits af met een programma met veel filmmuziek: Pirates of the Caribbean, Toy Story 2 en The Chronicles of Narnia. Het orkest speelt ook het vrolijke A Klezmer Karnival en de medley Eighties Flashback. De Concertharmonie speelt om 15.00 uur in een bijzondere vertolking het stuk Jericho van Bert Appermont. Eerst worden er korte fragmenten gespeeld, met uitleg over de opbouw van de compositie en de rol van de verschillende instrumenten. Ook wordt het verhaal achter de muziek verteld: de tocht door de woestijn, de beroemde val van de muren van Jericho, enzovoort. Pas daarna wordt het stuk in zijn geheel uitgevoerd. Een must voor de muziekaficionado. Tenslotte is om 15.30 uur het Variatieorkest aan de beurt. De stukken op het programma hebben, zoals het een orkest met die naam betaamt, zeer diverse karakters: van de mars El Capitan via het bluesy Variazioni in Blue tot de pop van Coldplay on Stage, en van het opzwepende Ride the Wind tot het speelse Baby Elephant Walk.


Maandag 23 januari 2017

"HEERLIJKE KUNST" IN BUITENGEBIED HALDERBERGE

Na enige oriëntatie is het de organisatie ook dit jaar gelukt een geschikte locatie te vinden voor het kunstproject-in-de-buitenlucht: Heerlijke Kunst. Kunstenaars van de vereniging Arsis uit Bergen op Zoom en het Beeldend  Kunstenaars Collectief uit Roosendaal gaan aan de slag in en rondom een historische boerderij met een monumentale schuur in het buitengebied van de gemeente Halderberge.

Tijdens de vijf weekenden in de maand september van dit jaar zijn hun kunstwerken te bezichtigen. De werken zijn geïnspireerd op, of staan in relatie met de omgeving. Het is voor de negende keer dat dit succesvolle kunstproject wordt gehouden. Steeds afwisselend in de omgeving van Bergen op Zoom en / of Roosendaal. In de periode tot aan september gaan de kunstenaars aan het werk om er opnieuw een bijzondere expositie van te maken ( het proces hiervan is te volgen via de facebook pagina en de website van Heerlijke Kunst ). Naast de getoonde kunstwerken wordt het programma tussendoor verbreed met performers, dans en live muziek. Op vrijdagavond 1 september is de opening van dit compleet kunstproject. De toegang is gratis.


Maandag 23 januari 2017

QOQO PRESENTEERT "HOTEL MOZAIEK" IN DE KRING

Qoqo is een groep van tien dansers binnen Het Dansatelier van Raquel de la Fuente. Deze groep van tien tovert De Kring op zondag 29 januari om in ‘Hotel Mozaiek’. Degenen die de twee gelijknamige voorstellingen bijwonen, kunnen er dus verzekerd van zijn dat ze als hotelgasten nog eens extra in de watten worden gelegd door het ongetwijfeld gastvrije ‘personeel’.
Zoals we van Raquel inmiddels gewend zijn, gaan dans en humor ook in deze productie hand-in-hand, of wellicht is het beter te spreken van been-voor-been en voetje-voor-voetje. Wie een bezoek brengt aan het hotel ondergaat een onvergetelijke ervaring. Mozaiek is namelijk een uitermate stoffig hotel aan de rand van onze planeet. Om niet opgehelderde redenen trekt het onderkomen allerlei eigenaardige personages aan die met name in de weekenden het hotel bevolken. Dit weekeinde dat toevalligerwijs samenvalt met het schouwtoneel in De Kring komen ze echter wel met een heel speciale reden langs. Het lot wil dat de naderende zonsverduistering vanaf deze plek op Aarde het best te volgen is. Een ware stormloop op de beschikbare accommodatie is het gevolg. De gasten hebben niet alleen oog voor dit machtige natuurverschijnsel, zo blijkt al ras. Binnen de kortste keren hebben ze ook een mening over elkaar gevormd. ‘Wanneer de zonsverduistering eenmaal daar is, wordt het erg kil en beseffen ze dat ze elkaars warmte nodig hebben om gelukkig te zijn’, geeft Raquel vanwege het verrassingseffect slechts een summiere toelichting op de ontknoping. Kaarten zijn verkrijgbaar via www.dekringroosendaal.nl of telefonisch. Volwassenen betalen €13,75, voor kinderen bedraagt de entree €9,75. De eerste voorstelling begint om 16.00 uur, de avondvoorstelling start om 20.00 uur.


Zondag 22 januari 2017

PAUL DE MUNNIK VOELT ZICH NOG NIET GEBORGEN OP HET PODIUM

Nog niet zo lang geleden was het theaterleven als lid van een muzikaal duo zeer overzichtelijk voor Paul de Munnik. De extraverte Thomas Acda onderhield zich met het publiek in de zaal, zorgde voor de verbindende teksten en hij zong ook nog een leuk deuntje mee. De introverte De Munnik hoefde zich daarom alleen maar bezig te houden met datgene wat hij zo goed kan: pianospelen en het zingen van prachtige teksten. Toch moet er tijdens een van die optredens iets bij hem geknapt zijn.
‘Dit wil ik niet langer meer, ik wil iets anders’. Zoiets moet het geweest zijn. Niet lang daarna kreeg Thomas Acda de onheilsboodschap van zijn (voormalige) partner dat hij geen gezamenlijk programma meer wilde maken. Niet zo verrassend, de geschiedenis heeft geleerd dat duo’s nu eenmaal een beperkte houdbaarheid hebben. Wat Acda nu meemaakte, overkwam eerder Bram Vermeulen, Erik van Muiswinkel en recentelijk Minou Bosua (zie mijn verslag van haar solovoorstelling ‘Minoux’). Je slacht weliswaar een kip met gouden eieren, maar zie, er is altijd weer een nieuw theaterleven achter de horizon. Als je tenminste voldoende naam hebt gemaakt voor jezelf. Aan dat criterium voldoet De Munnik volledig. Toen hij samen met Maarten van Roozendaal een eenmalig theateravontuur aanging, voorspelden diverse recensenten hem al een mooie toekomst als solist.  Volgens mijn collega-columnist Ebru Umar was het eens zo spraakmakende duo slechts een opmaat naar meer Paul. ‘Naar meer teksten waarbij je keihard wilt huilen – en dat ook doet. Huilen om de eenvoud waarmee de zinnen precies uitdrukken wat je zelf bedoelde te zeggen, maar de woorden niet voor vond. En dan ook nog op muziek’, zo luidde haar liefdesverklaring aan het adres van de ongetwijfeld verbouwereerde zanger.  Mede door deze mooie woorden was ik wel erg nieuwgierig geworden naar de kennismaking met de ‘nieuwe’ Paul de Munnik, die voor mij op woensdag 18 januari in de grote zaal van De Kring op de rol stond. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik bij de ingang te horen kreeg dat slechts 175 zielen mijn belangstelling deelden. De kleine zaal werd die avond bezet gehouden door poppenspeler Duda Paiva, anders was de Munnik ongetwijfeld verhuisd naar dit intieme gedeelte van het theater. Ik vreesde het ergste en dat werd na De Munniks montere opkomst direct bewaarheid. Een eenzame liedjeszanger verzuipt op dit podium, en De Munnik was daar helaas geen uitzondering op. Hij deed wat hij moest doen, zijn repertoire afwerken, gelardeerd met jeugdverhaaltjes. Het concert miste in deze ambiance echter de voor deze liedjes zo noodzakelijke intieme sfeer. Van optredens elders heb ik de indruk gekregen dat de zanger zich (nog) niet helemaal op zijn gemak voelt in zijn eentje op het podium, het geringe aantal bezoekers droeg zeker niet bij aan de ‘feestvreugde’ in Roosendaal. Niet zakelijk geredeneerd zou ik zeggen: laten we het nog een keer overdoen, maar dan in een naar ik mag hopen uitverkochte kleine zaal. Begin vorig jaar raakte Simone van den Eertwegh mij daar rechtstreeks in het hart met haar prachtige liederen, en ik weet zeker dat De Munnik bij al die Ebru Umars hetzelfde effect had bereikt indien de condities optimaal waren geweest. Was het dan een mislukte voorstelling? Dat zeker niet. Maar het publiek had hier zoveel meer voldoening uit kunnen putten dat er wel sprake was van een gemiste kans. De titel ‘Nieuw’ duidt erop dat De Munnik dit als een nieuwe levensfase ervaart. ‘Ik ben geboren. Ik ben een tijdje een duo geweest en nu sta ik hier’. Aan zijn vroegere kompaan Thomas Acda maakt hij verder niet veel woorden vuil. Zijn verhalen, door een collega-recensent ten onrechte omschreven als ‘gekunsteld’, hebben vooral betrekking op zijn jeugd en muzikale vorming. Als zevenjarige was hij in de ban van de muziek uit de film ‘Grease’ . Van daaruit verlegde hij zijn belangstelling naar Led Zeppelin en Jimi Hendrix. Via de platen van zijn oudere broer kwam hij terecht bij Prince en jazzpianist Oscar Peterson. Helaas vertelt hij niet waarom hij de stap heeft gezet naar de Kleinkunstacademie en waar hij later als zanger en liedjesschrijver zijn inspiratie vandaan haalde. Als je het verhaal van je jeugd en je vorming wil vertellen, moet je ook het hele verhaal vertellen. Anders blijft het publiek met teveel vragen zitten. Dit onderdeel had De Munnik beter aan een voice-over kunnen overlaten, dan waren de bijbehorende beelden ook beter op hun plaats gevallen. Het is mij niet bekend of er een regisseur bij de samenstelling van de productie was betrokken. Het is raadzaam om dat de volgende keer wel te doen. Gelukkig zijn de verhaaltjes  bondig en rest er genoeg tijd om van de zanger Paul de Munnik te genieten. Op die momenten kan ik Ebru’s liefdesverklaring wel begrijpen. De zinnen en metaforen zijn inderdaad juweeltjes waar hij kwistig en ogenschijnlijk achteloos mee rond strooit. ‘Ik laat mijn liedjes dan maar zwerven en verder zoeken ze het maar uit’, een bekende frase uit Ramses Shaffy’s ‘Laat Me’ kreeg hier een nieuwe betekenis. Niet bepaald verassend is De Munniks ontboezeming dat Bram Vermeulen niet alleen een grote inspiratiebron, maar tevens –althans voor het gevoel-  zijn grote leermeester is geweest. Op de theaterschool kwam een docent naar hem toe en overhandigde De Munnik een briefje waar wat cijfers op stonden. ‘Dit is zijn telefoonnummer. Bel hem maar voor een afspraak!’  Het duurde even eer hij de stoute schoenen durfde aan te trekken, maar toen hij de cijfers op het briefje eenmaal achter elkaar had gedraaid (het was immers nog een andere tijd) hoorde hij direct ‘Met Bram’.  Niet snel daarna was het ijs gebroken en mocht De Munnik van Vermeulen de muziek schrijven voor zijn tekst ‘Voor Eeuwig’.  Uitgebreid verhaalt de Munnik over een recent interview dat hij heeft gegeven. De vraag ‘hoe voel je je?’ bracht hem tot het antwoord ‘Ik voel me een spoel die langzaam wordt afgedraaid’. Gevolgd door een uitgebreide uitleg.  Die spoel was in De Kring na anderhalf uur voor het gevoel veel te snel afgedraaid. Jammer dat er aan de keerzijde geen muziek meer te bekennen was. Een toegift slechts, daarmee werd het publiek de kou in gestuurd en uitermate hongerig gehouden voor een volgende ontmoeting. Maar dan wel in de kleine zaal, mag ik hopen!
Paul de Munnik – Nieuw. Gezien door Jaap Pleij op woensdag 18 januari in de grote zaal van De Kring. Met dit programma doet De Munnik op donderdag 9 februari het Chassé Theater in Breda aan. Een absolute aanrader, mits hij daar wel in de kleine zaal staat. Ook nog te zien op vrijdag 17 maart in Theater De Leest in Waalwijk en woensdag 22 maart in De Bussel in Oosterhout. De tournee wordt op 3 mei afgesloten in De Kleine Komedie in Amsterdam.     


Zondag 22 januari 2017

NISPENS TONEEL SPEELT KLUCHT "BOERENBONT"

Het Nispens Toneel staat op 3, 4 en 5 februari op de planken van de achterzaal in Zaal Verhoeven met de klucht ‘Boerenbont’. Dat betekent ‘rode Lampjes op de planken’ onder leiding en toeziend oog van regisseur Fons van Doormaal, daarbij geholpen door souffleur Wil Peeters.

Olivia Kop van het NT vertelt: ‘Het stuk draait om de dames Dolly en Betty. Zij wonen en werken bij elkaar in een huis dat ze samen hebben gehuurd. De zaken gaan niet zo goed en ze besluiten een kamer te gaan verhuren. Als een boerenjongen, Henderik, die op de vlucht is, de kamer huurt, durven de beide dames hem niet te vertellen waarmee ze hun geld verdienen. Klanten die Henderik ontmoeten en met hem het gesprek aan gaan, zorgen voor verwarring alom. Als dan ook nog de verloofde en schoonmoeder van Henderik ‘incognito’ langskomen, wordt het helemaal gecompliceerd, maar daardoor zeker niet minder hilarisch. Integendeel zelfs!’ 

De voorstellingen zijn op vrijdag 3 februari 20.00 uur, zaterdag 4 februari 20.00 uur en zondagmiddag 5 februari 14.00 uur. Kaarten zijn verkrijgbaar in de voorverkoop sinds 20 januari bij Café de Gouden Leeuw of voor aanvang van de voorstelling bij de ingang van de zaal.


Zaterdag 21 januari 2017

ELEKTRICITEITSKAST ONDER MARKTSTEDE GEBRUIKT ALS SLAAPPLEK

De PVC heeft er nogmaals bij B&W op aangedrongen om de elektriciteitskast onder de Marktstede zodanig af te schermen dat deze niet langer als ontbijttafel en slaapplek gebruikt kan worden. ‘U bericht mij verdere correspondentie over de Elektriciteitskast onder de Marktstede niet zinvol te achten. Nu heb ik vrijwel geen enkele discussie/correspondentie over welke zaak dan ook met dit College als erg zinvol ervaren, maar dit mag mij er niet van weerhouden om mijn politieke plicht te doen als partijleider van de PVC’.
‘Ik heb u eerder laten weten dat deze kast door zwervers geregeld als ontbijttafel wordt gebruikt, en de afgelopen week heb ik geconstateerd dat twee oudere vrouwen van waarschijnlijk Oost-Europese afkomst hier geregeld in de avonduren en wellicht ook ’s nachts bivakkeren. Ze hebben zich goed voorbereid.  De slaapzak en overige spullen die nuttig zijn om de nacht door te komen, liggen ingeklemd tussen het pand en de kast. Dit geeft eens te meer aan dat deze kast ‘uitnodigt’ voor gebruik waar deze kast niet voor is bestemd. Gesignaleerd verblijf is om meerdere reden onwenselijk. Het College heeft de bewoners van Markstede toegezegd dat ze dit soort overlast zou tegengaan, maar het lijkt me onwaarschijnlijk dat hier gericht op wordt gesurveilleerd. Gezien de vrieskou acht ik het absoluut onverantwoord dat mensen hier de avond c.q. de nacht doorbrengen. Medewerkers van de gemeente zouden deze mensen naar een nachtopvang moeten verwijzen en indien nodig begeleiden.  Het beste is natuurlijk om het probleem bij de kern aan te pakken. En daarom dring ik er bij uw College wederom op aan om de elektriciteitskast zodanig af te schermen dat deze niet langer als hangplek en nu dus ook als slaapplek gebruikt kan worden.  Beter is nog, zoals ik ook al eerder heb aangegeven, de kast naar elders te verplaatsen. Zo’n voorziening hoort niet thuis op een plek die aan het oog van het publiek is onttrokken. Argumenten van uw kant om dat niet te doen, heb ik tot nu toe niet vernomen. Ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken dat het gemeentebestuur er genoegen in lijkt te scheppen om mij met nietszeggende reacties af te schepen.  Reacties die bovendien getuigen van onwil , desinteresse en misplaatste bestuurlijke arrogantie.  Zo langzamerhand zou u toch moeten weten dat dit bij mij een averechts effect ressorteert. Ik hoop niet dat deze brief die u hebt laten ondertekenen door de heer J. Buscop een voorbode is van onze ‘relatie’ in de komende zes jaar’, aldus de PVC in een brief aan burgemeester Niederer.  Om er nog aan toe te voegen: ‘Ik verwacht dat u nu eindelijk eens uw plicht gaat doen: de kast verwijderen of minstens afschermen, en dat u Team Handhaving laat ingrijpen bij de door mij gesignaleerde situatie en dat u er op toe ziet dat deze mensen in een nachtopvang terechtkomen.   Ontbijtende zwervers dienen bovendien rap verwijderd te worden.  Met deze mentaliteit dwingt u mij haast om toch weer een opvolger te gaan schrijven van mijn meest recente boek ‘Slotpleijdooi’, dat momenteel verkrijgbaar is bij De Boekenwurm’.


Vrijdag 20 januari 2017

"SWAREE LIGGEN" IN HET TONGERLOHUYS

De opmerkzame passant zal het niet ontgaan zijn. Op het pleintje voor het Tongerlohuys verraadt de polyester Tullepetaon - in carnavalskringen ook wel bekend als ’Tullepetaona’ – al een beetje wat er de komende tijd te zien is in het Tongerlohuys. In het erfgoedcentrum aan de Molenstraat zijn enkele zalen ingericht met spullen uit de rijke- en vooral leutige verzameling van de stichting STOEP. De expositie is woensdag 18 januari van start gegaan, tot vrijdag 24 februari staat het Tongerlohuys gedeeltelijk in het teken van het leutige volksfeest.
STOEP is de afkorting van Stichting Tullepetaonse Oud’eede en Prullaria. Deze stichting stelt zich ten doel alles wat er op carnavalsgebied in Roosendaal te vinden is, te bewaren. De collectie bestaat uit films, singles, kostuums, foto’s, publicaties en insignes, allerlei zaken die iets vertellen over de plaatselijke carnavalstraditie. In het Tongerlohuys heeft STOEP onder meer aandacht voor het Priense Swaree en wat Tullepetaone allemaal moeten doorstaan om een kaartje te bemachtigen. Natuurlijk kunnen de bezoekers zelf ook even ‘proefliggen’.  Al jarenlang wordt er ‘gelegen’ om de felbegeerde kaarten voor het Priense Swaree te bemachtigen. Evenals voorgaande jaren zal ook dit jaar de Nacht van het Swaree in parkeergarage De Biggelaar plaatsvinden. De commissie Priense Swaree is vrijdag 20 januari om  11.11 uur begonnen met het registeren van de ‘liggers’. Stichting Carnaval: ‘De nacht is inmiddels een feest op zich geworden voor zowel de liggers als ook voor het publiek. Iedereen is van harte uitgenodigd om een kijkje te komen nemen in de parkeergarage en de ‘liggers’ een hart onder de riem te steken of om een versnapering te komen brengen’.
De ervaring heeft geleerd dat het ‘liggen’ een noodzakelijk kwaad (of juist genoegen) is om kaartjes voor het Swaree te bemachtigen. De kans is groot dat je anders te laat bent voor toegangskaarten. De daadwerkelijke kaartverkoop start zaterdag 21 januari om 10.00, pas dan gaan de deuren van De Kring open voor het publiek.  De kaartjes kosten € 12 voor de middagvoorstelling en € 14 voor de avondvoorstelling. In de ogen van velen nog steeds het enige echte Swaree. Aanvankelijk was er slechts een avondvoorstelling. Toen met de middagvoorstelling werd begonnen, was het vrij gemakkelijk om kort voor aanvang van de voorstelling een kaartje aan de kassa te kopen voor de somma van slechts vijf gulden. Het was toen nog letterlijk een ander tijdperk. Net als de vis wordt nu ook de leut veel duurder betaald. Van het ‘Swaree-Liggen’ in het Tongerlohuys moet men zich overigens niet al te veel voorstellen. Tussen wat oude Kwakkelkraanten is er in een zijkamer een symbolische ruimte gecreëerd waar het ‘liggen’ even in de praktijk kan worden ervaren. Voorts staan er wat goedkope tuinstoeltjes van weleer opgesteld, waar ik me eerlijk gezegd wat te zwaarwichtig voor voelde.  Verder zijn er onder meer bronzen mini-Tullepetaone, trofeeën en carnavalsposters en enkele carnavalsoutfits te aanschouwen. De brakskes en prallen mogen zich tijdens hun bezoek uitleven op een leutige carnavalskleurplaat. Ook in de In ’t Heyderadeyzaal zijn objecten van STOEP tentoongesteld. Hier zijn, vanaf de week voor carnaval, tevens de carnavalsschatjes van PlatvormR te zien. Het collectief zoekt elementen in de stad, door inwoners toegevoegd, die de stad uniek maken. De tentoonstelling Leutig-Aarf-Goed is te bezoeken van woensdag t/m zondag in het Tongerlohuys van 13.30 tot 17.00 uur. Op donderdag is het Tongerlohuys tot 20.00 uur geopend. De ingang van het erfgoedcentrum bevindt zich in de Kerkstraat. Met carnaval is het Tongerlohuys gesloten. Elke Tullepetaon die bij het bezoeken van de expositie een veldteken draagt, mag voor € 1 naar binnen. De volledige veldtekencollectie, bij elkaar gebracht door Leo Nieuwlaat, is ondergebracht in de centrale hal van ’t Stadskantoor.  


Donderdag 19 januari 2017

GELOOFWAARDIGHEID PREMIER KLAVER NU AL IN HET GEDING

Jesse Klaver wil premier worden. ‘Ach gut’, zal onder anderen Fons van der Poel hebben gedacht. ‘De snotneus’ heeft net even geroken aan het politieke spel en wil nu al voor het hoogste ambt gaan’. Jammer dat Jesse niet heeft verteld, maar waarschijnlijk ook niet kan vertellen, waarom hij zichzelf zo geschikt acht voor deze positie. Wellicht heeft hij de jonge Canadese premier Trudeau in actie gezien en heeft hij gedacht ‘we hebben zo ongeveer dezelfde looks, dus waarom zou ik niet kunnen wat hij reeds bereikt heeft?’. Misschien is ook zijn tenenkrommende, inhoudsloze  imitatie van Barack Obama uit die overweging te verklaren.  AD-columnist Nynke de Jong mag in haar uitermate zwakke column dan wel stellen dat je als partijleider automatisch moet gaan voor het Haagse torentje, realiteitszin is een eigenschap die voor een politicus tevens onontbeerlijk is.
GroenLinks bezet momenteel slechts vier kamerzetels. Dat de partij in de peilingen op 16 zetels staat, zegt helemaal niets. De campagne moet nog losbarsten, of zoals ze in Brabant zeggen ‘het spel staat nog lang niet op de wagen’, en hoe betrouwbaar opiniepeilingen zijn, hebben we recentelijk kunnen zien bij de Brexit en de verkiezingszege van Donald Trump. Nog belangrijker dan realiteitszin is voor een politicus zijn geloofwaardigheid. Daar staat of valt hij mee.  Die heeft Jesse in zijn geboorteplaats al aardig op het spel gezet. In een landelijk kranteninterview liet hij zich ontvallen dat Roosendaal tegenwoordig zo’n  ‘verrommelde indruk ’ maakt. Jesse had het toen helemaal bij het rechte eind. In de ogen van de Roosendaalse burgemeester Jacques Niederer zag Jesse dat echter helemaal verkeerd. Reden voor de ‘burgervader’ om Jesse uit te nodigen voor een biertje op een terras in hartje centrum. Hoewel de bepaald niet publiciteitsschuwe Niederer de pers in eerste instantie had uitgenodigd om verslag te doen van deze gedachtenwisseling moest hij daar op terugkomen toen Jesse liet weten alleen ‘open te staan’ voor een gesprek onder vier ogen. Transparantie zit dus ook al niet in zijn politieke bagage. Kort na de ontmoeting, waarvan het tijdstip door het gemeentebestuur angstvallig verborgen werd gehouden, werd er een korte gezamenlijke verklaring uitgegeven, waarin Jesse slechts liet weten ‘uitermate trots te zijn op Roosendaal’. Het gesprek is verder nooit toegelicht. Nu had GroenLinks in Roosendaal toch al niet zo’n goede naam, de lokale afdeling ‘presteerde’ het om kort achter elkaar drie wethouders op wachtgeld gezet te krijgen, Jesse’s gesloten deurpolitiek droeg er niet bepaald bij om het tij te keren.


Donderdag 19 januari 2017

JAAP PLEIJ BRENGT NIEUW BOEK UIT

Een half jaar na ‘Kring-gesprekken’ ligt nu ook het nieuwe boek, ‘Slotpleijdooi’, van Jaap Pleij bij De Boekenwurm aan de Molenstraat. ‘Slotpleijdooi’ bestaat uit 82 columns, die in de periode juni – december 2016 onder meer zijn gepubliceerd op de Dichtbijwebsites in West-Brabant , www.gazetroosendaal.nl en de relatief nieuwe nieuwssite www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com .  Dit is een eigen medium van de auteur, waarop de maatschappelijke-, politieke- en culturele ontwikkelingen in Roosendaal uitermate kritisch worden belicht. Op deze site zijn tevens een groot aantal verslagen van voorstellingen in De Kring en columns van algemene strekking terug te vinden.

De meeste verhalen in ‘Slotpleijdooi’ zijn gebaseerd op actuele gebeurtenissen in Roosendaal. Diverse bekende (ex)stad- en streekgenoten als Hille van der Kaa, Jacques Niederer, Jack van Poll, Cor Verbogt en Jesse Klaver passeren de revue, naast landelijk en internationaal bekende namen als Rijdende Rechter Reid, Hansje Bunschoten,  Louis van Gaal, Johan Derksen, Frans Maas, Hugo Borst, Dominee Gremdaat, Riek Bakker, Donald Trump, Wouter Bos, Bernie Sanders, Simon Carmiggelt, Ben van Welzenes, Sheila Sitalsing (Volkskrant), Trijntje Oosterhuis, André Manuel, René van der Gijp en Paul Witteman.  Ook staat Pleij stil bij het overlijden van Oscar Timmers en Guus Spruijt, en is er naar aanleiding van de kunstboom in eetgelegenheid Over de Tong een terugblik op het publieke leven van Frans van der Groen.  Hoewel de titel ‘Slotpleijdooi’ anders doet vermoeden, betekent dit boek echter allerminst het slot van deze schrijverscarrière. Jaap Pleij wil nu eindelijk eens beginnen met  een toneelversie over het leven van koning Willem 111, in relatie tot zijn jongste zoon, de in 1884 overleden kroonprins Alexander. Dit stuk krijgt als titel ‘Het verdwenen Kistje’, wat verwijst naar de zoektocht die de koning een dag na het overlijden van de ongelukkige troonopvolger in diens huis aan de Haagse Kneuterdijk liet uitvoeren. Waarschijnlijk komt hier ook een boekversie van. Op de cover van ‘Slotpleijdooi’ prijkt het gezicht van de in Roosendaal geboren Herman van Loen, beter bekend als de protestzanger Armand. Pleij heeft deze foto genomen tijdens het openhartige interview dat hij in 2007 tijdens de eerste uitvoering van ‘Blommenkinders’ (toen nog op het Tongerloplein) met de icoon van de jaren zestig mocht hebben. Een weergave van dat interview is terug te vinden in het boekje ‘Blomlezing’, in datzelfde jaar uitgebracht door het Platform Schrijvers. Hoewel hij in geen van de verhalen voorkomt, heeft de auteur voor Armand gekozen, omdat vrijwel iedere tekstlied van zijn hand gezien kan worden als een ‘pleijdooi’ voor een andere, in zijn ogen, betere wereld. ‘Blommenkinders, leg die stiletto’s weg’. Mooier kun je het haast niet bedenken!  ‘Slotpleijdooi’ is exclusief verkrijgbaar bij De Boekenwurm aan de Molenstraat, daarnaast alleen bij de auteur.      

Eerder verschenen van Jaap Pleij: Een zwembad Roosendaal waardig (1999), Tien Tullepetaonse Oogheden (2006), Mijn ontmoetingen met Jan Mol (2007), Portretten van Kopstukken (2008), Symfonie in Roosendaal (2008), Jan Mol en andere Zaken (2009), Roosend(w)alers (2011), Roosend(w)alers 2 (2013), Roosend(w)alers 3 (2014), ‘TelevisieROOS’  (2015) en KRING-gesprekken (2016).   


Dinsdag 17 januari 2017

PHILIPPE REMARQUE CURATOR LET'S YOU TUBE

 Hoofdredacteur van de Volkskrant, Philippe Remarque, verbindt zich vanaf 3 februari een maand lang aan de tentoonstelling Let’s YouTube in Beeld en Geluid. Als curator van de themamaand Journalism heet hij bezoekers welkom, geeft ze tips bij het maken van eigen YouTube content en presenteert hij zijn persoonlijke selectie van belangrijkste, meest indrukwekkende of leukste YouTube-video's in de tentoonstelling.

In samenwerking met YouTube en de YouTubers van dit moment presenteert Beeld en Geluid sinds oktober 2016 Let’s YouTube, een interactieve tentoonstelling waarin bezoekers de impact van YouTube op hun leven ontdekken. Elke maand wisselt het thema. Eerder kwamen Your Life, Gaming en Beauty en Lifestyle aan bod. In februari is het thema Journalism en is Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant, curator.
User-generated journalistieke video’s op YouTube behoren niet tot de grote hits op het videoplatform. Toch biedt YouTube interessante mogelijkheden voor journalistieke bijdragen voor bijvoorbeeld burgerjournalisten maar ook voor professionele journalisten. In Nederland moet deze vorm van online journalistiek nog tot wasdom komen, maar in de VS zijn er al diverse voorbeelden van YouTube-journalisten die buiten de gebaande paden hun publiek bereiken. Elke maand staan er in Beeld en Geluid events op het programma die passen bij het thema van de maand. Deze events zijn een extraatje bij een bezoek aan de tentoonstelling Let's YouTube. Tickets zijn online verkrijgbaar via beeldengeluid.nl/letsyoutube en geven toegang tot de Beeld en Geluid experience, Let’s YouTube en het gekozen event. Filmmakers Alwin en Saske van het YouTube kanaal Vet Gezellig maakten op verzoek van Beeld en Geluid een journalistieke serie over vloggen, de rol van vloggers nu en de verwachtingen voor de toekomst. Ze duiken de Nederlandse YouTube-wereld in om erachter te komen wat YouTubers nou écht vinden van de vloghype die nu speelt.

Het filmwerk van Ed van der Elsken past in de traditie van hedendaagse YouTubers. Hij gebruikte de 8mm film om persoonlijke verhalen te vertellen. In zijn films spelen hijzelf, zijn familie en zijn woonomgeving een prominente rol. In dit college bespreken, tonen en duiden mediahistoricus Bert Hogenkamp en documentairemaker Frans Bromet het werk van Van der Elsken met een hedendaagse blik. Tijdens het college staat het filmmateriaal centraal dat bij Beeld en Geluid is ondergebracht. Philippe Remarque, Volkskrant hoofdredacteur host donderdag 9 februari een talkshow bij Beeld en Geluid met als vraag: “Is online video de toekomst van de journalistiek? Verdringt deze vertelmethode het geschreven woord? Wat zijn daarvan de voor- en nadelen? Is het voorbehouden aan professionals of kan iedereen meedoen?” Remarque praat hierover met gebruikers, makers en criticasters waaronder Casper Sikkema, hoofdredacteur van VICE.


Dinsdag 17 januari 2017

BURGEMEESTER NIEDERER VOOR NOG EENS ZES JAAR HERBENOEMD

Zoals verwacht is Jacques Niederer voor een periode van nog eens zes jaar herbenoemd tot burgemeester van Roosendaal.  Hij is maandagochtend (16 januari) voor zijn tweede ambtstermijn beëdigd door commissaris van de koning Wim van de Donk. Jacques Niederer is sinds 17 januari 2011 burgemeester van Roosendaal. Voor zijn komst naar Roosendaal was hij burgemeester van Weert. Daarvoor was hij onder meer wethouder in Breda en lid van de Tweede Kamer voor de VVD.
Reeds in mei 2016 werd na een besloten vergadering van de gemeenteraad bekend dat Niederer in was voor een tweede termijn, waarin hij zich gesteund zag door de raad. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken nam de aanbeveling over en dat leidde afgelopen maandag tot het reisje Den Bosch. In die eerste zes jaar verkreeg Niederer de status van ‘crime-fighter’, in de ogen van de rechter was hij soms echter te snel met het langdurig sluiten van panden waar grote drugsvangsten werden gedaan, met als gevolg dat Niederer een aantal keren is teruggefloten . Toen hij zonder enige vorm van bevolkingsraadpleging mee wilde werken aan de komst van een AZC naar Roosendaal kreeg hij stormen kritiek over zich heen. Bezorgde toekomstige buren van het AZC die slechts een aantal zaken wilden doorspreken, weigerde hij op het Stadskantoor te ontvangen. Smalend werd toen gesproken van ‘de arrogantie van de bestuurlijke macht’. Door de snel teruglopende asielaanvragen blies het COA de operatie uiteindelijk af. Dat Niederer het veelal als arrogant ervaren COA daarbij nadrukkelijk uitnodigde om weer bij hem aan te kloppen als de situatie zou verslechteren, werd hem wederom niet in dank afgenomen. Andere punten van kritiek zijn onder meer dat hij zich zelden laat zien bij openbare bijeenkomsten, en dat hij zich voornamelijk in een dienstauto laat verplaatsen. Zijn voorganger Marijnen daarentegen maakte veelvuldig gebruik van de fiets en dat maakte hem ook letterlijk veel gemakkelijker aanspreekbaar. Niederer is voorts de bedenker van de Roosenspeld. Hij was echter zo onverstandig om dit eerbewijs zonder aanziens des persoon direct toe te kennen aan alle leden van de gemeenteraad, zonder dat daar aantoonbare redenen voor waren. Toen de PVC daar kritiek op uitte, besloot ND-raadslid Ton Schijvenaars als enige de speld weer terug te geven. Bekende Roosenspeld-dragers zijn onder anderen Jan Mol, Frans van der Groen en Olav Posthumus. Het is menigeen tevens opgevallen dat personen die kritisch staan tegenover het Collegebeleid per definitie niet in aanmerking lijken te komen voor de onderscheiding. Hoofdredacteur Jaap Pleij van www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com, ook wel bekend als de laatste kritische journalist in Roosendaal,  zag zich daarnaast zonder enige kennisgeving van de ene op de andere week afgesloten van alle gemeentelijke persinformatie. Toen hij daar herhaaldelijk opheldering over vroeg, bleef het steeds muisstil in het Stadskantoor. ‘De laatste keer informeerde ik recht op de man of wat hier nu de reden en de bedoeling van is. Niederer verwees slechts naar eerdere schrijvens waarin slechts formele informatie vermeld stond. Niet bepaald sterk. Ik hoop dus dat hij in de komende jaar zich letterlijk en figuurlijk een wat opener houding aanmeet’, aldus Pleij. ‘Leefbaar Roosendaal’, wie of wat daar ook achter schuil mag gaan, wees op het ondemocratische karakter van deze benoeming.  ‘Een Ongekozen burgemeester is niet meer van deze tijd. Daarnaast weet deze man absoluut niet wat er onder de Roosendalers leeft en is ook nog eens onzichtbaar. Behalve bij de crisisnoodopvang, daar stond hij vooraan’.


Maandag 16 januari 2017

CORNÉ VAN POPPEL OPENT INNOVATIEF ONTMOETINGSPUNT

SP-wethouder Corné van Poppel begeeft zich donderdag 26 januari naar Parrotia om de officiële opening van het innovatieve ontmoetingspunt voor zijn rekening te nemen. Daar wordt hij onder anderen opgewacht door Chantal van Spaendonck, directeur van het Care Innovation Center West-Brabant en Frederique Assink, directeur Bibliotheek VANnU. Deze functionarissen zullen tevens een toelichting geven op de zogeheten slimme zorgtoepassingen, waarmee bibliotheek VANnU, TimmersMedizorg en het Huis van Morgen meer bekendheid willen geven aan producten die burgers in de thuissituatie behulpzaam kunnen zijn.  De opening staat voor 12.30 uur gepland. 

De achterliggende gedachte is dat de bibliotheek steeds meer een ontmoetingsplaats is waar mensen samen komen, informatie delen, de krant lezen of een kopje koffiedrinken in de ‘Huiskamer’, de ruimte die een aantal maanden terug in de plaats kwam van de ‘leeskamer’.  Ook worden er steeds vaker activiteiten georganiseerd waarmee de bibliotheek breder onder de aandacht wordt gebracht bij de inwoners van Roosendaal. Deze samenwerking sluit daar volgens VANnU goed op aan. ‘Mensen weten vaak onvoldoende welke producten er zijn die hen thuis kunnen ondersteunen. Dat is jammer want juist deze middelen kunnen ervoor zorgen dat ze zich bij voorbeeld veiliger voelen, meer comfort hebben of de zorg voor specifieke klachten eenvoudiger kunnen invullen. Door hier in de bibliotheek aandacht aan te besteden bereiken we mensen die misschien zelf niet zo snel zelf op zoek gaan naar deze toepassingen’, zo stelt Anneke Oonincx van VANnU.


Zondag 15 januari 2017

MINOU BOSUA ZOEKT HAAR NAAKTE ZELF

De ‘toegangspoort’ tot de kleine zaal van De Kring zwaaide vrijdag (notabene de dertiende) open met een voor dit gebouw ongekende zwier. In de deuropening verscheen een kleine, wat gedrongen vrouw met een olijke toet waarop twee roze koontjes prijkten, gekleed in een uitdagende nacht-outfit. ‘Joehoe, ik ben er al. Komen jullie allemaal gezellig binnen. ’t Is mijn verjaardagsfeestje’, voldeed ze volkomen aan de opgeroepen verwachtingen. ‘Jij komt toch ook?’, keek ze me doordringend en tegelijk gebiedend aan. Op dat moment betreurde ik het dat ik geen passend verjaardagscadeau had meegenomen. Met lege handen verschijnen op een verjaardagsfeestje, ook al is het dan gespeeld, geeft nu eenmaal een wat ongemakkelijk gevoel. De in 1969 geboren Minou Bosua vormde tot voor kort samen met Ingrid Wender het cabaretduo De Bloeiende Maagden. Enkele jaren terug speelden ze in dezelfde zaal een nogal prikkelende voorstelling, waarbij ze elkaar aan het slot, volkomen naakt en in de modder worstelend, heftig in de armen vielen.

‘Kom erbij’, riep Minou toen nog veel uitnodigender dan deze keer in mijn richting. Toen heerste er nog een regime van ‘vrij zitten’ in de kleine zaal en het tafereeltje speelde zich praktisch binnen mijn handbereik af.Gezien het niet bepaald aantrekkelijke vooruitzicht om een aantal minuten later als een modderfiguur over straat te moeten, maakte ik in een reflex een afwerend gebaar. Het verstand had het weer eens gewonnen van het hart en vooral van de zinnen. Bij deze ‘binnenkomst’ kon ik in eerste instantie volstaan met een dikke handdruk en een stevige kus ‘vanwege haar 18e verjaardag’ op een van de gloeiende wangetjes. Het regime van ‘vrij zitten’ is helaas passe in de kleine zaal, maar gelukkig had ik wederom een plek midden op de eerste rij weten te bemachtigen, zodat Minou’s naakte waarheid alle gelegenheid had om tot me door te dringen. Waarom ze nu solo en niet met de langbenige eveneens blonde Ingrid Wender op het podium stond, was een dwingende vraag die ze pas aan het slot zonder enige aansporing zelf beantwoordde. ‘Het telefoontje van Ingrid dat ze het volgende seizoen geen nieuwe theatershow met me wilde spelen, kwam in eerste instantie hard aan. Al snel was ik weer bij zinnen en belde ik mijn impresariaat met de mededeling dat ik in plaats daarvan heel graag in mijn eentje een voorstelling wil spelen. De contouren lagen toen al zo ongeveer vast’. De naakte waarheid ten spijt, Hilde’s beweegredenen om tot dit ‘Acdatje’ te besluiten, werden door Minou niet geopengebaard aan het publiek. Ter verduidelijking: Thomas Acda overkwam recentelijk hetzelfde. Hij kreeg van zijn compaan Paul de Munnik eveneens te horen dat deze geen nieuwe duovoorstelling wilde spelen. Het toeval wil dat veroorzaker en lijdend voorwerp binnen een tijdsbestek van een week in De Kring zijn te aanschouwen. Paul de Munnik staat op 18 januari met zijn eerste solo ‘Nieuw’ in Roosendaal, in de grote zaal (dat dan weer wel). De Bloeiende Maagden mogen fysiek dan met vijftig procent zijn ingekrompen, de kwaliteit heeft daar gelukkig niet onder te lijden gehad. Als solist gaat Minou nu op zelfonderzoek uit, en daarbij blijft geen facet van haar uitbundige persoonlijkheid onbesproken. ‘Onconventioneel’ is een understatement. Wars van alle schone- en hypocriete theaterschijn laat Minou zien wat ze normaliter achter de schermen en buiten de spotlights doet. Daarmee krijgt ‘Minoux’ (onbedoeld) een Sjef van Oekel-achtig karakter. Dolf Brouwers deed in zijn veelbesproken tv-shows immer ook wat zeker in die tijd ‘not-done’ was op de televisie. Ongegeneerd kotste hij in een fietstas, urineerde in een openstaand toilet, waarna hij de pispot na afloop zeer nadrukkelijk doortrok. Geassisteerd door een stagiair, tevens hulpje van alles, die haar enigszins met doeken bedekte (dat dan weer wel) doet Minou in het openbaar wat Karel de Grote ruim twaalfhonderd jaar voor haar ook al deed, poepen in een publieke ruimte, waarbij je tevens zelf het stralende middelpunt bent. Gevolgd door een verfrissende douche, waarna het publiek dan eindelijk niets onthullend wordt geconfronteerd met Minou’s naakte waarheid en niets dan dat. Minou waarschuwt maar vast. Dat ‘lot’ dient het publiek aan het eind van de avond ook te ondergaan, want een pyamaparty eindigt nu eenmaal altijd met een gezamenlijke slaapsessie. Er is echter geen reden tot zorg. Als een volleerde gastvrouw smeert Bosua broodjes pindakaas voor haar gasten, haar ietwat decadente buikje verraadt dat ze dat voor zichzelf ook al heel vaak heeft gedaan, en biedt ze dozen vol witte wijn aan. De drang om naakt rond te banjeren is ontstaan op een parkeerplaats, waar ze reeds als vierjarig meisje met vrienden en familie op Franse muziek aan het dansen was. Geprojecteerde jeugdfoto’s verraadden dat Minou mede dankzij haar weelderige krulletjes toen al om te zoenen was. Verkleed als klein indiaantje rende ze als een dolle rond, en toen wist ze dat ze anders was dan de meeste andere vrouwen, wat later onder meer tot uiting zou komen in haar (voor)liefde voor de vrouwenliefde. Dat indiaantje van toen brengt Minou graag nog even tot leven en helaas zakt op dat moment de voorstelling wat in. Duidelijk is dan al wel dat er een heel wat diepere laag onder die (schijn)vertoning verborgen zit. Al dat geren, gestruin, gevlieg, gelach, gedol en gehuppel kan niet verhullen dat haar drang tot naaktheid, gekoppeld aan een ondefinieerbare angst voor de dood, zaken zijn waar Minou zelf ook niet goed raad mee weet. De psychologen uit haar jeugd, die eveneens via projectie ten tonele worden gevoerd, hebben ieder wel een visie maar geen passend antwoord. Minou heeft geprobeerd en probeert nog steeds hier mee om te gaan door vooral het accent te leggen op de voor de buitenwacht onzichtbare binnenkant.  Remy Evers, de reeds genoemde assistent pur sang, is in dat proces niet haar reddende-  maar wel uiterst behulpzame engel. Hij helpt haar bij het smeren en uitdelen van de broodjes, het schenken van de (klare) witte- en rode wijn, uit het niets brengt hij een Queen-aria ten gehore, en aan het slot schroomt hij zelfs niet om even in de rol van Milou’s overleden broer te kruipen. Minou heeft zichzelf dan al lang weer op sterke wijze herpakt en in de finale blijkt ze zowaar het gereedschap (opnieuw) gevonden te hebben om het leven weer aan te kunnen, met dank aan haar 86-jarige nog immer geestelijk krachtige moeder, haar stabiele partner en haar vijfjarig zoontje. Samen vormen ze gelukkig voldoende tegenwicht voor Minou’s veel te vroeg overleden vader en broer. Het publiek moet vervolgens zelf maar zien of ze al dan niet in De Kring blijft overnachten. Hoewel de slaapplaatsen al in het begin van de voorstelling verdeeld waren, zal Minou daar in ieder geval geen getuige van zijn, zo deelt ze haar zichtbaar en hoorbaar teleurgesteld gehoor tenslotte mede. Nog even napraten op het podium onder het genot van een glas wijn en broodje pindakaas en enpassant een kusje bij Milou stelen mag gelukkig wel. Velen, mannen en vrouwen, maken daar gretig gebruik van. Wat deze voorstelling ook duidelijk heeft gemaakt is dat Minou helemaal geen partner nodig heeft om te excelleren, al zal het voor haar wel moeilijk zijn om een passend vervolg op ‘Minoux’ te bedenken. Hoe dieper kun je immers nog verder gaan dan de naakte waarheid? Het zou me eerlijk gezegd niet verbazen indien Minou en Ingrid straks toch weer gewoon samen een voorstelling spelen, waarbij ze elkaar op niet mis-te-verstane wijze de mantel zullen uitvegen. ‘Hoe haal je het in je hoofd om mij tot werkloosheid te veroordelen?’, zou Minou bij voorbeeld haar blonde metgezel voor de voeten kunnen werpen. Om het gezien de positieve insteek vervolgens af te kussen. Deze bloeiende maagd kennende – dat gaat bij mij al heel ver, al vanaf het moment dat ze drie vrouw sterk in Oudenbosch nog een schoolvoorstelling speelden- zal Minou haar publiek ongetwijfeld wederom weten te verrassen. Ondertussen zit ik zelf wel met een klein probleempje. Hoe breng ik het verjaardagscadeau dat ik achteraf voor haar heb bedacht nu letterlijk onder Minou’s fraaie kijkers? Ze wordt immers maar ‘1 keer 18’.

Minou Bosua – 1 Bloeiende Maagd speelt Minoux. Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 13 januari in de kleine zaal van De Kring.     


Zondag 15 januari 2017

THEATERWEEKEND MET CABARET, WARDO EN BRACE

Onze Kring’ voert het komende weekeinde weer een zogeheten open deurenpolitiek. Op 20, 21 en 22 januari  wordt in Nederland voor de tweede keer het BankGiro Loterij Theaterweekend gehouden. Maar liefst zestig theaters in den lande bieden een gevarieerd programma aan met voorstellingen die voor slechts tien euro per voorstelling kunnen worden bijgewoond. ‘Onze Kring’  heeft zich uiteraard ook bij dit prijzenswaardige initiatief aangesloten en zodoende is iedereen buitengewoon welkom om op zaterdag 21 januari tussen 12.00 en 17.00 uur getuige te zijn van de open dag. Het BankGiro Loterij Theaterweekend heeft als doel ‘een breed publiek op een laagdrempelige manier te laten beleven hoe inspirerend, ontroerend, hilarisch, ontwapenend, krachtig, ontregelend, plezierig, en hoe ontspannend theater kan zijn’.

De theaterliefhebbers kunnen reeds op vrijdagavond 20 januari in De Kring voor de Grote Cabaretmarathon. Het publiek maakt op ontspannende wijze kennis met vier jonge cabaretiers uit de categorie ‘aanstormend talent’. Een olige presentator zal de acts inleiden en aankondigen. Zaterdagmiddag is er een waar familie-uitje te beleven. Wardo de verwonderaar komt met Wonder School Live (Telekids) naar De Kring (14.00 uur). Wardo, de verwonderaar neemt het publiek mee in de wonderlijke wereld van kleine en grote illusies  en onvoorstelbare goochelkunsten.  Niet alleen kinderen maar ook hun ouders, opa’s en oma’s zullen zich verwonderen. Wardo droomt ervan om ooit te kunnen vliegen, maar om dit te kunnen bereiken zal hij eerst een aantal wonderlijke opdrachten moeten vervullen. Vergezeld door een mysterieuze Hartendame en een pratend  konijn gaat Wardo met hulp van het publiek de uitdaging aan. In een magisch avontuur verbaast Wardo het publiek met verschijningen, verdwijningen, vliegkunsten en voorspellingen. Uiteraard worden de jonge verwonderaars veelvuldig uitgenodigd actief deel te nemen aan de acts en krijgen ze hier en daar zelfs een truc uitgelegd, zoals dat hoort in Wonder School. Na afloop is Wardo in de foyer voor een ‘meet and greet’.

Zaterdagavond wordt een wel heel muzikale avond. Na de show van Brace (aanvang 20.00 uur) is er muziek in Over de Tong. Bezoekers kunnen zaterdag een kijkje nemen achter de schermen en ook worden er op verschillende tijdstippen deze dag rondleidingen aangeboden kris-kras door het theater. Voor de kinderen zijn er workshops goochelen en is er een heuse vossenjacht. Ook voor gasten die niet naar de voorstelling komen, is er genoeg te beleven.
Dé comeback van 2015 staat op naam van Brace. Door zijn deelname aan The Voice of Holland won de zanger opnieuw de harten van vele Nederlanders. Eddy Brace Rashid MacDonald werd geboren in Indonesië als kind van twee Surinaamse ouders. Hij groeide op in het Amsterdamse Betondorp in een muzikaal gezin. Zijn vader was songwriter en zijn broer leadzanger van een succesvolle R&B formatie uit de jaren ’90. Zijn vader overleed echter toen Brace nog maar veertien jaar was. Een enorme klap voor de talentvolle zanger, die bekend stond als een moeilijke jongen. Op zijn zestiende scoorde hij hit na hit en stond hij met maar liefst twee nummers tegelijk in de top 10. Wat een mega doorbraak moest worden werd een tijdelijke ondergang. Het geld en de roem eisten zijn tol. Omringd door foute vrienden vergooit Brace zijn carrière en blijft achter met een torenhoge belastingschuld. Tot overmaat van ramp belandt hij ook nog in de gevangenis voor een vermeende gijzeling. Wegens goed gedrag komt Brace vroegtijdig vrij en tekent direct een platendeal bij zijn beste vriend Ali B. Toch is Brace niet gemotiveerd. Op zoek naar zichzelf besluit hij radicaal te stoppen met muziek en gaat twee jaar aan de slag als installatiemonteur. Het normale leven bevalt hem goed, maar ook bij Brace kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Bijna vijftien jaar na zijn doorbraak weet hij wat hij wil; het Nederlandstalige lied op zijn eigen manier vertolken! Door zijn deelname aan The Voice of Holland weet heel Nederland hoe zijn nieuwe missie klinkt. Door de ongekende beleving in zijn nummers worden er al vergelijkingen gemaakt met Hazes en Borsato. In zijn eerste muzikale theatervoorstelling zingt Brace in intieme setting over zijn leven en de liefde. Hij vertelt over hoe hij als probleemjongere opgeroeide in Amsterdam. Over de sterke band met zijn moeder, die geëmigreerd is en hij verschrikkelijk mist. Kortom, over zijn hoogtepunten en zijn diepe dalen. Het is nog niet bekend op welke locatie/zaal in De Kring deze voorstelling plaats zal vinden. Dit betekent dat de gekozen plaatsen niet zullen gelden wanneer bekend wordt dat de voorstelling niet in de grote zaal staat. Voor meer informatie, zie de website van De kring.


Zaterdag 14 januari 2017

"TEGEN BETER WETEN IN" UITSTEKEND THEMA VOOR DMP

Roosendaal zucht al jaren onder een ‘regime’ dat besturen tegen beter weten in als uitgangspunt neemt en mede daarom was het een uitstekende keuze van DrieMaalPlankenkoorts dit motto als thema te kiezen voor hun eerste openbare koffieronde van dit jaar in De Kring. Ten opzichte van de vorige visite was het bezoekersaantal nog iets verder teruggelopen, welgeteld zestien zielen, maar dat mocht de pret wederom niet drukken. Corné van Sprundel ontbrak ook nu op het appel, het appelgebak was echter gebleven en dat vormde voor het leeuwendeel van de bezoekers een welkome start. Uiteraard had ik verwacht dat het gelijknamige lied ‘Tegen beter weten in’ uit het rijke repertoire van Rob de Nijs op een of andere manier in deze voorstelling zou zijn verpakt. Naar verluidt was dit het favoriete lied van de vroegere koningin Juliana. Acteur Bas Ambachtsheer verzekerde me vooraf dat dit lied zeker aandacht zou krijgen, maar dat bleek uiteindelijk toch niet zo te zijn. Het muzikale gelegenheidsduo Ymke Spekman en Perry Buijel voorzag daar helaas ook niet in. Acteur Dragan Zuikerbuijk, die net als de laatste keer als inleider fungeerde, zei dat hij bij vertrek op zijn fietsje uit Wouw al vreesde dat de winterse omstandigheden van negatieve invloed zouden zijn op de publieke belangstelling. Hij bleek over een vooruitziende blik te beschikken.
Van de zestien aanwezigen, medewerkers en scribent niet meegerekend, was slechts een mevrouw voor het eerst aanwezig. Ad Paantjes beperkte zijn rol deze middag tot die van spelleider en daarom kwam het op Bas Ambachtsheer en Dragan Zuijjkerbuijk aan om als acteerkanonnen op het bescheiden podium te knallen.  DMP opende het samenzijn met de improvisatie-opdracht ‘Blind-date’. De veeleisende Bas weet maar niet de juiste partner te vinden, wat volgens zijn omgeving komt door de te hoge eisen die hij aan zijn toekomstige levensgezel stelt. Bas belooft beterschap en laat zich tegen beter weten in strikken voor een blind-date-afspraak in een café. Groot is zijn verbazing als Dragan komt opdagen in die rol. Deze opdracht heeft DMP al eerder op het publiek losgelaten, het voordeel van improvisatietoneel is echter dat je er alle kanten mee op kunt, en die ruimte grepen Dragan en Bas dan ook ten volle aan om de bezoekers te laten trillen op hun stoelen. Van genot en plezier wel te verstaan. Aansluitend was het hoog tijd voor woorden van historisch hoog niveau en uit wiens mond kunnen deze beter komen dan uit die van Joss Hopstaken, verbonden aan het West-Brabants Archief? Joss vroeg zich af wat onze voorouders gezien de bodemgesteldheid van Roosendaal in het verre verleden bezield heeft om zich hier te vestigen. ‘Tegen beter weten in dus. Het was een vrij armoedig leven tussen de veenmoerassen. We mogen met zijn allen in 2018 dan wel gaan vieren dat het dan 750 jaar geleden is dat de naam ‘Rosendaele’ voor het eerst op een officieel document werd vermeld, mensen wonen hier al veel langer. Dat gaat in ieder geval terug tot de Romeinse tijd, waar bij recente opgravingen (zie lezing stadsarchivaris Marco Vermunt bij presentatie Jaarboek De Ghulden Roos) sporen van zijn aangetroffen op het Rozenakker in Nispen, maar de bewoning gaat zo goed als zeker nog veel verder terug in de tijd. Dat leven werd er door de eeuwen heen niet prettiger op. Het zilte zeewater rukte steeds verder op en op een gegeven moment waren onze voorouders, veelal klein van stuk en niet al te gezond, ingeklemd tussen enerzijds de kwelder en schorren en anderzijds de veenmoerassen. Roosendaal groeide uit tot een dorp zonder wallen en ook dat was tegen beter weten in. Dat bleek wel  in 1583 toen de bevolking machteloos stond tegenover de Spaanse plunderaars. Vrijwel alle bebouwing werd platgebrand, velen trokken weg uit Roosendaal en pas tientallen jaren begon heel voorzichtig de wederopbouw’. Om die reden vond oud-wethouder Toon de Bruijn het onzin om te stellen dat Roosendaal uit Nispen was voortgekomen. ‘Het Roosendaal van Nispen is in dat rampjaar helemaal vernietigd, het Roosendaal dat er voor in de plaats kwam, stond helemaal los van Nispen’, redeneerde De Bruijn. Hopstaken maakte een klein sprongetje in de tijd om uit te komen bij burgemeester Coenen die zich met hand en tand, en tot bij de hoogst bestaande rechtsinstantie, bleef verzetten tegen de komst van het nieuwe treinstation. Het was hem niet om het gebouw te doen, in de ogen van Coenen kwam het complex veel te ver buiten het toenmalige centrum te staan. Eigenlijk vocht hij als een soort Don Quichot tegen windmolens, de strijd tegen de machtige heren van het Spoor was door Coenen niet te winnen, en daarom past hij helemaal in het rijtje van tegen beter weten in-bestuurders (bij de opening van het station in 1907 schitterde Coenen dan ook door afwezigheid, JP). Nog een naoorlogs bestuurlijk gevalletje van tegen beter weten in: Roosendaal moest opstomen in de vaart der volkeren. Dat ging echter zo overhaast dat de snelwegen veel te dicht tegen de stad werden aangelegd. Daar plukken we nu de wrange vruchten nog van.  RBC liet zich volgens de historicus in 2000 tegen beter weten in, onder druk van de gemeente overigens, overhalen om te vertrekken uit Kalsdonk en een nieuw stadion te bouwen op Borchwerf. Daar heeft de BVO RBC en de fans maar elf jaar van kunnen genieten. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat de dollartekens die in 2006 na een korte, sportieve opleving te lezen stonden in de ogen van de RBC-bestuurders daar een van de belangrijkste oorzaken van is geweest. Tot slot verwees Hopstaken ook nog even naar het getalm rond het nieuwe Stadskantoor dat uiteindelijk niet door ging. De PVC heeft momenteel een WOB-verzoek bij de gemeente lopen om te achterhalen welke kosten er met de zoektocht gemoeid zijn geweest, want daar was de huidige wethouder Lok niet bepaald mededeelzaam over. Wie later niet het verwijt wil krijgen tegen beter weten in te hebben gehandeld, doet er volgens Hopstaken verstandig aan nu vast een roeiboot aan te schaffen, want dat we door de verdere opwarming van de Aarde in de naaste toekomst natte voeten krijgen staat volgens de archivaris wel vast. Na het tweede muzikale intermezzo met Ymke en Perry was het de beurt aan de gewezen stadsdichter Rene Spruijt om mooie woorden te declameren. Op bedachtzame wijze nam hij zijn gehoor mee naar een pijnlijke gebeurtenis uit zijn jeugd, toen hij zich gedwongen zag de wereld even vanuit een benarde positie in ogenschouw te nemen. ‘In de schaduw van de imposante molen’ kon hij niets anders doen dan gelaten de bevrijdende komst van de brandweer afwachten. Na wel erg hard met zijn neus op de feiten, of liever gezegd met zijn oren tegen de spijlen te zijn gedrukt, past René Spruijt er nu wel voor om zijn karrevrachten kritische beschouwingen over het (denkbeeldige) muurtje van het Stadskantoor te kiepen. Zoveel beheersing heb ik zelf nooit kunnen opbrengen. Dries van Agt riep zijn grote rivaal Joop den Uyl eens geagiteerd toe ‘Toorn lost niets op!’ Waarop Den Uyl brieste ‘Maar brengt wel onwaarheid aan het licht’. Met die uitspraak in gedachten weet ik mezelf steeds te motiveren om toch maar weer een WOB-verzoek te produceren. Tegen beter weten in? Och ik heb op deze wijze al heel wat verborgen lokale geheimen boven de bestuurstafel weten te krijgen. Heel fijntjes onderstreepte Spruijt dat het huidige College zich tegen beter in weigert bij de acties van Bergen op Zoom en Steenbergen gericht tegen de kerncentrale in Doel aan te sluiten. ‘Hoe zit het dan ook weer met die duostadsgedachte?’ stelde hij terecht. Dit College verkeert in het ‘goede’ gezelschap van Woensdrecht (waar een ex-wethouder van Roosendaal momenteel burgemeestertje speelt), de gemeente die notabene het dichtst aan Doel grenst. Misschien kan Roosendaal net als zijn voormalige lokale omroep Radio Stad FM toch maar het beste opgaan in de Bergse autoriteit! DMP had als tweede sketch ook voor een politiek verhaal gekozen. ‘Minister-President’ Dragan Zuijkerbuijk werd aan het slot van een lange interviewreeks nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om ‘het volk’ toe te spreken. Zo goed als die van Charlie Chaplin in ‘The Great Dictator’ was de speech van Zuijkerbuijk niet, maar de manier waarop hij zijn herboren strijdlust ten volke verkondigde, zou elders ongetwijfeld goed zijn geweest voor een podiumprijs.
DrieMaalPlankenkoorts – Op de koffie of thee bij DMP. Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 13 januari in de Rabobank Galerie van De Kring. Met medewerking van René Spruijt. Joss Hopstaken en het duo Ymke Spekman


Vrijdag 13 januari 2017

LUCAS DE MAN ZET ROOSENDAAL AAN HET DENKEN

Dat Athene de eerste democratie in Europa was, dat wisten de bezoekers in de Kring wel. Maar dat in uitgerekend Polen, het geboorteland van de Jodenhaat, tolerantie is vastgelegd in de Grondwet leidde bij menigeen toch wel tot fronsende wenkbrauwen.   Ruim anderhalf jaar tourt het Zuidelijk Toneel al door  Nederland met ‘De Man door Europa’, een voorstelling die geheel wordt ingevuld door de inmiddels ook van de televisie (Kunstuur) bekende Lucas de Man.  Uit zijn verhaal werd duidelijk dat een verzoek door de stichting Jheronimus Bosch 500 aan hem gericht in zijn hoedanigheid als stadskunstenaar van Den Bosch aan de basis lag van deze theatrale zoektocht kris-kras door Europa.
Stadskunstenaar of niet, Lucas de Man weigerde in eerste instantie. ‘Wat moet ik in hemelsnaam met een schilder die alleen vanwege zijn vijfhonderdste sterfjaar zo nodig grootschalig herdacht moet worden?, zo was mijn eerste gedachte. Maar omdat de heren mijn persoonlijke stadspoort bleven belegeren, ben ik toch eens te rade gegaan bij de vorig jaar helaas overleden Matthijs Rumke, als artistiek leider van het Zuidelijk Toneel tevens mijn baas’.  Diens goede raad aan Lucas om zijn wereld te vergroten door in gesprek te gaan met kunstenaars overal in Europa was niet aan dovemansoren gericht. Letterlijk gaf Rumke zijn jongere collega mee: ‘Vergroot je wereld, begrijp de wereld, ga in gesprek met visionaire kunstenaars en word wijzer.’ Of raak in verwarring, had hij er eigenlijk aan moeten toevoegen, want net als economen zijn denkers, filosofen en hoogleraren het zelden eens met elkaar. Toch slaagde Lucas erin om uit de niet zelden tegengestelde gedachtengangen een boeiende presentatie samen te stellen. De tijd van Jeroen Bosch (circa 1450-1516) was immers ook die van Erasmus, Thomas More en Columbus. Europa was in beweging, de renaissance was in volle glorie. Dit waren visionairen, oftewel mensen die de wereld zien zoals hij is, of zoals hij zou kunnen zijn.’ Bewapend met boeken als Utopia en Lof der Zotheid ging Lucas de confrontatie telkens onbevreesd aan. In de Kring deed hij op ontspannen wijze, het publiek constant uitdagend tot interactie, verslag van zijn gesprekken. Met aan weerszijden van hem projectieschermen waarop hoogtepunten uit de interviews bloksgewijs werden vertoond, creeerde hij mede dankzij zijn eigen inbreng een goed ingestudeerd theatercollege. ‘Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe? Zo luidde de vraag die Wim Kan zijn publiek bij de oudejaarsconferences na afloop altijd stelde. Bij het uitblijven van goed doordachte antwoorden, kwam hij dan tenslotte zelf maar met een profetie, die overigens zelden uitkwam. Maar dat was iedereen bij de volgende oudejaarsexercitie al lang vergeten. De visies van de gesprekspartners van Lucas getuigden ook niet van een vast omlijnde blik. Een van de deskundigen zei echter wel iets waarover dieper nagedacht moet worden. ‘We moeten helemaal niet nadenken over de vraag hoe we onze samenleving kunnen verbeteren. Het gaat er nu allereerst om hoe we een samenleving kunnen creeeren’.  Hij had daar wat mij betreft aan kunnen toevoegen: Het grootste deel van de zeven miljard mensen die momenteel op Aarde rondlopen, zijn eilandjes, slechts gericht op eigen succes en eigen gerief, hoewel onbaatzuchtigheid ook nu nog een gerespecteerde deugd is. De harde waarheid is natuurlijk dat de toekomst met Trump (in relatie met Poetin en de Chinezen) aan het roer volstrekt onvoorspelbaar is geworden. Al dit soort bespiegelingen zijn desondanks wel aardig maar ook niet meer dan dat. Geheel los van het documentaire karakter van het voorgaande kroop Lucas bij wijze van slotakkoord in de huid van Giorgio de Finis, oprichter van het Museo MAAM, een museum voor moderne kunst dat gevestigd is in een oude salamifabriek in de sloppenwijken van Rome. Tweehonderd verschoppelingen uit heel Europa wonen daar, en op uitnodiging van het museum komen diverse kunstenaar aldaar hun werk creëren en exposeren – onder meer in de huizen van de bewoners. ‘Want tweehonderd krakers die uit een leegstaande fabriek worden gezet, dat levert misschien een klein artikel in de krant op,  maar een museum verwoesten, daar begint een overheid niet aan. Kunst beschermt hen en zij beschermen de kunst’, zo breidde ‘De Finis’ een hoopgevend slot aan dit Kunstcollege.  In ieder geval een mooie gedachte om mee de nacht in of naar de artistieke belichting op de Nieuwe Markt te worden gestuurd. ‘Van Jeroen Bosch tot krakende kunst’ was derhalve ook een fraaie, alternatieve titel geweest voor ‘De Man door Europa’. Heel triest dat alleen oud-bestuurders van Roosendaal (Marijnen, Jongmans) bij deze voorstelling aanwezig waren. De huidige ‘bewoners’ van het Stadskantoor kunnen toch ook wel wat wijsheid gebruiken, lijkt me zo. 

De Man door Europa – Zuidelijk Toneel, Lucas de Man. Gezien door Jaap Pleij op woensdag 11 januari in de kleine zaal van De Kring.  


Vrijdag 13 januari 2017

VLP TREEDT IN HET VOETSPOOR VAN DE PVC EN STELT KRITISCHE VRAGEN OVER DE NIEUWE MARKT

De fractie van de VLP heeft in aansluiting op de PVC vragen gesteld aan wethouder Cees Lok over de herinrichting van de Nieuwe Markt. Lok mag dan hebben aangegeven dat dit plein voor de zomer feestelijk wordt heropend, maar de fractie van de VLP heeft vooralsnog diverse tekortkomingen gesignaleerd.
Zo wil de partij bij monde van raadslid John Hertogh weten of Lok bekend is met het ontbreken van afvalbakken op het plein. De VLP heeft geconstateerd dat de aangelegde groeneilanden nu worden gebruikt als stortplaats. Het ontbreken van de (toegezegde) aanstralingsverlichting op het beeld van St. Jan de Doper en het aanbrengen van ijzeren pinnen tijdens de weekmarkten ondanks een toegezegd verbod zijn voor de VLP eveneens bronnen van ergernis.  De VLP wil ook opheldering over het ontbreken/vermissing van de Trommelaeren van Roesendaele plaquette op de nieuwe Nieuwe Markt. Zoals bekend heeft de PVC hier al eerder navraag naar gedaan. Het College liet daarop weten dat de plaquette momenteel in een gemeentelijke werkplaats ligt, maar binnenkort wordt teruggeplaatst. Er hangt nu alleen een mededelingenbord aan een van de toegangen tot de ondergrondse parkeergarage. De vraag is natuurlijk wat dit College onder ‘binnenkort’ verstaat. Vanuit het Stadskantoor klinkt dit zo langzamerhand als ‘manana’, een uitdrukking die met name in exotische landen standaard is.  Diverse klinkers op het plein zouden voorts al ernstig beschadigd zijn en daarom plaatst de VLP vraagtekens bij de hardheid van de klinkers, of beter gesteld de zachtheid.  De VLP is niet over een nacht ijs gegaan en heeft de liberale oortjes te luister gelegd bij meerdere hoveniers. De VLP zou van de geconsulteerde groendeskundigen te horen hebben gekregen dat de beplantingen in de aangelegde groeneilanden de heropening van de Nieuwe Markt dit voorjaar/zomer niet zullen halen? Uiteraard wenst vragensteller Hertogh van de wethouder, die onlangs in een kritiekloos interview in het Sufferdje uit Zundert  een lofzang aanhief over de in zijn ogen succesvol uitgepakte renovatie, te horen wat hij denkt aan te vangen met deze zes ingebrachte punten, waar de VLP fijntjes aan toevoegt dat deze zijn ingegeven door bezorgde burgers die de nieuwe Nieuwe Markt al bestempelen als het Roosendaalse verkeersdoolhof? De PVC sprak al in een vroeg stadium van ‘Het Lover van Lok’, waar de bewierookte trampoline al snel wegens averij uit de ‘vaart’ werd genomen. Dit gekoesterde kleinood wordt volgens het College momenteel gerepareerd en net als de plaquette binnenkort terug geplaatst. Niet duidelijk is volgens de gemeente of de trampoline het doelwit was van vandalisme of dat er sprake was van andere oorzaken. De PVC vroeg zich daarop af welk natuurgeweld het verende gevaarte dan in hemelsnaam tijdelijk noodlottig geworden kan zijn.


Donderdag 12 januari 2017

SYLVIA WITTEMAN EN DE CHOCOMEL MET SLAGROOM

Ik liep al dolende recht op een café af met zo’n opvallende terraslamp. Het licht wenkte uitnodigend en zorgde voor een behaaglijke sfeer op het rijkelijk met tafeltjes en stoeltjes gevulde plateau. Ik stond te zwak in mijn schoenen om de verleiding te weerstaan daar iets te nuttigen. Plotseling zag ik haar zitten.  De blonde vrouw met de vlezige armen die op de achterpagina van de Volkskrant de lezer met grote regelmaat aanstaart. Als een hedendaagse Carmiggelt tekent ze van alles op wat ze rond zich ziet en hoort, wat nogal vaak leidt tot letterlijke weergaves van haar ‘belevenissen’. Ondanks dat ze de armen nu niet over elkaar had gekruist en haar stevige spierballen goed bedekt waren door een stevige winterjas herkende ik haar meteen.
Hier was Sylvia Witteman in actie. Ik heb me altijd afgevraagd of ze familie is van Paul, dus ik had een goed excuus om haar aan te spreken. Natuurlijk zou ik er meteen aan toevoegen dat ik haar stukjes altijd met zoveel plezier lees, niet in de laatste plaats omdat ze in tegenstelling tot Aaf Brandt Corstius met wie ze dit hoekje in de krant moet delen, zich gelukkig niet altijd laat inspireren door haar rijke kinderschare. Ik stond op het punt om contact te maken, maar in een flits merkte ik dat ze haar oor reeds te luister had gelegd bij het aanpalende tafeltje, waar zojuist twee mannen van een jaar of veertig in beschaafde vrijetijdskleren waren aangeschoven. Ze verkeerden in het gezelschap van –zoals Sylvia dat in haar hoekje omschreef- een zoontje van een jaar of acht, met zacht, blond haar en een knol van een horloge om zijn dunne polsje. Een knol is normaliter gerelateerd aan een stevige wortel, daarom vroeg ik me later af waarom Sylvia voor deze omschrijving had gekozen.   Een stukjesschrijfster die zo overduidelijk geïnteresseerd is in een gesprek dat niet voor haar  oortjes is bestemd, moet je als argeloze passant natuurlijk nooit storen bij de uitoefening van haar professie. Ik besloot daarom voor een tactische positie te kiezen, aan de andere kant van het tafeltje waar de mannen die volgens Sylvia – zo las ik later in de Volkskrant- uitstraalden dat ze ‘ergens dusdanig de baas zijn dat ze geen-pak-met-stropdas aan hoeven’. Vanuit die positie kon ik ook goed zien hoe Sylvia’s oortjes zich steeds verder spitsten. Net boven de rand van haar tafeltje zag ik een aantekenboekje lichtjes op en neer gaan. Een van de mannen was kaal en vlezig, wat dus heel mooi aansloot bij de worstarmpjes van Sylvia. De ander –zo las ik later ook weer terug-  deed haar denken aan de mij volkomen onbekende acteur Owen Wilson. Het verhaal dat mij en haar ter ore kwam, komt er in het kort op neer dat de mannen vakantie-ervaringen uitwisselden, terwijl zoonlief vader ‘Owen Wilson’ er constant luidkeels op verwijtende toon aan herinnerde dat diens roekeloze rijgedrag had geleid tot de veel te vroege dood van een poes. Even later bezigde het manneke het woord ‘hij’ in relatie tot het onfortuinlijke viervoetertje, het had er dus alle schijn van dat Owen Wilson Junior de seksen nog niet duidelijk wist te onderscheiden. De afloop van het minuscule verhaaltje: het kind liet zich althans even de mond snoeren door de chocomel met slagroom die de ‘poezenmoordenaar’ voor hem had besteld. ‘Nou? Wat zeg je dan?’, hengelde vaderlief geforceerd naar wat respect en dankbaarheid. Waarop het ventje zachtjes prevelde ‘dank je wel..’ Op dat moment zag ik hoe Sylvia sluiks haar aantekenboekje, waarin ze ongetwijfeld op onopvallende wijze wat trefwoorden had opgetekend, discreet weer opborg, de serveerster wenkte en snel afrekende. Waarschijnlijk met het oog op de deadline van het stukje hoekkrant beende ze haastig weg. Nu viel me pas op dat Sylvia’s benen in vlezigheid niet onderdeden voor haar worstarmpjes.   Een paar dagen later kreeg ik via een proefabonnementje dat een kennis op de Volkskrant had genomen Sylvia’s uitwerking onder ogen. Mijn ogen schoten snel naar het slot om te zien welke moraal ze uit deze terraservaring had getrokken. Triest maar waar. De column eindigde heel simpel met de reeds geciteerde woordjes ‘dank je wel’. Tsja, wat moet de lezer daar nou mee?, zo vroeg ik me af. Toch kende dit verhaal wel degelijk een moraal. Die had Sylvia ook kunnen optekenen als ze even wat meer geduld had betracht. Kort nadat haar blonde lokken uit het zicht waren verdwenen, liep het ventje rood aan en siste ‘Ik ben niet te koop. Je hebt niet eens de moeite genomen om het bloed op te ruimen en de poes te begraven’. ‘Owen Wilson’ kon bij dit stukje levenstheater niet uit een tekstboekje putten en daarom maakte hij enigszins murw geslagen een openlijke knieval, bekende schuld en beloofde plechtig dat zijn gedrag in deze eens maar nooit weer was. ‘Wees dus altijd meteen eerlijk en oprecht tegenover je kind en probeer je fouten niet te verdoezelen’. Nou, als dat geen moraal is. Voor Sylvia heb ik er ook nog wel een. ‘Verlaat nooit voortijdig het schouwtoneel, voor een goed verhaal moet je immers de ontknoping afwachten’. ‘Dankzij’ de mannen in vrijetijdskleding die Sylvia zoveel stof tot schrijven gaven weet ik helaas nog steeds niet of ze nu wel of geen familie is van Paul. Hier luidt de moraal ‘Als je een mooie vrouw ziet, aarzel dan niet, stap er meteen op af en overdonder haar met een verrassende binnenkomer’. Als ik Sylvia nog eens pardoes tegen kom in het ‘wild’, zal ik deze zelf bedachte raad meteen als leidraad nemen. Maar zullen onze paden elkaar nog wel eens in het ‘wild’ kruisen? Met die tergende onzekerheid moet ik voorlopig door het leven. En daar helpt geen moraal tegen!           


Donderdag 12 januari 2017

CARNAVALSEXPOSITIE "LEUTIG-AARF-GOED" IN TONGERLOHUYS

De opmerkzame passant zal het niet ontgaan zijn. Op het pleintje voor het Tongerlohuys verraadt de polyester Tullepetaon - in carnavalskringen ook wel bekend als ’Tullepetaona’ – al een beetje wat er de komende tijd te zien is in het Tongerlohuys. Het erfgoedcentrum staat van woensdag 18 januari tot vrijdag 24 februari in het teken van het leutigste volksfeest  uit de Tullepetaonse historie.
Vraag STOEP een expositie over carnaval in te richten en de stichting gaat helemaal los. STOEP is de afkorting van Stichting Tullepetaonse Oud’eede en Prullaria. Deze stichting stelt zich ten doel alles wat er op carnavalsgebied in Roosendaal te vinden is, te bewaren. De collectie bestaat uit films, singles, kostuums, foto’s, publicaties en insignes, allerlei zaken die iets vertellen over de plaatselijke carnavalstraditie. In het Tongerlohuys heeft STOEP onder meer aandacht voor het Priense Swaree en wat Tullepetaone allemaal moeten doorstaan om een kaartje te bemachtigen. Een ijskoude nacht in de parkeergarage doorbrengen hoort daarbij en natuurlijk kunnen de bezoekers zelf ook even ‘proefliggen’. Verder zijn er onder meer bronzen mini-Tullepetaone, trofeeën en carnavalsposters en enkele carnavalsoutfits te bewonderen. De brakskes en prallen mogen zich tijdens hun bezoek uitleven op een leutige carnavalskleurplaat. Ook in de In ’t Heyderadeyzaal worden objecten van STOEP tentoongesteld. Hier zijn, vanaf de week voor carnaval, tevens de carnavalsschatjes van PlatvormR te zien. Het collectief zoekt elementen in de stad, door inwoners toegevoegd, die de stad uniek maken. De gevelstenen, graffiti en uithangborden van de vorige editie worden in de zomer getoond, nu draait het om carnaval. PlatvormR en het Tongerlohuys roepen Roosendalers op om vooral zelf op zoek te gaan naar Tullepetaonse schatjes: unieke stukjes Tullepetaonestad. Denk aan een versierd huis, beschilderde ramen van een café, de optocht, maar niet aan personen. Fotografeer deze plekken of objecten en stuur de foto naar info@tongerlohuys.nl. In een digitale presentatie zie je de mooiste Tullepetaonse schatjes voorbijkomen.  De tentoonstelling Leutig-Aarf-Goed is te bezoeken van woensdag t/m zondag in het Tongerlohuys van 13.30 tot 17.00 uur. Op donderdag is het Tongerlohuys tot 20.00 uur geopend. De ingang van het erfgoedcentrum bevindt zich in de Kerkstraat. Met carnaval is het Tongerlohuys gesloten. Elke Tullepetaon die bij het bezoeken van de expositie een veldteken draagt, mag voor € 1 naar binnen.


Woensdag 11 januari 2017

MARIJE NIE KLEURT DE WEG VAN AMADEUS TOT ZAPPA

‘Tapdans is de poëzie van de stappen’, aldus de visie van Marije Nie op haar professie. Mede om die reden was het een uitstekende zet van Maria Adriana om deze uitermate prettig ogende theaterpersoonlijkheid een prominente rol te geven in de productie ‘Van Amadeus tot Zappa’, die op 10 januari als tweede voorstelling uit de reeks dinsdagmiddagserie in De Kring was te beleven.  De filosofie van Adriana sluit daar mooi op aan. ‘Oorsprong van alle muziek is het communiceren van emoties en het vieren van gebeurtenissen. Dans en muziek gaan samen en worden van oudsher gebruikt voor het voorbereiden van jacht en strijd. Deze diepe bron van oermuziek ligt in onze muziek verscholen en herkennen we bij het horen er van, zelfs in de meest kunstzinnige kunstmuziek die klassieke muziek vaak is’. Met die boodschap raakte de veelzijdige Adriana kennelijk een gevoelige snaar bij het ‘seniorenconvent’ dat zich op uitnodiging van De Kring met de programmering van deze serie heeft belast.  Het laaiende enthousiasme waarmee de tour de l’amour die het publiek diende te ondergaan, werd beloond, wees zonneklaar uit dat deze eervolle klus bij deze mensen, veelal uit het culturele veld, in goede handen is.

Hoewel het programma is bestemd voor een ieder die in de gelegenheid is om op een doordeweekse dinsdagmiddag naar het theater te gaan en dus niet specifiek is gericht op senioren,  was de gemiddelde leeftijd van de bezoekers aan de hoge (grijskleurige) kant.   Eddy Haers, een van de programmeurs, toonde zich niet bepaald ontevreden met de opkomst. ‘Honderdtwintig verkochte kaarten was het aantal dat ik kort voor aanvang van de kassa door kreeg. Als ik nu zo om me heen kijk, vermoed ik dat er ook nog de nodige kaarten los aan de kassa zijn verkocht. De kleine zaal is lekker gezellig gevuld, en daarmee blijken we toch een doelgroep te hebben aangeboord’, aldus Haers. Voordat Adriana en haar muzikanten ‘los’ konden gaan, diende hij samen met collega Fred van Erven (het duo gaat inmiddels door het leven als ‘Eddy en Freddy’) nog wel even een logistiek probleempje op te lossen. Niet iedereen bleek bij het afgeven van de jas een nummertje te hebben meegenomen en om moeilijkheden bij het ophalen te voorkomen, werd dit plooitje mede dankzij de uitermate doorgewinterde gastheer Mon Puttiger vlotjes glad gestreken. In een oude C&A-reclame met Johnny Kraaykamp Sr. als meesterzakkenroller in de hoofdrol  werd duidelijk gemaakt dat ‘geen nummertje’  automatisch ‘geen jas’  betekent, een keiharde boodschap die de oude Kraay van frustratie in huilen deed uitbarsten. Over dit soort zaken kun je dus beter niet te licht denken, en daarom valt ook dit kordate optreden van het seniorenconvent uitermate te prijzen.  ‘Waarom vinden we bepaalde muziek zo mooi?’, luidde de vraag die Adriana als eerste opwierp. ‘Onze’ Martyn Smits heeft daar eens een succesvolle cursus aan gewijd en van enkele deelnemers heb ik toen begrepen dat ze vanaf dat moment heel anders naar muziek zijn gaan luisteren. De kans is niet gering dat de bezoekers aan dit concert dat voortaan ook doen, want Adriana zit zo ongeveer op dezelfde lijn als Martyn.  Muziek kennen en herkennen draagt zeker bij aan de beleving. Daarnaast kunnen bepaalde klanken appelleren aan een moeilijk definieerbaar oergevoel. ‘Bij het horen van muziek kunnen emoties zomaar opwellen. Emoties waarvan we de oorsprong niet kennen, maar die ergens in ons collectieve geheugen opgeslagen ligt’.  In de trailer van dit programma op Youtube geeft  Adriana aan dat dit ensemble is gericht op variatie, waarbij constant wordt gezocht naar verdieping en  verstilde momenten.  En passant merkt ze op dat de castagnetten mede daarom hebben plaatsgemaakt voor de tapdans. En zo neemt het zevenkoppig gezelschap het publiek mee op een muzikale reis door de tijd met prachtige haltes bij onder anderen Purcell, Tsjaikovski en Mozart. Over de laatste wist ze te vertellen dat de jonge reeds op 36-jarige leeftijd overleden Amadeus ruim de helft van zijn leven in een koets heeft doorgebracht. Vader Leopold Mozart had een goede neus voor zaken en hij zag al snel in dat hij met zijn nakomeling een gouden ei had geproduceerd. Een lange Europese tournee voerde de familie Mozart op 10 september 1765 naar Den Haag, waar ze vermoedelijk voet aan wal zetten op Het Zieken, vlakbij de Stadsherberg aan het bekende Groenewegje, waar de trekschuiten uit Delft altijd aanmeerden.  Ze namen hun intrek in hotel La Ville de Paris op de hoek van de Fluwelen Burgwal en de Lange Houtstraat. Vader Mozart schreef later dat dit een erg slecht hotel was: "une très-mauvaise auberge". Ofschoon de kaartjes, altijd door vader Leopold aan de deur verkocht, maar liefst drie florijnen kostten (nu ongeveer 200 Euro), had de familie Mozart over belangstelling niet bepaald te klagen. Vanwege medisch onheil bleef de familie langer dan gepland in de Hofstad. Eerst kreeg het zusje Nannerl tyfus, bij Wolfgang pakte deze ziekte zo ernstig uit dat lange tijd werd gevreesd voor het leven van het wonderkind. Door deze problemen verbleef de familie Mozart uiteindelijk zeven maanden in Den Haag. Ook dit nadeel had zijn voordeel en daardoor maakten ze nog mee hoe prins Willem V op 8 maart 1766 feestelijk als stadhouder werd geïnstalleerd. Ruim 250 jaar voor Marije stal Wolfgang bij die installatie de show met onder meer een reeks variaties op het Wilhelmus. Het uitvoeringsmateriaal van de première aan het Haagse hof in maart 1766 is niet bewaard gebleven. Een mooie uitdaging voor ‘onze’ Martyn wellicht om dat bij gelegenheid eens uit te zoeken en te herleiden via concerten elders in Europa. In de koets besteedde Amadeus zijn tijd doorgaans uiterst nuttig, enkele van zijn bekende werken zagen zelfs tussen deze dunne wandjes het leven. Adriana liet duidelijk horen dat een bepaalde compositie helemaal geïnspireerd was op het ritme van de koets. Na enkele inleidende werken was het aan Marije Nie om met haar razendsnelle voetenwerk en haar innemende glimlach de show te stelen. Op een bescheiden houten vlonder naast het ensemble leefde ze zich helemaal uit, om met name te excelleren in een Ierse Jig. Jammer dat de fameuze Dubliners nooit voor zo’n visuele presentatie hebben gekozen. Maar het lijkt me sterk dat Michael ‘Lord of the Dance’ Flatley zijn oog nog niet op Marije heeft laten vallen.    
Op haar website presenteert Marije zich als ‘een dansende muzikant, een percussionist met haar voeten’. Zij werkt met ensembles, orkesten en muzikanten in binnen- en buitenland in allerlei genres (klassiek, jazz, elektronica, folk, wereldmuziek). Terugkerende thema’s in haar werk zijn de relatie tussen compositie en improvisatie, interdisciplinariteit, de relatie tussen performers en publiek, gedeelde creatieve processen, en de relatie tussen kunst en dagelijkse realiteit. Naast in de muziek werkt zij als maker, choreograaf en uitvoerder ook met dansers, theatermakers, film- en video kunstenaars en beeldende kunstenaars. Dat is mooi- en alles omvattend gesteld. Samen met Adriana fungeerde ze als een uitstekende reisleidster die het publiek probleemloos afleverde bij ‘Eleanor Rigby’ onder toeziend oog van The Beatles, en afscheid van hen nam bij de moeder van alle ‘Mothers of Convention’, oftewel Frank Zappa. Tijdens zijn laatste optreden in 1991 in Praag, zo kort na de omwenteling’, sprak Zappa de hoop uit dat het veelgeplaagde land een nieuwe toekomst tegemoet zou gaan, wat helaas niet voor hem zelf was weggelegd (hij overleed op 4 december 1993). Wat mij betreft behoren Maria Adriana Collective en met name Marije Nie tot die muzikanten die de gevestigde muziek telkens nieuw leven weten in te blazen. Ook dat is een uitdaging die constant aan de muziek mag worden gesteld: nooit verstarren, altijd nieuwe wegen blijven zoeken en het publiek daar zoveel mogelijk deelgenoot van maken.  De programmeurs van De Kring komen binnenkort weer bij elkaar om zich over de invulling van het nieuwe theaterseizoen te buigen. Uit haar website begrijp ik dat Marije Nie uit veel verschillende vaatjes weet te ‘tappen’. Ik zou het toejuichen als we haar in het seizoen 2017-2018 met een eigen theatershow in deze reeks mogen terugzien. Dan zouden de programmeurs tevens bewijzen dat ook zij ware ‘Mothers of Invention’ zijn.

Maria Adriana Collectieve, met een speciale rol voor Marije Nie  - Van Amadeus tot Zappa (dinsdagmiddagserie), gezien door Jaap Pleij op 10 januari 2017.


Maria Adriana: viool solo, Jacob Plooij: viool, Laura v.d. Stoep: altviool, Jos Teeken: cello, Marijn van Prooijen: contrabas, Bart de Kater: klarinet, Marije Nie: tapdans


Zondag 8 januari 2017

REMY VAN KESTEREN DROOMT VAN EEN VOL MALIEVELD

Waren het eerder uitsluitend aankomende talenten die Martyn Smits naar Roosendaal haalde voor de serie ‘Fontys meets De Kring’, met deze traditie werd zondag 8 januari op een onvoorstelbare wijze gebroken. In de kleine zaal stond deze ochtend een artiest die zelfs al internationale furore heeft gemaakt. Het was toch al een bijzonder weekeinde voor harpist Remy van Kesteren. Afgelopen vrijdag werd zijn album ‘Tomorrow Eyes’ uitgebracht, en hoewel de gelijknamige show al eerder onder meer in Paradiso is gespeeld, betekende dit voor De Kring toch een heuse primeur. Het concert had dan ook het karakter van een try-out. Het album markeert tevens de ‘geboorte’ van tekstschrijver Remy van Kesteren, want dit album bevat uitsluitend eigen werk.

Waar de titelsong ‘Tomorrow Eyes’ op is gebaseerd, deed hij tegen het slot uit de doeken. ‘Als je vandaag even niet lekker in je vel zit, is er altijd weer een morgen (Niet voor niets is manana, manana een gevleugelde uitdrukking in Spaanstalige landen, ook al bedoelen ze het daar net iets anders, een reden om niet vandaag maar morgen de handen uit de mouwen te steken, JP). Vandaag sta ik voor een leuk, maar klein publiek. Natuurlijk droom ik van de dag dat ik met mijn wereldband op het Malieveld in Den Haag voor een tachtigduizend koppig publiek mag spelen. En dat er dan een golf van herkenning over het Malieveld neerdaalt wanneer de band ‘Tomorrow Eyes’ inzet. Jullie begrijpen het al, zouden jullie even voor Malieveld willen spelen?  Dat was een kleine tegenprestatie voor het mooie- en mystieke concert dat de muzikanten zojuist hadden weggezet, die oproep was dus niet aan dovemansoren gericht.  Even tevoren had de saxofonist, wiens naam ik helaas niet heb kunnen achterhalen, uitgelegd dat ‘Tomorrow’ voor hem vorig jaar iets heel anders betekende. ‘Ik kreeg te kampen met een ernstige ziekte, zo ernstig zelfs dat het zeer onzeker was of ik mijn vertrouwde manier van leven, mijn bestaan als muzikant, wel kon voortzetten. Ik heb me toen gelukkig kunnen vastklampen aan mijn vrouw en kinderen en een aantal goede vrienden binnen de band. Geen stap die ze voor mij extra moesten zetten, was hen teveel, en nu een jaar later, nu alle ellende gelukkig is overwonnen, ben ik daar heel dankbaar voor.  Op dit nieuwe album en de aansluitende show, Tomorrow Eyes, gaat Van Kesteren de verbinding aan met andere genres, zoals pop, minimal en improvisatie. Niet alleen lieflijk, klein en intiem, hij bewijst dat jazzy en pop ook in deze vorm groots en bombastisch kunnen klinken! Remy van Kesteren bewijst daarmee zonder veel woorden tevens weer eens dat hij wars is van gebaande paden. Grenzen tussen de genres laat hij als sneeuw voor de zon verdwijnen. Voor mij persoonlijk was dit ook een memorabel concert. Gezeten naast een leuke jonge vrouw met een lieve oogopslag die uiteraard grotendeels voor haar plusminus tienjarige dochtertje was bestemd, kregen de klanken voor mij persoonlijk ook een extra dimensie. Af en toe gunde Van Kesteren de band rust, ruimtes die hij benutte om te soleren en anekdotes uit zijn afwisselende muzikale bestaan met het publiek te delen. Zo verhaalde hij over een bezoek aan Japan waar ter plaatse geen enkele hotelaccommodatie beschikbaar was. Gedreven door intuitie en stoute schoenen is hij toen op een oudere vrouw afgestapt, legde haar met handen en voeten het probleem voor en kreeg zowaar gratis accommodatie bij de vrouw thuis aangeboden. Na een autorit van ruim een uur stopte de vrouw hem in bad (hij vertelde er niet bij of ze hem ook daadwerkelijk waste) en toen hij weer gepikt en gemazeld de kamer binnenstapte, wachtte hem daar een smaakvol gedekte tafel. Een uitnodiging om voortaan iedere herfst langs te komen, resulteerde in wederom een nieuwe Van Kesteren-compositie. Bij een bezoek aan Londen raakte hij in gesprek met een taxichauffeur van Afghaanse afkomst die met zijn gezin voor de uitzichtloze oorlog in zijn vaderland was gevlucht. Ondanks dat hij vrijwel alles (zijn huis, zijn artsenpraktijk) wat hem dierbaar was moest achterlaten,  was hij toch zeer dankbaar voor de nieuwe kans die hem aan de andere kant van de wereld werd geboden. ‘Ik kan me daar niets bij voorstellen’, erkende Van Kesteren. ‘Stel dat ik naar Afghanistan moet uitwijken, zonder harp, zonder mijn muzikanten, en een bestaan als arts moet gaan leiden, wat overigens heel slechts nieuws zou zijn voor de plaatselijke bevolking, dan zou ik me werkelijk geen raad weten’. Na ‘Tomorrow Eyes’ greep Martyn Smits zijn kans en de microfoon door  nog eens uit te leggen waar Fontys voor staat en wat deze hogere theaterschool uit Tilburg jong talent allemaal te bieden heeft. ‘Het ultieme doel is natuurlijk om onze studenten zo goed op te leiden dat ze net zulke hoogten bereiken als Remy. Maar ook als dat net iets te hoog gegrepen is,  is een muzikale investering in jezelf een investering in  je toekomst’. Smits nodigde het publiek aansluitend uit om nog even vijf minuutjes te wachten, want dan zouden Remy en band nog even terugkeren om een aantal vragen te beantwoorden. Zo werkt dat echter niet in het theater, en dat moeten de uitvoerenden toch ook weten. Je kunt van de koning (het publiek) niet verwachten dat hij geduldig op de nar (de artiesten) gaat zitten wachten tot het hem behaagt zich weer aan het publiek te tonen. Of je doet zo’n ‘meet and greet’ direct aansluitend na het optreden in de zaal of nog beter in het theatercafé, of je laat het achterwege en speelt gewoon nog twee of drie toegiften. Het publiek komt toch in eerste instantie voor de muziek. Menig bezoeker besloot het Martyns oproep ten spijt voor gezien te houden en spoedde zich naar de garderobe of direct naar de uitgang. Dat is in ieder geval een wijze les die De Kring de muzikanten heeft geleerd. Laat je toeschouwers nooit onnodig wachten. Zelfs een Remy van Kesteren is nooit te oud om te leren!

Bij thuiskomst deed ik een merkwaardige ontdekking. Tot dan toe verkeerde ik in de veronderstelling de artiest aan het werk te hebben gezien die in 2015 als speciale gast in De Kring aanwezig was bij de presentatie van de klas van harpdocente Ghislaine Voorrecht onder de noemer ‘De geschiedenis van de harp in vogelvlucht’. Dat bleek bij archiefinspectie echter Marco Hilgeman te zijn, een andere muzikale vernieuwer binnen deze discipline. De moraal van dit verhaaltje: altijd je oude artikelen bewaren als naslagbron.

Van hunner website, wat bewijst dat die persoonsverwisseling niet zo vreemd is: ‘Dat een harp net zo goed tot zijn recht komt op een poppodium als in het Concertgebouw, daar hoef je bij harpist Remy van Kesteren niet mee aan te komen. Dat wéét hij. Zijn achtergrond is weliswaar klassiek, maar met zijn met harp gaat hij graag op ontdekkingstocht naar andere genres zoals pop, minimal en improvisatie. Een harp is bij uitstek een instrument waarmee dat kan! Het hoeft niet louter lieflijk, klein, intiem, het kan ook jazzy, pop, groots en bombastisch. Júist. Het avontuur opzoeken, experimenten aangaan, dat maakt muziek maken opwindend en spannend. Het nieuwe album van Remy, Tomorrow Eyes, is een nieuw, zinderend avontuur. Iets maken dat er nog niet was. Zoals het een echte avonturier betaamt kiest hij niet voor de gebaande paden. Hij werkte samen met saxofonisten en pianisten, maar nummers ontstonden net zo goed uit jamsessies of in een vliegtuig onderweg naar de Dominicaanse republiek voor opnames van Wie Is De Mol?. Hij creëerde zo een nieuwe muzikale wereld waarbij de grenzen tussen genres en vormen worden overschrijden.
De plek waar hij zijn album als eerst wil laten horen? Poptempel Paradiso natuurlijk. Waar anders? Op 1 juni (2016) staat hij met zijn harp en band op dat befaamde poppodium. En dat voelt zoals het moet zijn: met zijn harp op de juiste plek. Dit Paradiso programma zal hij ook spelen tijdens de theatertour, samen met een vierkoppige band. Remy van Kesteren (1989) raakte op vijfjarige leeftijd al gefascineerd door het geluid van de harp. Een fascinatie die hij niet meer kwijtraakte. Op zijn tiende studeerde Remy van Kesteren al aan het conservatorium en voordat hij was afgestudeerd organiseerde hij twee succesvolle edities van zijn eigen Nederlands Harp Festival. Hij won de grootste internationale harp competitie ter wereld, speelde onder meer in Carnegie Hall en op Night of the Proms, en werkte samen met The Jacksons, Anastacia en balletchoreograaf Hans van Manen.

Marco Hilgeman: Windseeds (Marco Hilgeman and Friends) is een band waarin versterkte (elektro-akoestische) harp centraal staat. De band speelt instrumentale stukken en de stijl kan het best worden omschreven als 'jazzy world music', gezien de diversiteit aan muziekstijlen van de composities. Deze zijn van de hand van harpist Marco Hilgeman, oprichter van de band, die voorheen al in verschillende Leidse bands op gitaar en basgitaar actief was (o.a. The Vibe, Ska-D-Lite).  Van oorsprong gitarist en sinds halverwege de jaren '90 actief op harp, heeft hij zich sinds enkele jaren vooral toegelegd op dat laatste instrument. Een aantal jaar geleden is uit een jamsessie met bevriende muzikanten van de Leidse scene het project Windseeds ontstaan. De huidige bezetting: op harp Marco Hilgeman, op drums Martijn Groen, op percussie Gijs van Straalen en Ron Souhoka, op saxofoon Hans van Scharen; allen geroutineerde muzikanten uit de Leidse scene die hun sporen in de muziek ruimschoots hebben verdiend. Geïnspireerd door de stijl en sound van de Zwitserse harpist Andreas Vollenweider (sinds de jaren '80 wereldwijd geroemd om zijn vernieuwende harpgeluid) geeft Marco met zijn elektro-akoestische harp deze stijl een nieuwe impuls, met een verfrissend geluid door interessante combinaties van ritmes en instrumenten.

Fontys meets Remy van Kesteren – Gezien door Jaap Pleij op zondag 8 januari 2017 in de kleine zaal van De kring. Dit verslag kon helaas niet meer worden meegenomen in het nieuwe boek ‘Slotpleijdooi’.  


Zaterdag 7 januari 2017

JULES CROISET FENOMENAAL IN BINT

‘Eindelijk weer eens een toneelstuk waarin de acteurs op elkaar reageren en de dialoog aangaan’. De verzuchting waarmee de deftig ogende blonde mevrouw vrijdagavond De Kring verliet, was begrijpelijk. Uit het voorafgaande begreep ik dat ze ook de voortijdig afgebroken ‘Kreutzersonate’ had gezien, waarin dat duidelijk niet het geval was. In dat opzicht was BINT met een subliem acterende Jules Croiset in de titelrol inderdaad een verademing, al pakte de bewerking van Bordewijks roman niet in alle opzichten even gelukkig uit. Schooldirecteur BINT is nadat hij een poging tot het laten vieren der teugels hopeloos zag mislukken teruggekeerd bij het oude uitgangspunt, dat van stevige orde, tucht en regelmaat. In zijn onverbiddelijke ogen moet het mogelijk zijn, mits de regels strikt worden nageleefd, om monsterlijke leerlingen om te vormen in meesterwerken. Bij die missie duldt BINT geen enkele tegenspraak. Hem onwelvallige discussies of flintertjes kritiek worden dan ook direct met gebalde vuist in de kiem gesmoord. ‘Docenten behoren niet af te klimmen in de richting van de leerling. Nee, de leerling moet juist opklimmen tegen de berg die docent heet. Elkaar halverwege ontmoeten is geen alternatief. Dat leidt maar tot verzwakking van het onderwijssysteem en onnodige- en dus schadelijke concessies’, zo doceert BINT zijn docenten.

Vijftien acteurs gaan terug naar de schoolbanken voor de toneelversie van Bordewijks klassieker. De Bree (mooi op maat gespeeld door Tijn Docter) is een leraar die een weggepeste collega van klas 4d, bijgenaamd de Hel (komt fysiek niet in het stuk voor), mag vervangen. Hij moet daarbij opboksen tegen directeur Bint, die een systeem van onwrikbare tucht heeft ontwikkeld. Wat volgt is een psychologische strijd die het hele schooljaar duurt. Totdat er iets gebeurt dat de onderlinge verhoudingen op zijn kop zet. De vraag is dan of BINT zo geharnast is als hij naar buiten toe doet voorkomen of is het toch maar een pose? Discipline, chaos of toch maar voor de gouden middenweg kiezen? Dat is de centrale vraag die door het stuk loopt. Tijn Docter heeft als meneer De Bree de taak de innerlijke tweestrijd van de man te symboliseren. In fracties van seconden zie je hem zijn zinnen inslikken, of op de grens balanceren tussen bevelen en janken. Als de klas een lied voor hem zingt, is de mengeling van ontroering en zelfbeheersing op zijn gezicht te lezen. Regisseur Ger Thijs moest zelf behoorlijk wat dialoog bedenken, toen hij Bordewijks roman voor toneel bewerkte. Ook voegde hij een complete verhaallijn toe: het liefdeslijntje tussen hoofdpersoon De Bree en juffrouw To Delorm. Dat laatste personage is door Thijs helaas niet al te geloofwaardig uitgewerkt. In het deel voor de pauze is ze ook letterlijk het zonnetje in huis. De Bree aan het lachen maken, is het doel dat ze zich direct stelt. Een doel dat ze niet bepaald onder stoelen of banken voor hem steekt. Voor de oplettende bezoeker is het dan al lang duidelijk dat bij juffrouw To Delorm sprake is van liefde op het eerste gezicht, dat door de onzekere De Bree maar mondjesmaat wordt beantwoord. Tussen de bedrijven door ontpopt ze zich bovendien als een trouwe aanhanger van de aanpak van Bint. Als het drama rond de leerling zich eenmaal heeft voltrokken, draait ze merkwaardig genoeg om als een gevallen boomblad. Plotseling is ze een van de felste critici van de schooldirecteur, die daarop niet aarzelt haar met ingang van het volgend schooljaar de deur te wijzen. Daarmee versterkt ze de innerlijke strijd bij De Bree. Moet hij kiezen voor het verstand of voor het hart? Een bekend toneelthema  waarvan de uitkomst in deze bewerking in het midden wordt gelaten.  De tien jonge acteurs die aan de doorgewinterde cast zijn toegevoegd, moeten hun talenten verdelen over verschillende klassen: de leergierige ‘bruine klas’, de ijverige ‘grauwe klas’, de voorbeeldige ‘bloemenklas’ en de verschrikkelijke, monsterlijke ‘Hel’, of kortweg: klas 4b. Die klas pestte hun vorige leraar de school uit, en daarom besluit De Bree de aanpak van BINT op zijn eigen manier te interpreteren. Doordat de leerlingen enigszins de gelegenheid krijgen tot personagevorming roept de enscenering herinneringen op aan de komische Engelse jaren zestig/zeventig serie ‘Please Sir’, met de onvergetelijke John Alderton in De Bree-rol. Thijs hinkt constant een beetje tussen drama en kolder in, in de ogen van sommige recensenten wordt het geheel daardoor ongeloofwaardig. Ik ga daar niet in mee, uitgerekend het schoolleven word getekend door drama en kolder die elkaar constant afwisselen. Een heftige gebeurtenis is iets waar school en schoolleiding op gepaste wijze bij dienen stil te staan, daarna moet er ook weer ruimte zijn voor humor. Anders zou de sfeer op den duur ondragelijk worden.  
Ondanks dat hij in mijn ogen te weinig tekst en scenes heeft, is Jules Croiset de onbetwiste rots in de branding. Toen ik hem een aantal jaren geleden interviewde in de artiestenfoyer van de Maagd in Bergen op Zoom vertelde hij me waarschijnlijk aan zijn laatste productie bezig te zijn. ‘Daarna hoop ik een beetje te gaan reizen en misschien nog wat voor toneel te gaan schrijven. En verder ga ik alleen nog maar andere leuke dingen doen’, zo keek hij toen tegen de naaste toekomst aan. Gelukkig is hij daar op terug gekomen of misschien is hij inmiddels wel uitgereisd, Croiset is in ieder geval (nog) niet verloren gegaan voor het toneel en ik hoop dat de theaterliefhebbers nog lang van zijn klassiek geschoolde spel mogen blijven genieten. Er was geen acteur beter denkbaar geweest voor de rol van BINT. Zijn dictie is van Shakespeare-achtig gehalte, op prachtige maar tegelijkertijd sobere- en ingetogen wijze weet hij daarmee gecompliceerde volzinnen te declameren. Thijs ontpopt zich de laatste jaren als bewerker van de vaderlandse literatuur. Vorig jaar nog bracht hij een mooie Eline Vere van Louis Couperus bij Hummelinck Stuurman Theaterbureau. Nu jules Croiset nog in zo’n excellente vorm verkeert, is het te hopen dat Thijs kans en mogelijkheden ziet om een geheel eigen stuk te gaan schrijven over het leven en werk van Ko van Dijk, de grootste toneelacteur die in Nederland ooit op de planken heeft gestaan. Ik prijs me gelukkig dat ik deze maestro van het toneel als jong broekie een keer in levende lijve heb mogen zien en toen ik Croiset zo aan het werk zag, was ik weer even dat broekie van toen. Wat zou het een nu nog onvoorstelbaar heerlijke beleving zijn om Croiset in de huid van Ko van Dijk te zien kruipen. Naast dit toneelgeweld was er vrijdagavond gelukkig nog een lichtpuntje in De Kring te noteren. Na een onnodige onderbreking van ruim twee maanden valt er in de RABO Bank-galerie eindelijk weer van echte kunst te genieten, daar bijeengebracht door de Artotheek. Daardoor smaakt dat bakje koffie weer net even iets beter. De kunstwerken in de galerie zijn overigens voor 5 euro per maand te huren. Met deze wetenschap kijk je als bezoeker ook net even met iets meer interesse om je heen.
       
Foto: Ben van Duin

Toneelstuk Ferdinand Bordewijk. Bewerking en regie: Ger Thijs
Spel: Tijn Docter, Jules Croiset, Hanneke Last, Reinier Bulder, Ella van Drumpt en tien jonge talenten. Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 6 januari in de grote zaal van De Kring (verslag kon helaas net niet meer mee in zijn nieuwe boek, getiteld ‘Slotpleijdooi’, dat binnen enkele weken verkrijgbaar is).  


Vrijdag 6 januari 2017

GEEN NIEUWE WINKELVOORZIENINGEN OP DE KADE

De honderden (nieuwe) inwoners van de gemeente Roosendaal die na voltooiing van de diverse bouwprojecten op De Kade zullen neerstrijken, moeten het daar zonder nieuwe winkelvoorzieningen stellen. Omdat de PVC al vermoedde dat dit wezenlijke onderdeel bij het ontwikkelen van de plannen over het hoofd was gezien, informeerde de partij onlangs bij wethouder Toine Theunis naar de detailhandelsmogelijkheden. Die gaan er dus niet in optima forma komen. De nieuwe Roosendalers moeten zich in eerste instantie behelpen met de bestaande, summiere winkelvoorzieningen en zullen dus voor hun dagelijkse boodschappen aangewezen zijn op de bescheiden Jumbo-supermarkt in de Westrand. Als ze hun klandizie liever aan de binnenstad gunnen, dan wordt het een constante grimmige chaos bij ‘De Schuiven’, zo vreest de PVC.
Het heeft de partij sowieso verbaasd dat De Kade het al zo lang zonder eigen supermarkt moet stellen. Het liefst zou de PVC zien dat bij voorbeeld het Kadeplein wordt verrijkt met een Nettorama, maar de directie van deze super heeft al laten weten daar niet in geïnteresseerd te zijn.  Nettorama wil wel naar Roosendaal komen, maar in verband met de parkeergelegenheid kiest deze super uitsluitend voor locaties bij uitvalswegen.  GoStores had derhalve een mogelijkheid geweest, maar daar is nu geen geschikte ruimte meer beschikbaar. Theunis beantwoordt de vragen van de PVC niet echt, hij laat zijn woordvoerder slechts verwijzen naar het bestemmingsplan Stadsoevers. Letterlijk staat daarin vermeld: In het bestemmingsplan worden geen grootschalige detailhandelsvoorzieningen voorzien. In het plangebied zullen wel kleinschalige detailhandelsfuncties gerealiseerd kunnen worden. Deze bevinden zich rond de Zwaaikom. Ook aan De Kade is detailhandel mogelijk, aangezien dit een aanloopstraat naar het kernwinkelgebied is. In de regels is verspreid over de verschillende bestemmingen maximaal 2400 m2 detailhandel mogelijk, in eenheden van 200 m2. In de ogen van de PVC is het absurd en ‘kanniewaarzijn’ dat honderden inwoners straks niet in hun eigen omgeving terecht kunnen voor de dagelijkse boodschappen. ‘Naar kleine detailhandel  zal niet veel vraag zijn. Wellicht kan ‘kaaiman pur sang’ John Hertogh het gelijknamige VARA-televisieprogramma weer eens uitnodigen om poolshoogte te komen nemen’, aldus de PVC.       


Vrijdag 6 januari 2016

PLAQUETTE "TROMMELAEREN" SNEL TERUG OP NIEUWE MARKT

Degenen die de vermaarde Trommelaeren van Roesendaele een goed hart toedragen, kunnen gerust zijn. De plaquette die ter nagedachtenis aan dit beroemde gezelschap als ‘steen’ in het plaveisel van de Nieuwe Markt was ingemetseld en tijdens de renovatie letterlijk uit het zicht verdween, wordt binnenkort teruggeplaatst. Dit heeft de gemeente laten weten in antwoord op vragen die de PVC over de ‘mysterieuze verdwijning’ heeft gesteld. De plaquette is momenteel opgeslagen in de gemeentewerkplaats, maar dat zal dus niet lang meer duren. De PVC had tevens gesignaleerd dat de trampoline in een van de ‘Lovers van Lok’ eveneens is verdwenen. ‘De trampoline is onlangs enigszins beschadigd geraakt, maar deze zal spoedig worden hersteld’, aldus de gemeente. De PVC informeerde of dit het gevolg was van vandalisme, maar dat is volgens de gemeente niet duidelijk.  


Woensdag 4 januari 2017

MEA CULPA BLIJFT UIT IN NIEUWJAARSTOESPRAAK NIEDERER

‘De mens raakt niet vernederd door het gebruik van macht. De burger voelt zich wel vernederd door het gebruik van een macht die hij onregelmatig acht’. Die uitspraak van de Franse filosoof Alexis de Tocqueville (1805-1859) had de Roosendaalse burgemeester Niederer in zijn nieuwjaarstoespraak mooi als uitgangspunt kunnen nemen voor de vele blunders die dit College van B&W in de afgelopen jaren en maanden heeft gemaakt. Overal bij Nederlandse azc’s wordt overlast gesignaleerd. Van Niederers vorige standplaats Weert tot Ter Apel worden burgers op ergerlijke wijze geconfronteerd met asociaal en crimineel gedrag van oplichters uit Noord-Afrikaanse landen die zich voordoen als asielzoekers. De situatie is zo nijpend dat zelfs de ondernemingsraad van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zich in een brandbrief aan de directie beklaagt over ‘de onhoudbare situatie waardoor de medewerkers het werk hun werk niet langer veilig en goed kunnen uitvoeren’.
Als het aan burgemeester Niederer had gelegen, was Roosendaal nu ook met zo’n azc opgezadeld geweest. Niet alleen weigerde hij de burgers bij de besluitvorming te betrekken, de burgemeester vond het zelfs niet nodig om het gesprek aan te gaan met verontruste burgers die het azc als buurman zouden krijgen. De PVC heeft daar als enige politieke partij fel tegen geprotesteerd. Doordat de zogeheten Turkijedeal van Rutte en Merkel met Erdogan goed uitpakte, liep het aantal echte asielzoekers gelukkig zo drastisch terug dat het COA uiteindelijk geen gebruik hoefde te maken van de Roosendaalse invitatie. Niederer kon het helaas niet laten om de boodschap te beantwoorden met de uitdrukkelijke uitnodiging dat het COA gerust weer bij Roosendaal mocht aankloppen indien de situatie onverhoopt zou veranderen. Bleven over de Noord-Afrikaanse criminelen waar Rutte momenteel geen raad mee weet. Roosendaal is de dans voorlopig ontsprongen, maar dat is zeker niet aan Niederer en de uitermate volgzame gemeenteraad te danken. In plaats van een Mea Culpa kregen de bezoekers aan de Nieuwjaarsreceptie een schaamteloze ‘goed nieuws show’ voorgeschoteld die onderstaand integraal is afgedrukt. Met het oog op mijn maaginhoud kon ik het niet opbrengen om Niederer aan te horen in de St. Jan, maar hij zal ongetwijfeld een langdurig applaus hebben geoogst voor zijn ‘positieve beschouwing’ die in het teken stond van perspectief. ‘Meedenken is meedoen’, zegt hij ergens in zijn betoog. Heel wrang gezien het bovenstaande.  Het is goed om Tocqueville’s onderstaande uitspraak over de werking van de democratie daarbij in gedachten te houden.
‘Boven deze geïndividualiseerde massa troont een bevoogdend machtsapparaat dat over het wel en wee waakt, dat alles voorziet en alles regelt, maar dat de mensen in een staat van onmondigheid houdt. Het garandeert de burgers een veilig en welverzorgd bestaan, maar staat er op zelf uit te maken wat goed is voor hen. Zo zullen de mensen steeds minder gebruik maken van hun eigen oordeelskracht; de individuele wilskracht zal zich op een steeds beperkter terrein laten terugdringen.’
Jacques Niederer: ‘Dit jaar stel ik graag in het teken van perspectief. Een thema naar mijn hart. Bij perspectief denk ik aan iets van de zonnige kant bekijken. Aan een boodschap van hoop. Een mooie toekomst. Aan het aanbrengen van kleur, het creëren van nieuwe mogelijkheden. Bij al die positieve associaties denk ik ook aan … Roosendaal. We zitten in de lift, onze stad sprankelt. Met dank aan de aantrekkende economie. Maar zeker ook met dank aan een stevige ambitie, een fikse dosis ondernemingszin, een gezonde portie vernieuwingsdrift en sterke staaltjes samenwerking met steeds meer betrokken burgers. Roosendaal is een gemeente met perspectief, dat is wel duidelijk. En daar mogen we trots op zijn!
Wat bracht 2016 en wat staat er in 2017 te gebeuren? Ik begin met een  mooie opsteker: de komst van een tweejarige hbo-opleiding van Avans Hogeschool. Hiermee gaat een langgekoesterde wens in vervulling. De nieuwe onderwijsvorm biedt in samenwerking met regionale ROC’s en het bedrijfsleven mbo-4 studenten de kans om een zogenaamde Associate Degree te behalen. Vanuit welk perspectief je het ook bekijkt: dit verhaal kent alleen maar winnaars. Meer kennis is goed voor de ontwikkeling van Roosendaal en geeft bovendien een positieve impuls aan Stadsoevers, het vestigingsgebied van de hogeschool.
Het plan Stadsoevers bewijst dat de woningmarkt weer in de lift zit. Ook hier in Roosendaal. Potentiële bewoners melden zich massaal voor een woning. Ontwikkelaars staan te popelen om mee te bouwen aan deze duurzame wijk.
Ondernemers vinden er de creatieve broedplaatsen die ze zoeken.
Het voormalige handelscentrum van Roosendaal begint aan een nieuw leven, biedt perspectief aan verschillende gebruikers. En dat is prachtig om te zien.
De positieve ontwikkelingen op de woningmarkt zijn een rechtstreeks gevolg van de aantrekkende economie. Een sprekend resultaat hiervan zien we terug op bedrijventerrein Borchwerf II waar Primark haar nieuwe distributiecentrum bouwt. Dat een groot internationaal merk kiest voor Roosendaal, zegt alles over de centrale ligging en goede bereikbaarheid van onze stad. En over onze werkgelegenheid. De komende jaren vinden naar schatting zo’n 500 mensen uit de regio een baan bij het distributiecentrum. Ook start er een speciaal traject voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij worden door professionals van het Werkplein en uitzendbureau Randstad getraind om weer aan de slag te gaan en zo te werken aan een nieuw persoonlijk toekomstperspectief.
Hebben we het over positieve ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en logistiek, dan denk ik ook aan de komst van het Centrum voor Mobiliteit en Logistiek naar Roosendaal. Studenten van vmbo tot en met hbo leren hier de kneepjes van het vak en maken er kennis met het logistieke denk- en handwerk van morgen. Ondernemers kunnen  aangeven wat zij verwachten van toekomstige werknemers. Met dit centrum leggen we een stevige basis om de logistieke sector weer te laten tintelen en komt het perspectief van West-Brabant als logistieke hotspot steeds dichterbij. Waarbij onze gemeente een belangrijke rol speelt als verbindende schakel.
Verbinding vinden we ook terug in ons programma Vitale Wijken en Dorpen. Steeds meer bewoners steken de handen uit de mouwen tijdens vitaliteitsacties in de eigen buurt, samen met gemeente en professionals. Dit leidt tot zichtbare resultaten, vergroot de onderlinge betrokkenheid en zorgt voor een andere, vaak positievere kijk op de eigen omgeving. Nog een geslaagde actie in het sociale domein is de komst van ‘WegWijs Roosendaal’, het centrale loket voor burgers met ondersteuningsvragen op het gebied van Wmo, jeugdhulp en maatschappelijke vraagstukken. Vanaf dit jaar gaan WegWijs-professionals actief de wijk in, waar ze mensen helpen om weer mee te doen en regisseur te worden van hun eigen leven. Precies zoals de transformatie is bedoeld.
Over transformatie gesproken: als gemeente hebben we heel bewust gekozen voor goede zorg tegen een eerlijke prijs. We hebben extra geïnvesteerd in de relatie met onze zorgpartners, onderhandeld over constructies om werkgelegenheid in de branche te handhaven en daarmee de kwaliteit van zorg te borgen. Dat we daarin zijn geslaagd en tegen de trend in resultaten boeken waar kwetsbare inwoners soms letterlijk beter van worden, vervult ons met trots.
Zeg ik trots, dan zeg ik cultuur. In de afgelopen jaren is er ongelofelijk veel in beweging gezet op kunst- en cultuurgebied. Denk maar aan cultuurcluster Cultuurlinc. Cultuur zorgt voor verbinding met elkaar en onze stad. Ze vertelt het verhaal van Roosendaal en de Roosendalers en verandert zo het perspectief van hoe mensen hun en onze stad beleven. Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar er werd ooit getwijfeld aan het nut van een schouwburg in een ‘kleine stad’ als Roosendaal. En moet je nu zien. De Kring en het Tongerlohuys-museum zijn letterlijk gecultuur-linkt, vormen samen een verbinding in de culturele stadsrevolutie die het begin is van veel meer moois. Ik noem het Cultuurnetwerk Roosendaal waar burgers, gemeente, bedrijfsleven, het onderwijs- en cultuurveld via samen-handelen en een continue dialoog vorm geven aan de culturele identiteit van onze stad. Meedenken is meedoen en die filosofie werpt zijn vruchten af.
Steeds meer beleving vinden we ook in onze binnenstad. Met dank aan de centrumontwikkeling en ons nieuwe bestemmingsplan. Na een geweldige metamorfose is de Roosendaalse binnenstad een fijnere plek om te vertoeven voor zowel ondernemers als bezoekers. De komende jaren blijven we nieuwe wegen zoeken om ons centrum en daarmee het imago van de stad te verbeteren. Het winnen van de prijs Slimste Binnenstad in de categorie steden tot 90.000 inwoners is alvast een bewijs dat we goed en smart bezig zijn. In de zomer zijn we zelf aan zet als we het startschot geven voor de aftrap van onze City Marketing campagne.
Dames en heren, voordat ik afsluit, sta ik graag nog even stil bij een belangrijk jubileum. Precies honderd jaar geleden vond de invoering plaats van het Algemeen Kiesrecht. Dat wil zeggen. De mannen maakten in 1917 voor het eerst de gang naar het stemhokje, de vrouwen volgden twee jaar later, in 1919. Hiermee werd een grote stap gezet in de ontwikkeling van ons democratische bestel. Op nationaal én op gemeentelijk niveau. Ook Roosendaal heeft zijn verhalen over lokale partijvorming, over de rol van vrouwen, de eerste campagnes en de kiesrechtstrijd die ook hier af en toe in alle hevigheid heeft gewoed.
Tegelijkertijd wordt dit jaar het vertrekpunt van Code Oranje, een beweging die de democratie anno nu wil opschudden. Die toe wil naar een situatie waar burgers meer doen dan kiezen alleen, maar zeggenschap krijgen, écht meedoen en samen met de lokale overheid de samenleving ‘maken’. Ideeën over hoe burgers meer bij plannen te betrekken, zijn er genoeg. Die variëren van spreekrecht voor burgers in de raadszaal tot het vrijgeven van twee raadszetels om letterlijk ruimte te bieden aan de stem van het volk. Dit soort proefballonnetjes spreken me aan. Al is het alleen al omdat we in Roosendaal met onze eigen motie Burgerakkoord dit jaar in gesprek willen gaan met inwoners over een nieuw maatschappelijk perspectief voor de stad.
We vieren het 100-jarig jubileum van het Algemeen kiesrecht in het jaar waarin we de democratie op lokaal en landelijk niveau grondig willen herzien om met die democratie te doen waarvoor die is bedoeld; het volk  laten (mee)regeren. Dat is een mooi streven, maar let op! Het met veel strijd verworven kiesrecht is nog geen vanzelfsprekendheid. Praktisch alle verkiezingen - op lokaal, provinciaal en landelijk niveau – kennen een lage opkomst. Of dat tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart a.s. ook zo zal zijn is lastig te voorspellen. Stemmen doet en doen ertoe, wat je standpunten ook zijn. Kiezen is een recht. Een democratische verworvenheid die ieder van u in staat stelt om mee te beslissen over een toekomst voor Nederland en daarmee indirect voor uw gemeente, uw dorp, uw wijk, uw buurt, uw straat, uzelf. Misschien wordt u op 16 maart wakker met het idee dat de uitkomst niet uw uitkomst is. Bekijk het dan van de zonnige kant: u woont in Roosendaal, een gemeente met perspectief. Hoe mooi is dat?
Dames en heren. Graag wens ik u, mede namens het gemeentebestuur en de gemeenteraad, een gelukkig, voorspoedig, gezond en bovenal perspectiefvol  2017. Een nieuw jaar met volop kansen en uitdagingen. Ik hoop dat 2017 u brengt wat u ervan verwacht’.


Woensdag 4 januari 2017

WINTERCIRCUS "KOUD KUNSTJE" GEEN KOUD KUNSTJE

Wat ongewoon voor Roosendaal. Een circusvoorstelling op een koude dinsdagmiddag en dan ook nog in de warme beslotenheid van De Kring. Er zijn vervelendere manieren om een nieuw jaar te beginnen, maar ‘Koud Kunstje’ van Wintercircus Arlette Hanson is dan ook in al zijn facetten een bijzondere voorstelling. Voor zover ik me kan herinneren zag ik dit Wintercircus toen nog onder de naam van vader Martin Hanson voor het laatst in actie in de (Oude) Nobelaer in Etten-Leur.  De show werd toen onder meer gestolen door een forse, bruine beer. In alle opzichten zijn de tijden veranderd. De Nobelaer opereert al weer enkele jaren onder de naam De Nieuwe Nobelaer en wilde dieren zijn tegenwoordig taboe in het circus, met ‘dank’ aan het VVD/PvdA-kabinet Rutte/Samson, dat dit verbod als een van de eerste beleidsdaden presenteerde, hoewel de ban op wilde circusdieren in geen van beider verkiezingsprogramma’s  was genoemd. 

Arlette Hanson is echter niet bij de pakken neer gaan zitten, dat zou haar bevallige circuskostuum ook niet ten goede zijn gekomen. De showelementen zijn niet alleen gebleven, maar zelfs versterkt en het wilde beestenspul heeft plaats gemaakt voor huis-en boerderijdieren. Voor de huidige productie ‘Koud Kunstje’ is gekozen voor een min of meer doorlopend verhaal, gebaseerd op een dorp met een clown als burgemeester.  De inwoners zijn al net zo vreemd. Ze lopen op hun handen, vliegen door de lucht, kruipen in koelkasten en klimmen en klauteren al kibbelend de trapeze op en af, vanwaar ze het overwegend jonge publiek indrukwekkende salto’s en pirouettes voorschotelen. Het duurt niet lang of de ezels, geiten, schapen en honden maken hun opwachting. De zeven muzikanten en vijftien circusartiesten uit onder meer Argentinië, China, Réunion, België en Nederland zorgen ervoor dat alles verder in weliswaar chaotische maar goede banen verloopt. Met ‘Koud Kunstje!’ heeft Arlette de aansluiting gezocht en gevonden met eigentijds circustheater, waarbij het accent vooral ligt op mooie, mystieke presentaties en acts die originaliteit hoog in het vaandel hebben staan. Wat de productie verder zo bijzonder maakt is de toepassing live audiodescriptie voor publiek met een visuele beperking. Daarom werden vooraf zowel slechtzienden als blinden en goedzienden enthousiast welkom geheten bij de voorstelling. Blinde en slechtziende mensen krijgen een draadloze koptelefoon en luisteren naar de verslaggevers Angelique en Hilbert die live vertellen wat er allemaal op het podium gebeurt. Die aanpak heeft elders zijn waarde bewezen en ook in Roosendaal waren de bezoekers bijzonder enthousiast over deze extra service. Na afloop was er alle gelegenheid om met de artiesten op de foto te gaan en uitgebreid met hen van gedachten te wisselen. Bovendien kon het publiek een kaart inleveren bij postbode Roel waarop ze konden invullen ‘wat ze altijd al wilden weten over circus?’ Op www.wintercircus.nl/post was een dag later te zien of de vraag al dan niet van een persoonlijk antwoord was voorzien. Bij het uitwerken van dit verslag had (nog) niemand uit Roosendaal gereageerd en daarom onderstaand een greep uit eerdere reacties.

FOTO: Wintercircus Arlette Hanson

Wintercircus Arlette Hanson – Koud Kunstje, gezien door Jaap Pleij op dinsdag 3 januari in de grote zaal van De Kring.   

Den Helder - 30 december
vraag van Annemarie
Vraag aan het meisje met de stippenjurk: ik vind jou zo lief, waar kan ik op jou stemmen?
Maartje: Dank je wel Annemarie! Leuke jurken heb ik hè? Ik zou het ontzettend lief vinden als je op mij stemt voor de publieksprijs! Je kunt dat hier doen: www.wintercircus.nl/publieksprijs

Delft - 29 december
vraag van Jordy
Vraag aan de Chinese acrobaten: hoe zijn jullie zo sterk geworden?
我們每天訓練。我們做力量練習。我們付出我們的食物。吃足夠的纖維素和礦物質的健康。而且我們已經開始訓練的時候,我們是6年。正如我們已經知道對方!當然,它仍然是一個遊戲。只是到了後來,我們開始在馬戲學校的專業培訓。
Oftewel: we trainen heel veel en eten erg gezond!

Spijkenisse - 28 december
vraag van Calamity
Vraag aan het circus: hoeveel mensen werken er bij het circus?
Er zijn 15 artiesten, 8 technici om het decor op / af te bouwen en de belichting en het geluid te regelen, 7 muzikanten, 2 gastvrouwen, 3 pr-medewerkers, 1 directrice. Plus allerlei mensen die tijdens de repetities helpen bij het maken van de voorstelling, zoals een choreografe, grimeur, koks.
Hier zie je een overzicht van alle medewerkers die deze winter meereizen met het Wintercircus: www.wintercircus.nl/medewerkers

Nieuwegein - 27 december
vraag van Merel
Vraag aan de ezels: hoe heten jullie?
Iaaaaa iaaaaaa.... wij heten Anja en Bella..... iaaaaaa iaaaaaaa
En wij zijn Amerikaanse reuzenezels. Iaaaaa iaaaaa.... we zijn inderdaad heel erg groot!
En weet je wat wij het allerleukst vinden? Spelen samen met de geitjes én lekker lui niks doen.

Hoorn - 26 december
vraag van A.J. Martha
Vraag aan diabolo artiest / postbode Roel: Hoe komen jullie aan al die kunstjes?
Roel is nu druk de kunstjes aan het oefenen én het antwoord op de vraag aan het opschrijven. Kom snel terug om het antwoord te lezen!

Purmerend - 25 december
vraag van Diny
Hoe komt het dat ik zo gek ben op circus?
Nou Diny, dat begrijpen wij wel hoor. Wij zijn ook dol op circus! De combinatie van prestatie, show, humor, muziek en dressuur is gewoon ontzettend leuk. Je kunt lekker ontspannen en even de ellende in de wereld vergeten. Jong en oud. Gewoon genieten!

Tiel - 24 december
vraag van Annemarie
Hoe oud is trapeze artieste Yolaine?
Yolaine is 26 jaar. Ze komt uit België.


Dinsdag 3 januari 2016

OUDEJAARSCONFERENCES NOG NOOIT ZO DEPLORABEL

 ‘Elk jaar plofte dat theaterboekje op mijn deurmat. Zelden zat er iets bij dat voor mij de moeite waard was om naar het theater te gaan. Het leeuwendeel van die boekjes zijn gevuld met voorstellingen van schijtlollige cabaretiers die eerder om te huilen dan om te lachen zijn. Daarom ben ik zelf maar iets gaan organiseren’. Zo begon Johan Derksen steevast de uiteenzetting van de door hem gecreëerde productie ‘De pioniers van de nederpop’. 
Afgelopen zaterdag zag hij zijn gelijk ongetwijfeld nog eens bevestigd, al betwijfel ik of hij Claudia de Breij en Javier Guzman ook maar een blik waardig heeft gegund. Ik weet eerlijk gezegd wel zeker dat hij zijn tijd beter besteed heeft, bij voorbeeld door af te stemmen op Canvas waar het bij voorbaat al legendarische concert van The Rolling Stones in het Cubaanse Havana te zien was.  Derksen en zijn mede oudejaarsconferencesontwijkers kregen gelijk. Zelden hadden deze voorstellingen zo weinig om het lijf. Guzman weet niet wat humor is en De Breij is gewoon niet leuk.  Alle teksten die op papier leuk ogen, slaan onmiddellijk dood door haar aanstellerig podiumgedrag .  Wat Herman van Veen bezield heeft om zijn gouden theaterring uitgerekend aan de Breij door te geven is mij tot op de dag van vandaag een compleet raadsel. Die ring had al lang om de vinger van Alex Klaasen moeten zitten. Dagblad Trouw probeerde De Breij afgelopen week  tevergeefs een paar onthullinkjes te ontfutselen. Op haar uitdrukkelijke verzoek was de desbetreffende verslaggever ook niet naar een van de try-outs gegaan. Het is natuurlijk al onthutsend dat verslaggevers van Trouw zich door derden zo trouw de wet laten voorschrijven, maar dat ze zich in een interview zo gemakkelijk laten afschepen door een omhoog gevallen non-talent als De Breij is natuurlijk hemeltergend.  ‘Graag of helemaal niet’, zo had de boodschap van Trouw richting De Breij moeten luiden. De hoofdredactie van Trouw heeft echter nog meer problemen, zo doet ze er verstandig aan om het duo Bas en Bos voortaan privé naar de tv te laten kijken, want hun treurig stemmende verslagjes zijn ook niet bepaald een visitekaartje voor de krant. De Breij ‘presteerde’ het om Wim Kans beroemde gezongen slotzin ‘Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe?’ te koppelen aan het vluchtelingenprobleem. Met verbintenis of verbondenheid, zoals Bas poneerde,  heeft dat natuurlijk helemaal niets te maken. Zo lang schatrijke Arabische landen als Abu Dhabi, Saoedi-Arabië, Qatar en Dubai weigeren hun verantwoordelijkheid te nemendoor hun grenzen open te stellen voor hun mede-Arabieren zal dit probleem als een splijtzwam door blijven etteren in onze samenleving.  Bas en ook Bos kunnen beter de bijdragen van hun collega-columnist Sylvan Ephimenco lezen die van een zeker voor Trouwbegrippen verfrissende visie getuigen. En misschien moeten we eindelijk eens durven erkennen dat vrouwen –althans op het podium- gewoon niet leuk zijn. Of zoals Godfried Bomans het onder woorden bracht: ‘vrouwen zijn godinnen van de liefde, mannen excelleren in pesterige kameraadschap en de humor. Vrouwen bevinden zich daardoor op een veel hoger niveau, maar van ons niveau hebben ze echter geen kaas gegeten’. Een paar weken geleden het veelgeprezen duo Yentl en De Boer en LOS Muziektheater aan het werk gezien in onze schouwburg De Kring en ik zag Bomans gelijk weer eens bevestigd. Wat een ongelooflijke afknappers waren dat. Gelukkig is eind dit jaar Youp weer present.


Maandag 2 januari 2017

SAMEN MUSICEREN GAAT ROOSENDAAL EN BERGEN OP ZOOM GOED AF

‘Gaat dat wel samen, Roosendaal en Bergen op Zoom?’Op retorische wijze refereerde voorzitter Johan Henken van het Roosendaals Symfonie Orkest voor aanvang van het inmiddels traditionele nieuwjaarsconcert in De Kring aan de scepsis waar hij kennelijk op was gestuit toen bekend werd dat ‘zijn’ RSO voor deze gelegenheid de muzikale krachten had gebundeld met Jacob Obrecht uit de buurgemeente. Na de uitvoering in De Kring komt dit ad hoc Symfonieorkest XL nog een keer in actie op 8 januari in De Maagd. Zoals dat past bij een retorische vraag kwam hij zelf met het antwoord op de proppen. ‘Tijdens de repetities hebben we geen enkele dissonant bemerkt, het zal dus vanmiddag ook wel goed gaan’. Profetische woorden, zo bleek al snel. Want het ging goed. Wat heet, de bijna zevenhonderd bezoekers kregen mede dankzij de deelname van Vocal Group Nouveau een uitermate sprankelend concert voorgeschoteld.  Het was een juiste keuze geweest van muzikaal leider en dirigent Martijn Smits om voor een luchtig programma te kiezen, gebaseerd op het thema ‘Classis meets Pop’.

Daardoor sloot dit concert mooi aan op het Nieuwjaarsconcert uit Wenen dat voornamelijk uit traditionele composities bestond. Hoewel ook uit financiële overwegingen voor dit samenwerkingsverband was gekozen, bleek de winst toch vooral op het creatieve vlak te liggen. Beide orkesten bleken niet alleen muzikaal maar ook letterlijk naadloos in elkaar te passen, wat een uitermate goed gevuld podium opleverde. Gelukkig was er nog ruimte voor de microfoon van Emilie Wijers die de solozang in de mix uit de ‘West Side Story’ voor haar rekening nam. Dat ging haar goed af, alleen bij het opzwepende  ‘Amerika’, wat nu eenmaal sterk aangezet moet worden,  was een mannelijke zangpartner geen overbodige luxe geweest. Nouveau en dan met name artistiek leider Jan Roovers bezorgden het publiek kippenvel met een wonderbaarlijk mooie vertolking van ‘Somebody tot love’, zo kort na het herdenkingsconcert voor zanger Freddy Mercury van Queen in de St. Jan. Ook voor ‘Bohemian Rhapsody’, dat aansluitend werd gebracht, gold echter dat ‘manpower’ hier eveneens op zijn plek was geweest. Na het slotakkoord ‘Music’van John Miles kostte het voorzitter Henken gezien de volle podiumbezetting enige moeite om Martijn Smits, Emilie Wijers en Jan Roovers te bereiken, maar met enige behendigheid wist hij hen toch de dik verdiende bossen bloemen in de armen te drukken.  Na de toegift ‘Happy New Year’ van ABBA stonden de dienbladen met champagne in de foyer al hals reikend naar de toeschouwers te wenken. Die liefde kwam uiteraard van twee kanten, want hoe kun je een Nieuwjaarsconcert nu beter afsluiten dan met een glas van dit edele vocht. Omdat veel bezoekers geen onbekenden voor elkaar zijn, had het samenzijn na afloop al snel de ambiance van een officieuze nieuwjaarsreceptie. In de wandelgangen bespeurde ik veel waardering voor Martijn Smits die volgens een zeer enthousiaste bezoeker ‘ondanks dat hij inmiddels te groot is voor Roosendaal toch de muzikale band met zijn geboortestad niet verloren laat gaan’. Daar kon ik me alleen maar bij aansluiten.  Het is voor een groot deel op zijn conto te schrijven dat dit Nieuwjaarsconcert binnen zes jaar tijd is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken traditie. ‘Volgend jaar Mary Poppins vanuit het balkon op het podium laten neerdalen?’, suggereerde ik hem enigszins gekscherend. De jonge maestro reageerde met een bescheiden glimlach, maar ik zag hem denken: wat bij Andre Rieu kan, moet in De Kring toch ook kunnen!’

Nieuwjaarsconcert ‘Classic Meets Pop’, Roosendaals Symfonie Orkest (RSO), Jacob Obrecht (SJO), Vocalgroup Nouveau, Jan Roovers en Emilie Wijers – Gezien door Jaap Pleij op zondag 1 januari in de grote zaal van De Kring. 


Zondag 1 Januari 2017

WAAR IS DE STEEN VOOR "DE TROMMELAEREN" GEBLEVEN?

Bij het Nieuwjaarsconcert van het RSO hedenmiddag in De Kring werd ik door enkele verontruste Roosendalers geattendeerd op de ‘steen’ die op het plaveisel van de Nieuwe Markt was aangebracht ter nagedachtenis aan de befaamde Trommelaeren van Rosendaele. Sinds de renovatie is deze ‘steen’ volgens hen verdwenen. Uiteraard zijn ze, net als ik, heel benieuwd waar het eerbetoon zich nu bevindt en welke plannen het College er mee heeft.
 
Ik vermoed dat de plaquette weer aangebracht wordt ter gelegenheid van de heropening van de Nieuwe Markt. Mede namens deze medeburgers verzoek ik het College daar duidelijkheid over te verschaffen. Je kunt je in gemoede afvragen of de Nieuwe Markt daar nog wel de juiste plek voor is, maar anderzijds horen de plaquette en de figuurlijke afbeelding van De Trommelaeren wel bij elkaar. Voorts vraag ik me af waar de trampoline is gebleven die een wezenlijk onderdeel uitmaakte in een van de ‘Lovers van Lok’ op de Nieuwe Markt. Nu al geslachtofferd door het vandalisme?  De vragen zijn inmiddels ‘neergelegd’ bij het gemeentebestuur. De huidige wethouder Hans Verbraak nam samen met Cor Verbogt het initiatief voor de ‘beelden’ van de Trommelaeren op de Nieuwe Markt.