Woensdag 28 februari 2018

"MUUR VAN MUSSERT" WORDT RIJKSMONUMENT

Het gebeurt niet vaak dat er bij een lezing over het erfgoed actueel nieuws te melden valt. Toch was dat dinsdagmiddag in De Kring het geval tijdens de tweede bijeenkomst uit de reeks Erfgoedcollege, deze keer verzorgd door Jos Bazelmans van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en Hilde Schoefs, verbonden aan het Openluchtmuseum Bokrijk. In zijn verhandeling over het materieel en immaterieel erfgoed merkte Bazelmans op dat erfgoed ook wel eens kan leiden tot tweespalt, waarbij hij de zogeheten ‘Muur van Mussert’ als voorbeeld noemde. De eigenaar van de camping, waarop de muur staat, wil deze laatste tastbare herinnering aan de eens zo roemruchte NSB (Nationaal Socialistische Beweging) zo snel mogelijk weg hebben, om plaats te maken voor vakantiehuisjes. Van verschillende kanten kwam daar protest tegen.
De regering heeft het besluit over een mogelijke monumentenstatus jarenlang voor zich uit geschoven, maar zag zich door alle commotie nu wel verplicht snel de knoop door te hakken. Omdat Bazelmans er aanvankelijk niet verder op inging, besloot ik het ‘vragenuurtje’ aan te grijpen om hierop door te vragen. ‘Is er een overheid –landelijk, provinciaal of lokaal- bij machte om de voorgenomen sloop tegen te houden? Zo nee, is er dan wellicht een mogelijkheid om de muur in zijn geheel te verplaatsen naar een openluchtmuseum, waarbij ik zelf Kamp Vught in gedachten heb? Bazelmans zag zich toen wel genoodzaakt om met het harde nieuws naar buiten te komen. ‘De Muur van Mussert  wordt inderdaad een rijksmonument, zo had minister Van Engelshoven ‘toevallig’ diezelfde middag besloten. Dat voor historici heuglijke nieuws werd later die middag nog bevestigd door het radiojournaal. Op advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zo werd er bij verteld. 
‘De Muur van Mussert herinnert Nederland aan een donkere tijd die deel uitmaakt van onze herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Het is een overblijfsel van een tijdperk waarmee aan volgende generaties het verhaal van de oorlogsjaren verteld kan worden’, motiveerde Van Engelshoven het regeringsbesluit. NSB-leider Anton Mussert hield in de jaren dertig van de vorige eeuw vanaf de muur zijn zogeheten hagepreken. Als rijksmonument heeft de Muur van Mussert nu een beschermde status, waardoor er strenge regels gelden voor sloop. Er zijn plannen om bij de muur een ondergronds museum te bouwen. De merkwaardige situatie doet zich nu voor dat de campinghouder door een aanscherping van de monumentenwet zelfs verplicht kan worden om goed voor de Muur van Mussert te zorgen.


Maandag 26 februari 2018

BERT GABRIËLS IS DE FEDERER ONDER DE CABARETIERS

Tevreden de kleine zaal van De Kring verlaten na een cabaretvoorstelling of wat daar voor door moet gaan, overkomt me de laatste tijd niet zo vaak meer. De voorstelling ‘Coupure’ van de Vlaming Bert Gabriëls was gelukkig de uitzondering die de regel bevestigt.  “Gelukzoeker’ wordt in deze bewogen tijden vaak meteen geassocieerd met asielzoekers. Dat prangende vraagstuk stelt Gabriels inderdaad aan de orde, maar niet op de manier die je zou verwachten. Een gewetensvraag: wie is van mening dat er te veel vluchtelingen zijn?  Gabriels zegt er niet bij of hij Nederland, Vlaanderen of wellicht gans Belgie bedoelt. Dat maakt voor dit woordgrapje ook niet uit.

Zoals te wachten viel, toonde niemand zich geneigd om de vinger op te steken. De groep die uit principe nooit een vinger opsteekt in het theater als daar door de dienstdoende artiest om wordt gevraagd, groeit naar verluidt gestadig, en dat is maar goed ook. Waarom zou je je als toeschouwer ook uit de tent laten lokken. Het gaat erom wat de man of vrouw op het podium te melden heeft, de koning oftewel het publiek hoeft het spelletje van de nar, oftewel de artiest, niet mee te spelen. Op school deed ik dat ook nooit, waarom dan wel in het theater? Van de vroegere directeur van De Kring, Leo Kievit, is bekend dat hij er een bloedhekel aan had wanneer de toeschouwers bij het gebodene werden betrokken. Tegenwoordig is ook dat echter meer regel dan uitzondering, of je het leuk vindt of niet. Interactie, heet dat met een modieus woord. Omdat het publiek niet meewerkte, gaf Gabriëls zelf maar het antwoord. ‘Natuurlijk zijn er te veel vluchtelingen. Er zijn altijd te veel vluchtelingen, zelfs als het er maar een is. Ik heb ook nog nooit een vluchteling om zich heen zien kijken op een manier van ‘jammer dat we niet met meer zijn’. Het logische gevolg: een bevrijdende lach. Om vluchtelingen mag nu ook gelachen worden. Gabriëls bedient zich van een wat merkwaardig decor waar duidelijk goed over is nagedacht en veel aandacht aan is besteed.  De goudkleurige letterballonnen komen af en toe van pas om zijn boodschap extra kracht bij te zetten of in een ander daglicht te plaatsen. Geluk is een veelomvattend thema. Wellicht te veel, Gabriëls geeft met zijn hand op ooghoogte aan hoeveel boeken er aan dit onderwerp zijn gewijd. De enigen die daar gelukkig van zijn geworden, zijn doorgaans de auteurs zelf, zo betoogt hij. Religie, relatie en natuurlijk ook het theater kunnen bijdragen aan het geluksgevoel. Maar waar staat eigenlijk geschreven dat we gelukkig moeten zijn? Is het leven zonder geluk niet geslaagd?

Jasperina de Jong betoogde onlangs in De Volkskrant dat ze het al een hele opgave vindt om niet ongelukkig te worden.  Kortom, handvatten genoeg om eens lekker over te brainstormen. Gabriëls slaagt er als een ware heer in het theaterverkeer in om de ruim vijf kwartier durende voorstelling voortdurend boeiend en levendig  te houden. Van inzakken was in De Kring nooit sprake bij deze ‘Federer’ van het cabaret.  Waarbij wel aangetekend moet worden dat het slotkwartiertje niet het sterkste onderdeel van de show is.  Zullen we in de toekomst (nog) gelukkig zijn en waar putten we onze levensvreugde uit als de robots en de computers ons al het werk uit handen hebben genomen? Gabriëls voorspelt een nieuwe tweedeling in de maatschappij. ‘Als er geen menselijke arbeid meer bestaat, hoeven de werkgevers geen salarissen meer te betalen en dat betekent dat de overheid geen belastinggeld meer binnenkrijgt. Zouden die robots dan betaald gaan worden voor de geleverde arbeid? Omdat logisch nadenken bij deze machines letterlijk is ingebakken, verzinnen ze dan ongetwijfeld diverse mogelijkheden om belasting te ontduiken en vluchtwegen te vinden’. Logisch nadenken is volgens Gabriëls voor veel mensen niet weggelegd. ‘Neem nu de monteurs die gezinswagens van een inrichting voorzien.  Die hebben zichzelf nooit aan een gezin gewaagd, anders hadden ze wel iets handigers bedacht!’ De menselijke wijze van communiceren laat in zijn visie ook veel te wensen over. ‘Onlangs kwamen mijn buren terug van wat ongetwijfeld een opwindend feestje was.  Na een hoop gegiechel en gebulder hoor ik haar ineens ‘harder, harder’ hijgen. Waarop de buren aan de andere zijde –onze appartementen hebben nu eenmaal dunne wandjes- ‘zachter, zachter’ roepen. Kan daar van te voren niet even over gecommuniceerd worden?, vraag ik me dan af’. Na dit gevalletje Rijdende Rechter kaart Gabriëls de overbevolking nog even aan. ‘Het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat die negers in Afrika minder kindertjes moeten maken. Maar het aantal geboortes is het probleem niet. Zelfs niet in het overbevolkte Nederland. Wij – nou ja, ik nog net niet- zijn het probleem. Zeg maar de senioren vanaf 55. Zij gaan niet weg. De Aarde vergrijst in hoog tempo. Jongeren betalen zich nu al blauw om al die oudjes in leven te houden en die belasting zal nog veel groter worden’. Conclusie, althans die van uw recensent: gelukkig zijn is vooral weggelegd voor degenen die in een levensfase terecht zijn gekomen waarin ze kunnen verzuchten ‘na mij de zondvloed’ of  ‘het zal mijn tijd wel duren’. Kinderen die nu geboren worden, moeten er straks als tieners aan wennen om ten gevolge van de opwarming van de planeet met laarzen door blank staande straten te banjeren. Gelukkig zijn wordt zodoende een hele opgave!

Bert Gabriëls – Gelukzoeker. Gezien door Jaap Pleij op donderdag 22 februari in de kleine zaal van De Kring.     


Zondag 25 februari 2018

OMANIDO-CLUB ONTMOET HOEST-CLUB IN DE KRING

De vroegere directeur van De Kring, Leo Kievit, riep het hoestende deel van het publiek een keer midden in een voorstelling van het RO-Theater tot de orde toen het gekuch letterlijk geen grenzen erkende. Dat had afgelopen woensdag best wederom mogen gebeuren bij de voorstelling ‘Hendrik Groen – pogingen iets van het leven te maken’. Het leek wel even te gaan om een niet geplande ontmoeting tussen de Omanido-club (Oud Maar Niet Dood) op het podium en de Hoestclub Roosendaal in de zaal. Neem mensen die kuchen, he’, die gaan nooit naar een dokter. Nee, die komen hier zitten’, sprak Wim Sonneveld ooit, theatraal getergd, met een vernietigende blik richting zaalpubliek, dat hij eerder omschreef als ‘een lief monster, een beest, een reusachtig beest’. Het is een bekend fenomeen. Mensen ergeren zich het meest aan andere mensen. Theaterpubliek niet uitgezonderd. Zelf gedragen ze zich natuurlijk altijd uiterst keurig. NRC Handelsblad riep zijn lezers in 2015 op om hun theaterergernissen kenbaar te maken. Nou, die oproep was niet bepaald tegen dovemansoren gericht. 

‘Ongelooflijk hoe een deel van het publiek zich gedraagt (hier is ongetwijfeld misdraagt bedoeld, JP). Continu hoesten, niezen, kuchen, voorwerpen laten vallen, gehoorapparaten laten zoemen. Men haalt onopgevoed publiek binnen, maar jaagt de echte liefhebbers eruit. Ik erger me steeds dood, en het recital van Krystian Zimerman was een dieptepunt. De pianist raakte hoe langer hoe meer geïrriteerd en dat klonk in zijn spel overduidelijk door’, reageerde een zeer boze Beatrix uit Amsterdam, die Zimerman groot gelijk gaf dat hij het podium verliet zonder een toegift te spelen. Een oplossing voor de directie van het Amsterdamse Concertgebouw om dit ongenoegen tegen te gaan, had ze ook nog bedacht. ‘In bepaalde landen word je na verstoring in de concertzaal er door suppoosten uitgepikt. Dergelijke maatregelen moeten hier ook worden toegepast. Het kan niet zo zijn dat de goeden voor duur geld zo moeten lijden onder de slechten’, aldus haar slotverzuchting. Lezer Den Band uit Heiloo had soortgelijke ervaringen opgedaan.
‘Voorzichtig kuchen achter de hand is er inderdaad niet meer bij. Bacteriën delen met de omgeving is de nieuwe trend geworden. Maar ook het klappen na ieder onderdeel van een muziekstuk neemt toe. Buitenlandse bezoekers verbazen zich over de staande ovatie voor ieder optreden, ongeacht het niveau’. Wil de Groot uit Amstelveen ergerde zich vooral aan ‘de parfum en aftershave’ die op zo’n uitgaansavond rijkelijk wordt gebruikt. ‘Die Chanel 5 (of zo) van mijn buurvrouw leverde mij heel wat benauwde momenten op’. Diny Schinkel uit Duivendrecht verwoordde het standpunt van veel overlastgevers.
‘Ik barst soms in een verstikkende hoestbui uit. Al vanaf mijn jeugd ga ik naar de schouwburg, het concertgebouw en de opera. Om te voorkomen dat ik overlast bezorg, koop ik hoekplaatsen, slik codeïnetabletten, neem kauwgom mee, en ook hoesttabletten, water en een sjaal om een hoestbui te dempen. Goed voorbereid dus. Als ik dat niet zou doen, zou ik nooit meer naar een voorstelling kunnen gaan. Ik ben niet melaats en niet besmettelijk, dus zal ik blijven gaan en me regelmatig opgelaten voelen omdat mijn hoest zich niet laat temmen door mijn wilskracht’. Een andere lezer was het opgevallen dat er in de bioscoop beduidend minder wordt gekucht dan in de concertzaal en in de schouwburg. Jan Molema uit Delft had geconstateerd dat het vooral vrouwen zijn die zich niet in kunnen houden. ‘Zou het zijn dat er meer vrouwen dan mannen (klassieke) concerten bezoeken?’, zo ontkrachtte hij zijn vonnis retorisch weer een beetje. Monique Janssens uit Utrecht kwam met de ultieme oplossing. Althans, zo deed ze het voorkomen.  

Was ik manager van een concertzaal, ik zou bij de ingang kuchdoekjes uitdelen – van het type ‘dik wegwerpservet’ – met daarop een instructie:
1. Hoest niet tijdens de uitvoering, zeker niet met open mond.
2. Moet u toch, maak dan van dit kuchdoekje een luchtige, dempende prop, houd die voor uw mond en kuch zachtjes.
3. Blijft de hoest terugkeren, verlaat dan stilletjes de zaal.

Theaterbezoek hoort een fijn, vrolijk, of emotioneel avondje uit te zijn. Voor wie met hoestbuien kampt, is dit geen vanzelfsprekendheid, getuige de reactie van deze lezer: ‘Vanavond ga ik samen met mijn dochter een (meiden)avondje naar het theater. Nu ben ik net verkouden geworden, en begin steeds meer te hoesten. Ik heb nogal 'fragiele longetjes' en weet van mijzelf dat dit het begin kan zijn van grotere hoestbuien. Nu vraag ik mij constant af, hoe moet dat vanavond in het theater? Natuurlijk hebben wij kaartjes precies in het midden op de 4e rij van voren (de hele zaal kijkt van de achterkant op je neer, en als je echt weg moet, zal een halve rij op moeten staan..) Het is ook nog eens een rustiger soort voorstelling (als het nou een echte kindervoorstelling of muziekoptreden was maakt een geluidje zo nu en dan niet uit...)

Ik merk dat ik er nu alleen maar tegenop zie om te gaan, bang om de boel te verstoren, en de avond voor mijn dochter te verpesten (zij is nog maar zes, kijkt al maanden uit naar vanavond, en heeft wel wat aandacht verdient aangezien die vaker uitgaat naar haar broer met een gebruiksaanwijzing. Daarnaast hebben wij niet zoveel geld te besteden waardoor dit echt hét uitje van het jaar is)’.

Deze reacties bevestigen mij weer eens in mijn zo vaak geuite oordeel dat het vrij zitten, zowel in de grote- als de kleine zaal, zo snel mogelijk weer ingevoerd moet worden in De Kring. Dat voorkomt weliswaar geen hoestbuien, maar bezoekers die met een grieperig gevoel kampen, kunnen dan tenminste wel een rustig hoekje opzoeken, waar ze zo min mogelijk overlast veroorzaken voor hun medebezoekers, en indien nodig snel de zaal kunnen verlaten. Er is niets zo vervelend om bij een niet te beteugelen hoestbui in het midden van de zaal te zitten, aan beide kanten omringd door boos fronsende, stille genieters.  Bovendien voorkom je zo dat de volgende dag een halve theaterzaal met griep op bed ligt.

Onderzoek heeft uitgewezen dat luid kuchen ergernis nummer één is bij het theaterpubliek. Daardoor kon zelfs de gezaghebbende Paul Witteman niet om deze hardnekkige culturele volksziekte heen. In zijn tv-programma 'Podium Witteman’  kaartte hij dit aan bij Floris Kortie.  
Zo maar een vraag stellen doet hij uiteraard niet, Witteman verklaarde eerst zelf vooral last te hebben van plaatsvervangende schaamte voor de artiesten op de bühne. Vonden artiesten dat nou echt vervelend?, wilde hij weten van zijn sidekick. Kortie wist niets beters te bedenken dan een uitspraak van de Nederlandse sopraan Elly Ameling aan te halen: 'Stoort het u als ik zing terwijl u hoest?' Een nogal wat oubollige reactie, als u het mij vraagt, een spitse side-kick onwaardig.
De Britse contrabassist Dominic Seldis, ook aanwezig, begon over hoesttechniek. Wanneer iemand zijn hand als een vuist voor zijn mond houdt tijdens het hoesten, creëert hij een trompet. Niet doen, vond Seldis. ‘Beter is het om in de oksel van uw elleboog te hoesten’. Je kunt je natuurlijk ook afvragen of er naast een medische- een psychologische verklaring is voor het hoestgedrag.

Uit de vele reacties in NRC kon ik er slechts een uitplukken die daar enig inzicht in geeft. ‘Wat ook kan irriteren, is als er in de pauzes tussen de delen dwangmatig gehoest wordt uit angst te moeten hoesten tijdens het stuk. Uit angst te moeten hoesten gaan mensen te veel focussen op een hoestprikkel, voelen daardoor meer prikkels en moeten meer hoesten’, aldus Rose Schmitz uit Nijmegen.

Gaat het publiek wellicht hoesten als de voorstelling niet boeit? In De Kring was daar bij ‘Hendrik Groen’ afgaande op de enthousiaste reacties na het vallen van het doek in ieder geval geen sprake van.  Wat mij voorts opvalt, is dat mijn grootste ergernis van dit moment – het veelvuldig dwangmatig kijken zelfs tijdens de voorstelling op tablet of I-phone - in het NRC-artikel geheel niet wordt genoemd. Dat kan ook met de tijdgeest te maken hebben. Toen waren die dingen wellicht nog niet zo’n gemeengoed als nu het geval is. Sinds 2015 heeft ook de theaterbeleving grote ontwikkelingen doorgemaakt, en om me heen zie ik steeds meer bezoekers die zich in gebaar ergeren aan constant oplichtende blauwe debieltjes. In toenemende mate ook in woord. Ongegeneerd worden met die apparaatjes ook foto’s tijdens de voorstelling gemaakt, wat toch in de meeste theaters – ook in De Kring- niet is toegestaan. 

Wat mij voorts aan de toneelversie van deze bestseller opviel is dat Bos Theaterproducties ondanks de overwegend kritische recensies toch enkele positieve oneliners uit de mediareacties heeft weten op te duikelen om op de eigen website te plaatsen.  Zie onderstaande. Om een goed en evenwichtig beeld te krijgen, verdient het dan ook aanbeveling om de volledige recensies eens terug te lezen. Creativiteit beperkt zich bij Bos Theaterproducties in ieder geval niet tot het podium. 

De pers over het boek Pogingen iets van het leven te maken:
‘Hendrik Groen is een ontroerende held.’ – Trouw
‘Geestig, tragisch en soms aangrijpend.’ – Het Parool
‘In rake bewoordingen fileert hij het bestaan in een verzorgingshuis. Gerieflijk en hilarisch tegelijk.’  Leeuwarder Courant ****


Donderdag 22 februari 2018

POPULAIRE KOOPJESHAL VERKEERT IN ZWAAR WEER

De (vaste) klanten werden kortelings opgeschrikt door het bericht dat de Koopjeshal aan de Westelijke Havendijk voor onbepaalde tijd nog maar beperkt is opengesteld.  De snuffelaars konden zich tot nader orde van maandag tot en met vrijdag slechts tussen 9.00 en 12.00 uur uitleven.  Onlangs werd dat nog verder ingeperkt,  de openstelling op vrijdagochtend is vervallen en tot 5 maart staan de bezoekers ook op maandag voor een dichte deur. Reden voor de PVC om mede gezien de sociale functie van De Koopjeshal eens aan de bel te trekken bij directeur Pascal de Klerk van stichting De Kringloper.  
 
Enkele maanden terug heb ik contact gehad met uw directie over de toen gewijzigde openingstijden van de Koopjeshal aan de Westelijke Havendijk. Gelukkig heeft u mijn suggestie overgenomen om die mededeling ook aan de buitenpoort te bevestigen, zodat de vaste middagbezoekers vanaf dat moment wisten waar ze aan toe waren.

>>> Dat hebben we inderdaad gedaan, werkt op deze manier (tijdelijk) beter.
 
Hedenmorgen (maandag) ben ik tevergeefs langs geweest. Op de gesloten poort las ik de extra mededeling dat de Koopjeshal voortaan ook op maandagochtend (tot 5 maart) en de vrijdagochtend (onbepaalde tijd dus) is gesloten. Ik betreur dat ten zeerste, mede omdat, zoals in een tv-documentaire over het fenomeen kringloper door een medewerker werd gesteld dat het in wezen niet om de spullen gaat, maar om het sociale verkeer. Dat is in Roosendaal momenteel dus ernstig beperkt.

>>> Helemaal mee eens dat De Kringloper tevens een sociale functie heeft. Om deze functie te vervullen hebben we eveneens een koffiecorner in ons warenhuis op de Borchwerf en zijn we samen met Allee Wonen aan het bekijken hoe we meer samen kunnen optrekken om de wijken in de gaan. Deze samenwerking is nog maar net op gestart, en dus kan ik hier nu inhoudelijk nog niet veel over delen.
Uiteraard heeft de Koopjeshal hier ook een rol in. Zoals eerder aangegeven, we willen graag open blijven maar dit wordt om een aantal redenen steeds lastiger (zie hieronder).
 
Ik vermoed dat (extra) personeelsproblemen ten grondslag liggen aan de verdere inperking van de openingsuren. Ik zou verder geen andere reden kunnen bedenken.  Graag verneem ik dan ook welke problemen er momenteel spelen rond deze uiterst populaire Koopjeshal. Als het inderdaad puur om personeels/bezettingsproblemen gaat, moet daar (via de gemeente) toch wel een mouw aan te passen zijn, lijkt me.

>>> Bezetting door eigen medewerkers is inderdaad een probleem. Op dit moment kampen we met vele zieken en dit kunnen we helaas niet opvangen door tijdelijke krachten hier in te zetten.
De gemeente kan hier naar mijn idee geen rol vervullen, aangezien via het Werkplein alleen trajecten lopen voor arbeidsactivering, waarbij juist begeleiding door de medewerkers van De Kringloper noodzakelijk is.
 
In uw laatste reactie heeft u mij uitgenodigd om met verdere suggesties te komen. Ik heb daarop gereageerd met de verwijzing naar een betere presentatie van onder meer het boekenaanbod. Er zijn meerdere dingen te bedenken om het snuffelen in de Koopjeshal aantrekkelijker te maken, zoals een loterij (iedere klant ontvangt bij binnenkomst een lot dat bij trekking recht geeft op een leuke prijs), een ludieke modeshow met presentatie van Koopjeshalkleding, een al even ludieke veiling. Maar dat is allemaal van later zorg. Een koopjeshal met aantrekkelijke- en logische openingstijden heeft nu absolute prioriteit.  Ik hoop dat u deze extra tijd wel heeft weten te benutten om het dak te (laten) repareren. Dat kon zo echt niet langer meer.

>>> En dat is inderdaad de tweede reden van het korter open zijn. De algemene staat van het gebouw neemt gestaag af. Het dak wordt alleen provisorisch gerepareerd, wat de gehele uitstraling en daarmee werkvreugde voor de medewerkers niet ten goede komt.
We zijn dus op zoek naar een andere tijdelijke locatie zodat we onze activiteiten met betrekking tot de Koopjeshal op een veilige en plezierige manier voort kunnen zetten. Suggesties zijn welkom.

Afgelopen dinsdag moest ik helaas constateren dat het dak nog steeds mankementen (lees=gaten) vertoont.  Niet alleen de vreugde, oftewel het werkplezier van de medewerkers, is daardoor in het geding, maar ook de gezondheid. Wie daar een gehele dag rond banjert, loopt gegarandeerd een kou op of nog erger.  Er moet dus op korte termijn iets geschieden om het voortbestaan van de Koopjeshal te verzekeren en te consolideren.  Gezien de grote leegstand moet het toch niet zo’n probleem zijn om de stichting Kringloper aan een tijdelijk onderdak te helpen.  Een lege loods is feitelijk al voldoende. Het vroegere lang leegstaande Aldipand aan de Philipslaan leek lang een mogelijk alternatief te zijn. Voor De Kringloper was het financieel echter een onhaalbare kaart, bovendien is het complex inmiddels toegezegd aan een andere stichting met ideele doeleinden. Het klinkt gek en natuurlijk is het niet realistisch, maar wat zou het een mooie oplossing zijn om De Koopjeshal in afwachting van betere tijden onder te brengen in het leegstaande winkelcomplex De Biggelaar. Reken maar dat daar een gigantische aanzuiging van zou uitgaan op het winkelende publiek in de Raadhuisstraat en de binnenstad als geheel. Alles is immers beter dan leegstand. De PVC opteert nog steeds voor een prijsbewuste supermarkt in de kelder van dit complex, maar gezien het maximaal aantal supers-beleid van het College is die route voorlopig ook afgesneden.  


Donderdag 22 februari 2018

WORDT JACK JERSEY EINDELIJK RECHT GEDAAN?

De partij Pleijdooi Voor Cultuur (PVC) zet zich al jaren in voor een passend eerbetoon aan zanger Jack Jersey. Dat lijkt er nu eindelijk van te komen, zij het op een andere wijze dan ik aanvankelijk in gedachten had. Tevergeefs heb ik het College van B&W menigmaal gevraagd om een straat, weg of plein te vernoemen naar de grootste zanger die Roosendaal op verschillende manieren op de kaart heeft gezet. De kans is groot dat wie straks De Kadetunnel in gaat tegen zijn beeltenis op loopt.  Wat is er aan de hand? 
De viering van ‘750 Jaar Roosendaal’ heeft tot op heden geen blijvende tastbare resultaten opgeleverd. Daar komt echter snel verandering in. Een van de meest in het gezicht springende activiteiten die voor de komende maanden op de rol staat, is de metamorfose van De Kadetunnel onder ‘De Schuiven’.  Stichting The Loods, bekend van de tot een kunsthal omgetoverde oude fabriekshal aan de Oostelijke Havendijk, heeft gevolg gegeven aan het verzoek van de gemeente om dit ondergrondse verbindingsweggetje van nieuwe graffitikunstwerken te voorzien. Liet de vorige lichting kunstenaars zich vooral inspireren door het achterhaalde thema ‘Roosendaal-Spoorstad’, nu zijn gerenommeerde artiesten in dit genre uitgenodigd om bekende plekjes en Bekende Roosendalers te vereeuwigen.
‘De kade tunnel zal deze keer in 1 dag omgetoverd worden tot een waar 750 jaar thema tunnel met bekende portretten en monumenten gebouwen en landschappen (natuurlijk ook met super toffe graffiti). 10 Maart van 10.00 tot 20.00 zijn we bezig in de tunnel. We hebben een grote tent waar onze huis dj’s van the loods gedurende de dag een lekker deuntje draaien en waar je even lekker warm kunt staan’, zo maakte The Loods dit nieuws wereldkundig via de eigen Facebookpagina.
Volgens Remco van den Beemd, beheerder van The Loods, zijn daar al leuke suggesties op gepost. Zoals die van Johnny Otis, de vroegere nachtclubeigenaar die zich altijd verplaatste in een grote Amerikaanse slee, Roosendaals bekendste paradijsvogel Bertus Stokker (ooit geportretteerd in het gelijknamige televisieprogramma), de eeuwig afscheid nemende ondernemer Jan Snel, maar zoals te verwachten viel werd de naam van Jack ook genoemd. Of hij als portret straks inderdaad zal verrijzen in de tunnel houdt Remco van de Beemd nog even verborgen onder de schilderspet. Hij verwacht dat deze geheimzinnigheid er toe zal bijdragen dat heel wat Roosendalers en belangstellenden van buitenaf op 10 maart een kijkje zullen nemen bij de ondergrondse werkzaamheden. De kunstenaarscollectieven Combi Killers uit Drachten en de Two Hype Tribe hebben hun medewerking reeds toegezegd. Omdat de gehele klus nog wat nazorg vergt, komen enkele artiesten op woensdag 14 maart terug voor de zogeheten ‘finishing touch’. Uiteraard juich ik dit verlate eerbetoon van harte toe, maar ik zal - straks wellicht ook als raadslid-  blijven streven naar een passende vernoeming van een waardige straat, plein of weg naar Jack Jersey. Het is natuurlijk ook vreemd dat zijn beeltenis nog niet te zien is in ‘Over de Tong’, het restaurant dat De Kring en het Tongerlohuys met elkaar verbindt. Frans van der Groen hangt daar nog steeds moederziel alleen, en de onvergetelijke opperspreekstalmeester was nog wel zo’n gezelligheidsdier.


Woensdag 21 februari 2018

WAAR LAAT IK MIJN SCOOTMOBIEL?

Ergens in de jaren zestig stelde Wim Kan de prangende vraag ‘Waar laten we straks onze auto?’ aan de orde. Het particulier autobezit groeide met de gestegen welvaart zo snel dat de algemene vrees ontstond dat er al ras geen plek meer zou zijn om al dat blik te parkeren. Met behulp van parkeergarages, garageboxen en alternatieve vormen van vervoer (trein, bus, fiets) is dat probleem redelijk binnen de perken gebleven. Nu staat de samenleving voor de uitdaging om een zorgvuldige parkeerwijze te bedenken voor het snelst groeiende vervoermiddel van dit moment, de scootmobiel, waar een groeiend aantal ouderen en mensen met een mobiele beperking nu al sterk van afhankelijk zijn. In sommige woonsituaties leidt de scootmobiel nu reeds tot knetterende conflicten.
In de uitzending van De Rijdende Rechter van dinsdag 20 februari kreeg Mr. John Reid nu eens niet te maken met buurlijke twisten over de tuingrens, maar met wat sommigen reaguurders betitelden als de ‘minidictatuur’ die heerst in appartementencomplex Loevestein in Heemskerk. Een zekere mevrouw Geba Kolijn was daar zielsgelukkig tot ze besloot een scootmobiel aan te schaffen, waardoor ze onder meer zelfstandig boodschappen kan doen in het winkelcentrum. Zich van geen kwaad bewust parkeerde ze haar aanwinst na het eerste ritje in de gemeenschappelijke hal van Loevestein, maar dat was buiten de waard -in dit geval de bestuursleden Dicky Huyser en Marijke de Koning van de Vereniging van Eigenaren (VVE) gerekend. Zij gaven Kolijn te kennen dat het ding zo snel mogelijk weg moet.
Want, zo redeneerde het bestuurlijk smaldeel:  in het halletje staat al een booster geparkeerd; die van Marijkes invalide man. Meneer Koning kan met zijn rolstoel moeilijk bij zijn karretje komen als deze wordt geblokkeerd door de booster van zijn buurvrouw. De blik op de situatie die ons door de camera van de Rijdende Rechter werd gegund, maakte direct duidelijk dat met een iets andere indeling van de aankleding in de hal voor de scootmobiel van Kolijn best een plekje gecreëerd kan worden. Maar plaatsing zonder nadrukkelijke toestemming van de VVE is nu  
eenmaal tegen de regels van het huishoudelijk reglement en daar hielden de dames Huyser en Koning strikt aan vast. Na een kijkje ter plaatse te hebben genomen en de gebruikelijke hoorzitting velde Mr. John Reid het Salomonsoordeel. Hij stelde tot verrassing van veel kijkers, zoals niet veel later zou blijken, onomwonden dat de scootmobiel daar niet mag blijven staan. ‘Als er alternatieve stallingsmogelijkheden zijn, dan mag de VvE toestemming weigeren. Ik heb kunnen vaststellen dat mevrouw de scootmobiel na een kleine herinrichting prima in de eigen woning kan stallen. Bovendien zijn er mogelijkheden om het ding buiten te parkeren. Dat dit bij u slechts op bezwaren van financiële aard stuit, valt buiten de verantwoordelijkheid van de VVE en die hoeft daar dus ook geen rekening mee te houden. Wel moet de VVE maatregelen nemen om beschadiging van de lift te voorkomen. Mevrouw Kolijn vreest nu terecht dat ze daar straks ook op aangesproken wordt als ze enigszins onhandig manoeuvreert. Dit is mijn uitspraak en zo zit het’. Het gezicht van Kolijn en dat van haar bepaald niet op het mondje gevallen dochter stonden ondertussen op onweer. De bestuursleden reageerden echter opgetogen op de uitspraak, wat ze bekrachtigden met een stevige high five. Dat overwinningsgebaar viel niet bepaald in goede orde bij het kijkersvolk. Facebook en Twitter ontploften zowat. ‘Die twee heksen van Loevestein zijn een reminder om nooit in een koopappartement met VvE te gaan wonen', concludeert ene Wilma. Kijker Carola vindt het jammer dat 'de Gestapo' gelijk kreeg en een ander vindt de high five 'echt onder de gordel'. En dat waren dan nog de meest milde reacties. Zelden oogstte een uitspraak van Mr John Reid zoveel kritiek. Het gevolg is dat Kolijn de enige hobbykamer in het appartement nu moet opofferen en moet ombouwen tot een stallingsplek voor haar karretje. Met ‘de mogelijkheid om buiten te parkeren’ doelde Reid op een zogeheten scootmobielparkeerbox, waar volgens een gebruiker een prijskaartje hangt van 3500 euro (op jaarbasis neem ik aan). Zo’n parkeerbox neemt een volledige parkeerplaats in, aan de veiligheid kan ook getwijfeld worden, en bovendien moet de gemeente daar nog eens expliciet toestemming voor geven. Allemaal zaken waar Mr John Reid, die na de uitspraak vrolijk weg reed in zijn dure automobiel, geen rekening mee had gehouden bij het schrijven van zijn vonnis. Kort voor die uitspraak nodige zijn side-kick, de immer begripvolle Jetske van den Elsen, de kijkers nog eens op burenproblemen aan de Rijdende Rechter voor te leggen, want zo sprak ze wervend ‘wij lossen het graag voor u op!’. In dit Trumptijdperk kan die uitspraak gerust betiteld worden als nepnieuws, want De Rijdende Rechter lost helemaal niets op. De vaste volgers van dit programma weten wel beter. Hij zorgt niet zelden juist voor extra wrevel. Huize Loevestein ontpopt zich als Slot Loevestein voor Kolijn, en niemand hoeft gek op te kijken als ze zo snel mogelijk naar een buurt verhuist waar waarden als naastenliefde en empathie nog wel in zwang zijn.

Ongetwijfeld zal niet alleen Mr. Reid maar de gehele maatschappij veel vaker met dit soort botsende boosters te maken krijgen. Momenteel zijn er al 300.000 scootmobiels in omloop en naar verwachting zijn dat er in 2020 al 600.000, de prijs die we betalen voor het langer thuis laten wonen van ouderen en mobiel beperkte medeburgers, zoals de verschillende kabinetten Rutte hebben nagestreefd . Vreemd dat koning Willem-Alexander, die wel zo snel de mond vol had van participatiemaatschappij, de vraag ‘Waar laten we onze scootmobiels?’ in zijn troonrede nog niet aan de orde heeft gesteld.

Als ik naar ‘mijn’ eigen appartementencomplex Marktstede in Roosendaal kijk, moet ik constateren dat ook hier de situatie binnenkort urgent wordt. Vrijwel alle interne ‘parkeerplekken’ voor scootmobiels zijn reeds vergeven en als ‘we’ in de pas lopen met de landelijke ontwikkeling, zal in 2020 ook in dit hartje Roosendaal sprake zijn van botsende boosters. Voor Parkeerboxen is in de naaste omgeving (lees = het Emile van Loonpark) geen ruimte, de woningen zijn logistiek niet bereikbaar met een scootmobiel (moet je hier ook niet willen) en gewoon buiten weg zetten (op de Markt) is natuurlijk helemaal geen optie. De enige oplossing is een aanbouw, waar in  het Emile van Loonpark ter hoogte van het vroegere groepscontainerhok wel volop ruimte voor is. Woningbedrijf AlleeWonen heeft op een eerdere suggestie van mij in deze richting helaas nog geen enkele reactie gegeven. Om dit te realiseren is het woningbedrijf afhankelijk van de gemeente. Ik roep beide partijen daarom nogmaals op om snel rond de tafel te zitten. Marktstede mag daarbij niet het enige gespreksonderwerp zijn, dit probleem speelt uiteraard ook in andere appartementencomplexen. Maatwerk is in alle gevallen geboden. 


Zondag 18 februari 2018

WAT GEBEURT ALS HET PUBLIEK DE VOORSTELLING OVERNEEMT

Met zijn eerste solovoorstelling ‘Erg Heel’ heeft Stefano Keizers de nodige verwarring weten te zaaien in het beroepsgilde der recensenten. Is hier sprake van gekte of genialiteit? De meningen zijn verdeeld, en dat is op zich natuurlijk al een mooie verdienste voor een beginnend cabaretier.  Keizers, niet zijn echte naam (hij legt precies uit hoe dat zit), heeft voor deze productie alle bestaande theaterconventies overhoop gehaald. Dat is erg dapper, maar er kleeft ook een groot risico aan. Hij vertrouwt heel sterk op de welwillende medewerking van het publiek. Dat kan bij de ‘opkomst’ al helemaal verkeerd uitpakken.  Zaterdag in De Kring hoefde hij zich over de publieksparticipatie geen zorgen te maken. Als voice-over liet hij weten vanwege zijn precaire situatie slechts met hulp van iemand uit het publiek zijn opwachting te kunnen maken.

Bezoekers op de eerste rijen keken elkaar even vertwijfeld aan, maar na enkele seconden maakte zich uit het duister een zekere Mieke los, die best bereid was om de handjes even voor Keizers uit de mouwen te steken. Vastgebonden op een geïmproviseerde brancard maakt hij al liggend uiteindelijk zijn entree. Mieke is best bereid om hem ook nog even overeind te helpen, maar daar ontberen haar helpende handjes toch de nodige spierkracht voor. Niet getreurd, op de eerste rij zit een potige dame van middelbare dame die haar schroom snel van zich afwerpt en als het ad-hoc duo M & M weten de dames Keizers eensgezind in staande positie te brengen. Met een overduidelijke articulatie –een zeldzaam genoegen in het theater tegenwoordig- neemt hij alle tijd om zich voor te stellen en de hoogtepunten uit zijn korte levensloop te belichten. 

Zo vertelt hij dat Stefano Keizers de artiestennaam is van Gover Meit, die een achtergrond heeft als audiovisueel kunstenaar en in 2016 de Wim Sonneveldprijs won op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Om zijn deelname zo lang mogelijk voor zijn moeder verborgen te houden –zijn presentatie moest voor haar een grote verrassing worden- bediende hij zich van de naam Stefano Keizers en omdat dit heel wat beter klinkt dan Gover Meit, besloot hij het maar zo te laten. Bij het grote publiek is hij vooral bekend vanwege zijn deelname aan het televisieprogramma De Slimste Mens, waarin hij de finale haalde.
Na deze boeiende introductie probeerde hij het publiek in een dusdanige trance te brengen dat ze zich lieten verlijden om het lichaam van hun buurvrouw tot in de kleinste details te verkennen. Uit een eerdere recensie heb ik begrepen dat hij ook nog waterpistolen uitdeelde met de opdracht hem te benatten.  Dat onderdeel is vanwege de complexiteit waarschijnlijk geschrapt en dus bleef het in dat opzicht geheel droog in De Kring. Na amper drie kwartier spel concludeert hij dat dit wel een mooi moment is voor de pauze. Wie daar geen behoefte aan heeft, biedt hij een alternatief.  Gedurende de 25 minuten, die doorgaans voor deze interval staan, zingt hij met onvervalst kraaiengeluid een ondefinieerbaar repertoire de koffietijd vol. De meeste aanwezigen verlaten direct de zaal, een klein gedeelte benut dit onverwachte pauzenummer om vanuit alle rangen en standen ‘selfies’ te maken met Stefano Keizers als lijdend voorwerp. Sommige meisjes durven daarin best redelijk ver te gaan. Elders kwam een gedeelte van het publiek niet meer terug, in Roosendaal valt de schade mee. Waarschijnlijk uit pure cultuurhonger na twee weken van gedwongen leut, sluiten de rijen zich na die 25 minuten weer. Als het licht dooft, hervat de cabaretier zijn ontregelende activiteiten. Een meisje en een wat oudere heer met brilletje dreigt hij met uitspattingen van fysieke aard,  wat heel sterk aan een oude act van Youp van ’t Hek doet denken.  Het toeval wil dat Keizers De Kring deze avond deelt met de songfestivalmeisjes van OG3NE. Hij bedenkt ter plaatse dat minstens vijf toeschouwers het best leuk zullen vinden om een kijkje te nemen in hun kleedkamer en die krijgen van hem dan ook prompt een rondleiding backstage aangeboden. De achterblijvers laat hij in tussentijd genieten van een videoband met een optreden van …inderdaad… Youp van ’t Hek. Zodoende krijgen de nestblijvers dezelfde act nog eens voorgeschoteld, met dien verstande dat er om Youp wel wordt gelachen. Eenmaal terug op het podium begint hij een oersaaie verhandeling over Marlène Dietrich, waarbij Erben Wennemars verbleekt,  die al snel door zijn eigen entourage wordt gesaboteerd. In het aansluitende vragenuurtje wordt hij aan de tand gevoeld over zijn meest gelukkige momenten en de bezigheden van zijn twee broers. De gerezen vragen, allemaal afkomstig van meisjes, worden met geduld en uitgebreid van een antwoord voorzien. Voor de slotact heeft hij exact dertien vrijwilligers nodig. Dat aantal wordt bij lange na niet gehaald, maar flexibel als hij is, denkt Keizers dat het met zeven toeschouwers (zes vrouwen, een man)  ook wel zal lukken. Zelf is hij uiteraard het middelpunt van het sketchje, maar zodra hij het podium her betreedt, zijgt de hoofdrolspeler ter aarde, om vervolgens geen vin meer te verroeren.

Dan is het aan de ad-hoc ‘magnificent seven’ om een eind aan de voorstelling te brouwen. Zoals het Kringpubliek betaamt, houden ze het netjes. Na wat aarzelingen wordt het ‘ontzielde lichaam’ van Keizers weer op de brancard gehesen en netjes afgevoerd achter de coulissen. Ze incasseren daarna de hen toegezegde beloning voor hun bereidwillige medewerking en de voorstelling gaat als een nachtkaarsje uit. Op zo’n moment vraag je je als ondeugende recensent toch af wat Keizers ondernomen zou hebben als een der vrijwilligers de schaar ter hand had genomen met de intentie hem van zijn fraaie haardos te ontdoen. Hoe lang was het ‘lijk Keizers’ dan nog in zijn rol gebleven? En wat zou er gebeurd zijn indien enkele wellustige dames het sprookje over de keizer die geen kleren droeg wel eens realiteit wilden zien worden? Jammer dat er achteraf geen vragenuurtje was. Deze voorstelling verdient een nabespreking. Zou hij bij voorbeeld een plan B hebben indien bij de toeschouwers iedere vorm van bereidwillige medewerking zou ontbreken. Zulke avonden heb je immers ook! Een collega-recensent sprak de verwachting uit dat deze dwarsligger nog veel betere voorstellingen gaat maken. Zo denk ik er ook over, maar aan de andere kant heb ik heel wat vergelijkbare talenten gezien bij wie het bij één kennismaking is gebleven. Het vak van cabaretier is immers net zo onvoorspelbaar en onzeker als dat van een voetbaltrainer.

Stefano Keizers – Erg Heel. Meebeleefd door Jaap Pleij op zaterdag 17 februari op de eerste rij van de kleine zaal.    


Vrijdag 16 februari 2018

WAT IS DE BESTEMMING VAN VERVALLEN PAND "DE KROEVEN"?

Hoewel de tekst op het pand de indruk wekt dat hier nog steeds Autobedrijf De Kroeven is gevestigd, is er al jaren sprake van leegstand op dit stukje Laan van Brabant.  Een zelfstandige ondernemer die plannen had om hier een kringloopwinkel in te vestigen zag dit voornemen gedwarsboomd door de vondst van asbest in het toen al vervallen pand.  Niet veel later liet hij het oog vallen op een winkelvoorziening  aan de Dr. Braberstraat, waar voorheen een goedkope kledingwinkel in zat, maar door gebrek aan medewerking van overheidswege,  onder meer van ‘onze befaamde’ binnenstadsdirectie, week hij uiteindelijk uit naar het V&V-terrein aan het Majoppeveld.
De bouwval waar in een grijs verleden Autobedrijf de Kroeven actief was, staat intussen nog steeds leeg. Het parkeerterreintje is nog wel in gebruik, waarschijnlijk door automobilisten die op deze manier de betaald parkeerplekken vermijden.  De PVC vraagt zich af –en nu dus ook aan het College van B&W- hoe het gemeentebestuur de ‘toekomst’ ziet van het pand en de onderliggende grond. Het is niet bepaald een visitekaartje voor degenen die via de Kroevenpoort de stad binnen komen.  de vragen die de PVC op korte tijd beantwoord wil zien, zijn de volgende:
Wie is de eigenaar van de bouwval en de onderliggende grond?
Hoe is het asbestprobleem destijds opgelost?
Heeft het College stappen ondernemen om een nieuwe bestemming voor deze plek te vinden?
Zo ja, wat is daar uit gekomen? Zo nee, waarom niet?  
Welke stappen gaan er nu op korte termijn genomen worden om de Roosendaalse binnenstad te verlossen van dit ontsierende ‘cultuurgoed’? 


Donderdag 15 februari 2018

GEBRUIKERS PREFEREREN "FAKKEL" ALS CULTUURHUIS

Als het aan de stichting we all Care 4 You ligt, wordt school De Fakkel aan de Voorstraat het nieuwe Cultuurhuis van Roosendaal. In een gesprek met de politiek heeft de stichting aangegeven dat  meerdere verenigingen, stichtingen, vrijwilligersorganisaties op zoek zijn naar een pand in de gemeente Roosendaal, zoals de Roosendaalse Heemkundekring, modelspoorvereniging Post B, eerste Roosendaalse Smalfilm& video amateurs Ersa, vijf theaterverenigingen ( Tiuri, Driemaal Plankenkoorts, Jong!, Respect, Plank), Voedselbank Goed Ontmoet, Astrid Helpt!, Zelfregiecentrum. Nu projectontwikkelaars hun begerige ogen in toenemende mate laten vallen op gemeentelijke panden die in de verkoop zijn gedaan, wordt repetitie- en verblijfsruimte een schaars goed. 
Het voorstel van we all Care For You was om deze verenigingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties onder een dak te plaatsen. Er komen volgens de stichting twee schoolgebouwen vrij in de zomervakantie: De Sponder aan de Flaviadonk en De Fakkel aan de Voorstraat. Zoals afgesproken heeft We All Care 4 You onderzocht of deze verenigingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties zich bij dit initiatief kunnen en willen aansluiten, en mee willen denken over een plan van aanpak. ‘Alle bovengenoemde verenigingen en stichtingen zien een meerwaarde om gezamenlijk gebruik te maken van een pand. Wij kunnen elkaar ondersteuning geven waar nodig’, aldus de stichting. De Sponder is echter te klein bevonden om alle verenigingen en stichtingen onder een dak te brengen. Daarom gaat de voorkeur uit naar De Fakkel die wel aan deze voorwaarde voldoet. De herhuisvesting werd een acuut probleem toen bekend werd dat de gebruikers Mariadal op korte termijn dienen te verlaten. In een gesprek met Pleijdooi voor Cultuur (PVC) heeft wethouder Toine Theunis onomwondelijk laten weten dat het vroegere Essentcomplex op het Kadeplein definitief wordt verkocht aan een marktpartij. Als mogelijk alternatief noemde hij toen het leegstaande Zinc-gebouw aan de Molenstraat. Kerken die leeg komen wanneer het Bisdom Breda besluit welke kerk als enige parochiekerk doorgaat –een besluit dat naar verwachting in november dit jaar wordt genomen- is in de ogen van Theunis ook een alternatief. Voorzitter Ruud Scheidel van de ERSA liet bij de eerste filmvoorstelling in Mariadal over de Hurkspanden echter weten daar geen gat in te zien. ‘Een kerk is in wezen een grote ruimte. Scholen zijn daarvoor gezien de klassikale indeling veel beter geschikt’, oordeelde hij toen. Scheidel zal zich dus ongetwijfeld kunnen vinden in De Fakkel als nieuw onderkomen. Pleijdooi Voor Cultuur zou het echter toejuichen indien Theunis eerst serieus werk gaat maken van het Zinc-gebouw. ‘Dan verandert het culturele cirkeltje dat nu wordt gevormd door museum Tongerlohuys en De kring in een cultureel vierkant. Met het Theaterhuis en straks wellicht de nieuwe City-bioscoop op een nieuwbouwlocatie aan de Nieuwstraat heeft Roosendaal dan een mooi cultureel cluster in de binnenstad. Dat verdient altijd de voorkeur boven verspreiding en versnippering. Ik zal bij Toine Theunis informeren naar de actuele stand van zaken’, aldus lijsttrekker Jaap Pleij van het PVC. 


Zondag 11 februari 2018

STUDIO SPORT OUWEHOERT WINTERSPELEN NU AL KAPOT

Met de start van de Olympische Spelen is tevens een bekende ergernis teruggekeerd: de wijze waarop Studio Sport meent het evenement te moeten verslaan. Het lijkt erop dat de redactie van dit ‘sport’programma zich wederom ten doel heeft gesteld de kijker zoveel mogelijk lastig te vallen met nietszeggende interviewtjes en randreportages. Gelukkig biedt Eurosport een prima initiatief. Terwijl Dione de Graaf op zondagmorgen rustig door kwebbelde met de oersaaie ‘analyticus’ Werben Overmars over de gouden plak van Sven Kramer op de vijf kilometer was Eurosport zo verstandig om de kijkers de derde helft van de uitermate spannende ijshockeymatch tussen de vrouwen van Finland en Amerika rechtstreeks mee te laten beleven. 
Er is bij eerdere grote sportevenementen al breed gedragen kritiek geuit op de aanpak van de NOS, maar daar lijkt de linkse staatsomroep zich helemaal niets van aangetrokken te hebben. Er heerst daar kennelijk een tunnelvisievirus waar geen enkel geluid van buitenaf tot doordringt. Het is natuurlijk sowieso al onbegrijpelijk dat de NOS ook maar  een eurostuiver aan dit evenement spendeert. Bij vrijwel iedereen in Nederland zit Eurosport standaard in het pakket, en omdat deze zender alles uitzendt wat ook Nederlanders boeit,  is deze kostbare overlapping een zuiver geval van pure geldverspilling, en het is ronduit onbegrijpelijk dat de rijksoverheid deze zinloze verkwisting van belastinggeld zomaar laat passeren. Daar komt nog bij dat de journalistieke aanpak van Eurosport veel aantrekkelijker en publiekvriendelijker is dan het constante gebazel van Studio Sport. Voor (rechtstreekse) beelden van de Australian Open waren de Nederlandse tennisliefhebbers geheel aangewezen op deze commerciële zender, en ik heb niet de indruk dat zij de totale afwezigheid van de NOS hierbij als een gemis hebben ervaren.


Zaterdag 10 februari 2018

PVC GAAT VERKIEZINGEN IN ONDER LIJST 10

In een openbare zitting die amper vijf minuten in beslag nam, heeft het centraal stembureau vrijdagmiddag in aanwezigheid van burgemeester Jacques Niederer de partijen bekend gemaakt die op 21 maart gaan strijden voor de zetels in de gemeenteraad. Zoals ik al eerder kon melden, hebben de meerderjarige ingezetenen van de gemeente Roosendaal de keuze uit elf partijen. Dat is één minder dan in 2014. Toen deed ook de partij PEP (Praktisch en Pragmatisch) mee. Er zijn geen nieuwkomers aan het front verschenen. De PVV, Leefbaar Roosendaal en de Partij voor de Dieren haakten al in een vroeg stadium af.
Bij de bekendmaking van de lijstvolgorde ging het maar om één vraag, welke nummers zouden de ChristenUnie en Pleijdooi Voor Cultuur (PVC)  toegewezen krijgen? De volgorde van de reeds in de raad vertegenwoordigde partijen stond bij voorbaat al vast. Alsof het een Champions League-wedstrijd betrof, werd die enige vraag bij loting beslist. De PVC kreeg lijst 10 toegewezen, de CU nummer 11.
De volledige lijst van deelnemende partijen ziet er als volgt uit:
Roosendaalse Lijst – Toine Theunis
CDA                        - Robert Breedveld
SP                           - Adrienne Maas
VLP                         - Arwen van Gestel
VVD                        - Cees Lok
D66                         - Alex Raggers
PvdA                       - Michael Yap
Nieuwe Democraten  - Ton Schijvenaars
GroenLinks                 - Klaartje Koenraad
PVC                     - Jaap Pleij
CU                       - Karen Suijkerbuijk-Ader


Donderdag 8 februari 2018

HURKSKOEKJE GESERVEERD BIJ FILMVOORSTELLING ERSA

Jan Walraven en Loes Langerak beleefden woensdagmiddag een Aha-erlebnis in de filmzaal van ERSA in Mariadal. Ruim dertig jaar organiseerde dit ondernemende echtpaar kleinschalige concerten in hun gezellige theatertje In Den Wouwdfluit in Wouw. Het zogeheten In Den Wouwdfluit-koekje, dat vooraf bij de koffie werd geserveerd, was al die jaren een vast ingredient bij die concertreeks. Het theater dient nu alleen nog als trouwlocatie. Ongetwijfeld tot hun aangename verrassing kregen ze net als iedere bezoeker in de pauze van de filmvoorstelling een onvervalst Hurkskoekje aangeboden. Leuk om die typische Hurksvorm verwerkt in koekvorm even goed in je op te nemen alvorens de tanden hun vernietigende werking doen. Voorzitter Ruud Scheidel van de ERSA was in zijn nopjes met de relatief hoge opkomst, voor een groot deel bestaande uit leden van het Hurks-genootschap. 

Over de toekomst van dit onderkomen verkeert hij net als de heemkundekring  en de spoormodelvereniging nog in het ongewisse. Zoals bekend moeten de huidige gebruikers van Mariadal in de naaste toekomst plaats maken voor de bouw van appartementen. ‘Het liefst zouden wij vier van die appartementen zonder bebouwing aanschaffen, maar zo zit de wereld helaas niet in elkaar’, glimlachte hij enigszins berustend. De verantwoordelijk wethouder Toine Theunis heeft toegezegd zich in te spannen voor een nieuwe huisvesting. Daar heeft Scheidel echter geen al te hoge verwachtingen van. ‘Een inspanningsverplichting heeft helaas geen juridische lading. Ik vrees dat we net als de vorige keer, toen we vanuit de vroegere LTS-school naar Mariadal verhuisden, zelf op zoek moeten gaan.  Theunis is hier wel langs geweest, maar zuiver ter oriëntatie. Van een toezegging is nog geen enkele sprake’. Theunis heeft in een gesprek met de PVC laten weten dat hij vooral denkt in de richting van kerken die leeg komen te staan als het bisdom in november dit jaar dan eindelijk de enige parochiekerk voor Roosendaal aanwijst. Scheidel ziet daar niet zoveel in. ‘Kerkgebouwen bestaan uit een grote lege ruimte. Leegstaande scholen lijken me gezien de lokaalindeling veel geschikter’.    
 
Na wat technische haperingen kon de filmvoorstelling van start gaan. De vertoonde films belichten woningen uit onder meer de Ludwigstraat en de Brugstraat zien en de Josephkerk en de kerk bij het Liesbosch. Hoe verschillend ook, de hand van architect Hurks (1890-1978) is in alle bouwwerken duidelijk te herkennen. Het publiek kreeg zowel de buitenkant als het interieur te zien. Janine Verster van museum Tongerlohuys wees er nog eens op dat deze filmvoorstellingen (eind februari wordt dit nog eens herhaald) onderdeel zijn van een groot Hurks-project ter gelegenheid van zijn veertigste sterfdag. In het museum loopt de Hurks-expositie nog een tijdje door, er komen later dit jaar fiets- en wandeltochten die de deelnemers langs typische Hurks-bouwwerken voeren, en op initiatief van DrieMaalPlankenkoorts zijn er dit jaar theatervoorstellingen op locatie te beleven. Een grote rol in de filmvoorstelling is weggelegd voor voorzitter H. Groenewegen van het Hurks-genootschap. Zelf bewoont hij het imposante hoekhuis nr 2 in de Ludwigstraat, net als andere bewoners die op het witte doek aan het woord komen, vertelde hij in geuren en kleuren wat de voor- maar ook de nadelen zijn van het wonen in een rijksmonument, wat bij de meeste Hurks-bouwwerken het geval is. de indrukwekkende trapportalen en het  overvloedige gebruik van glas-in-lood zorgen ervoor dat velen er trots op zijn in een Hurks-pand te mogen wonen.


Bezitters van een smartphone kunnen in het jaarboek van De Ghulden Roos via de app Layar een aantal foto’s scannen. Zo komen zij terecht bij een kort filmpje over Hurks of zijn gebouwen. Het jaarboek spitst zich dit jaar geheel toe op de Amsterdamse School in het bijzonder op architect Jacques Hurks.  
Het Tongerlohuys besteedt uitgebreid aandacht aan de periode dat Hurks bouwde in stijl van de Amsterdamse School. Deze stroming in de architectuur vol maatschappelijke idealen maakte gebruik van beeldende en speelse indelingen.  Deze vormgeving kenmerkt de architectuur van Hurks tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Versieringen in de bakstenen muren en betonnen accenten karakteriseren de bouwkunst van Hurks. Bij het ontwerpen van de gevels en glas-in-loodramen ramen laat Hurks de horizontale lijnen domineren. De ramen in de gevels zien er vaak uit als een ladder met sporten. Daken, ramen en deurportalen bezitten vaak de boogvorm van een parabool. In het interieur van de huizen en kerken vallen Hurks vele specifieke ontwerpen op. In de woningen zien we mooi vormgegeven trappenhuizen en bijpassende lampen. De schouwen achter de haarden zijn bedekt met kleurige tegels in overeenstemming met de verdere inrichting. Zowel bij de huizen als bij de kerken liggen de vloertegels als kunstig geweven tapijten.


Zondag 4 februari 2018

"EIGENDOM NOG STEEDS GROOTSTE VLOEK VOLGENS MARX

Onder een metershoog portret van Karl Marx maakt een mompelende man aarzelend zijn opwachting. Na wat onsamenhangend gebral over ‘ik had eigenlijk zwemmen moeten leren’ loopt hij het op het podium van De Kring gezeten publiek met een brede lach tegemoet. ‘Goedenavond allemaal. Ik ben er weer’, luidt zijn wellevende begroeting.  Snel constateert hij dat nu meer in de belangstelling staat dan bij zijn begrafenis. ‘Daar waren slechts acht mensen bij aanwezig. Dezelfde mensen die de eerste druk van ‘Das Kapitaal’ hebben gekocht’.  Waarom hij nu tijdelijk terug op aarde is, wordt door zijn vertolker, de baardloze Frank Lammers, slechts mondjesmaat toegelicht. 
De mensheid is sinds zijn verscheiden niet wezenlijk veranderd. In zijn vorig leven tekende Marx op dat de mens constant bezig is de tak waarop hij zit aan de verkeerd kant af te zagen. Het kapitalisme maakt in zijn ogen ook nu nog een rechtvaardig en duurzaam leven op aarde onmogelijk. ‘Een samenleving die groeit in rijkdom zonder armoede te laten afnemen, moet verrot zijn tot in haar diepste kern’. Tweehonderd jaar na zijn geboorte in 1818 wekt Marx niet de indruk dat hij daar een positieve draai aan kan geven. ‘Kapitalisme is geen ideologie. Kapitalisme doemt automatisch op als de ideologieën failliet zijn gegaan. Ik wil u allen, waaronder ongetwijfeld veel kenners van mijn werk, een aantal prangende vragen voorleggen’, betrekt Lammers de circa tachtig aanwezigen bij zijn monoloog.  
‘Kun je Jezus de kruistochten verwijten?  In de naam van deze vredesprediker zijn miljoenen mensen op de meest afgrijselijke manieren afgeslacht. Kun je Nietsche de opkomst van het Nazisme verwijten?  Kun je Albert Einstein de uitvinding van de atoombom verwijten?’ Omdat een duidelijk reactie uitbleef – ach ja, try-out, hè- , gaf hij zelf het antwoord. ‘Het zijn de zelfbenoemde volgers die met hun oorspronkelijke ideeën aan de haal zijn gegaan. En er hun eigen draai aan hebben gegeven, uitsluitend met de bedoeling er zelf beter van te worden. Daarbij moet ik uiteraard bekennen dat uit naam van de marxistische bevrijding ook heel wat moorden zijn gepleegd. Het nadeel van ideologieën is dat ze meestal voor verschillende uitleg vatbaar zijn, waar dus grif misbruik van is gemaakt’. Het deed Marx goed dat hij deze avond op Roosendaalse bodem bijna terug was op de plek waar hij zijn Communistisch Manifest schreef en wereldkundig maakte. ‘In mijn geboorteland Duitsland was mijn positie als kritisch journalist onhoudbaar geworden. Een reportage over houtdiefstal werd me fataal. Tot in het begin van de jaren veertig was hout sprokkelen in het bos de gewoonste zaak van de wereld. Dat gold als een gewoonterecht van de arme boeren. De Pruisische overheid maakte daar van de ene- op de andere dag een einde aan. De belangen van private eigenaren ging voortaan boven die van de havelozen. Aan de rand van het bos werden afzettingen geplaatst, en zo waren de boeren afgesloten van hun enige energiebron. De tragedie van de mensheid in een notedop. ‘Eigendom’ is de bron van de ellende. Toen de eerste man het in zijn hoofd haalde om paaltjes te slaan in een stuk voorheen braakliggend stuk land en zei ‘dit is van mij’ maakten broederschap en solidariteit plaats voor hebzucht en afgunst. Dat is helaas nooit rechtgezet. Die vloek speelt ons keer op keer parten’. 
‘In Brussel, toen de meest liberale stad in West-Europa, was ik na een kortstondig verblijf in Parijs onder voorwaarden welkom. Zo moest ik beloven nooit meer een woord over politiek te schrijven. U weet inmiddels dat ik me daar niet bepaald aan heb gehouden. Het zal niemand verbazen dat de Belgische regering mij vriendelijk verzocht op te hoepelen, zodat ik weer in Parijs belandde. De arm van de Pruisische staat was echter lang en met het oog op de veiligheid van mijn gezin leek het me beter uit te wijken naar Engeland, waar ik later ook ben gestorven’. Frank Karl Lammers stond uitgebreid stil bij zijn relatie met Friedrich Engels, zonder wie hij het hoofd nooit boven water had weten te houden. ‘Het eerste gesprek dat ik met hem voerde, duurde ruim tien dagen. En toen waren we nog lang niet uitgepraat. Naast mijn lieve vrouw Jenny was hij de belangrijkste persoon in mijn leven. Nooit heeft hij me laten zakken of in de steek gelaten’. De nieuwe Marx wenst de mensheid vooral veel liefde toe. ‘Wellicht is woede over onrecht wel de mooiste vorm van liefde’, luidde zijn slotconclusie drie dagen voor de officiële première in Den Bosch. Deze tekst van regisseur Stefaan van Brabandt verdient nadere studie en het is te hopen dat het Zuidelijk Toneel dit deel uit de Filosofenmonologen op DVD gaat uitbrengen. Frank Lammers zette de herboren Marx neer als een cynisch- en de spot drijvend personage, dat het geloof in een betere wereld al lang verloren lijkt te hebben, maar tegen beter weten in blijft hopen op ‘Tomorrow Comes’ (Les Miserables). Onderwijl put hij troost uit een platvinkje sterke drank dat een vast rekwisiet is van zijn driedelige kostuum. De Marx-vertolking van Lammers is zeer de moeite waard, maar iets meer vuur en passie in zijn monoloog was de theaterbeleving zeker ten goede gekomen.


Frank Lammers speelt Marx – Try-out-voorstelling op zaterdag 3 februari, gezien door Jaap Pleij op het toneel van de grote zaal in De Kring. 


Zaterdag 3 februari 2018

NIEDERER VERWIJT BERGSE COLLEGA DAADKRACHT

Onbedoeld heeft burgemeester Jacques Niederer de afgelopen week weer eens bevestigd dat ‘passiviteit’ de officiële beleidslijn is van de gemeente Roosendaal.  Zijn Bergse collega Frank Petter voert al geruime tijd actie tegen de Belgische kerncentrale Doel. De eerste burger van Bergen op Zoom staat niet alleen in dat streven. De gemeenten Woensdrecht en Steenbergen hebben zich als meest nadere buur graag bij dat initiatief aangesloten. De wat noordelijker gelegen gemeenten houden nog liever de boot even af, tevergeefs heeft Petter hen regelmatig uitgenodigd om het front tegen Doel te versterken.  De affaire kwam afgelopen week weer eens aan de orde tijdens een overleg van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant in Oosterhout. Jacques Niederer noemde de opstelling van Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht contraproductief. 
‘Het verzwakt ons in de lijn om als Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant een front te vormen en als 26 gemeenten gezamenlijk op te trekken tegen Doel. Ik maak liever gebruik van de kracht van het getal’, zo liet hij in de media optekenen. Niederer ziet geen heil in de brief op hoge poten die Petter binnenkort naar de Belgische- en Vlaamse overheid wil sturen, waarin hij aandringt op de onmiddellijke sluiting van Doel. Als dat geen haalbare kaart is wil Bergen op Zoom dat de omringende gemeenten op Nederlandse bodem minstens inspraak krijgen in het vervolgproces.  Niederer betreurt het dat Petter zijn eigen actielijn hanteert en de andere West-Brabantse gemeenten oproept zich daarbij aan te sluiten. De Roosendaalse burgemeester sprak van een onverstandig besluit dat de bestuurlijke verhoudingen onnodig onder druk zet. De Belgen krijgen in zijn visie nu vanuit een regio twee verschillende signalen, waardoor het risico ontstaat dat de west-Brabantse buren tegen elkaar worden uitgespeeld. Een merkwaardig standpunt. Niederer vreest tweespalt en beseft kennelijk niet dat hij door nu op zo’n ongehoorde manier uit de school te klappen die tweespalt juist extra krachtig in de hand werkt. Ten onrechte wijst hij op een eerdere brief vanuit de Veiligheidsregio die heeft geleid tot een onderhoud met de toenmalige VVD-minister Schultz van Haegen.  Deze minister wist in Nederland al nauwelijks potten te breken en als ze de bezorgdheid van de Veiligheidsregio al heeft doorgebriefd naar haar Vlaamse- en Belgische collega’s  zal dat betoog niet veel indruk hebben gemaakt. Deze overheden hebben tenminste nog geen enkele gebaar gemaakt richting West-Brabant.  Het is dan ook volkomen logisch dat Petters, wiens geduld nu echt ten einde is, zelf actie gaat ondernemen.
De meerderheid van de aanwezige burgemeesters besloot tijdens dat overleg het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over nucleaire veiligheid niet te behandelen. Ze vinden het verstandiger het eerst goed te lezen en in april te behandelen. Als gewoon burger vraag je je dan af waarom ze dat niet voor de bewuste vergadering in Oosterhout hebben gedaan.  Desnoods hadden ze er nachtwerk van gemaakt. Nu gaan er weer onnodig bijna drie maanden overheen voordat de onderzoeksraad eindelijk eens daadkracht kan etaleren, wat natuurlijk nog maar afwachten is. De woede van burgemeester Ruud van den Belt van Steenbergen die mede namens Bergen op Zoom tevergeefs aandrong op bespreking van dat rapport is dan ook uitermate verklaarbaar. ‘Ik ben hierover teleurgesteld en ik zal die teleurstelling ook uitspreken richting alle mensen die zich zorgen maken over de veiligheid rond de kerncentrale’, hield hij het netjes. Het is te hopen dat die uiting van teleurstelling ook bij de Roosendaalse gemeenteraad landt en de 35 raadsleden beweegt een gezamenlijke motie van treurnis in te dienen. Als tweede grote gemeente in West-Brabant draagt Roosendaal een bijzondere verantwoordelijkheid, niet alleen ten opzien van de eigen burgers van maar voor de bevolking in de gehele regio. Ten opzichte van de giftreinen die dagelijks door de gehele regio denderen, heeft Roosendaal zich in bestuurlijk verband al van zijn meest lamlendige kant laten zien, het is triest dat aan het dossier Doel in het Roosendaalse Stadskantoor hetzelfde stempel kleeft.  ‘De burgers mogen best wat trotser zijn op hun stad’, papegaaide Niederer zichzelf weer eens na in zijn nieuwjaarstoespraak. Trots op wat? Dat vergat hij er wederom bij te zeggen. Nou in ieder geval niet op het gemeentebestuur, daar is in ieder geval geen enkele reden toe!!!!


Donderdag 1 februari 2018

FRANK LAMMERS KRUIPT IN DE HUID VAN KARL MARX

Kort voordat de leut in alle hevigheid losbarst, gunt directeur-bestuurder Jan-Hein Sloesen zijn reguliere publiek nog een serieuze voorstelling in De Kring. Drie dagen voor de officiële première (6 februari – Eindhoven) komt Frank Lammers, onder meer bekend van zijn filmrol als zeeheld Michiel de Ruyter en de Jumboreclames, naar Roosendaal voor een try-out-voorstelling over Karl Marx (1818-1883), de Duitser die dankzij  zijn boeken Het Kapitaal en het Communistisch Manifest wereldwijd beschouwd wordt als de grondlegger van het communisme.  Die term werd overigens pas later gemeengoed, na de lancering werd er nog louter gesproken van Marxisme. Via het ‘bolsjewisme’ kwam men uiteindelijk uit bij het communisme.
Marx is een voorstelling van filosoof/theatermaker Stefaan Van Brabandt in de filosofen-monologenreeks van Het Zuidelijk Toneel. Om meerdere reden ben ik uitermate geïnteresseerd in dit solo-optreden van die op tv zo vrolijke maar wat sneue familieman. Indien Lammers – en daar twijfel ik eerlijk gezegd geen moment aan-  dit legendarische personage geloofwaardig weet te vertolken, moet hij haast ook wel geknipt zijn voor de rol van Koning Willem III in mijn eerste avondvullende toneelstuk ‘Koning Willem III en het verdwenen kistje van kroonprins Alexander’.  Ik zal Lammers daar na afloop zeker op aanspreken.  Hoewel de voorstelling op zaterdag 3 februari (aanvang 20.00 uur) in de grote zaal staat geprogrammeerd, geldt deze avond het ‘vrij zitten’ protocol. Het is namelijk een zogeheten ‘publiek-op-het-toneel-voorstelling.
 
In een interview heeft Lammers laten weten dat de monoloog vooral draait om de vraag of en in hoeverre het gedachtengoed van Marx nog in te passen valt in de hedendaagse samenleving. ‘Ik ben er niet op uit hem te verdedigen. Met dat marxisme kunnen we niks meer, dat lijkt me wel duidelijk. Maar het is met Das Kapital als met meer boeken, de Bijbel, de Koran, het is niet het boek, maar de interpretatie die het tot iets naars maakt. Dat kun je dus ook Marx niet kwalijk nemen’. Voor een acteur lijkt er geen dankbaarder personage dan Marx te bestaan. Geen filosoof voor of na hem heeft zoveel verdeeldheid gezaaid. Afhankelijk van de interpretatie van zijn opvattingen is hij vervloekt, aanbeden, uitgespuwd en op handen gedragen. Net als ik bij mijn uit 2009 daterende monoloog over de eerste ‘Nederlandse’ koning Lodewijk-Napoleon heb gedaan, kijkt Marx in deze productie terug op zijn erfenis. Maar dan wel met de ogen van nu. Omdat we nu net als in 1848, toen Marx zijn communistisch manifest wereldkundig maakte, leven in een tijd van onzekerheid en alsmaar groeiende ongelijkheid – de rijken worden steeds rijker, terwijl de armen er op achteruit blijven gaan-  steekt Frank ‘Marx’ Lammers een kritisch en gloedvol pleidooi af voor vrijheid en menselijke waardigheid. Regisseur Stefaan van Brabandt heeft bewust gezocht naar een combinatie van ‘theater, honger naar kennis en een gezonde portie verwondering’.  Lammers stelde in dat zelfde interview dat Marx los van het onheil dat zich onder de vlag van het communisme in Rusland, China, Noord-Vietnam, Cambodja en Cuba afspeelde en nog in Noord-Korea gangbaar is, zeker ook oog had voor medemenselijkheid. Bovendien waarschuwde hij al voor de concentratie van het geld bij multinationals. Omdat ze in het land van herkomst nauwelijks belasting hoeven te betallen, kunnen miljardairs als Mark Zuckenberg en Bill Gates zich ontpoppen als zelfbenoemde weldoeners. Het zou natuurlijk veel beter zijn als nationale regering die uitgaven bepalen.  Met deze monoloog begeeft Lammers zich op voor hem onontgonnen terrein. Nooit eerder waagde hij zich serieus aan dit genre. Met afschuw denkt hij nog terug aan een aarzelende poging als leerling van de toneelschool.  Het ging zo verschrikkelijk mis dat hij het publiek de goede raad gaf om maar een borrel te gaan drinken. Een advies waar door de toehoorders –opgelucht dat ze bevrijd waren van deze martelgang- massaal gevolg aan werd gegeven.  Aanvankelijk wilde Van Brabandt  zijn tanden zetten in een monoloog van de Deense theoloog Kierkegaard. Een bevriende relatie bracht hem echter op andere gedachten.  Hij was het die de regisseur wees op het huidige leven na de grootste economische crisis sinds tijden en de toenemende ongelijkheid die daarmee gepaard gaat. Ondanks zijn status in bepaalde kringen leidde Marx lange tijd het leven van een vluchteling. Hij voelde zich constant opgejaagd door de heersende orde en dat kwam zijn humeur binnen de familiekring niet bepaald ten goede. Het is daarnaast ook nog eens tweehonderd jaar geleden dat de grondlegger van het communisme het levenslicht zag. Alle reden dus om er zaterdag eens goed voor te gaan zitten in De Kring. Na dit zuur komt dan heel snel het zoet van het carnavalsgedruis.