Donderdag 31 oktober 2019

HET LOOPT OP ROLLETJES IN CULTUURHUIS BOVENDONK

Maandagmiddag. Het is de dag na de presentatie van de speciale uitgave van het Heemkundeblad dat geheel is gewijd aan ’75 jaar bevrijding Roosendaal’. Na die door Jef Rademakers opgeluisterde bijeenkomst in de galerie van De Kring wacht nu het zware werk. Alle leden van de heemkundekring hebben de gebundelde verhalen deze week thuisgestuurd gekregen en dat was dus (voor het eerst?) vanuit Bovendonk aanpakken geblazen voor de bestuursleden en medewerkers die twee keer per jaar met de verzending zijn belast. Maar dat is lang niet het enige front waarlangs gezwoegd wordt in het Cultuurhuis Bovendonk. Huismeester Ton Harmsen ziet al dat gesjouw met genoegen aan. ‘Het levende bewijs dat de heemkundigen niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk de schouders er onder zetten. Aanstaande zaterdag is het open huis in het gedeelte van heemkundekring De Vrijheit van Rosendaele en logischerwijs willen ze zo goed mogelijk voor de dag komen’.  Op ontspannen wijze leidt Ton mij rond in het immense gebouw waar eens zoveel (oud)Roosendalers onderwijs hebben genoten.

Hij roemt allereerst de samenwerking met de gemeente. ‘De eerste doelstelling was om het gebouw zo spoedig mogelijk schoon en veilig op te leveren. De gemeente is alle afspraken, ook met betrekking tot het leveren van de benodigde materialen, keurig nagekomen. Maar het helpt natuurlijk wel dat er vroegere bestuurlijke zwaargewichten als oud-burgemeester Michael Marijnen en oud-wethouder Leo de Jaeger zitting hebben in het bestuur. Zij weten precies waar ze moeten zijn in het gemeentehuis en samen met voorzitter Geert van der Horst, secretaris Peter van ’t Hof, penningmeester Albert Rommens en bestuurslid Wim van de Bergh vormen ze een homogeen geheel’. Inmiddels hebben vrijwel alle verenigingen die gehuisvest waren in het oude Essentgebouw, het kloostercomplex Mariadal en muziekschool deSuite de overstap naar Cultuurhuis Bovendonk gemaakt. ‘Met drie muziekverenigingen zijn we nog in onderhandeling en zoals bekend verhuist theaterbedrijf Tiuri niet mee. Die instelling neemt begin november zijn intrek in de galerieruimte van De Kring. Voor filmclub ERSA is er uiterlijk niet veel veranderd. Net als in Mariadal hebben ze hier de beschikking over een eigen filmzaal die echter ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt. Toneelverenigingen kunnen desgewenst in goed overleg hun voorstellingen in dit lokaal geven. De grote orkesten zijn aangewezen op de vroegere gymzaal en er is een van alle gemakken voorzien knutsellokaal. Als de podiumverenigingen dat willen, mogen ze op eigen kosten aanvullende akoestische voorzieningen aanbrengen, maar in de basis ziet het er al allemaal goed uit’. Ton is optimistisch gestemd dat de officiële opening zoals gepland in februari 2020 kan plaatsvinden. ‘Het programma moet nog helemaal worden ingevuld, maar het bestaat ongetwijfeld uit een officieel gedeelte en een open dag, en natuurlijk proberen we een aantal artistieke verrassingen in te bouwen’.  Het Cultuurhuis Bovendonk is neergezet voor de lange termijn. Er is een contract voor tien jaar afgesloten en alle partijen hebben momenteel al zo veel in het complex geïnvesteerd dat Ton zich niet kan voorstellen dat het na tien jaar einde oefening zal zijn. De komende maanden staan in het teken van het vervolmaken van de CV-installatie, de verwarming, een flinke lik verf hier en daar en er wordt over gedacht om het complex te voorzien van zonnepanelen. Een ander groot voordeel van Bovendonk is naast de weelderige ruimte waarover de verenigingen binnen kunnen beschikken de uitstekende parkeervoorzieningen.

‘Dat gaat om zeker tachtig parkeerplaatsen voor de auto, er staan volop fietsrekken en om de omwonenden zoveel mogelijk te ontzien komt er een zij-ingang waardoor de gebruikers het pand weer kunnen verlaten. Wat dat betreft is er dus wel sprake van éénrichtingsverkeer’, lacht Ton. Hij  verwacht dat het cultuurhuis straks elke dag van vroeg tot laat bevolkt is. ‘De meeste verenigingen zullen ongetwijfeld in de avonduren repeteren voor hun komende concerten en toneelvoorstellingen. Bestuursleden en mensen achter de schermen zijn hier waarschijnlijk overdag veelvuldig te vinden. Hoewel we streven naar een gastvrije uitstraling is het natuurlijk niet zo dat iedereen hier zo maar binnen kan lopen. Bezoekers moeten wel met een doel komen en ze dienen zich aan te melden bij de receptie of portier voor ze het gebouw in mogen. In de hal treffen ze dan de wegwijzer aan waarop alle lokalen staan aangegeven. Niemand kan hier kwijt lopen. Globaal is het de bedoeling dat de poort rond 23.00 uur gesloten wordt. Alle gebruikers hebben echter een eigen sleutel, dus dat zal in de praktijk soepeltjes verlopen, zo is de verwachting’.

Wie ook enorm in zijn sas is met de gang van zaken is cultuurwethouder Toine Theunis. Mede omdat hij het gevoel kreeg als de grote cultuurboeman te worden beschouwd toen onzekerheid over de toekomstige huisvesting  van de culturele instellingen de discussie nog volledig beheerste.  ‘Het proces wordt nu getrokken door een sterk bestuur en gelukkig steken ook de verenigingen hun enthousiasme niet onder stoelen of banken. Maar bovenal wordt er goed samengewerkt’. Voor Mariadal en het Essentgebouw zijn nieuwe woningbouwbestemmingen gevonden, waarbij aangetekend moet worden dat Mariadal in 2020 eerst nog een lange periode als tijdelijk Stadskantoor gaat functioneren. De toekomst van muziekschool deSuite is echter nog ongewis.   ‘Er loopt een evaluatie over deSuite. Dat is een paar jaar geleden al afgesproken en is nu natuurlijk zeer actueel. Het probleem met dit complex is dat de netto kosten zeer hoog zijn en jaarlijks een paar ton belopen. Een forse hap uit de cultuurbegroting dus en aangezien de meeste gebruikers van De Suite al in Bovendonk zitten of er nog naar toe gaan, neemt de leegstand alleen maar toe. Maar laten we de evaluatie afwachten. Het is voor muzikale uitvoeringen natuurlijk een doeltreffend gebouw maar als er weinig tot geen gebruik meer van wordt gemaakt, moeten we ons eens goed achter de oren krabben of het die inspanning wel waard is’, aldus Theunis die bij de sleuteloverdracht van Bovendonk sprak over ‘een droom van een cultuurhuis’.

Ruim 25 jaar nadat het voorgenomen verenigingsgebouw Den Deelder in De Kroeven door zijn voorganger en partijgenoot Jacqueline Chamuleau voortijdig moest worden afgeblazen, kan deze belofte alsnog worden nagekomen door de huidige RL-wethouder Toine Theunis en is die droom uiteindelijk in meerdere opzichten uitgekomen. Al spreekt hij nadrukkelijk van een cultuurhuis en niet van een verenigingsgebouw. Wellicht dat de nachtburgemeester van Rotterdam, Jules Deelder,  net als zijn dagcollega Aboutaleb recentelijk vanwege de installatie van burgemeester Han van Midden, toch nog te bewegen is om naar Roosendaal te komen om de officiële opening van dit in alle opzichten swingende cultuurgebouw op te luisteren met een paar krachtig gedeclameerde gedichten en een paar stevige jazznummers. ‘Den Deelder ‘(het delen van een gebouw) zou overigens geen verkeerde ondernaam zijn voor Cultuurhuis Bovendonk. Het is maar een idee! . 


Woensdag 30 oktober 2019

ZUS SCHOENMAKERS HAD GEEN TIJD OM DOOD TE GAAN

Het is niet het eerste waar je aan denkt bij een feestelijk samenzijn. Koen Schoenmakers benutte deze mogelijkheid wel om een mooie portretfoto te maken van zijn moeder Zus, want zo wilde ze het liefst herdacht worden. Met een stralende glimlach die zo kenmerkend was voor haar kleurrijke leven. ‘Kijk eens, ma, voor straks, voor je bidprentje’, zei Koen schertsend, maar ondertussen vurig hopend dat dit moment nog heel, heel lang mocht wegblijven.  Maar helaas, na een onbekommerd bezoek aan Intratuin had Zus voor de volgende dag een ziekenhuisbezoek in haar agenda staan. Een routineonderzoek, zo dacht ze, maar dat pakte triest genoeg heel anders uit. Deze keer kwam onomstotelijk aan het licht dat de situatie onomkeerbaar was. Net als een tijdje terug gaf ze aan dat ze het goed vond zo. Hoewel hij uiterst goed gebekt is, zo bleek dinsdag eens te meer tijdens de wel heel bijzondere uitvaartdienst in de O.L. Vrouwekerk, kon Koen daar nu helaas weinig tegen in brengen.
In een eerdere situatie lukte dat wel. ‘Toen ik haar opzocht, en ze over haar naderende dood begon te praten, hield ik Ma voor dat haar tijd nog lang niet was gekomen. Kijk, Ma, er liggen zoveel leuke dagen in het verschiet, diverse verjaardagen en feesten, en pal daarna het carnaval met zijn vele hoogtepunten. Dat wil je toch allemaal niet missen?  Ze keek me wat vertwijfeld aan en vroeg zachtjes:  O nou, zal ik dan maar na het carnaval dood gaan? Dat is goed moeder, antwoordde ik, ga jij maar na het carnaval dood. Uiteraard was ik wel zo wijs om geen jaartal met haar af te spreken’. De ontroerende woorden van Koen, een combinatie van professionele presentatie en diepe gevoelens van verdriet, vormden een mooi slot van een uitvaartdienst, waarvan het laatste gedeelte geheel voor rekening kwam van de familie Schoenmakers zelf. Nadat de zonen Joost en Koen onder begeleiding van pastoor-emeritus Claude Covemaeker het gedachteniskruisje ‘In paradisum’ hadden weggebracht, sloot de laatste het kerkelijk deel van de dienst af, en verwoordde kleinzoon Joep aansluitend allereerst  de gevoelens van alle kleinkinderen. Hoewel Robert Long en Martine Bijl helaas ook niet meer onder ons zijn, hadden zij samen met Bill van Dijk en Simone Kleinsma toch een gevoelig aandeel in het geheel met hun wonderschone lied ‘Vanmorgen vloog ze nog’, dat ook nu weer een zachte landing maakte in de harten van alle aanwezigen.
Martine van de Kar, vaak vergeleken met de Britse legende Vera Lynn en daarom aangeduid als ‘the sweetheart van Roosendaal’, luisterde de uitvaart van echtgenoot Wim in 2005 op met ‘Mijn Stadje’, een stadslied dat menigeen vooral kent in de uitvoering van Jan Mol, die het in 2001 zelf zong in de St. Jan bij de uitvaart van zijn broer Toon. Nu was Martine wederom aanwezig en natuurlijk liet ze ‘Mijn Stadje’ opnieuw door het kerkgebouw galmen. De aanwezigen wisten aanvankelijk niet hoe te reageren. Sommigen gingen aarzelend staan, terwijl het lied door de gehele kerk steeds krachtiger werd meegezongen. Maar Martine deed beduidend meer om dit samenzijn tot een onvergetelijke gebeurtenis te maken. Gedurende de collecte nam ze het ‘Panis angelicus’ voor haar rekening, waarbij ze ogenschijnlijk moeiteloos reikte naar de hoogste registers van haar prachtige stem, en voor het door Claude Covemaeker uitgesproken slotwoord deed ze de gehele O.L.Vrouwekerk huiveren met een bloedstollende versie van het ‘Ave Maria’. Na vijf kwartier van mooie woorden en dito muziek was het dan echt tijd om afscheid te nemen met ‘Time to say goodbye’, natuurlijk in de uitvoering van Andrea Bocelli en Sara Brightman, de onbetwiste muze van Andrew Lloyd Webber. Na afloop was er nog een samenzijn in café De Veestallen, waar zoveel tastbare (Carnavals)herinneringen liggen voor de familie Schoenmakers en hun uitgebreide familie- en vriendenkring. Daar werd nog lang en uitgebreid nagepraat over de vrouw voor wie sleutels letterlijk geen enkel geheim herbergden.  Zoveel heeft ze er nagemaakt in de dierenwinkel aan de Molenstraat die de familie Schoenmakers tot een begrip maakte in Roosendaal. Het was definitief goed zo!  


Dinsdag 29 oktober 2019

LOGISCH DAT 'KANNIEWAARZIJN' VAN DE BUIS VERDWIJNT!

Zou Astrid Joosten echt niet weten waarom ‘haar’ programma ‘Kanniewaarzijn’ voorlopig geen vervolg is gegund, zoals ze vrijdag in Pauw stelde? Je hoeft maar één aflevering te bekijken om te weten waarom de verantwoordelijke beleidsmakers (veel te laat) tot dit besef zijn gekomen. Dit ‘kanniewaarzijn’ dacht ik na lang weerzien met Joosten & Co. 
Hoe is het mogelijk dat zo’n slecht programma al zo lang wordt uitgezonden? Het is absoluut niet leuk. ‘2 voor 12’ presenteert ze aardig, al haalt ze het lang niet bij de legendarische Joop Koopman, maar voor humor is Astrid Joosten geheel niet in de wieg gelegd.  Een paar jaar geleden reisde ze hoogstpersoonlijk af naar Rotterdam om Martin van de Waardenberg te vertellen dat hij te ‘oud’ bevonden is voor dit programma. Ook toen dacht ik al: dit kanniewaarzijn. Je leeftijdgenoot met een ijskoud gezicht mededelen dat hij vanwege zijn leeftijd is uitgerangeerd, terwijl je zelf doodleuk blijft zitten. Bovendien is ze niet de bedenkster van dit satirisch gedrocht, zoals het AD de lezers probeert wijs te maken. Deze formule werd voor het eerst gehanteerd in het VARA-programma ‘Hoe bestaat het’, wat later schaamteloos werd gekopieerd door KRO’s ‘Ook dat nog’.


Zondag 27 oktober 2019

JEF RADEMAKERS SPRAK OVER ZIJN LIEFDE VOOR DE DUITSERS

De presentatie van het speciale ‘oorlogsnummer’ van het heemkundeperiodiek werd zondagmiddag in de galerie van De Kring grotendeels ingevuld door Jef Rademakers. De kleurrijke oud-Roosendaler was een van de zes auteurs die een eervolle uitnodiging hadden ontvangen om aan de hand van onbekende dagboeken een indruk te geven van de gebeurtenissen rondom de bevrijding. Jef vertelt het verhaal van zijn opa, eveneens Jef (Josephus Cornelis Johannes) geheten, die als zoon van een binnenvaartschipper  op 20 september 1897 in Roosendaal ter wereld kwam. In 1922 trad deze Jef in het huwelijk met slagersdochter Net (Johanna Henrica Maria) van der Put. Het kersverse echtpaar opende diverse winkels op de adressen Molenstraat 87 en 89. Het assortiment groeide dusdanig dat Jef en Net er in 1930 een grossierderij bij namen.
De winkel aan de Molenstraat werd in 1937 door architect Jacques Hurks verbouwd en voorzien van een (schuil)kelder die tijdens de bezettingsjaren aan meer dan 150 personen plek bood. De NV Handelsvereeniging J. Rademakers-Van der Put, ook wel aangeduid als De Nieuwe Bazar, groeide na de oorlog uit tot een begrip binnen de Roosendaalse gemeenschap. Opa Jef was voorts voorzitter van de voetbalvereniging Alliance en voorzitter van het organiserend comite van de handelsbeurs Wat Roosendaal U Biedt (Waroubi). Jef en Net droegen hun zakelijke beslommeringen in 1958 over aan hun kinderen,  waaronder Jefs vader Toon. Jef overleed op 24 december 1969. De andere inwoners wier geschiedenis wordt belicht zijn: Annie Dekkers, Rene van Hasselt, Jules de Jongh, Christiaan Schalken en Pierre Timmerman.
De toespraak van Jef Rademakers -75 Jaar bevrijd, Mijn liefde voor de Duitsers- had het karakter van een nieuwe DNA-lezing, toegespitst op Jefs visie op de Duitse medemens. ‘Toen ik in 1949 werd geboren, maakte ik volop deel uit van de naoorlogse geboortegolf, de zogeheten babyboomers. Tijdens de oorlog kreeg mijn oma van moeders kant in haar geboorteplaats Zevenbergen inkwartiering. Een feldwebel en zijn oppasser namen hun intrek op de bovenverdieping. Oma vond het gezellig. Ze kookte en waste voor de vreemde gasten. Binnen een week noemden ze haar ‘Mutti’. De feldwebel hoefde haar maar te vragen ‘Mutti, wo sind die kartoffeln?’ of oma kwam met een paar pantoffels aangesneld. ‘
Ook kort na de oorlog schroomde Jefs oma niet om Duitsers in de kost te nemen toen ze na het overlijden van haar man ten gevolge van een geexplodeerde lever alles moest aanpakken om het moede hoofd boven water te houden.
Duitsland en Oostenrijk  werden volgens Jef door de gemiddelde Nederlander als één pot nat beschouwd. ‘Mijn eerste speelfilm zag ik met mijn oma in het patronaatsgebouw in Zevenbergen. In 1956 werd daar ‘Sissi, keizerin en moeder’ vertoond, met Romy Schneider en Karl Heinz Bohm in de hoofdrollen. Ik was zeven en keek mijn ogen uit. Vijf jaar later werd ik zelf voor het eerst verliefd en wel op de Duitse zangeres Conny Froboess. Toen Conny in 1962 Duitsland vertegenwoordigde op het Eurovisie Songfestival met het liedje ‘Zwei kleine Italiener’ was ik voor Duitsland en niet voor die Nederlandse Spelbrekers met hun ‘Kleine kokette Katinka’. De Duitse nationaliteit en taal veroorzaakte in onze omgeving geen aversie. Sporadisch reed er een Duitse auto door Roosendaal, waar mijn opa en oma van vaders kant al vroeg naar toe waren verhuisd, op weg naar de Zeeuwse kust. Als die mensen vriendelijk de weg vroegen, werden ze niet expres de verkeerde kant op gestuurd, maar netjes de juiste weg gewezen. Lag het aan onze streek, aan onze familie?’, wierp Jef een retorische vraag de galerie in.
Nadat hij Roosendaal reeds op zestienjarige leeftijd verruilde voor Amsterdam en daar in de televisiewereld verzeild raakte, kwam Jef in aanraking met Duitse collega’s die nogal gecharmeerd waren van de ‘rebelse’ tv-programma’s die in Nederland werden gemaakt. ‘De Duitse regisseurs keken op tegen onze televisiemakers en ze behandelden ons met een navenante hoeveelheid respect en Duitse Marken. Zelfs Rudi Carrell werd als een revolutionair artiest beschouwd. Later was het ZDF de eerste buitenlandse zender die het door mij bedachte ‘Klasgenoten’ ging uitzenden. Ik had in die jaren een vast verblijf in Munchen, Mainz en Berlijn. Ik was net zo’n gastarbeider geworden als een kwart eeuw eerder de Duitsers bij mijn oma van moeders kant. Later toen ik zelf ging schrijven, kwam ik tot de ontdekking dat de beste oorlogsromans waren geschreven door….Duitsers. Erich Maria Remarque en Hans Fallada zijn toch echt van een ander niveau dan Jan Terlouw met zijn ‘Oorlogswinter’.
Door die leeservaringen ging ik beseffen dat ik altijd een affiniteit heb gevoeld met de Duitse cultuur. Met klassieke schrijvers als Goethe en Thomas Mann, en met romantische schilders als Caspar David Friedrich en met de Traumerei van Robert Schumann. Er komt beduidend meer uit het oosten dan hoempapagetetter en bierfeesten. Het anti-Duitse sentiment heeft in Nederland nog tientallen jaren doorgewoekerd. Lessen Duits werden geboycot, een leraar Duits was bij voorbaat een fascist, een fatsoenlijk mens reed niet in een auto van Duitse makelij. Naar Duitsland ging je niet op vakantie. Foute moppen waren ook niet van de lucht. Hoe opent een Duitser een oester? Hard op beuken en schreeuwen AUFMACHEN. Het snelle herstel van de Duits economie na de oorlog riep meer jaloezie dan bewondering op. Kroonprinses Beatrix zette heel wat kwaad bloed toen ze het waagde met ‘een vuile mof’ op de proppen te komen als toekomstige huwelijkspartner. De finale van het WK-voetbal in 1974 tussen Nederland en Duitsland in Munchen opende een ongekende beerput, die nog heviger ging stinken vanaf het moment dat Duitsland als winnaar van het veld stapte’.
Jef zei dat dit soort gevoelens hem bespaard zijn gebleven. ‘Ik heb nooit de neiging gehad een individuele, willekeurige Duitser aan te kijken op het oorlogsverleden van zijn land. Het goede en het kwade maakt intrinsiek deel uit van ieder persoon. De Duitsers die ik in mijn leven heb ontmoet, waren opvallend vriendelijke mensen. Beschaafd en beleefd van nature. En dat kun je helaas niet van alle volkeren op ons continent zeggen!’
Deze extra uitgave van het heemkundeperiodiek De Vrijheijt van Rosendale is mogelijk gemaakt door een subsidie van de Mastboom Brosens Stichting. De artikelen zijn van de hand van Ben Maas (Het dagelijks leven, Levenslang na een bombardement), Joss Hopstaken (Roosendaal en de Tweede Wereldoorlog,  Het lot van Elly Bertha Monasche), Marius Broos (Bij de bevrijding van Roosendaal) en Mieke Spekman (De omgang met militairen in huis).   


Zaterdag 26 oktober 2019

DMP ZORGT VOOR EEN HEERLIJK AVONDJE RBC

Voor iconen als Piet Bruyninckx en Kees Vermunt kwam het door DrieMaalPlankenkoorts georganiseerde avondje RBC enkele jaren te laat, maar niettemin was het een heerlijke ervaring om de hele bubbel weer eens bij elkaar te hebben. Zowel in de zaal als op het podium werden uiteenlopende verhalen over de Oranjewitten van toen en nu verteld. Voor geschiedkundigen was dit tevens een mooie gelegenheid om zelden gehoorde verhalen op te tekenen.  Joss Hopstaken van het West-Brabants Archief had al zijn kasten en laden flink uitgespit om de historie in het gesproken woord tot leven te brengen. Hij liet zijn gehoor stevig met de oren wapperen toen hij vertelde dat de Roosendaalse Boys circa honderd jaar geleden fier onder de clubnaam ‘Ajax’ speelde. Dat zullen maar weinigen hebben geweten? Sommigen leek dat wel heel koud op het dak te vallen. DMP gaat de ervaringen deze avond opgedaan verwerken in een voorstelling die in het voorjaar van 2020 in première gaat: Het verhaal van RBC. 
Illustere namen als Marcel Kas, Piet Hopstaken, Pierre van Hal, Arthur Verbraak, Noud Bominaar, Henk van de Ven en Toon Verbraak. Allemaal vertelden ze in een talkshow-achtige setting hun eigen RBC-verhaal op het podium, afgewisseld met archiefbeelden van wedstrijden en specifieke gebeurtenissen, zoals het in 1957 behaalde kampioenschap bij de amateurs. De organisatie had zowaar nog een aan lager wal geraakte voorzitter (DZ voor bekenden) van een bevriende club uit de mottenballen weten te halen om diens visie te vernemen op de combinatie ‘drank en vrouwen’, de twee klassieke ‘kapotmakers’ van het voetbal. George Knobel had dat kunnen onderbouwen met prachtige verhalen over de teloorgang van het ‘echte’Ajax. Helaas was de rust slecht gepland. De RBC-ers kwamen bij het verlaten van de kleine zaal in een zee van Waylonfans terecht en dat was gezien de enorme massa bepaald geen genoegen. Maar de wetenschap dat ‘The MAIN EVENT’, oftewel de vroegere commercieel manager Hans van der Ende, nog moest komen, maakte veel zo niet alles goed.

Het is een publiek geheim dat de kleurrijke spraakwaterval niet bepaald op een prettige manier is vertrokken bij RBC, dus iedereen was benieuw of en hoe hij uit de school zou klappen. Van der Ende, tegenwoordig werkzaam bij Sky-Dive, hield het echter heel netjes. In overleg met de oud-doelman maakte hij wel het verhaal van Sieb Dijkstra wereldkundig. Bij Sieb zeilde de bal nogal eens over zijn hoofd om uiteindelijk in de verste verte van het doel te verdwijnen. ‘Zijn het je ogen?’, stelde Hans de vraag die op ieders lip brandde. Sieb dacht zelf van niet, maar allee…een afspraak met Optiek van Wely, tevens een belangrijke sponsor van RBC, kon geen kwaad. Na alle mogelijke oogtesten te hebben ondergaan, kregen Hans en Sieb het verlossende antwoord te horen. ‘Meneer Dijkstra, u hoeft zich geen zorgen te maken, uw ogen zijn buitengewoon goed’. ‘Zie je nou wel’, reageerde Sieb met een blik van verstandhouding richting commercieel manager. Deze had zijn conclusie al getrokken. ‘Dan ben je toch gewoon een kutkeeper’.
Scheidsrechter Roelof Luinge heeft zich eveneens een vaste plek verworven in ‘The Memory Lane’ van de nog immer ondeugende Hans. ‘Onder leiding van Luinge hebben we …op de keeper beschouwd…eigenlijk…niet zoveel wedstrijden verloren. Zoals bekend hield Luinge wel van een feestje, na afloop van de wedstrijd mocht hij graag een tijdje blijven plakken in het RBC-honk’.  Waren het de bitterballen die in de perskamer zo gretig aftrek vonden? In zekere zin wel, maar Luinge had er volgens Hans graag heel wat pilsjes bij om die vette caloriebom weg te spoelen. Soms zoveel dat het niet verantwoord was om nog de weg op te gaan. ‘In dat soort situaties stopten we stopten we Luinge in een gezellig hotelletje, zodat hij de volgende dag uitgerust en wel huiswaarts kon keren. De liefde voor de club ging bij deze scheids overduidelijk door de maag.  Zodoende hebben RBC en Luinge veel plezier aan elkaar beleefd!’


Met enig bravoure vertelde Hans nog hoe hij na het wegsturen van de zoveelste trainer een alles of niets poging ondernam om Robert Maaskant los te weken van de Go Ahead Eagles, waar het voor de jonge trainer niet bepaald op rolletjes liep.
HvdE: Robert, wat is er voor nodig om jou terug te halen naar RBC?
RM: Wat denk je zelf, Hans? Geld, er moet zeker 150.000 euro op tafel komen, willen ze me laten gaan.
Lang voor Geert Wilders zijn beruchte uitspraak deed, zei Hans quasi relaxed: ‘Nou, Robert, dan ga ik dat regelen! 150.000 euro. Voor dat bedrag was Maaskant weer vrij man.  Hans en zijn secondant sloten zich voorzien van sloten koffie op in hun kantoor en sloegen aan het bellen. Alle sponsors kregen twee prangende vragen voorgelegd.
Hoe zou je het vinden als Maaskant terugkeert naar RBC?
(bij een positief antwoord) Hoeveel geld heb je daar voor over?
‘Binnen vijf uur was het doel bereikt. Kun je nagaan. Een paar uurtjes met vuurrode oortjes aan de telefoon hangen en er lag 150.000 euro op tafel. Ik kan er dan ook nog steeds met mijn verstand niet bij dat RBC een paar jaar later –ik was toen al op een vervelende wijze vertrokken- failliet ging ten gevolge van een tekort van een paar honderdduizend euro. Kan iemand mij dat uitleggen?’, keek Hans uitdagend de zaal in.
Wethouder Toine Theunis wellicht, maar die was er niet of liet zich niet horen. Zijn collega René van Ginderen, met sport in de portefeuille notabene, was eveneens onzichtbaar. De rest is geschiedenis. Het stadion aan de Borchwerf is uiteindelijk voor het lieve sommetje van 1,4 miljoen euro doorverkocht aan zakenman Paul Hermsen die er in eerste instantie het Nationale Voetbalmuseum in onder bracht. Nu speelt alleen de de eerste amateurselectie van RBC daar nog. Na de dramatisch/komische uiteenzetting van de gewezen commercieel manager stonden er nog enkele onderdelen op het programma. Maar het programma schreeuwde op dat moment eigenlijk om Robert Maaskant. Met deze jonge trainer zonder noemenswaardige ervaring (assistent FC Zwolle) kwam immers de ommekeer. Hij liet de fans geloven dat het echt wat kon worden met dat nietige clubje uit Kalsdonk. Vanaf het oefenveld van Boer Mies (grens Roosendaal-Rucphen) begon hij vasthoudend te werken aan het nieuwe elan en te bouwen aan het nieuwe elftal, samen met de bepaald niet van ambitie ontblootte directeur Jan Brouwer (zie mijn column over zijn recent verschenen boek). Met de eerste promotie naar de top van het Betaald Voetbal, een feestje dat muzikaal werd ingekleurd door Lee Towers –‘RBC namens Feijenoord, welkom in de eredivisie’- maakten beiden zich onsterfelijk. Zelfs mijn 91-jarige moeder in Huize St. Elisabeth (waar de huiskleur eveneens oranje is) herinnert zich nog goed dat Robert door Studio Sport-presentator Tom Egbers werd betiteld als ‘De Mooie Maaskant’, om zich daar van harte bij aan te sluiten. Jammer dat MM, inmiddels behoorlijk grijs geworden, niet aanschoof bij Hans. Die twee branieschoppers (in de goede betekenis des woords) op één podium, constant vechtend om het hoogste woord, zou een heerlijk spektakel hebben opgeleverd. Begin dit jaar sprak ik Robert voor het laatst bij de uitvaart van een gemeenschappelijke kennis. Dat korte babbeltje leverde zoveel nog niet behandelde gesprekstof op dat ik hem graag nog eens had gesproken. De mannen van DMP moeten voor de samenstelling van hun nieuwe voorstelling, die in het voorjaar van 2020 in première gaat, zeker even bij hem op de koffie gaan in Venlo, want Roberts verhouding met RBC is er een van pieken en dalen. Kortom, alles wat je als theatermaker nog hebt voor een boeiende vertoning. Zonder Roberts inbreng is ‘Het verhaal van RBC’ echt niet compleet. 

 

Bij de ingang van de kleine zaal stond een origineel feloranje kassahokje met daarin een ‘echte’ kassajuf. Vanuit die schamele plankjes werden op De Luiten de meest onooglijke kaartjes van de rol gescheurd en verkocht. Echte wedstrijdkaartjes waren niet te vergeven, maar op pseudo tickets konden de bezoekers wel hun eigen verhaal kwijt over RBC. Dat houdt DMP van mij nog even tegoed. Het bestaande verhaal moet ik nog wat bijwerken, een kwestie van enkele dagen slechts. Het podium was versierd met legendarische clubvlaggen.  Daarop teksten als ‘Voltaside, zijn wij heel ons leven’. Bepaald geen understatement, de Voltaside leeft immers op bescheiden schaal verder in het Herstaco Stadion.  Grote foto’s van mannen die de clubhistorie op het veld hebben geschreven, zoals de keeper met de valhelmpet,  Piet van Osta, Theo ‘de tank ‘Laseroms, de generaal in de verdediging van Feijenoord, George Knobel en Kees Vermunt ontbraken uiteraard ook niet. Het ware RBC-gevoel werd door oudgediende Pierre van Hal even eenvoudig als kernachtig onder woorden gebracht aan de praattafel. ‘Het was gewoon een goede club geweldige mannen die op het veld alles voor elkaar over hadden, een groep uit duizenden’.  Henk van de Ven, Piet Hopstaken en Noud Bominaar konden dat ten volle beamen.

Drie Maal Plankenkoorts – Het verhaal van RBC. Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 25 oktober in de kleine zaal van De Kring. WORDT VERVOLGD!  


Vrijdag 25 oktober 2019

MARK VAN DE VEERDONK HEEFT HET KUNSTJE ONDER DE KNIE

Hoe lang zou het geleden zijn dat ik Mark van de Veerdonk voor het eerst aan het werk heb gezien?  Na lang dubben begon die mist wat op te klaren bij het aanschouwen van zijn huidige onemanshow ‘Geen Viking’. Dat moet pakweg zo’n 25 jaar geleden zijn geweest in Fidei et Arti in Oudenbosch.  Ik herinner me vaag een wat slungelige jongeman naar wie ik bij binnenkomst door toenmalig manager René Hentzen werd toe geleid. In die tijd begon hij zijn shows met enkele grappen over de plaatselijke actualiteit en om inspiratie op te doen was hij op dat moment druk in conclaaf met de voorzitter van de lokale voetbalvereniging. Of dat tot iets vruchtbaars heeft geleid weet ik niet meer. De voorzitter vertelde Mark dat zijn clubje zojuist kampioen was geworden in een van de amateurcompetities uit de regio. Dat is vooral leuk voor de betrokkenen, maar wat moet een (droogkloot)komiek daarmee aanvangen?
Mark ontpopte zich al snel als een steeds terugkerende gast die mij zo waarlijk bleef herkennen vanwege mijn uitgesproken plaats op de tribune (Rij 1 stoel 1), waarop ik in de kleine zaal van De Kring in het huidige tijdsgewricht ook vaak te vinden ben. Aan grappen en personality (in 1987 won hij zelfs de persoonlijkheidsprijs bij Cameretten) heeft het Mark nooit ontbroken, maar bij vlagen wist hij het juiste ritme niet te vinden, waardoor de voorstelling soms wat inzakte. Het ziet er naar uit dat hij op zestigjarige leeftijd die kinderziektes aardig heeft weten te overwinnen. Een Viking is hij nooit geworden. Een brandweerman, een kapitein of een Ivanho ook niet. Maar als iemand het ooit in zijn hoofd haalt om zijn naam in een loflied te verwerken dan klinken deze zinnen uit ‘Foto van Vroeger’  zeer waargetrouw:  het publiek is gegroeid, de schlemiel is gebleven’. Maar wel in zeer geperfectioneerde vorm.  Zo leuk, zo ongecompliceerd, zo geladen met ADHD heb ik hem nooit eerder aan het werk gezien. Geen moment van verslapping, geen moment ook van versaging. Zo bekeken is hij wel degelijk een echte Viking gebleven. Met ontzag voor de tere kinderziel hoef je bij hem niet aan te komen. Wat nou mooie tekening? Zonder enig mededogen haalt hij ingewikkelde elektronisch apparaten tevoorschijn die aan kleine chinese kinderhandjes is ontsproten.  Gelukkig begint Mark nu ook aan zelfvertrouwen te winnen, hoewel nog enigszins aarzelend, getuige Marks persoonlijke ontboezeming op zijn website:   

‘Zou ik het kunstje dan toch eindelijk onder de knie hebben? Nu al, na 35 jaar? Kan haast niet. Evenwel, na de try-outs van mijn nieuwe voorstelling ‘Geen Viking’ zou ik het haast gaan denken. Wat een gebulder. Of zou het aanwezige publiek nu pas de grappen van de show van een andere cabaretier snappen, dat er zo enorm wordt gelachen? Kan ook. Ik heb het ze na afloop niet gevraagd. Doet er ook niet toe. Kom zelf maar ’s checken of het wat is geworden. Klik hierboven op Speellijst en bestel wat kaarten. Als dat lukt is het nog niet uitverkocht!
Dit bericht is overigens ook terug te vinden in de Slabroekse Courant, waarvan Mark zowel hoofdredacteur, kolommenplakker, fotograaf en columnist is. Dit wakkere blad niet kennen is net zoiets als de nieuwssite ‘Roosendaals Pleijdooi’ niet kennen. Volstrekt ondenkbaar dus. Zonder enig besef heeft Mark mij wel voor een duivels dilemma geplaatst. Op sommige zwakke momenten laat ik mij wel eens kennen als ‘spoiler’. Een tijdig gewaarschuwd theaterbezoeker telt immers voor twee, en soms wel voor meerderen. In het geval van Mark waag ik me daar toch niet liever aan. In 2020 doet hij nog maar liefst vijf theaters in West-Brabant (zie onderstaand) aan en dan is het risico van ‘lekken’ te groot. U zult dat grappenfestijn dus zelf bij moeten wonen om een goed inzicht te krijgen in de Mark van de Veerdonk anno 2019. Nou vooruit dan maar, één gewaagd grapje: heel lang heb ik gezocht naar de G-spot van mijn vrouw. Na dertig jaar vond ik hem –of is het haar?’ – eindelijk bij haar zus. Nou , nog eentje dan: Als je vrouw vraagt of je naar de hoeren bent geweest zeg dan niet: vrouw, de enige wallen die ik bezoek zitten onder jouw ogen.  Moet toch wel kunnen. Toch!      


Mark van de Veerdonk – Geen Viking, gezien door Jaap Pleij op donderdag 24 oktober in de kleine zaal van De Kring. Nog te Zien: Breda, Chassé Theater – 24 januari, Rilland, Dorpshuis Luctor et Emergo,  7 februari, Hoogerheide Podium Kloosterhof – 8 februari, Oudenbosch Fidei et Arti  – 28 maart, Etten-Leur, Nieuwe Nobelaer  – 24 april.  


Vrijdag 25 oktober 2019

ALS OP HET TONGERLOPLEIN HET KRINGLICHT WEER EENS BRANDEN GAAT...

De vaste bezoekers zal het nu wel opgevallen zijn. Het licht dat destijds met veel enthousiasme door oud-wethouder Hans Verbraak werd ontstoken op het Tongerloplein, waarbij het logo van De Kring op een originele- en  zeer kleurrijke wijze zichtbaar werd,  is al geruime tijd gedoofd. De centrale boodschap  die dit plein uitstraalt ‘Cultuur Verbindt Mensen’ kreeg met de lichtactie extra glans. Wie tot een aantal maanden terug De Kring na een avondvoorstelling verliet kon zodoende een veilig pad richting Markt en parkeergarage bewandelen. Nu wacht ‘na het zingen de schouwburg uit’ de bezoekers desolate duisternis met slechts in de verte kleine bakentjes van licht. 
De wens gericht aan God, ‘Let there be light’ (zo mooi uitgesproken door captain Borman in de Apollo 8 tijdens de Kerst van 1968 ), paste destijds heel goed bij de Katholieke Kring, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat met het wegvallen der zuilen het licht zijn centrale plek verloren is in onze samenleving. Voor alle duidelijkheid: de ingetreden duisternis wijst niet op een beleidswijziging van het Stadskantoor. Cultuurcluster-directeur Jan-Hein Sloesen heeft al enkele keren bij het gemeentebestuur aan de bel getrokken met het dringende verzoek de oude situatie in ere te herstellen. Een reactie is tot op heden uitgebleven.  Waar hebben we dat eerder gehoord? Die laatste conclusie is vrijwel geheel van toepassing op het vuistdikke dossier van de PVC dat in het Stadskantoor al zo lang op duidelijke antwoorden wacht.  De frisse wind die burgemeester Han van Midden sinds zijn aantreden op 3 oktober door de stad heeft laten waaien, is op eigen kracht niet sterk genoeg om het verloren gegane vuurtje weer aan te wakkeren. Hoe graag hij dat ongetwijfeld ook zou willen. Hier dient dus een beroep gedaan te worden op de inzet van ouderwetse  menskracht, behept met de nodige technische kennis van zaken. Want alleen het vernuft van degelijke vakmensen kan hier de gepaste verlichting brengen. Vanuit het denkbeeldige torentje in het Stadskantoor moet eventjes een klein beslissend knoopje worden doorgehakt, anders zal het licht nooit wederkeren op de plek waar de nood het hoogste is, maar dat is Han wel toevertrouwd. Meerdere schone, alleen gaande vrouwen die zich ten ende lering en vermaak richting De Kring begeven,  voelen zich na het consumeren van vele culturele genoegens op de plek waar in lang vervlogen tijden de legendarische schuurkerk stond, ernstig bezwaard om de heenweg in tegengestelde richting af te leggen. De vrees voor het opduiken van angstaanjagende demonen weerhoudt hen in sommige gevallen thans geheel van het voorgenomen schouwburgbezoek. Dus ook ter bescherming van onze fragiele cultuurbeleving dient de burgemeester krachtig in te grijpen, waarbij hij zelfs het slaan met beide vuisten op tafel niet dient te schuwen, indien de situatie, beheerst door  enige weerstand, een dergelijke handeling van hem vergt.  Een net aangetreden burgemeester die de stad het licht weer laat zien, en dat nog wel op het meest geliefde plekje in Roosendaal. Een mooiere start is toch niet denkbaar?


Donderdag 24 oktober 2019

GEORGE VAN HOUTS VERTELT WEINIG NIEUWS IN 'KOM PLOTT 2'

‘Het zou niet verstandig zijn om de flat earthers als marginale dwaallichten weg te zetten, denkt Stef Aupers, hoogleraar mediacultuur aan de Katholieke Universiteit Leuven. ‘Zij staan tenslotte niet alleen in hun wantrouwen tegenover de wetenschap: zo’n kwart van de Nederlanders deelt dat wantrouwen tot op zekere hoogte. Aan de flat earth beweging kun je zien waardoor het wetenschappelijk wereldbeeld onder druk is komen te staan: mensen gaan steeds meer af op hun intuïtie. Op wat ze zien, voelen en ruiken. Zelfbenoemd complotdenker George van Houts, spil van het theatergezelschap De Verleiders, staat niet alleen in zijn opvatting dat de Amerikaanse president John F. Kennedy in 1963 op last van zijn opvolger, Lyndon B. Johnson (wat Oliver Stone ook stelt in zijn film ‘JFK’, JP) , is vermoord en dat de aanslagen van 11 september 2001 het werk waren van de Amerikaanse regering – of van machten áchter de Amerikaanse regering’.
Dit gedeelte uit het recente artikel dat de Volkskrant publiceerde naar aanleiding van de recente bijeenkomst van de flat earth-beweging in Amsterdam schoot George van Houts in het verkeerde keelgat. ‘Ik heb de redactie van de Volkskrant om opheldering gevraagd. Helemaal niets heb ik met die rare beweging. Waarom moet ik er dan zo nodig bijgesleept worden?’, aldus Van Houts aan het begin van zijn voorstelling ‘Kom PloTT-deel 2’ in De Kring.     
Twee jaar geleden kondigde hij het al aan. ‘Er kleven nog zoveel vraagtekens aan 9/11 dat er zeker nog een vervolg komt op deel 1’. Van Houts heeft woord gehouden. Tegen de verwachting in overigens van Aart Ceelen die vier van ‘zijn’ vijf Verleiders producties regisseerde.  ‘Ik heb ook wel eens gedacht dat het allemaal een grap is. Gekkigheid kent geen grenzen. Het is best mogelijk dat hij straks bij de volgende voorstelling van Kom Plot onthult: het was allemaal nep, één groot complot en jullie zijn er allemaal ingetuind’.  Maar wie Van Houts donderdagavond aan het werk zag in De Kring weet dat hij het serieuzer meent dan ooit tevoren. Hij zal niet rusten voordat de hele zaak tot de bodem is uitgezocht. Ook al mag hij Amerika dan (waarschijnlijk) niet meer in, zo antwoordde hij op een vraag van een jong meisje in het publiek.  
George van Houts (61) was cabaretier en is de bedenker en schrijver van het theatercollectief De verleiders, de groep die van maatschappelijke kwesties goedbezocht cabaretesk theater maakt. Zijn theorie: het was en is een inside job van de Amerikaanse overheid, met als doel een nieuwe vijand te creëren, in het belang van de wapenindustrie en het grootkapitaal.  De aantrekkingskracht van complottheorieën weet hij in ieder geval goed uit te buiten.  ‘Het is een interactieve voorstelling. U mag mij op ieder gewenst ogenblik onderbreken. Als u denkt ‘nu staat hij uit zijn nek te lullen’, zeg het dan meteen. Daar kan ik ook alleen maar van leren’.  Die uitnodiging was niet tegen dovemansoren gericht. Veel bezoekers op de achterste rijen, die onverstaanbare dingen richting het podium gingen roepen, bleken zo hun eigen visie op 9/11 te hebben. Van Houts verzuimde de vragen op het podium te herhalen, met als gevolg dat de ‘samenspraak’ blij vlagen uitmondde in een babylonische spraakverwarring. Niets mis met interactie, maar als leidend podiumdier dien je wel ten allen tijde de regie te behouden. Daar ging deze uiteenzetting vaak aan mank. Van Houts had beter eerst zijn eigen verhaal kunnen doen en het publiek daarna in de gelegenheid stellen om enkele vragen te stellen. Maak dit onderdeel vooral niet te lang (het publiek komt immers voor de visie van Van Houts, JP) en maak gebruik van een microfoon om de zaal mee in te gaan, want nu ging bijna de gehele publieksinbreng de mist in. 
Zijn verhalen hebben net als in deel 1 de charme van een goede thriller. Ze zijn spannender dan de werkelijkheid, die helaas van toeval, fouten en ongerijmdheden aan elkaar hangt. Ook in deel 2 slaat hij de zaal om de oren met cijfers, namen, redeneringen, vragen, raadsels, rapporten, vliegroutes, theorieën en bewegend beeld. De overvloed aan informatie ten spijt brengt  Van Houts helaas nauwelijks nieuwe feiten aan het licht. Ook vervalt hij vaak in herhalingen uit deel 1. Door 9/11 zijn we volgens de onderzoeker moslims als vijanden gaan zien, en zijn er al zeven oorlogen uit voortgekomen. In zijn visie staat nu alleen nog Iran op de nominatie om met wapengekletter tot de orde te worden geroepen. De vraag is wel of Amerika door onder Donald Trump daar nog toe is staat is. Slimme vos Poetin lijkt nu alle touwtjes in handen te hebben, zonder dat hij zich daar bijzonder voor hoefde in te spannen.
Voor echt nieuw hard nieuws zullen we waarschijnlijk moeten wachten op de rechtszaak tegen het vermeende brein achter de aanslagen van 11 september 2001.  Bijna twintig jaar na dato begint in 2021 het militaire proces tegen hoofdverdachte Khalid Sheikh Mohammed en vier medeverdachten. De vijf mannen worden vervolgd voor hun aandeel in de aanslagen. Moslimextremisten kaapten vier passagiersvliegtuigen en gebruikten die als wapens tegen doelen in de VS. Ze ramden onder meer het World Trade Center in New York en het Pentagon. Er vielen bijna drieduizend doden. Sheikh Mohammed en zijn medeverdachten zijn in 2002 en 2003 gevangengenomen in Pakistan. Ze zaten volgens de krant eerst vast in geheime gevangenissen van de CIA. Die detentiecentra waren berucht vanwege de martelpraktijken die er plaatsvonden, zoals waterboarding. De mannen zijn in 2006 overgebracht naar de Amerikaanse basis Guantanamo Bay op Cuba. Daar moet het proces op 11 januari 2021 beginnen. Sheikh Mohammed wordt ervan verdacht de architect te zijn van het terreurcomplot. De andere vier mannen zouden de vliegtuigkapers hebben ondersteund. Als de mannen worden veroordeeld, riskeren ze de doodstraf.


George van Houts – Kom PloTT , gezien door Jaap Pleij op woensdag 23 oktober in de kleine zaal van De Kring


Donderdag 24 oktober 2019

LAAT DE JEU DE BOULES BALLEN MAAR ROLLEN OP DE MARKT

Tijdens de jaarlijkse kermis heeft een attractie nabij horecagelegenheid Chagall op de Markt zoveel olie gelekt dat de gemeente een grondige sanering nodig achtte.  Strukton Milieutechniek kreeg de opdracht om de verharding open te breken en de verontreinigde grond te verwijderen. Dit had tot gevolg dat de Markt van maandag 21 t/m vrijdag 25 oktober ter hoogte van Chagall tot en met Burgers & Beers was afgezet met hekken.

Nog niet bekend is of de gemeente de kosten gaat verhalen op de vervuiler. De PVC heeft daar direct vragen over gesteld aan het College van B&W. Het antwoord laat traditiegetrouw nog op zich wachten. Toch is het misschien geen gek idee om Strukton iets langer te laten blijven op de Markt. Dit mag dan het ultieme centrum van Roosendaal zijn, maar buiten diverse horecagelegenheden is hier niet veel te beleven. Er is zelfs geen enkel stuk openbaar meubilair te vinden. Ik zou zeggen: maak van de nood een deugd (zich aanpassen aan de omstandigheden en die benutten, JP) en laat Strukton, of een bedrijf dat daar meer thuis in is, twee jeu-de-boules-banen aanleggen op de Markt. Eens werd dit balspel uitsluitend gezien als ‘tijdverdrijf op de camping’. Die tijden zijn wel veranderd. Diverse buurten zijn momenteel voorzien van een of meerdere banen. Waarom dan nog niet op de Markt?

Zelf had ik ook nooit zo veel op met dit spel, maar sinds de gemeente zo verstandig is geweest om een Stamtafel (inloopruimte voor bewoners en buurtgenoten) te openen in Huize St. Elisabeth ben ik er redelijk verslaafd aan geraakt. Bezoekers hoeven zich daar nooit te vervelen. Wanneer het droog is, kan jeu de boules onder vrijwel alle weersomstandigheden gespeeld worden. Binnenshuis is er ook genoeg te doen: biljarten, sjoelen, krantje lezen of gewoon een gezellig praatje maken met elkaar. Als ik mijn zin krijg, wordt de videohoek zodanig ingericht dat de bezoekers bij voorbeeld via ‘Uitzending Gemist’ de bij ouderen uiterst populaire serie ‘Hendrik Groen’ kunnen volgen. Het tijdstip van uitzenden, maandagavond 22.20 uur,   is voor vrijwel alle bewoners (en ook voor de meeste bezoekers) veel te laat. De Stamtafel kan hier mee dus mooi in een lacune voorzien en zijn we daar een gezellig borreluurtje rijker. De twee jeu de boules banen op de Markt kunnen mooi als buffer dienen tussen de terrasgangers en het fietsverkeer, want de terrassen rukken de laatste jaren in de zomer zo ver op dat het ‘fietspad’ dreigt dicht te groeien. Het fietsgedeelte zou tevens veel duidelijk gemarkeerd moeten worden ter voorkoming van grensoverschrijding. Met het realiseren van de jeu de boules banen is er dus duidelijk sprake van een-win-win-situatie waarvan iedereen profijt heeft. De Markt biedt dan eindelijk zowel actief als passief vermaak. Burgemeester Han van Midden moet zich wel haasten, want de werkzaamheden worden deze vrijdag 25 oktober afgerond door Strukton. Misschien heeft de Commissaris der Koning, Wim van de Donk, met wie Han begin mei zo’n goed gesprek had, nog wel een aantal ‘bengskes’ (zie Tongerloplein) op voorraad staan om rond de jeu de boules banen te plaatsen. Zo creeer je letterlijk gezelligheid op de Markt.     

De PVC pleit er al jaren voor om de kermis weg te halen uit de binnenstad en in zijn geheel een plek te geven op het parkeerterrein van het Herstaco Stadion aan de Borchwerf.  Wethouder Lok moet nu toch ook wel gaan beseffen dat de kermis niet langer thuishoort in bewoond gebied, en zeker niet in hartje centrum. Het risico van vervuiling is gewoon te groot. Bovendien lijkt het erop dat de veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn genomen bij de opbouw. Op het parkeerterrein is genoeg plek om alle attracties een fraaie plek te geven en dan is er eindelijk eens sprake van een compacte kermis. Het gemeentebestuur is toch zo gecharmeerd van het woord ‘compact’, wel nu. Laat ze dan eindelijk eens de daad bij het woord voegen. Dan is het centrum begin september tevens verlost van dit terugkerende verkeersinfarct en hebben de bezoekers alle ruimte om optimaal van de attracties te genieten.  Voor buitenstaanders is de kermis bovendien goed bereikbaar via de brug over het spoor. Ook hier een pure win-win-situatie dus.  De PVC wil dat het College daar in 2020 al werk van maakt.

Dinsdag 22 oktober 2019

ERE WIE ERE TOEKOMT, BESTE VRINDEN VAN DE VLP!

In een aanvullende kritische raadsvraag over de turborotonde op de Burgemeester Freijterslaan haalt de VLP het rubriekje aan dat Henk den Ridder afgelopen zaterdag in BN/DeStem schreef. Het cursiefje had niet veel om het lijf, alleen de constatering van Henk dat de rotonde gedurende de renovatie nauwelijks is opgeschoven. Daarnaast ontdekte de VLP nog een pijnlijk foutje in Henks episteltje, waar vilein melding van is gemaakt aan het College.  
 
Dat de ligging van dit fietspad nauwelijks veranderd is na de geldverspillende- en vaak levensgevaarlijke renovatie  werd  door de PVC al direct geconstateerd, nog voordat de klus geheel geklaard was. 
De PVC heeft direct bij het College geïnformeerd hoe hoog het prijskaartje uitgevallen is. Dat zal niet misselijk zijn, gezien de constante inzet van extra veiligheidswerkers die niets anders om handen hadden dan niets vermoedende automobilisten enigszins wegwijs te maken in dit doolhof.  Verveling was doorgaans troef bij de in het geel gestoken mannen en een enkele vrouw. De VLP werd door de PVC ook meteen van dit feit op de hoogte gesteld. Een reactie bleef uit, maar zoveel beleefdheid bij de politieke partijen verwacht ik al lang niet meer.
Bovendien liet de PVC het niet bij vragen stellen alleen.  Al bij de start van de werkzaamheden kreeg het College van de PVC het advies om een tweede oversteekplaats te realiseren ter hoogte van muziekcentrum Van Gorp (waar BN/DeStem traditiegetrouw ook niets mee deed, over rampzalige- en kleinzielige  berichtgeving gesproken!).
 
Bij een eerdere renovatie is er al rekening mee gehouden dat die tweede oversteekplek er ooit zou komen. Even doortrekken nu richting de Wouwseweg en alle mogelijke toekomstige wegomleggingen daar zullen een stuk eenvoudiger uitpakken. In ieder geval voor de fietsers en de voetgangers. Heel kinderachtig van de VLP om uitsluitend het achterhaalde stukje van Henk den Ridder in de vraagstelling mee te nemen. Bovendien getuigt dat wegkijkgedrag van weinig respect voor een collegapartij die bovendien vaak grotendeels op een lijn zit met de VLP.  Voortaan dus het begrip ‘ere wie ere toekomt’ respecteren, beste vrinden van de VLP.

De partij van Arwen van Gestel is bij de formatie van de twee vorige Colleges van B&W door (in)formateur Toine Theunis ook niet bepaald netjes behandeld, met als gevolg dat de een na grootste fractie al vroegtijdig buiten spel werd gezet. Uitgerekend deze partij zou zelf dus uiterst alert moeten zijn op bot gedrag.  Ik hoop desondanks toch vurig dat de VLP bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 als grootste fractie uit de bus rolt, zodat deze liberale partij het voortouw kan nemen bij de formatie. Ik mag hopelijk aannemen dat er dan ook meer recht wordt gedaan aan de verkiezingsuitslag. De SP werd in 2018 klakkeloos ingeruild voor GroenLinks, zonder dat door Theunis ooit duidelijk is gemaakt waarom. Qua resultaat houdt het echter nog niet bepaald over. Wie weet, is er in 2022 ook een rol weggelegd voor de PVC in de coalitie? Qua elegance is er in de tussentijd nog wel wat werk aan de winkel voor de VLP. Zie onderstaand het oorspronkelijke stuk van de PVC.   
 
Renovatie Turborotonde Burgemeester Freijterslaan bijna voltooid
Maar wat heeft het opgeleverd?
PVC wil opheldering over kosten renovatie
Een maand na de start van de renovatie van de Turborotonde in de Burgemeester Freijterslaan is de klus bijna geklaard. Sinds vrijdag hebben de fietsers en de voetgangers weer vrije doorgang. Daarmee is een eind gekomen aan een levensgevaarlijke situatie die in de ogen van de PVC veel te lang heeft geduurd. Tot ongelukken heeft het niet geleid, maar vrijwel elke dag deden zich wel een aantal precaire situaties voor. Regelmatig ben ik zelf getuige geweest van bijna-botsingen. Maar nu het eindresultaat  duidelijk zichtbaar is, vraagt de PVC zich in gemoede af waarom deze forse ingreep nodig was.  
Het gemeentebestuur kwam met het argument dat ‘met name fietsers en voetgangers die op het westelijk deel van de rotonde overstaken zich vaak niet veilig voelden’. Hoe dat precies gepeild is, weet de PVC niet, maar de gemeente was daarnaast tot de bevinding gekomen dat automobilisten het ook geen prettig punt vinden omdat ze geen goed zicht zouden hebben op naderend langzaam verkeer. In feite is er niet meer gebeurd  dan het enigszins verleggen van de aanliggende fietspanden aan de westkant van het rondpunt. De twee fietspaden zijn, net als bij de rotonde aan de Van Beethovenlaan, verder van de rijbaan aangelegd. In de ogen van het gemeentebestuur zien fietsers en automobilisten elkaar in de nieuwe situatie beter en is de verkeersveiligheid, voor met name fietsers vergroot.
Van duidelijke zichtbare veranderingen is absoluut geen sprake en het is de PVC niet duidelijk waardoor de verkeersveiligheid dan wel vergroot zou zijn. Rotondes zijn per definitie levensgevaarlijk. Als voetganger en fietser heb je geen idee wat de snel naderende automobilist precies gaat doen. Remt hij inderdaad af, wat de bedoeling is, of besluit hij op het laatste moment nog even flink gas te geven om de overstekende fietser/voetganger net voor te zijn? Om daar duidelijkheid over te krijgen, moet je als zwakke verkeersdeelnemer de automobilist bij wijze van spreken eerst eens diep in de ogen kijken. Wat natuurlijk maar zelden mogelijk is. Indien het gemeentebestuur echt iets aan het verkeersveiligheidsprobleem wil doen, dan zou de oude situatie (met verkeerslichten) in ere hersteld moeten worden. En natuurlijk is het hoog tijd om het probleem bij de bron aan te pakken. Het gemotoriseerde verkeersaanbod in de binnenstad moet fors omlaag en het fietsverkeer dient zowel letterlijk als figuurlijk altijd voorrang te krijgen. Toenmalig verkeersdeskundige bij de politie, Marcel van Oorschot, hield daar begin jaren negentig al een hartstochtelijk pleijdooi voor. Laat het College nu maar eens de daad bij het woord voegen.  
De PVC kan zich niet aan de indruk onttrekken dat nut en noodzaak van deze dure ingreep niet is aangetoond. Dit geld had beter naar De Kring kunnen gaan, zodat cultuurcluster-directeur Jan-Hein Sloesen eindelijk eens afscheid kan nemen van die vreselijk ongerieflijke tribune in de kleine zaal (de ontwerper heeft over het hoofd gezien dat mensen nu eenmaal benen en voeten hebben die ze ergens moeten laten, JP) en de theaterliefhebbers op een fraai zomerprogramma kan trakteren. De PVC wil van het College dan ook weten wat deze klus de gemeente in totaal heeft gekost. De eindnota zal gezien de vrijwel constante aanwezigheid van menselijke wegwijzers en veiligheidswerkers niet mals zijn. De PVC vertrouwt erop dat  de partij sinds 3 oktober (installatie Han van Midden als nieuwe burgemeester) geen WOB-verzoeken meer hoeft in te dienen om fatsoenlijk antwoord te krijgen op alleszins legitieme vragen. 


Maandag 21 oktober 2019

BEL CANTO VERRAST AANGENAAM MET "IL PIPISTRELLO"

‘Als je zondag niks te doen hebt, kom dan naar buurthuis Keijenburg, want wij hebben daar Korenmiddag’, stelde een kennis van mijn moeder in Huize St. Elisabeth begin vorige week voor.  ‘Niks’ was wat te sterk  uitgedrukt, maar een snelle blik in de agenda leerde dat de aanvangstijd van 13.00 uur wel te combineren was met de rest van mijn zondagmiddagbesteding.  Daar was de kennis, oftewel de heer T.v.d.B. wel content mee.  ‘Zijn’ koor Doucement stond als eerste geprogrammeerd  en omdat voor ieder koor  twintig minuten zuivere speeltijd was uitgetrokken had  ik na dat ongetwijfeld daverende optreden tijd genoeg om richting De Kring te kuieren, waar om 14.30 uur het jaarlijkse concert van het Belgisch Nederlandse Ensemble Bel Canto zou aanvangen.
Ik had wel zin in het wandelingetje naar Keijenberg. Daar liggen mooie herinneringen uit de tijd dat de legendarische voorzitter Riet van As onvermoeibaar de scepter zwaaide. Na het optimistische ‘Du bist nicht allein’ zong Doucement  ‘Waarom fluister ik jouw naam nog?’  van de veel te vroeg overleden Benny Neyman. Dat geldt zeker niet voor ‘ons Riet’.  Haar naam wordt bepaald niet gefluisterd, maar juist met ere naar buiten toe uitgedragen.  Plannen om het buurthuis fors uit te breiden, was het eerste onderwerp dat ons destijds samen aan tafel bracht. Riet zat altijd vol grootste plannen en begin jaren negentig was er volgens haar aan uitbreiding in de vorm van een aanbouw niet te ontkomen. Zo overbezet was Keijenburg destijds. Ze moest af en toe flink op haar tanden bijten om dit doel te realiseren. Aanhouder Riet wist wonderwel  de kogel door de achterliggende kerk te krijgen en daar zijn heel wat verenigingen haar nog steeds zeer dankbaar en schatplichtig voor.  In de aanbouw zijn heel wat producties van het Roosendaalse verenigingsleven van de grond gekomen. Riet bekleedde die functie ruim dertig jaar. Ze bleef aan tot het in fysiek opzicht echt niet meer ging. Oud-wethouder Hans Verbraak zette in Riets laatste levensfase alles op alles om haar de Roosenspeld toegekend te krijgen.
Korenmiddag leek me vooraf ook in logistiek opzicht interessant. Koren nemen doorgaans een flinke aanhang mee en zo groot is de grote zaal in Keijenburg nu ook weer niet.  Maar wonderwel paste het allemaal precies. Met ‘Let it Be’ besloot Doucement het korte optreden. Ik gaf de heer T.v.d.B nog even een duimpje ten teken van waardering voor de geleverde artistieke prestatie, en aldus bemoedigd vervolgde ik mijn pad naar De Kring.
Bel Canto is met de productie ‘Il Pipistrello’ een andere weg ingeslagen. Voorheen bracht de solistengroep onder muzikale leiding van Renaat Deckers op concertant-scenische wijze  een aantal composities uit het opera-, operette en musicalrepertoire ten gehore.
Met ‘Il Pipistrello’ is gekozen voor een compleet verhaal dat gezien moet  worden als een eigentijdse kijk op ‘Die Fledermaus’ van Johan Strauss jr. Een grappige insteek, want ‘Die Fledermaus’ was oorspronkelijk al een komische operette, daterend uit 1874 en gebaseerd op een Duits libretto van Karl Haffner en Richard Genée.  De opvoering door Bel Canto, geregisseerd door Petrian van den Eijnden (tevens optredend als Maria Stiletto) was vanaf het eerste moment een ware voltreffer. Het verhaal draait om Vinny Stiletto (Karel Sieben), een opkomende maffioso die een zaakje runt met zijn vriend Alberto Pecorino (Erik Stevens) De vriendschap raakt ernstig bekoeld als Vinny zijn compagnon in beschonken toestand achterlaat op een bankje waar hij in de nachtelijke uren al snel het slachtoffer wordt van hoon en spot. Als Vinny wegens belediging van een officier van justitie tot tien dagen cel wordt veroordeeld ziet Alberto zijn kans schoon. Hij weet Tomasso Grappa, een oude vlam van Vinny’s echtgenote Maria, over te halen om haar wederom te verleiden. Door allerlei verwikkelingen raakt het hele ensemble verzeild in een nachtclub, waar het gedeelte na de pauze zich afspeelt.
De innemende Leo Ribbens stond voor de zware taak om als verteller het publiek door het verhaal te loodsen. Daarnaast mocht hij eventjes in de huid van de politieman kruipen die de arrestatie van Vinny voor zijn rekening nam. Maar in plaats van in de bak kwam ook Vinny in de nachtclub terecht. Die arme Leo ging op een gegeven moment zo in zijn verhaal op dat hij glad vergat om op tijd van rol te wisselen. Met de woorden ‘O Shit, dat ben ik zelf’ ontwaakte hij net op tijd uit zijn dagdroom om tot arrestatie over te gaan. Maar deze levensechte ‘rude awakening’ kan natuurlijk ook expres zo bedoeld zijn. Leo zette die (gespeelde?) verbazing in ieder geval zeer geloofwaardig neer. De anders zo brave Renaat Deckers mocht nu zijn schaduwzijde etaleren. Als een volleerd verleider slaagde hij er wederom in om het hart van Maria te veroveren.  Deze oude vos mocht dan zijn haren verloren hebben, met zijn charmes was nog niets mis. Iedere betrokkene bleek gaande het verhaal zo zijn eigen agenda er op na te houden. Karel kon als Vinny zijn schitterende mimiek ten volle uitbuiten, terwijl bariton Erik als Alberto verrassend sterk uitpakte in het komische lied ‘Ik zet ze op mijn lijst’ uit ‘The Mikado’. Ik rechtte de rug nog eens even extra voor het krachtige duet ‘Take that look of your face’ uit ‘Tell me on a Sunday’, vertolkt door Rosetta, een juweeltje van Magda Theuns die zich ook nooit eerder zo van haar verleidelijke kant liet zien. Eline Delis kon zich als kamermeisje Stefani heerlijk uitleven op de ‘Minutenwals’ van Chopin, in Nederland vooral bekend in de uitvoering van Jasperina de Jong.  Al met al een uitermate verrassende-, leuke-  en humorvolle productie waar Bel Canto de bezoekers zondagmiddag op trakteerde. Ik hoop vurig dat het ensemble op deze ingeslagen weg voortgaat.


Il Pipistrello – Bel Canto, met Eline Delis, Petrain van der Eijnden (tevens regie), Anita Nelen, Magda Theuns, Erik Stevens, Karel Sieben. Aan de piano Nadia Rutkovska, presentatie Leo Ribbens. Muzikale leiding Renaat Deckers. Gezien door Jaap Pleij op zondag 20 oktober in de kleine zaal van De Kring.


Zaterdag 19 oktober 2019

LIEFST ELKE WEEK EEN OPTREDEN VAN ESTER GROENENBERG

Zo lang als ik me kan heugen, heb ik nog nooit in zo’n lange rij voor de entree van De Kring moeten staan als afgelopen vrijdagavond. De verantwoordelijkheid voor deze onbedoelde samenscholing kon grotendeels op het conto van Youp van ’t Hek worden geschreven die daar de eerste van zijn twee uitverkochte voorstellingen van ‘Met de kennis van nu’ speelde. Onder hen ongetwijfeld ook een aantal vroege bezoekers voor de kleine zaal waar Esther Groenenberg & Band hen een trip ‘Back to the Garden’ in het vooruitzicht had gesteld. ‘Met de kennis van nu’ heb ik er absoluut geen spijt van dat mijn keuze op Esther was gevallen. De show van Youp bekijk ik nog wel eens op tv, maar deze sympathieke zangeres moet je echt live zien, en dan het liefst vanaf rij 1, zodat je af en toe ook oogcontact kan maken.
Gezeten op stoel 3 van die rij was ik wat je noemt met mijn neus in de boter gevallen. Die ‘Garden’ was gevuld met liedjes uit de seventies, of detailleerder: de mooiste songs van vrouwelijke sing-songwriters als Carly Simon, Janes Ian, Carole King, Joni Mitchell, Kate Bush en Melanie. Om enig mannelijk tegenwicht te bieden bestaat haar driekoppige band geheel uit mannelijke, zingende topmuzikanten: Bas Schouten op gitaar en de ritmesectie van Her Majesty: Bauke Bakker op drums en Dirk Schreuders op bas. Dankzij dit drietal kregen ook James Taylor, Jackson Browne en Crosby, Stills & Nash een plek op de setlist. Maar Esther vormt puur in haar eentje al een geweldige line-up om je vingers bij af te likken. Naast een geweldig stemgeluid heeft ze ook een leuke- en onderhoudende babbel. Diverse songs worden uitgebreid ingeleid en waar mogelijk van een persoonlijk verhaal voorzien. Die persoonlijke verhalen duren soms iets te lang en zijn dan ook van een ietsepietsie te hoog ‘ik-gehalte’. Hoe vervelend dat over komt weet iedereen die geregeld de bijdragen van voorzitter Jan Slagter in MaxMagazine leest.
Ik kreeg echter de indruk dat Esther zich daar niet ten volle van bewust is en in haar aanstekelijk enthousiasme de ontboezemingen zo volledig mogelijk wil delen met haar publiek. Eenmaal in de huid gekropen van een van die sterke vrouwen die ze zo mateloos bewondert, straalt ze een en al plezier en vreugde uit, en dat voelt het publiek heel goed aan. Ik betrapte mezelf in de pauze erop dat ik in mijn hoofd een lijstje aan het maken was van songs die ik heel graag in het tweede gedeelte uit haar mond wilde horen. Bovenaan stond ‘Babushka’van Kate Bush. Die wens achtte ik ook het meest kansrijk, want in het eerste deel gaf ze een prachtige vertolking van haar andere grote hit, ‘The Man with the Child in his Eyes’ ten beste. En omdat er toch drie mannelijke solisten op haar p(l)ay-list staan, had ‘Don’t give up’ (schitterend duet van Peter Gabriël en KateBush) er wat mij betreft zo achteraan mogen komen. Van Nederlandse bodem zette ik mijn kaarten op ‘I won’t stand between them’ (tekst Peter Koelewijn) van Bonnie st. Clair. Een nummer dat zeker ook niet op deze setlist had mogen ontbreken was ‘Jesse James’ , een heerlijke powerballad, vooral bekend in de uitvoering van Cher. Of al die songs wel uit de jaren zeventig dateren is een vraag die er niet toe doet.
Goede muziek is tijdloos. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat meerdere bezoekers in hun binnenste ook van dit soort lijstjes aan het samenstellen waren. Maar helaas, de tweede helft pakte weliswaar net zo sterk uit als het eerste deel, maar geen van deze hartstochtelijke wensen deed Esther in vervulling gaan. Na verloop van tijd gaat ze haar tuintje ongetwijfeld anders inrichten, geheel kansloos ben ik dus zeker niet. Het liefst zou je elke week een andere show van Esther Groenberg en Band willen zien, met geheel wisselend repertoire. Esther lijdt ook in de goede zin des woords aan stemmingswisselingen. Met een stem vol emotie vertelt ze het ene moment over een bijna dood-ervaring in Valkenburg, veroorzaakt door een flesje water dat bij een noodlottige ingreep van de bestuurder naast haar onder de rem terecht kwam, waardoor deze niet kon remmen en de auto volledig chrashte. ‘Gelukkig zonder persoonlijk letsel, maar wel met een hoop gedoe in de nachtelijke uren als gevolg’, vertelde ze nog steeds enigszins aangedaan. Bij het luisteren naar dit aangrijpende relaas gingen mijn gedachten naar ‘Een liedje voor als ik er niet meer ben’, het prachtige requiem van Robert Long, maar tevens een slotakkoord dat deze geweldige 35-jarige zangeres hopelijk nog lang bespaard mag blijven.
Op het Conservatorium bleek Esther niet uitsluitend van docenten met het muzikale hart geheel op de juiste plaats les te hebben gekregen. ‘Bij het neurien van een liefliijk liedje, vroeg deze dommerd heel olijk ‘Oh, maar dan hou je zeker ook van The Carpenters?’  Esther was toen nog een beetje bleu en antwoordde heel bedeesd, op bijna fluistertoon naar waarheid:  ‘Ja, meneer, daar hou ik heel erg veel van’. En nu, zoveel jaren later, geeft ze hem en al die zich ver boven de massa en de materie verheven voelende zogenaamde muziekkenners vilein hun vet. ‘Voor mijn gevoel bestaan er helemaal geen ‘guilty pleasures’ (een bedenksel van die vreselijke Matthijs van Nieuwkerk) in de muziek. Ik vind de Carpenters nog steeds geweldig. Waarom zou ik me daar schuldig over moeten voelen? Muziek die het hart raakt, kan nooit fout zijn’. Die stelling leverde haar een spontaan applaus op, niet geheel toevallig ingezet vanaf Rij 3. Daarna kon ze helemaal niet meer stuk bij het publiek. ‘Hanging around, Esther, maar de volgende keer in De Kring graag met een garden die geheel opnieuw beplant is. JUST LIKE JESSE JAMES!  En die afgeladen zaal bij Youp: het zal daar ongetwijfeld ook leuk geweest zijn, met ‘Leef toch je leven als was het de allerlaatste keer’ als vaste afsluiter, maar ‘met de kennis van nu’ had een aantal van hen achteraf toch liever voor Esther gekozen. Daar ben ik van overtuigd.  
 
Esther Groenenberg & Band – Back tot he Garden. Tekstregie: Diederik van Vleuten, Film&montage: Martijn van Hese, Geluid&mix: Sietse Damen. Gezien door Jaap Pleij op 18 oktober in de kleine zaal van De Kring.


Zaterdag 19 oktober 2019

BN/DESTEM BEDRIJFT LAFBEKJOURNALISTIEK

Vorige week zaterdag plaatste BN/DeStem een misselijk makend stuk van redactioneel medewerker Coen Hagenaars, waarin deze zonder enig argument aan te voeren, beweerde dat ik een ramp zou zijn als burgemeester van Roosendaal. Een idiote opinie die ik echter niet onbesproken kon en wilde laten. Dat resulteerde in onderstaande uitgebreide reactie (vol tegenargumenten)  met begeleidend briefje gericht aan de redacteur Meningen, Susanne de Boer (die ik nog ken van de perstribune van RBC) zo heb ik inmiddels begrepen. Zoals ik al verwacht had, hebben ze bij BN/DeStem helemaal niets met die tegencolumn gedaan.
Geen (persoonlijke) reactie, geen publicatie, geen woord van Susanne de Boer, helemaal niets. De redacties Roosendaal en Meningen bedrijven dus weer eens voor de zoveelste keer ‘lafbekjournalistiek’ zonder acht te slaan op het principe ‘hoor-en-wederhoor’. Gelukkig heeft zich net als in het Stadskantoor een ‘machtswisseling voorgedaan (de in het geheel niet communicerende hoofdredacteur Hille van der Kaa heeft plaats gemaakt voor de jeugdige André Trompers) aan de top, dus ik hoop maar dat deze mutatie  snel tot verbetering leidt. De nieuwe hoofdredacteur heeft vooralsnog het voordeel van de twijfel, zo lang het tegendeel niet bewezen is. Ik heb hem in ieder geval uitgenodigd voor een kopje koffie  (of een biertje op een Markt-terras, gelijk Jacques Niederer en Jesse Klaver enkele jaren terug) om als collega-hoofdredacteuren alle plooien glad te strijken. Volgende week hoop ik u te kunnen melden dat hij die uitnodiging heeft geaccepteerd en dat het gesprek tot vruchtbare resultaten heeft geleid. De bal ligt in ieder geval in zijn hoek!    


Geachte redactie meningen,
 Bijgaand mijn reactie op column ‘Niet te filmen’ van Coen Hagenaars. Ik vertrouw erop dat deze tegencolumn op korte termijn geplaatst wordt. Graag bericht van sturen.  (niet plaatsen beschouw ik als een overweldigend bewijs van mijn gelijk)
 MVG,  Jaap Pleij, PVC, www.roosendaalspleijdooi.nl

Ridicule column BN/DeStem was pas echt niet te filmen
Kom eens met argumenten, Coentje Hagenaars 
Begin dit jaar wipte ik even binnen bij BN/DeStem.  De redactie had toen net  het glazen paleis aan de Laan van Brabant betrokken en dat leek de toenmalige hoofdredacteur Hille van der Kaa wel een geschikt moment voor een open dag. Kort na binnenkomst raakte ik in gesprek met Wim van de Broek, een van de weinige redacteuren die ik altijd als bijzonder sympathiek heb ervaren.  Op tactische wijze maakte Wim me duidelijk dat het voor mij weinig zin heeft om bij het versturen van berichten de redactie Roosendaal in CC of BCC te zetten, want …zo sprak hij onthullende woorden …’alles wat van jou binnenkomt, wordt automatisch verwijderd’. Dat bleek nogal mee te vallen, of tegen –het is maar net hoe je het bekijkt- want in mijn verslag van deze bijeenkomst vond redacteur Henk den Ridder voldoende inspiratie om op een van mijn andere stukken op www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com voort te borduren. 
Dat gold een tijdje terug ook voor mijn voorstel om het dakloze AZ zo lang als nodig lekker in het Herstaco Stadion te laten ballen.  Eind maart had ik opnieuw een reden om een bezoek te brengen aan het doorzichtige paleis. Ik had me aangemeld voor een willekeurig samengesteld lezerspanel  dat in gesprek/discussie zou gaan met de voltallige Roosendaalse redactie van BN/DeStem, inclusief mevrouw Van der Kaa. Met de laatste was nog nooit normale communicatie mogelijk geweest, dit leek me dus een uitgelezen mogelijkheid om naar de reden te vragen waarom vrijwel al mijn kritische vragen aan het College van B&W en andere bijdragen zo genadeloos werden geboycot door haar redactie. Voor aanvang gingen alle redacteuren het lezerspanel af om ze even de hand te schudden.  Aan de zure gezichtjes te oordelen, hadden ze mij niet bij deze bijeenkomst verwacht en dat ze dat ook allerminst wenselijk vonden.  Reeds in het welkomstwoord werd ik even discreet apart genomen door de redactiechef, die me vriendelijk doch dringend verzocht het pand te verlaten, omdat ‘sommige collega’s zeer negatief op mijn komst reageerden’ en dat dit ‘een vruchtbare bijeenkomst in de weg zou staan’. Of zitten in dit geval. Ook toen kon Van der Kaa dus de moed en het fatsoen niet opbrengen om mij deze onheilstijding persoonlijk over te brengen.  In haar persoonlijke verslag van deze bijeenkomst ‘vergat’ ze gemakshalve dit akkefietje te vermelden.  Niet te filmen!  Of de sessie tot vruchtbare resultaten heeft geleid, weet ik dus niet. BN/DeStem is er sindsdien echter redactioneel in ieder geval niet beter op geworden.
Dat mijn epistels niet zomaar automatisch worden verwijderd, werd deze zaterdagochtend (12 oktober) ten overvloede nog eens bevestigd. Terwijl ik in huize St. Elisabeth een biljartdemonstratie ten beste gaf, met mijn 91-jarige moeder als enige toeschouwer, kreeg ik van een medebewoner de BN/DeStem van deze dag in de handen gedrukt, opengeslagen op bladzijde 4, Stad en Streek, waarbij zijn vinger prangend wees op de column ‘Niet te Filmen’ van ene Coen Hagenaars. Deze scribent achtte het nodig om ‘nog effe’ terug te komen op het succesvolle introductiefilmpje van Han van Midden.  Halverwege haakt hij in op mijn verslag van de speciale raadsvergadering in De Kring waar Van Midden werd geïnstalleerd als de nieuwe burgemeester van Roosendaal.  In zijn ogen is Roosendaal aan niets minder dan een ‘ramp ontsnapt’. ‘Publicist Pleij onthult namelijk in een van zijn laatste epistels evenals Van Midden een van de elf kandidaten te zijn geweest die een serieuze gooi naar het ambitieuze ambt deden’.  Van onthullen was echter geen sprake. Ik heb daar kort na de bekendmaking dat Van Midden het was geworden (eind mei) al melding van gemaakt.  Het redacteurtje van ‘De Wakkere krant van West-Brabant’ zat toen kennelijk net ‘effe’ te suffen. Natuurlijk wist ik dat ik geen schijn van kans had – daarvoor heb ik te vaak op de politiekgevoelige teentjes van de leden der gemeenteraad getrapt (en die geven de doorslag)-  maar deze uitgelezen mogelijkheid om mijn ideeën voor Roosendaal in een persoonlijk gesprek met de Commissaris der Koning te ontvouwen, was te mooi om te laten lopen. Bovendien zag ik dan eindelijk het Provinciehuis van binnen. Ik heb nooit eerder redenen gehad om daar binnen te stappen. Het gesprek was buitengewoon de moeite waard.  Zeer voldaan reisde ik dan ook terug naar Roosendaal. In de keuze voor Han van Midden kon ik me helemaal vinden. Ik stuurde hem ter eerste kennismaking een exemplaar van mijn boek ‘Pleijster op de Wonde’ toe, waarop enkele dagen een persoonlijk dankmailtje retour kwam. Tijdens de receptie na afloop in De Kring heb ik nog een zeer aangenaam gesprek met hem  mogen hebben, waarbij burgemeester Van Midden mij liet weten dat ik binnenkort een uitnodiging tegemoet kan zien voor een persoonlijk gesprek. Dat ziet er dus zeer hoopgevend uit allemaal. Hagenaars sloot zijn stukje af met ‘Maar Pleij als burgemeester van Roosendaal? Niet te filmen’.  ‘Zo’, zal hij aan zijn spierballetjes op het bijbehorende fotootje te oordelen, hebben gedacht:  ‘dat heb ik nu eens goed gezegd’.  Redactioneel klopt zijn ‘Niet te filmen’ van geen kanten. Hij verzuimt uit te leggen waarom ik als burgemeester een ramp voor de stad zou zijn geweest.  Indien dat jaren geleden al was gebeurd,  was er voor zover een burgemeester daar invloed op kan uitoefenen geen stuiver verspild aan het rampscenario Riek Bakker en een binnenstadsdirectie die de Roosendaalse belastingbetaler nog elke maand 16.000 euro kost. Het ‘Lover van Lok’ op de Nieuwe Markt zou er zeker ook niet gekomen zijn. Net als de kille renovatie van het Tongerloplein. En burgemeester Pleij zou absoluut geen stuiver hebben neergeteld voor het wandelingetje dat koning Willem-Alexander in 2013 over de Roosendaalse Markt hebben gemaakt a raison van 150.000 euro. (compleet opgegaan aan beveiliging).  Koning Lodewijk Napoleon bracht in 1809 tenminste nog geld mee bij zijn bezoek aan Roosendaal. Een bedrag van duizenden florijnen waarmee de protestantse gemeenschap deels de bouw van het vroegere kerkje aan de Bloemenmarkt kon financieren. Tel uit je (koninklijke) winst! 
Dat was pas echt niet te filmen, maar helaas wel realiteit.  Wat er wel was gekomen? Een wielerbaan in een overdekt Herstaco Stadion wellicht-geen dak op het station maar een loods er geheel om heen geplaatst,  een compacte kermis geheel geconcentreerd op het parkeerterrein van dat stadion, een mobiele ophaalservice voor stukken afval die niet in die veel te smalle ondergrondse containers passen, een zomerprogrammering  voor schouwburg De Kring  zodat de cultuurliefhebbers in die hete maanden niet geheel op een houtje moeten bijten, en een burgemeester bij wie transparante- en eerlijke communicatie en persoonlijke ontmoetingen centraal staat, gelijk aan wat ook in de sollicitatiebrief van Han van Midden viel te lezen.  Open en eerlijke communicatie, dat is bij (de Roosendaalse redactie van)  BN/DeStem al jaren niet het geval.    


Vrijdag 18 oktober 2019

OPEN DAG HOSPICE ROOSDONCK DRUK BEZOCHT

Niemand hoopt er ooit terecht te komen, maar als het afscheid van het leven zich toch echt heeft aangediend, dan is er geen betere plek denkbaar om die laatste episode door te brengen dan in de veilige beslotenheid van Hospice Roosdonck. Vorige week zaterdag was daar een open dag, en omdat je natuurlijk niet zo maar een hospice binnenloopt, grepen velen de kans om een kijkje te nemen in dit levenseinde complex aan de Kalsdonksestraat, pal naast Wiekendael.
De bezoekers werden in kleine groepjes rondgeleid, zodat iedereen volop in de gelegenheid was om vragen te stellen. Het eerste wat mij in positieve zin verbaasde, waren de enorme grote kamers, die van alle gemakken zijn voorzien. Voor de familie is er volop gelegenheid om te blijven logeren. Privacy, rust, veiligheid, warmte en kwaliteit van leven, daar draait het om in Hospice Roosdonck. Complementaire zorg staat centraal. Zo wordt er volop gewerkt met geuren en oliën die verlichting kunnen bieden bij pijn en andere fysieke ongemakken.  Belangstellenden konden ook zelf ervaren hoe beeld en geluid voor ontspanning zorgen in de stilteruimte. Een heel belangrijk aspect voor de naasten is de waakkast. Daar liggen onder meer cd’s, puzzelboekjes  en dekens om de lange waakuren door te komen. Er was ook veel interesse voor de rituelen in Roosdonck. De vrijwilligers en medewerkers kregen daar heel wat vragen over. Wie iets tastbaars van deze open dag wilde meenemen, kon onder meer de speciale Roosdonck-postzegels en het boekje ‘Het leven dat je achterlaat’  met persoonlijke verhalen en korte gedichten van specialist ouderengeneeskunde Ronald van Nordennen kopen. De opbrengst komt ten bate van nieuwe activiteiten. Optredens van artiesten en zangkoren zijn er regelmatig in het hospice, maar daar wordt wel voor uitgeweken naar de zaal in Wiekendael.
De levensverwachting in deze zorgvoorziening is gemiddeld minder dan drie maanden. Behandeling gericht op genezing in het ziekenhuis is dan niet meer mogelijk of wenselijk. Patiënten komen terecht in Roosdonck als de verzorging in de thuissituatie voor familie en vrienden te belastend is geworden of wanneer mantel-, medische- en complexe verpleegkundige zorg niet meer geboden kan worden. Hoe het levenseinde wordt ingevuld, is geheel aan de betrokkene en de vrienden en verwanten. Het gebeurt niet vaak, maar het is voorgekomen dat een bewoner voldoende herstelde om weer terug te keren naar zijn vorige woonsituatie. De praktijk wijst echter uit dat het veelal om uitstel en niet om afstel gaat en dat ze na verloop van tijd toch weer in Roosdonck worden opgenomen. Er zijn geen vaste bezoektijden. Familie, vrienden en bekenden kunnen langskomen wanneer ze willen. Naasten die het te kwaad krijgen, kunnen eveneens op steun rekenen bij het afscheid nemen.  Roosdonck is bereikbaar via Groenhuysen Klantbureau, tel. 088-5574000, klantbureau@groenhuysen.nl , adres: Kalsdonksestraat 89a, 4702 ZB Roosendaal.


Vrijdag 18 oktober 2019

JAMMER DAT KIRSTEN VAN TEIJN NERGENS DOORPAKT

Kirsten van Teijn (30) voelt zich een ware representant van haar generatie. Jaloers op de zestigers van nu die zo lekker relaxed van het leven genieten en vaker seks hebben dan Kirsten en haar leeftijdsgenoten. ‘Wij begin dertigers missen diepgang. Logisch, want we zitten alleen maar met een strak gezicht naar onze Instagram-plaatjes te turen’. De leegheid van het bestaan, daar draait ‘Nobel’ grotendeels om. De ouders van Kirsten hebben op zestigjarige leeftijd besloten uit elkaar te gaan en daardoor voelt ze zich extra ontheemd. Plotseling heeft ze twee families. Die van vaders- en moederskant. Twee heel gescheiden werelden bovendien die nergens meer samen komen. Moeder heet van haar meisjesnaam ‘Nobel’ en daarmee is de titel van het programma verklaard. Maar een echte rol is voor moeder Nobel niet weggelegd in dit programma.
Het begin van de show is best onderhoudend. Enthousiast vertelt ze hoe zij en gitarist Leon Sibum ’s middags Roosendaal binnen reden en onder de indruk raakten van de grandeur van de Parklaan. Die naam had ze snel achterhaald en vanaf dat moment wist ze zeker dat het die avond niet meer stuk kon in De Kring. ‘Allemaal keurige mensen hier. Heel anders dan in Almelo. Daar zaten ze maar een beetje strak en suf voor zich uit te staren in wat aftandse kledij. In deze zaal snuif ik echter heerlijke geurtjes op en wat leuk ook dat de mannen veelal netjes in het pak gestoken zijn en de dames er erg fleurig uitzien’. Die lijn trok ze helaas niet door. De schone schijn van de hedendaagse jeugd werd daarna in een strak keurslijf gegoten en plotsklaps was het gedaan met de spontaniteit. De volgende nummers waren duidelijk op de tekentafel ontstaan en daardoor zakte het programma behoorlijk in. Ze roerde van alles aan, maar pakte helaas nergens door. Echt een gemiste kans, want als performer is Kirsten alleszins de moeite waard. Ze komt sympathiek over en ook in muzikaal opzicht zit het wel snor. Met Leon Sibum heeft ze niet bepaald gemakkelijk in het gehoor liggende melodieen gekozen. De keuze voor een gitarist is sowieso al opvallend. Een piano was waarschijnlijk beter op zijn plaats geweest. De babbeltjes met het publiek reiken niet ver genoeg, deze interactie moet ze wat verder uitbouwen en ook zou ze wat dieper met de slachtoffers van gedachten moeten wisselen. Doorgaans ben ik niet gecharmeerd van interactie met het publiek, maar dit onderdeel past Kirsten van nature. De liedteksten zijn overwegend wel mooi. ‘Er is niemand dood, maar zo voelt het wel’. Dat is echt een zin om even goed te laten bezinken en over na te denken. Inhoud en vorm zijn niet in evenwicht, terwijl verdieping nauwelijks aan de orde is.  De grote stad Amsterdam beu besloten Kirsten en haar vriend naar een Brabants dorpje te verhuizen. Het eerste wat haar in de nieuwe omgeving opviel, was dat de duiven veel luider en uitbundiger van zich laten horen. ‘Heel anders dan de duiven in Amsterdam. Die maken slechts grommende geluiden, net als de inwoners.’ Een leuke vondst, daar zou ze voor een volgend programma wat nadrukkelijker naar op zoek moeten gaan.


Kirsten van Teijn – Nobel. Gezien door Jaap Pleij op donderdag 17 oktober in de kleine zaal van De Kring. 


Donderdag 17 oktober 2019

JOOST SPIJKERS NOG EVEN TERUG IN DE KRING MET SPIJKERS 2

Als het publiek langzaam de kleine zaal binnendruppelt, genieten de leden van de groep Spijkers van een eenvoudige doch voedzame en met veel drank overgoten maaltijd. Zachtjes begint naamgever Joost Spijkers een liedje te zingen dat langzaam overgaat in een uitbundige kroegsong a la ‘The Wild Rover’, dat vooral bekend is in de uitvoering van de eens vermaarde Dubliners.  Met dit tweede muzikale uitstapje waren Spijkers & Co twee jaar geleden ook in De Kring. Toen hadden ze concurrentie van de musical over Liesbeth List in de grote zaal. Deze avond hadden ze het rijk alleen en dat had een positieve impact op de publieke belangstelling. Spijkers maakte furore als lid van het varietetrio The Ashton Brothers. De wens om meer ruimte voor zijn persoonlijke muzieksmaak te krijgen, leidde tot ‘Spijkers 1’, net als deel 2 een hoofdzakelijk gevarieerd muzikaal programma, met hier en daar wat kolderieke trekken.   
Gelukkig voor hem hoefde Spijkers niet lang na te denken over de vertaling van zijn muzikale boodschappen naar het theater. Toneelschrijver Peer Wittenbols tilde die last met plezier van de smalle schouders van Joost en wist zijn gevoelens uiterst fijnzinnig te vertalen in zogeheten ‘recht-voor-de-raap-liedteksten’.  Een van die liedjes bracht het zowaar tot een nominatie voor de Annie M.G. Schmidtprijs. Alle reden dus voor Spijkers om met zijn vier maten op deze voet door te gaan. Wittenbols zette zich wederom neder aan zijn schrijftafel en schreef een repertoire bij elkaar dat door Spijkers in een nog hogere versnelling in de spotlights wordt vertolkt. ‘Nog theatraler, meeslepender, afwisselender en rauwer, kleinkunst stevig gekruid met opzwepende sintijazz, jazz-manouche’, aldus enkele termen die in de eerste recensies werden gebruikt. Het viel mij op dat het er tijdens deze tweede visite aan De Kring een stuk relaxer aan toe ging dan bij de eerste kennismaking met ‘Spijkers 2’ in 2017.  
De grote tafel die zowel dient als decorstuk en rustpunt tussen de drukke, muzikale bedrijven door is wijselijk gehandhaafd. Als Spijkers en zijn maten enigszins tot bedaren zijn gekomen, borrelen de intiemere nummers op. Degenen die even niet mee hoeven te doen, vervolgen in alle rust hun zo ruw door het publiek onderbroken maaltijd. Een van de leden vindt zelfs de rust om een stuk kaas met een uitholling overdwars een meer compactere vorm te geven. Als Joost een seintje geeft, vliegen ze echter meteen weer alle kanten het podium op. Als het na een uitbundig slotnummer ‘eigenlijk afgelopen’ is, gaan de mannen weer aan tafel alsof er geen voorstelling is geweest. Onder al die toekijkende blikken voelen ze zich toch wat ongelukkig en besluiten dan toch maar tot een toegift. ‘Zeker weer niks op televisie vanavond’, moppert Joost als hij zijn accordeon weer ter hand neemt. Zoals het een gepokt en gemazeld artiest van mannelijke kunne betaamt, plukt Joost twee aantrekkelijke dames van de eerste rij voor een kort maar krachtig dansje. Tot mijn verbazing laat hij daarna het oog op mij vallen, wat gepaard gaat met een stevige omhelzing. ‘Leuk dat je er bent, Jaap’, fluistert hij zachtjes in mijn oor. Dat is eigenlijk wel de grootste verrassing, want ik kan me niet herinneren dat ik de energieke frontman ooit persoonlijk heb ontmoet. Maar dat is ook het mooie van theater. Ieder moment kun je een bijzondere ervaring opdoen. Ik ben benieuwd hoe de maaltijd volgend seizoen wordt voortgezet in ‘Spijkers 3’, want dat deze lijn nog  verder doorgetrokken moet worden, is niets meer of minder dan een logische theaterwet. Maar voor de omhelzingen dan wel graag een leuke zangeres meenemen, Joost!


Spijkers – Spijkers 2. Gezien door Jaap Pleij op woensdag 16 oktober in de kleine zaal van De Kring.   


Woensdag 16 oktober 2019

BETH & FLO SPEELDEN EXTRA MOOI VOOR DE POLITIE

Kenners van het werk van Elsbet Remijn en Claudette Verhulst, oftewel het vingervlugge pianoduo Beth & Flo, zullen zich ongetwijfeld hebben afgevraagd waarom de pittige dames er dinsdagmiddag in De Kring in Roosendaal zoveel extra schepjes bovenop gooiden. Het antwoord gaf het ontwapende duo drie uur later op hun eigen Facebookpagina. Dat kwam door de golven adrenaline die ze in de kleedkamer mochten ervaren. Wat was er aan de hand? Een kwartier voordat ze op het podium van de kleine zaal werden verwacht, waren ze in de ‘krochten’ van De Kring getuige van een heuse politie-oefening.
De inzet was een terroristische aanslag die gepaard ging met een groot aantal figuranten, neppistolen, knalmunitie, veiligheidsbrillen, geschreeuwde bevelen en kermende slachtoffers overal waar ze keken. ‘Het hart klopte in onze keel. Toen bam, het podium op en nog net een beetje extra mooi gespeeld- voor de ellende in de wereld, maar ook voor de mensen die zo hard en serieus werken aan onze veiligheid’, schreef Beth. Of was het Flo?  Het publiek in De Kring bleef van dat alles onwetend. Maar nu is wel duidelijk waarom het concert een kleine tien minuten te laat begon. Al die commotie ging gelukkig niet ten koste van Flo’s stralende glimlach, enigszins minzaam ondergaan door Beth, in woord en gedrag het toonbeeld van het ideale buurmeisje. Maar als je Flo op haar eerlijke gezicht mag geloven – en waarom zou je dat niet doen?- was zij het die op het lumineuze idee kwam om een kruiswoordpuzzeltje in het programmablaadje op te nemen. In het vierkantje is de naam van de componist Saint-Saëns verborgen. Een puzzeltje dat door een zekere Wilma in het publiek binnen luttele seconden was opgelost. Met een heuse vleugel als prijs beleefde Wilma dus een lucratief middagje Rachtime met een lichte- en ironische toets.
Van de in Parijs geboren Saint-Saëns (1835-1921) werd het ‘Carnaval des Animaux’ uitgevoerd. Het bijzondere van dit in 1886 gecomponeerde werk is dat het uit een verzameling humoristische, muzikale schetsen bestaat. Ofschoon dit carnaval der dieren algemeen beschouwd wordt als zijn bekendste compositie, is het in zijn tijd nooit in het openbaar gespeeld.  Saint-Saëns kon de zon zeker in de Seine zien schijnen, maar hij vond het stuk bij nader inzien niet bij zijn imago van serieus componist  passen en daarom is het nooit tot een openbare vertolking gekomen. Beth wist echter te vertellen dat hij dit bonte carnaval  één keer heeft gespeeld voor een gezelschap dat louter uit vrienden bestond. En aangezien dit hoofdzakelijk uit senioren bestaande publiek door de dames al snel in de harten werd gesloten, was er geen enkele reden om Roosendaal dit kostelijke werk te onthouden. Geen idee hoe de eenmalige vertolking destijds door  ‘de vrienden van….’  is beleefd, maar het is praktisch onmogelijk dat Saint Saëns zijn eigen compositie nog mooier en nog fijnzinniger heeft gespeeld dan Beth & Flo op deze gewone doordeweekse dinsdagmiddag in De Kring. ‘Zo jong en dan al zo prachtig piano kunnen spelen. Dat is een waar godsgeschenk’, fluisterde iemand achter me. Een mening die ik uiteraard alleen maar kan onderschrijven. Naast Saint-Saëns kwamen diverse werken van Rachmaninov en Gershwin aan bod. Of deze componisten elkaar ooit gesproken hebben, acht Beth ondanks hun uiterst verschillende achtergronden zeer waarschijnlijk, maar niet zeker.

Vanaf dat moment plaatsen Beth & Flo deze twee componisten tegenover elkaar: Rachmaninov uit het statige Rusland en Gershwin uit het bruisende New York. Met onder meer drie preludes van Gershwin, delen uit Six Morceaux van Rachmaninov en scènes uit diens tweede pianoconcert schetst het pianoduo een beeld van deze twee ogenschijnlijk verschillende zielen. Toch gaan uiteindelijk 'Summertime' en 'Wintertime' hand in hand en wordt jazzy virtuoze ragtime.
Toen aan het slot van het concert als de vreemde eend in de bijt ‘The Aftermath’ van Ruben Naeff in een verrassend fris jasje werd gestoken, vroeg ik me op mijn beurt af of de dames de recentelijk overleden pianist Daniel Wayenberg wel eens hebben ontmoet. Net als Beth en Flo kon Wayenberg een gezonde dosis humor niet ontzegd worden. ‘The Aftermath’ is rijk aan de kolderieke elementen waarmee Wayenberg zo graag uitpakte. Naeff vocht in zijn jeugd een lange innerlijke strijd uit waarbij het erom ging of hij definitief en volledig voor de muziek zou kiezen of dat hij toch iets anders met zijn leven wilde doen. De rest is geschiedenis. Beth & Flo beeldden dat innerlijke gevecht uitermate humoristisch uit door er letterlijk een pianogevecht van te maken, waarbij ze niet schuwden elkaar voortdurend beentje te lichten. Wie nu nog denkt dat een klassiek concert per saldo een saaie ervaring is, wordt door dit duo hardnekkig wakker geschud. Het toefje cabaret dat zij aan hun muzikale gaven toevoegen, zorgt voor een passende, ontspannen ambiance, waarin zelfs ruimte is voor een van de wijsheden van de zelfbenoemde goeroe Dr. Phil. Zo doe je er volgens Beth verstandig aan om niet slechts bot te constateren dat iemand chagrijnig is, maar dat je je vooral moet afvragen wat diegene is overkomen waardoor hij zich zo humeurig etaleert. Een kolderconcert uitgevoerd door Beth en Flo, met extra humoristische inbreng van Daniel Wayenberg, hoe zou dat geklonken hebben?, was echter de vraag die bij mij door het hoofd speelde bij het verlaten van de kleine zaal. We zullen het helaas nooit weten! Thuisgekomen las ik mijn oude mails nog eens door en zag tot mijn schrik dat ik na afloop nog een korte, persoonlijke ontmoeting zou hebben met de dames. Stom, stom, stom, glad vergeten. Gelukkig gaat hier het woord ‘nooit’ waarschijnlijk niet op. Dat halen we ongetwijfeld nog wel een keer in. ‘Je wordt ouder, papa’, zullen ze me dan wellicht in een klassiek gestoken jasje toezingen (hun vocalen mogen er zeker ook zijn).                
Beth & Flo – Rachtime. Gezien door Jaap Pleij op dinsdag 15 oktober in de kleine zaal van De Kring, tweede (volledig uitverkochte) voorstelling in de dinsdagmiddagserie. Voor nummer drie, Abdelkader Benali met de ‘Kalief van Nederland’ op dinsdag 19 november, zijn nog een aantal kaarten beschikbaar.  
Biografie: Claudette Verhulst en Elsbet Remijn zijn twee pianistes die sinds 2013 het duo Beth & Flo vormen. Allebei hebben zij in 2014 hun masterdiploma behaald aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Als pianoduo Beth & Flo treden zij op in theaters en de grote en kleinere Nederlandse concertzalen, maar net zo lief in huiskamers, of juist op plekken waar klassieke muziek nooit klinkt. Verhalen vertellen, de muziek in een context plaatsen, interactie met het publiek, verrassen en ondertussen Bach, Brahms, Gershwin, Liszt, Rachmaninov en vele andere componisten laten horen – dat is wat zij het liefste doen! De twee jonge pianistes combineren klassieke muziek met hun liefde voor theater. Daarmee proberen zij op hun eigen manier een steentje bij te dragen aan het indringend beleven van klassieke muziek. Deze verfrissende en vernieuwende aanpak blijft niet onopgemerkt gezien hun volle agenda. Zij waren al te gast bij een aantal belangrijke festivals waaronder het Grachtenfestival in Amsterdam,  het Haagse UIT-festival en het Peter de Grote festival in Groningen. Enkele optredens werden uitgezonden op radio en TV, zoals Radio4, RTL, Concertzender. Het buitenland liet zich ook niet onbetuigd. De VS, het VK en Italië werden al verrast met concerten van dit bijzondere pianoduo.


Dinsdag 15 oktober 2019

TELEVISIEKWIS "2 VOOR 12" GING IN DE FOUT

De quiz ‘2 voor 12’ is een van de weinige programma’s van de publieke omroep die ik terug kijk op ‘Uitzending Gemist’. Enerzijds is het een goede manier om je eigen algemene kennis te testen, en bij het woord raden zit ik altijd op het puntje van mijn stoel. Voor zover ik weet zijn Hopstaken en Vermunt de enige twee Roosendalers die het ooit tot één of meerdere uitzendingen hebben gebracht, maar daar kan ik me gezien de lange duur van het programma natuurlijk in vergissen. 
De vragen zijn doorgaans erg kies gekozen, maar in de uitzending van vrijdag 11 oktober is de redactie bijzonder ernstig in de fout gegaan. Het tweede (verliezende) koppel, Jort Eilander en Henk Borghols, kreeg als vraag 9 voorgelegd wat de naam was van de 41-jarige grensrechter die op 2 december 2012 na afloop van de voetbalwedstrijd tussen SC Buitenboys B3 en SV Nieuw Sloten werd doodgeschopt door onder anderen de 22-jarige Yassine D. Eilander aarzelde even en antwoordde toen ‘Volgens mij …Nieuwenhuizen’. Jammer dat hij daar reeds een punt zette. Hij had er aan kunnen toevoegen: ‘Maar ik vind het eerlijk gezegd nogal misplaatst om deze vraag in een quiz te stellen. Stel dat de familie thuis zit te kijken. Onverwacht worden ze dan toch weer geconfronteerd met deze trieste gebeurtenis.  Zoiets kan ongelooflijk hard binnen komen. Dit was wat mij betreft eens maar nooit weer’.
Presentator Astrid Joosten had wel het gevoel dat ze er nog iets over moest zeggen. Ze kwam helaas niet verder dan: ‘ik kan het weer bijna niet geloven als ik het voorlees. Het voorval leidde tot veel commotie, wat uiteindelijk resulteerde in de landelijke campagne ‘Zonder respect geen voetbal’. Joosten valt niet echt iets te verwijten. Zij krijgt de vragen van tevoren niet te zien. De redactie van de quiz had echter wel zo wijs moeten zijn om het rode potlood door deze vraag te halen. Een stuitend staaltje van gebrek aan respect voor de nabestaanden van het slachtoffer.  Yassine D. kwam in juni van dit jaar wederom uiterst negatief in het nieuws. Het OM eiste toen celstraffen tegen twee mannen die werden verdacht van betrokkenheid bij het neersteken van een advocate in Zoetermeer.     
Eén van hen is de 22-jarige Yassine D., die in 2013 werd veroordeeld voor het doodschoppen van grensrechter Richard Nieuwenhuizen.  Zes spelers van Nieuw Sloten en een voetbalvader werden in 2013 veroordeeld. De minderjarige verdachten kregen op één na 24 maanden jeugddetentie. Alleen Yassine D. kreeg 12 maanden omdat hij tijdens het fatale schopincident nog geen 16 was. Zijn vader, El-Hasan D., kreeg 6 jaar cel.


Maandag 14 oktober 2019

WAT HEEFT RENOVATIE ROTONDE FREIJTERSLAAN OPGELEVERD?

Een maand na de start van de renovatie van de Turborotonde in de Burgemeester Freijterslaan is de klus bijna geklaard. Sinds vrijdag hebben de fietsers en de voetgangers weer vrije doorgang. Daarmee is een eind gekomen aan een levensgevaarlijke situatie die in de ogen van de PVC veel te lang heeft geduurd. Tot ongelukken heeft het niet geleid, maar vrijwel elke dag deden zich wel een aantal precaire situaties voor. Regelmatig ben ik zelf getuige geweest van bijna-botsingen. Maar nu het eindresultaat  duidelijk zichtbaar is, vraagt de PVC zich in gemoede af waarom deze forse ingreep nodig was.  
Het gemeentebestuur kwam met het argument dat ‘met name fietsers en voetgangers die op het westelijk deel van de rotonde overstaken zich vaak niet veilig voelden’. Hoe dat precies gepeild is, weet de PVC niet, maar de gemeente was daarnaast tot de bevinding gekomen dat automobilisten het ook geen prettig punt vinden omdat ze geen goed zicht zouden hebben op naderend langzaam verkeer. In feite is er niet meer gebeurd  dan het enigszins verleggen van de aanliggende fietspanden aan de westkant van het rondpunt. De twee fietspaden zijn, net als bij de rotonde aan de Van Beethovenlaan, verder van de rijbaan aangelegd. In de ogen van het gemeentebestuur zien fietsers en automobilisten elkaar in de nieuwe situatie beter en is de verkeersveiligheid, voor met name fietsers vergroot.
Van duidelijke zichtbare veranderingen is absoluut geen sprake en het is de PVC niet duidelijk waardoor de verkeersveiligheid dan wel vergroot zou zijn. Rotondes zijn per definitie levensgevaarlijk. Als voetganger en fietser heb je geen idee wat de snel naderende automobilist precies gaat doen. Remt hij inderdaad af, wat de bedoeling is, of besluit hij op het laatste moment nog even flink gas te geven om de overstekende fietser/voetganger net voor te zijn? Om daar duidelijkheid over te krijgen, moet je als zwakke verkeersdeelnemer de automobilist bij wijze van spreken eerst eens diep in de ogen kijken. Wat natuurlijk maar zelden mogelijk is. Indien het gemeentebestuur echt iets aan het verkeersveiligheidsprobleem wil doen, dan zou de oude situatie (met verkeerslichten) in ere hersteld moeten worden. En natuurlijk is het hoog tijd om het probleem bij de bron aan te pakken. Het gemotoriseerde verkeersaanbod in de binnenstad moet fors omlaag en het fietsverkeer dient zowel letterlijk als figuurlijk altijd voorrang te krijgen. Toenmalig verkeersdeskundige bij de politie, Marcel van Oorschot, hield daar begin jaren negentig al een hartstochtelijk pleijdooi voor. Laat het College nu maar eens de daad bij het woord voegen.  
De PVC kan zich niet aan de indruk onttrekken dat nut en noodzaak van deze dure ingreep niet is aangetoond. Dit geld had beter naar De Kring kunnen gaan, zodat cultuurcluster-directeur Jan-Hein Sloesen eindelijk eens afscheid kan nemen van die vreselijk ongerieflijke tribune in de kleine zaal (de ontwerper heeft over het hoofd gezien dat mensen nu eenmaal benen en voeten hebben die ze ergens moeten laten, JP) en de theaterliefhebbers op een fraai zomerprogramma kan trakteren. De PVC wil van het College dan ook weten wat deze klus de gemeente in totaal heeft gekost. De eindnota zal gezien de vrijwel constante aanwezigheid van menselijke wegwijzers en veiligheidswerkers niet mals zijn. De PVC vertrouwt erop dat  de partij sinds 3 oktober (installatie Han van Midden als nieuwe burgemeester) geen WOB-verzoeken meer hoeft in te dienen om fatsoenlijk antwoord te krijgen op alleszins legitieme vragen. 


Zondag 13 oktober 2019

AGENTEN BEKOGELD MET GLAS EN VUURWERK BIJ EL CORAZON

Negen dagen na zijn installatie heeft burgemeester Han van Midden reeds het landelijk nieuws gehaald. Maar niet op de wijze die hij ongetwijfeld in gedachte had. Op harde wijze heeft hij in de nacht van zaterdag en zondag moeten ervaren dat het lang niet altijd pais en vree is in Roosendaal. Tijdens een uit de hand gelopen stapavond is de politie op de Markt bekogeld met glas en vuurwerk. De brandhaard was gelegen in discotheek El Corazon. Twee groepen jongeren raakten daar ’s nachts slaags en werden door de beveiligers snel de discotheek uitgewerkt. Daarmee verplaatste het probleem zich alleen maar. Agenten waren er rond 3.30 uur getuige van dat een meisje in de deuropening flauw viel. 
In plaats van ruimte te maken voor de hulpverleners trakteerden enkele cafébezoekers de agenten op een spervuur aan glazen, flessen en zelfs vuurwerk. Een van de dienders kreeg flinke trappen te verwerken van een meisje. Met de wapenstok in de hand arresteerde de politie twee jonge mannen uit Bergen op Zoom en een minderjarig meisje uit Sint Maartensdijk. Vervolgens werd de Markt door vijftien agenten en twee hondengeleiders schoongeveegd. Bij die veegpartij werden nog twee mannen aangehouden, waaronder één zonder vaste woon- of verblijfplaats. De rust keerde rond 4.30 uur terug op de Markt. De vier mannelijke verdachten zijn met een proces-verbaal naar huis gestuurd. Het gewelddadige meisje zat zondag nog vast in afwachting van haar verhoor. ‘Onaanvaardbaar’, oordeelde ook de hoogste politiebaas Kees Akerboom.  Hij wil dat de regering nu snel met aanvullende maatregelen komt om dit geweld tegen agenten die gewoon hun werk doen harder aan te pakken.
De PVC dringt bij het gemeentebestuur en de politieleiding al jaren aan op een vaste, bemande politiepost op de Markt. Zeker in de weekeinden hoort er permanent  toezicht te zijn op de ‘stappende lieverdjes’.   Van daaruit zou ook het Emile van Loonpark veel efficiënter in de gaten kunnen worden gehouden. De politie moet niet arriveren, de politie moet er al zijn. Door de structurele agressie in het uitgaansgebied heeft het veiligheidsgevoel van de bewoners rondom de Markt een flinke knauw gekregen. Meerdere vrouwen hebben tegenover de PVC te kennen gegeven ‘voor geen goud ’s avonds alleen over de Markt te lopen’. Het onveiligheidsgevoel is voor één zelfs een reden om zich het plezier van theaterbezoek aan De Kring te ontzeggen. Dat is een van de thema’s die ik binnenkort zeker met burgemeester Van Midden zal bespreken.  Tot nu toe hield het College constant de boot af. Ik heb echter het gevoel dat er met de komst van Han van Midden ook op dit dossier  een frisse wind gaat waaien door Roosendaal. 


Zondag 13 oktober 2019

GELADEN AFSCHEID MOEDER GODSKERK

De verwachting was dat het zondag razend druk zou worden bij de laatste eucharistieviering in de Moeders Godskerk die na 52 jaar (1967-2019) aan de erediensten is onttrokken. Die verwachting was bepaald een understatement. Wie vroeg van huis was gegaan, zal daar echter geen spijt van hebben gehad, want tien minuten voor aanvang was er al geen lege stoel meer te vinden in deze baken van De Kroeven. De dienst staande bijwonen, was toen nog de enige mogelijkheid.  Voor mij beloofde het sowieso een bijzondere bijeenkomst te worden. Dit was mijn eerste- en tevens laatste zondagochtenddienst in deze Ark van God.  Ik kwam er slechts voor uitvaartdiensten en bijzondere concerten, georganiseerd door het Moeders Godskoor.  Indien deze plaats van ontmoeting een echt schip was geweest,  zou het nooit toestemming hebben gekregen om uit te varen. Daar was het deze zondagochtend simpelweg te zwaar beladen voor. 
Eenmaal gezeten dacht ik meteen terug aan mijn eerste kennismaking met deze parochiekerk. Ik werd toen door Piet Schapendonk uitgenodigd om een geschilderde bijdrage te leveren aan de kunstveiling die was georganiseerd om voldoende geld bij elkaar te krijgen voor diverse onderhouds- en renovatiewerkzaamheden.  Als mijn geheugen me niet bedriegt ging het om een schilderij waar een compleet paard op stond afgebeeld. Er staat me voorts nog bij dat ik hiermee een bijdrage van driehonderd gulden heb geleverd aan het hogere doel.
Rond 10.55 uur vulden door het Moeder Godskoor geproduceerde muzikale klanken reeds de ruimte. ‘Ze hadden eigenlijk twee voorstellingen moeten geven’, grapte ik tegen mijn buurman, wijzend op de vele mensen die nog steeds binnen stroomden.  Een andere mogelijkheid was geweest om te werken met gratis toegangskaarten die men uiteraard wel vooraf diende te reserveren.  Indien JVR nog bestond in Roosendaal, was het zelfs denkbaar geweest om een groot videoscherm op het kerkplein neer te zetten. Vooraf werd bekend gemaakt dat er geluids- en filmopnamen gemaakt zouden worden ten behoeve van het gemeentearchief en heemkundekring de Vrijheijt van Rosendaele. ‘Dat wordt met het nodige respect gedaan door  enkele mensen die daarvoor door ons speciaal zijn gevraagd, gelieve daarom zelf geen opnamen te maken’, klonk het enigszins streng vanaf de kansel. De dienst werd breed geleid door pastoor Ronald van Bronswijk, priester Piet Swinnen, de pastoraal werksters Petra Versnel en Mary Zopfi-de Bruijn en vicaris en hoofdcelebrant Wiel Wiertz. De laatste nam het leeuwendeel van de dienst voor zijn rekening.   ‘Er zijn gelukkig veel mensen aanwezig. Dat is enerzijds fijn, want mensen hebben elkaar nodig. Daar staat tegenover dat we het betreuren dat we niet iedereen een zitplaats kunnen bieden. Maar alle aanwezigen kunnen elkaar wel troost bieden, we hebben hier met zijn allen veel mooie periodes van verbondenheid met elkaar beleefd.  Alle veranderingen brengen nu eenmaal emoties met zich mee. Daar komt nog bij dat het hier binnen door de hoge buitentemperaturen en het grote aantal bezoekers nogal warm is. Hou daarom vooral uw buren in de gaten. Als u het zelf te heet krijgt, ga dan gerust even naar buiten om verkoeling te zoeken’, waarschuwde een van de voorgangers.
Met de kracht van een donderpreek beschreef vicaris Wiel Wiertz welke emoties er door zijn lichaam gierden.  ‘Dit schip in de golven was voor velen van u jaren lang een tweede thuis.  Een tweede thuis waar heel veel lief en leed is gedeeld.  Het is daarom onbegrijpelijk dat deze mooie kerk die zoveel warme mensen over de vloer kreeg vandaag gesloten wordt. (na een langdurig spontaan applaus)  Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat de plaats van de kerk in de samenleving is veranderd.  En het is nu eenmaal een feit dat de kerkdiensten steeds slechter bezocht werden door de parochianen. Waar zijn ze?, waar zijn wij?’, en vooral, waarom komen negen van de tien parochianen niet meer naar de kerk wanneer daar alle reden toe is? Laten we wel wezen, ik ben geen priester geworden om kerken te sluiten,  toch ontkwamen wij er niet aan om dit besluit gezamenlijk te nemen. Na de eerste emoties te hebben verwerkt, moeten we ons gaan bezinnen op de vraag hoe we ons geloof voor het nageslacht behouden. Hoe houden we elkaar vast? Het is daarom nog belangrijker geworden om met heel ons hart één nieuwe parochie te gaan vormen. De toekomst is van ons, maar wel op voorwaarde dat we één met elkaar worden’, kraakte Wiertz een aantal harde noten.
Het geduld (en niet vergeten de blaas) van de bezoekers werd danig op de proef gesteld. De Hoogmis nam ruim twee uur in beslag.  Het Moeder Godskoor werd door de dirigenten Wil Broos (een van de initiatiefnemers voor de bouw van deze kerk)  en Gunita Kronberga  langs alle lastige muzikale klippen geleid, met ondersteuning van de organisten Katrien Braspenning-Koevoets, Imelda Hack en Nadia Rutkovska. De zeer bekende Luuk van Gaans nam de trompetpartijen voor zijn rekening. Bij het verlaten van de kerk kreeg iedere bezoeker een exemplaar van het boekje ‘Moeder Godskerk: Plaats van Ontmoeting’ overhandigd. Na een dienst die in het teken stond van zoveel menselijke warmte, kon het geen toeval zijn dat ik mijn exemplaar uit handen van Réne Mens mocht ontvangen.   Het is niet bekend wat er nu met het kerkgebouw gaat gebeuren.  In mijn ogen zou met name de grote zaal uitermate geschikt zijn voor de bijeenkomsten van de Jehova’s getuigen, maar volgens mijn buurman kan daar binnen de katholieke wetten geen sprake van zijn. Gezien de prachtige akoestiek behoort een concertzaal ook tot de mogelijkheden. Het wordt in ieder geval geen supermarkt.  Er gingen geruchten in de wijk dat overbuurman Lidl de huidige supermarkt naar de Moeder Gods wilde verplaatsen.  Die berusten echter niet op waarheid. De parochianen binnen de Norbertusparochie kunnen vanaf nu blijvend terecht in de St. Josephkerk en voor onbepaalde tijd in de O.L. Vrouwekerk. Over het laatste kerkgebouw moet het bisdom nog een beslissing nemen.  De kans is reëel dat ook dit complex definitief behouden blijft voor de erediensten.     


Zaterdag 12 oktober 2019

BN/DESTEM... WEER NIET TE VOLGEN!

Begin dit jaar wipte ik even binnen bij BN/DeStem.  De redactie had toen net  het glazen paleis aan de Laan van Brabant betrokken en dat leek de toenmalige hoofdredacteur Hille van der Kaa wel een geschikt moment voor een open dag. Kort na binnenkomst raakte ik in gesprek met Wim van de Broek, een van de weinige redacteuren die ik altijd als bijzonder sympathiek heb ervaren.  Op tactische wijze maakte Wim me duidelijk dat het voor mij weinig zin heeft om bij het versturen van berichten de redactie Roosendaal in CC of BCC te zetten, want …zo sprak hij onthullende woorden …’alles wat van jou binnenkomt, wordt automatisch verwijderd’. Dat bleek nogal mee te vallen, of tegen –het is maar net hoe je het bekijkt- want in mijn verslag van deze bijeenkomst vond redacteur Henk den Ridder voldoende inspiratie om op een van mijn andere stukken op www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com voort te borduren. 
Dat gold een tijdje terug ook voor mijn voorstel om het dakloze AZ zo lang als nodig lekker in het Herstaco Stadion te laten ballen.  Eind maart had ik opnieuw een reden om een bezoek te brengen aan het doorzichtige paleis. Ik had me aangemeld voor een willekeurig samengesteld lezerspanel  dat in gesprek/discussie zou gaan met de voltallige Roosendaalse redactie van BN/DeStem, inclusief mevrouw Van der Kaa. Met de laatste was nog nooit normale communicatie mogelijk geweest, dit leek me dus een uitgelezen mogelijkheid om naar de reden te vragen waarom vrijwel al mijn kritische vragen aan het College van B&W en andere bijdragen zo genadeloos werden geboycot door haar redactie. Voor aanvang gingen alle redacteuren het lezerspanel af om ze even de hand te schudden.  Aan de zure gezichtjes te oordelen, hadden ze mij niet bij deze bijeenkomst verwacht en dat ze dat ook allerminst wenselijk vonden.  Reeds in het welkomstwoord werd ik even discreet apart genomen door de redactiechef, die me vriendelijk doch dringend verzocht het pand te verlaten, omdat ‘sommige collega’s zeer negatief op mijn komst reageerden’ en dat dit ‘een vruchtbare bijeenkomst in de weg zou staan’. Of zitten in dit geval. Ook toen kon Van der Kaa dus de moed en het fatsoen niet opbrengen om mij deze onheilstijding persoonlijk over te brengen.  In haar persoonlijke verslag van deze bijeenkomst ‘vergat’ ze gemakshalve dit akkefietje te vermelden.  Niet te filmen!  Of de sessie tot vruchtbare resultaten heeft geleid, weet ik dus niet. BN/DeStem is er sindsdien echter redactioneel in ieder geval niet beter op geworden.
Dat mijn epistels niet zomaar automatisch worden verwijderd, werd deze zaterdagochtend (12 oktober) ten overvloede nog eens bevestigd. Terwijl ik in huize St. Elisabeth een biljartdemonstratie ten beste gaf, met mijn 91-jarige moeder als enige toeschouwer, kreeg ik van een medebewoner de BN/DeStem van deze dag in de handen gedrukt, opengeslagen op bladzijde 4, Stad en Streek, waarbij zijn vinger prangend wees op de column ‘Niet te Filmen’ van ene Coen Hagenaars. Deze scribent achtte het nodig om ‘nog effe’ terug te komen op het succesvolle introductiefilmpje van Han van Midden.  Halverwege haakt hij in op mijn verslag van de speciale raadsvergadering in De Kring waar Van Midden werd geïnstalleerd als de nieuwe burgemeester van Roosendaal.  In zijn ogen is Roosendaal aan niets minder dan een ‘ramp ontsnapt’. ‘Publicist Pleij onthult namelijk in een van zijn laatste epistels evenals Van Midden een van de elf kandidaten te zijn geweest die een serieuze gooi naar het ambitieuze ambt deden’.  Van onthullen was echter geen sprake. Ik heb daar kort na de bekendmaking dat Van Midden het was geworden (eind mei) al melding van gemaakt.  Het redacteurtje van ‘De Wakkere krant van West-Brabant’ zat toen kennelijk net ‘effe’ te suffen. Natuurlijk wist ik dat ik geen schijn van kans had – daarvoor heb ik te vaak op de politiekgevoelige teentjes van de leden der gemeenteraad getrapt (en die geven de doorslag)-  maar deze uitgelezen mogelijkheid om mijn ideeën voor Roosendaal in een persoonlijk gesprek met de Commissaris der Koning te ontvouwen, was te mooi om te laten lopen. Bovendien zag ik dan eindelijk het Provinciehuis van binnen. Ik heb nooit eerder redenen gehad om daar binnen te stappen. Het gesprek was buitengewoon de moeite waard.  Zeer voldaan reisde ik dan ook terug naar Roosendaal. In de keuze voor Han van Midden kon ik me helemaal vinden. Ik stuurde hem ter eerste kennismaking een exemplaar van mijn boek ‘Pleijster op de Wonde’ toe, waarop enkele dagen een persoonlijk dankmailtje retour kwam. Tijdens de receptie na afloop in De Kring heb ik nog een zeer aangenaam gesprek met hem  mogen hebben, waarbij burgemeester Van Midden mij liet weten dat ik binnenkort een uitnodiging tegemoet kan zien voor een persoonlijk gesprek. Dat ziet er dus zeer hoopgevend uit allemaal. Hagenaars sloot zijn stukje af met ‘Maar Pleij als burgemeester van Roosendaal? Niet te filmen’.  ‘Zo’, zal hij aan zijn spierballetjes op het bijbehorende fotootje te oordelen, hebben gedacht:  ‘dat heb ik nu eens goed gezegd’.  Redactioneel klopt zijn ‘Niet te filmen’ van geen kanten. Hij verzuimt uit te leggen waarom ik als burgemeester een ramp voor de stad zou zijn geweest.  Indien dat jaren geleden al was gebeurd,  was er voor zover een burgemeester daar invloed op kan uitoefenen geen stuiver verspild aan het rampscenario Riek Bakker en de binnenstadsdirectie die de Roosendaalse belastingbetaler nog elke maand 16.000 euro kost. Het ‘Lover van Lok’ op de Nieuwe Markt zou er zeker ook niet gekomen zijn. Net als de kille renovatie van het Tongerloplein. Dat had allemaal veel beter en vooral veel zuiniger gekund. Dat was pas echt niet te filmen, maar helaas wel realiteit.  Wat er wel was gekomen? Een wielerbaan in een overdekt Herstaco Stadion wellicht, een compacte kermis geheel geconcentreerd op het parkeerterrein van dat stadion, een mobiele ophaalservice voor stukken afval die niet in die veel te smalle ondergrondse containers passen, een zomerprogrammering  voor schouwburg De Kring  zodat de cultuurliefhebbers in die hete maanden niet geheel op een houtje moeten bijten, en een burgemeester bij wie transparante- en eerlijke communicatie en persoonlijke ontmoetingen centraal staat, gelijk aan wat ook in de sollicitatiebrief van Han van Midden viel te lezen.  Open en eerlijke communicatie, dat is bij de Roosendaalse redactie van BN/DeStem al jaren niet het geval.  Inderdaad, stoere Coentje, dat is pas echt niet te filmen!  Een welgemeend advies nog: Les 1 voor toekomstige columnisten (wat jij duidelijk niet bent, meer een opvuller): kom altijd met een originele mening en gebruik vooral argumenten.  Daar ontbreekt het in jouw episteltje volledig aan.    


Vrijdag 11 oktober 2019

SLUIT DE POORTEN OP NS-STATION BERGEN OP ZOOM!

Bij de laatste voorstellingen die ik vorig seizoen bezocht in De Maagd in Bergen op Zoom werd het reisplezier ernstig verstoord door een hardnekkige zwerver die op en rond het station constant om ‘een beetje kleingeld voor de trein’ bleef bedelen bij de passanten.  De man begon zijn rondtocht bij de kiosk en liep vandaar Perron 1 op zonder oog te hebben voor de incheckapparaten. Na zijn vruchteloze rondje te hebben voltooid, beproefde hij zijn geluk op Perron 2, met hetzelfde resultaat. Ik sloeg er op dat moment geen acht op en vervolgde mijn weg naar De Maagd.  Enigszins ontroerd door ‘De dag dat ik Robert Long ontmoette’ dacht ik bij de wandeling terug aan die ene keer dat ik Robert Long zelf mocht ontmoeten en interviewen in het Bredase Chasse Theater. Toen ik het station bijna genaderd was, dook die hinderlijke zwerver plotseling weer op, de fraaie herinneringen aan Robert Long verdwenen op slag naar de achtergrond. Helaas kreeg de man, deze keer op een fiets gezeten, mij ook direct in het vizier.  ‘Mag ik u iets vragen, meneer?’ , klonk het zonder een spoor van herkenning weer net zo hinderlijk als een paar uur terug.
‘Doe maar niet’, riep ik enigszins geirriteerd.  De aanhoudende zwerver liet zich door dit alleszins duidelijke antwoord niet afschrikken en liep gedwee achter mij aan het station op. Ter hoogte van Perron 1 liet de zwerver zijn oog vallen op een jonge deerne die verschrikt opkeek van haar tablet toen de man haar aansprak, met dezelfde naar geld hongerende vraag. Ze ‘wandelde’ in rap tempo weg van de plek des onheils en de man begon weer aan zijn ongetwijfeld zoveelste ronde over beide perrons. Kennelijk was hij kort van memorie, want bij het naderen van de trein was bij weer bij mij aanbeland met zijn bedelriedeltje. ‘Sodemieter nou eindelijk eens een  eind op’, blafte ik woest. Dat bleek zowaar te helpen. De zwerver verdween in allerijl naar het trappengat. Het zojuist benaderde meisje beloonde deze actie met een brede glimlach en een opgelucht ‘dank u wel’. Waarschijnlijk zou hij snel terug keren op het perron, maar dan waren wij al lang richting het veilige Roosendaal vertrokken.  In de zomer kom ik nog maar zelden in Bergen op Zoom – de afgelopen maanden was ik er zelfs niet één keer geweest- en daarom werd de kwestie voor mij pas weer actueel toen ik afgelopen woensdag naar Bergen op Zoom afreisde om ‘The Dublin Legends’  aan het werk te zien in De Maagd. De heenreis verliep vlekkeloos. Maar nog nagenietend van ‘sweet Molly Malone’ en alles wat daaraan vooraf ging, stond de zwerver ’s avonds laat op het perron ineens weer voor mijn neus. Of was het een ander die de boodschap had overgenomen? Zo goed is mijn geheugen nu ook weer niet dat ik de man onmiddellijk zou herkennen.  De overbekende vraag klonk echter weer even lijzig en doods als toen. En net als maanden geleden schroomde de zwerver (of zijn voorganger) niet om het gehele reizigersbestand af te lopen. Enkele eeuwen geleden werd Bergen op Zoom opgeroepen om zich ‘vroom’ te houden. Nu is het echter hoog tijd om de poorten te sluiten. Die van het station wel te verstaan. In Roosendaal  werkt dat wonderwel. Sinds alle toegangen met detectiepoortjes hermetisch zijn afgesloten voor lieden die daar niets te zoeken hebben, is het Roosendaalse station een oase van rust. Het is werkelijk onbegrijpelijk dat de NS in Bergen op Zoom nog niet tot herinrichting,  beveiliging en vergrendeling van het station is overgegaan.  Triest is ook dat de perrons ogenschijnlijk onbemand zijn.  ’s Avonds laat heerst er een unheimische sfeer, de aanwezigheid van meerdere geuniformeerde medewerkers zou dan uiterst welkom zijn. Dat geldt overigens voor zowel Roosendaal als Bergen op Zoom. In afwachting van de detectiepoortjes –de gemeente Bergen op Zoom zou daar direct bij de NS op moeten aandringen-  doet de Bergse burgemeester Frank Petter er verstandig aan hier een surveillantenproject op los te laten.  Stel dat de zwerver ook nog kwaad in de zin had en het in haar tablet verdiepte meisje daar moederziel alleen gestaan had. Daar moet je toch aan denken! En burgemeester Petter ongetwijfeld ook niet.   


Donderdag 10 oktober 2019

THE DUBLIN LEGENDS ZIJN NOG STEEDS DE MOEITE WAARD

In 1984 werd hij door violist John Sheahan geïntroduceerd als ‘a new singer’. Ruim 35 jaar later is hij de ‘grand old man’ die ‘the legend’ van The Dubliners in zijn eentje levend moet zien te houden. Na de viering van het vijftigjarig bestaan in 2012 besloot Sheahan zijn viool aan de wilgen te hangen onder het motto ‘genoeg is genoeg’. Cannon dacht daar echter heel anders over.  Na een kort bilateraal onderonsje met de immer goedlachse gitarist Eamon Campbell constateerde de rompformatie dat er nog voldoende leven in hun muziek zit en dat ze onder een andere naam – The Dublin Legends- met enkele versterkingen nog best een tijdje door konden gaan. Dat ‘tijdje’ , een vermaard woord sinds de vorige burgemeester van Amsterdam, Van der Laan, dat in de mond nam, beslaat inmiddels een periode van zeven jaar.

In oktober 2017 waren de legends in de nieuwe formatie voor het laatst te zien in De Maagd in Bergen op Zoom. Seán Cannon liep toen vooraf wat verloren rond op de Grote Markt en op zijn verzoek leverde ik hem persoonlijk af bij de artiestenfoyer. Tien dagen na dat bezoek werd de Ierse folkwereld opgeschrikt door het plotselinge overlijden van Campbell. De verwachting was toen dat Cannon dit als een teken zag om definitief een punt te zetten achter dit tweede leven van de eens zo vermaarde Dubliners. Maar zo zit Cannon niet in elkaar. Op woensdag 9 oktober stond hij weer als vanouds onder de spotlights van de Maagd, deze keer in het gezelschap van Gerry O’Connor, Shay Kavanagh en Paul Watchorn. Een mooie mix van oud, middelbaar en jong. Bij het betreden  van het podium schrok ik toch wel even. De voorbije twee jaar hebben in fysiek opzicht duidelijk hun tol geëist van Cannon. Gedurende de eerste drie nummers deed hij vrijwel niets. Een beetje op zijn gitaar slaan. Zijn lippen bewogen nauwelijks. Ik begon al te vrezen voor een pijnlijk verloop à la Glen Campbell. Toen hij de solozang van ‘Banks of the Roses’ voor zijn rekening nam, zat ik op het puntje van mijn stoel. Cannon begon wat aarzelend, maar al snel begon zijn stem –hoewel duidelijk aan kracht ingeboet- weer vaste vormen aan te nemen. Het concert verliep verder zoals je dat van levende legendes mag verwachten. Heel veel oud werk (Whiskey in the jar, Seven Drunken Nights, The Irish Rover, Dirty Old Town), met hier en daar een minder bekend werk. Heel verrassend was dat er bij sommige uitvoeringen met twee banjo’s werd gewerkt. Ik kan me niet herinneren dat eerder meegemaakt te hebben. De legends sloten het concert af zoals ze dat net als The Dubliners voor hen al jaren doen, met ‘Molly Mallone (In Dublin's fair city ...)’ dus. Kort voor aanvang was er een zogeheten live Irish music session in de foyer, verzorgd door de formatie Cool McFinn. Ook dat voorafje liet het publiek zich goed smaken. De Celtic Shop uit Bergen op Zoom deed goede zaken met de verkoop van Ierse instrumenten (de befaamde tin wistle), songbooks, sieraden en cd’s.

The Dublin Legends – Gezien op woensdag 9 oktober in De Maagd in Bergen op Zoom.


Woensdag 9 oktober 2019

DEKOORUM IS VOORAL EEN MUZIKAAL SPEKTAKEL

Terwijl de rijen in de grote zaal gesloten waren voor de College Tour van de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra trok regisseur Tom van den Bergh in overleg met zijn 13-koppige cast de laatste plooitjes strak van de musical ‘DeKOORum’ die woensdagavond 9 oktober in première gaat in De Kring. Na de eerste van de twee volledige doorlopen zorgvuldig te hebben aanschouwd, komt de regisseur met een aantal kleine opmerkingen die hij om mogelijke onrustgevoelens bij voorbaat weg te nemen, betitelt als ‘mierenneuken’.

Zo wil hij van Carmen Hack (de artistiek leider in het stuk) weten waar haar directiestokje is gebleven dat volgens hem meer rust brengt in  het geheel. Een ander lid van de cast is door Van den Bergh ‘betrapt’ op gebruik van het woord ‘tenige’ , daar waar ‘het enige’ wordt bedoeld. De Roosendaalse roots lieten zich hier even niet verbloemen. De gehele groep wordt voorgehouden dat ze bij binnenkomst van het repetitielokaal wel iets nadrukkelijker aan de deur mogen voelen. Carmen zou tot slot in zijn ogen nog wel wat meer ongeduld mogen uitstralen en daarmee is het gedaan met het ‘mierenneuken’. Gezeten op de eerste rij heb ik het afgelopen uur mogen genieten van een hoogstaand muzikaal spektakel, dat aan de hand van Engelstalige  songs als ‘Listen To The Music’ van The Doobie Brothers, ‘Under Pressure’ van Queen en de ballade ‘Run Away’ van Jefferson Starship het verhaal vertelt van een popkoor dat alles uit de kast haalt om voor de derde keer op rij een belangrijk concours te winnen. Als dat lukt, mag het koor de beker voorgoed in de prijzenkast zetten. Daar willen ze uiteraard wel een stapje extra voor doen. Ze zijn dan ook in hun sas als de voorzitter de komst van een aspirant-lid aankondigt dat reeds een imposante carrière achter de rug heeft.

De teksten van de liedjes zijn dusdanig aan elkaar verbonden dat ze grotendeels het verhaal vertellen. Tussen de muzikale bedrijven door wordt via korte dialoogjes de persoonlijke geschiedenis van enkele castleden belicht. Het dramatisch element wordt ingebracht door Karen Groothedde die de rol van Dottie, de zangeres met het verborgen verleden, vertolkt. Aanvankelijk blijft ze als de koffie schenkende vrouw achter de toog letterlijk op de achtergrond. Als het nieuwe koorlid zich aandient, kijkt ze echter geschrokken op. Het is duidelijk dat de twee vrouwen elkaar in het verleden eerder zijn tegen gekomen, en niet bepaald op een prettige manier. Dat is ook de voorzitter niet ontgaan en op zijn verzoek voelt artistiek leider Carmen de koffiedame Corrie behoedzaam aan de tand. Uit een kort dialoogje blijkt hoe de vork in de steel zit, maar dat gaat helaas te snel aan mijn oude oortjes voorbij. Het lijkt erop dat de productie zich daarna zal toespitsen op de onmin tussen Corrie en het nieuwe koorlid. Schijnt bedriegt hier helaas.

Tot mijn verbazing is de song die op mij overkomt als het slotnummer voor de pauze meteen het definitieve einde. Wat mij nogal verbaast. Er zijn  immers nog genoeg losse eindjes aan elkaar te knopen in het tweede deel dat dus achterwege blijft. Het is een bekend gegeven dat de spanningen binnen een groep toneelspelers of zangers oplopen naarmate het Uur U nadert. Hier liggen dus nog ongekende mogelijkheden om ‘DeKOORum’ naar een passend einde te leiden. Voorts ben ik benieuwd waarom de wat fletse voorzitter zich zo volledig laat ondersneeuwen door de dominante Carmen. Zijn mededelingen vooraf verplaatst de preses zonder enig tegensputteren naar het einde van de repetitie wanneer Carmen dat terloops aan geeft. Een ‘verboden’ romance binnen een koor doet het in dramatisch opzicht ook altijd goed op het toneel, zeker wanneer er sprake is van een driehoeksverhouding die met enige jaloezie gepaard gaat. In deze bezetting is dat gezien de participatie van slechts drie mannelijke koorleden wel enigszins lastig, maar zeker niet onmogelijk. En natuurlijk ben je als bezoeker heel benieuwd hoe dat zangconcours afloopt. Het is ondoenlijk om meerdere koren in de strijd te werpen op het podium, door handig gebruik te maken van voice-overs en filmbeelden (een verslag van het concours door de lokale omroep) is dat echter gemakkelijk te visualiseren. In muzikaal opzicht is ‘DeKOORum’ een uiterst frisse- en fruitige vertoning, qua verhaal schiet het qua lengte en inhoud echter tekort. Bovendien had ik nog heel wat langer van die fraaie choreografieën en zangpartijen willen genieten. 

Als vanouds genoot ik –zonder de andere castleden te kort te doen-  weer bijzonder van de vocale prestaties van Carmen Hack. Het verbaast me telkens weer dat ze nog niet in grote professionele musicalprodukties staat. Het deed me deugd dat er ook twee liedjes uit het repertoire van Rob de Nijs in de productie zijn verweven: ‘Foto van Vroeger’ (heel kort) en ‘Hé Speelman’. Dat deed me weer terugdenken aan die verrassende voorstelling van enkele seizoenen terug die het Invitéater geheel had opgehangen aan de liedjes van De Nijs (het merendeel van de hand van Belinda Meuldijk), en vooral aan de kippenveluitvoering van ‘Foto van Vroeger’, destijds  gezongen door Stef Broos.

Zoals bekend is De Nijs gedwongen zijn carrière in de loop van dit seizoen te beëindigen omdat Parkinson hem teveel parten begint te spelen. Hoe triest ook, het kan wel de basis zijn voor een musical met een traan (de artiest die door wil gaan maar niet meer kan en voor wie het grote, zwarte gat opdoemt) en een lach (als hij wonderwel toch het licht weer ziet en zijn leven op een andere wijze zin weet te geven). Er lopen in Roosendaal en omgeving vast genoeg getalenteerde zangers rond die zo’n personage geloofwaardig weten neer te zetten. Het drama ‘Rob de Nijs’ heeft natuurlijk ook de nodige impact voor zijn bandleider en manager Frank Jansen uit Roosendaal. Wellicht is hij bereid om het Inviteater hierbij van advies te dienen of zelfs actief mee te spelen op het podium. Die ‘Foto van Vroeger’ vertelt dan geheel andere verhalen.

DeKOORum – Stichting Stimulering Podiumkunsten/Invitéater – De generale repetitie op dinsdag 8 oktober. Gezien door Jaap Pleij in de kleine zaal van de Kring. De voorstellingen zijn daar te zien op 9 oktober (première), 11 en 12 oktober, aanvang 20.15 uur.  Zie ook www.roosendaalspleijdooi.jimdo.com Jaap Pleij/Facebook. Foto’s Leo de Jaeger. Regie Tom van den Bergh, muzikale leiding Bart van Gorp, choreografie Maaike van den Bergh, script Stef Broos. Later dit seizoen speelt het Invitéater de productie ‘Groener Gras’ (23, 24 en 25 januari 2020) in de kleine zaal.     


Dinsdag 8 oktober 2019

WAAROM MOETEN WE NOG JAREN LIJDEN?

Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Arnhem, Breda, Eindhoven, Emmen, Geleen, Goes, Groningen, Heerenveen en Leiden. In al deze plaatsen werd zaterdag 5 oktober de Dag van de Wilsverklaring gehouden. De belangstelling was overal zo groot dat de Nederlandse Vereniging voor het Vrijwillig Levenseinde NVVE zich al snel genoodzaakt zag een aanmeldstop in te lassen. Degenen die zich tijdig hadden aangemeld, kregen bij binnenkomst een mapje overhandigd met daarin een voorgedrukt euthanasieverzoek. De NVVE gaf de bezoekers alle benodigde  informatie op maat over het opstellen van verschillende soorten wilsverklaringen.
In de wilsverklaring euthanasieverzoek formuleren de betrokkenen –indien ze nog helder van geest zijn- onder welke omstandigheden zij in de toekomst hun leven willen beëindigen als ze dat zelf niet meer kunnen aangeven. Mijn eigen moeder is in geestelijk opzicht nog bijzonder helder,  maar tijdens groepsactiviteiten in restaurant ’t Trefpunt van St. Elisabeth zie ik helaas veel bewoners apathisch achter hun tafeltje zitten, volkomen in hun eigen wereldje levend.  Het gebodene op het podium gaat volkomen aan hen voorbij, maar uiteraard kunnen ze niet de hele dag in hun eigen (huis)kamer blijven zitten. Voor de contactpersonen, doorgaans ook al een eindje in de zestig, is dit een waar schrikbeeld. Ik sprak de laatste maanden heel wat leeftijdsgenoten voor wie vast stond dat ze zelf zo niet willen eindigen. Het opstellen van de wilsverklaring staat bij veel 60-plussers op de to-dolijst. Je weet dat het er nou eens echt van moet komen, maar je schuift het – net als de jaarlijkse belastingaangifte- maar voor je uit. De Dag van de Wilsverklaring was mede georganiseerd om mensen te stimuleren bewust over dit gevoelige onderwerp na te gaan denken. Kennelijk doen ze dat al, want het maximum van 3200 inschrijvingen was in een mum van tijd bereikt. Die onverwacht grote belangstelling was volgens Dick Bosscher van de NVVE mede ingegeven door de uitspraak van de rechtbank in Den Haag in de zaak tegen een arts die euthanasie uitvoerde bij een diep demente patiënt. De rechter vonniste dat een eerder afgegeven wilsverklaring –waarin de 74-jarige vrouw aangaf dat ze niet meer wilde leven als zij vanwege haar dementie naar een verpleeghuis zou moeten- voldoende grond was voor euthanasie. De arts werd van rechtsvervolging ontslagen. ‘Dankzij die uitspraak leeft nu het idee dat zo’n wilsverklaring toch wel waardevol is, die kan niet al te lichtzinnig aan de kant worden geschoven’, aldus Bosscher in de Volkskrant. De lezing die als onderdeel van deze dag werd gegeven, bevatte veel wetenswaardigheden voor het opstellen van een wilsverklaring. ‘Schrijf het bondig op en blijf dicht bij u zelf. Juridische hoogdravende teksten of de gang naar een notaris zijn nergens voor nodig, maar houdt het document voor de zelfverkozen dood vooral levend. Praat er geregeld over met uw artsen, met uw naasten. U moet voorkomen dat u straks in een zorginstelling zit en er ergens uit een la een wilsverklaring opduikt die pakweg vijftien jaar heeft liggen verstoffen. Want dan ontstaat er ruimte voor twijfel. Zou deze persoon er nog steeds zo over denken?,  is dan de vraag waar de dokter mee worstelt. En hij niet alleen’, drukte NVVE-consulent Wiek Heldens zijn gehoor op het hart.
Overigens zijn nog veel artsen niet bereid een euthanasie op basis van enkel een wilsverklaring uit te voeren. Juridisch kunnen ze daar ook niet toe gedwongen worden. Veel bezoekers gaven aan op weerstand te stuiten bij hun huisarts als dit onderwerp ter sprake komt. Dementie wordt door de medische sector doorgaans niet als ondragelijk lijden beschouwd. Wie niet als een kasplantje wil doorleven, kan volgens Heldens het best tijdig een afspraak maken met de huisarts of de arts in het verpleeghuis om over euthanasie van gedachten te wisselen. ‘In ieder geval  op een moment dat de geest nog niet te zeer is vertroebeld om zelfstandig beslissingen te nemen. Dat betekent dus eigenlijk dat u te vroeg zal sterven. Misschien gooit u wel tien jaar van uw leven weg’.  Dit klinkt misschien angstaanjagend, maar wonderwel voelden de ouderen in Heerenveen  -waar de Volkskrant te gast was- dat niet als een schrikbeeld. ‘Wij oudjes hebben alles al gedaan. Waarom zouden wij nog jaren moeten lijden? Dat kost ook nog eens hartstikke veel geld. Ik vind het helemaal niet erg om een keer dood te gaan, we kunnen hier niet allemaal blijven’, verwoordde een 91-jarige inwoonster van Beetsterzwaag de gevoelens van velen.
Het is jammer dat maar relatief weinig mensen de Dag van de Wilsverklaring hebben kunnen meebeleven. Ik denk dat de zorginstellingen, dus ook St. Elisabeth in Roosendaal, er verstandig aan doen om Wiek Heldens van de NVVE uit te nodigen om deze lezing, die uiterst nuttig is voor zowel bewoners als hun contactpersonen (de toekomstige doelgroep), nog eens dunnetjes over te doen. Wie overigens in het bezit wil komen van een voorgedrukt euthanasieverzoek via internet dient wel lid te zijn van de NVVE.
Op Mijn NVVE kan tegen betaling van 10 euro wel een papieren set wilsverklaringen worden besteld. Op de verklaringen staan de persoonsgegevens al vermeld. De wilsverklaringen kunnen worden aangevuld met eigen specifieke wensen. 
       
De belangrijkste info over wilsverklaringen op een rij
Artsen en naasten hoeven niet te ondertekenen
Met het invullen van de verklaringen legt u uw eigen individuele wens vast. Uw partner en/of kinderen en uw arts hoeven uw wilsverklaringen dus niet te ondertekenen. Het is natuurlijk wel van belang dat u de verklaringen met hen bespreekt.
Voor uw (huis)arts is het van belang dat hij/zij zeker weet dat de verklaring van uzelf afkomstig is en niet van iemand anders. Als u de verklaring zelf aan uw arts geeft en u er vervolgens met hem/haar over spreekt, weet hij/zij zeker dat uw verklaring echt uw wil weergeeft.
U hoeft ook niet langs de notaris
De NVVE-wilsverklaringen of uw zelfgemaakte verklaringen zijn volkomen rechtsgeldig. U hoeft dus geen notaris in te schakelen. Het enige dat een notaris kan toevoegen, is de bevestiging dat de handtekening onder uw verklaring echt uw handtekening is. Als u uw verklaring zelf aan uw arts geeft, hoeft uw arts niet te twijfelen aan de echtheid van de handtekening.
Bespreek de wilsverklaringen met uw naasten en uw arts!
Als u uw wilsverklaringen heeft opgesteld bent u nog niet klaar. U moet zelf het initiatief nemen om regelmatig de wilsverklaringen te bespreken met uw arts en naasten, zodat ze er blijvend van overtuigd zijn dat u nog steeds achter uw wilsverklaringen staat.
De NVVE adviseert om een kopie van uw wilsverklaringen te geven aan mensen die een belangrijke rol kunnen spelen als uw levenseinde nadert. De NVVE levert alle verklaringen aan in tweevoud.
Eén getekend exemplaar van uw verklaringen bewaart u zelf bij uw belangrijke papieren.
Eén exemplaar is voor uw huisarts. Maak een afspraak zodat u de verklaring persoonlijk aan de arts kunt overhandigen. U heeft dan ook de tijd om er uitvoerig over te praten. In het geval van een euthanasieverzoek kunt u met uw arts bespreken in hoeverre hij aan uw wensen tegemoet kan komen.
Maak nog een kopie voor uw naasten, een gemachtigde of voor het geval u in een ziekenhuis of andere zorginstelling moet worden opgenomen. Dit exemplaar kunt u bij de intake afgeven voor opname in uw medisch dossier. U mag altijd verklaringen kopiëren als u die denkt nodig te hebben. Zet uw handtekening dan nogmaals op de kopie.
Wijzigen
U kunt uw wilsverklaringen op ieder moment wijzigen. Vergeet niet uw nieuwe wilsverklaring te tekenen en opnieuw te delen met uw arts en naasten.
Geldigheid
Uw wilsverklaringen blijven van kracht zolang deze niet zijn ingetrokken of gewijzigd. Het is niet verplicht een wilsverklaring om de paar jaar te vernieuwen of te bevestigen. De NVVE raadt u wel aan om met een zekere regelmaat zelf met uw arts over u
w verklaringen te spreken, waarmee u telkens bevestigt dat u er nog steeds achter staat. U kunt met uw huisarts afspreken hoe vaak dat gesprek plaatsvindt. Uw arts maakt dan telkens aantekeningen in uw dossier. Dat versterkt de kracht van uw wilsverklaringen en helpt de arts in geval van een euthanasieverzoek bij de beslissing over het verlenen van euthanasie als het zover is.
Een wilsverklaring aanvragen als u niet (meer) zelfstandig kunt lezen
Ook als u bijvoorbeeld blind of slechtziend bent kunt u een wilsverklaring aanvragen. Wanneer u de wilsverklaring niet zelf kunt lezen, verdient het aanbeveling dit te ondervangen door een getuigenverklaring te laten tekenen door twee getuigen. Een van de getuigen leest de inhoud van de wilsverklaring in zijn geheel aan u voor. Als u in het bijzijn van de getuigen instemt met de inhoud van de wilsverklaring moeten de getuigen de getuigenverklaring dateren en ondertekenen. Een getuigenverklaring is voor leden beschikbaar Mijn NVVE.
Een wilsverklaring aanvragen als u niet zelfstandig kunt ondertekenen
Verlamming, een motorische handicap of een gewrichtsaandoening kan er de oorzaak van zijn dat u geen wilsverklaring kunt ondertekenen. Met een getuigenverklaring en de aanwezigheid van twee getuigen is dit op te lossen; als u in het bijzijn van twee getuigen instemt met de inhoud van de wilsverklaring moeten de getuigen de getuigenverklaring dateren en ondertekenen. Als u nog enigszins in staat bent te tekenen, dan is het aan te bevelen toch uw handtekening op de wilsverklaring te zetten, ook al is deze slecht leesbaar.
Een wilsverklaring aanvragen als u lijdt aan afasie
Mocht door afasie op enig moment twijfel ontstaan of u ten tijde van de ondertekening wel besefte wat de inhoud van de wilsverklaring was, is het zinvol gebruik te maken van een getuigenverklaring. Twee getuigen moeten dan aanwezig zijn; met een getuigenverklaring verklaren de twee getuigen, na voorlezing van de wilsverklaring, dat u de inhoud daarvan heeft begrepen. U dateert en ondertekent zelf de wilsverklaring.


Zaterdag 5 oktober 2019

"RBC HAD NOG BETAALD VOETBAL KUNNEN SPELEN!"

‘Jan Brouwer, begin jaren zeventig directeur jeugdvoetbal in Nederland, heeft zijn loopbaan van ruim veertig jaar als trainer in een boek vol anekdotes verpakt. Dat gaat over meer dan alleen voetbal’. Die aanhef in BN/DeStem trok meteen mijn aandacht, want hoe was het in…. mogelijk dat een BVO die in 2006 nog dacht aan Europees voetbal op zo’n vreemde- en trieste manier te loor ging en op 15 juni 2011 (uitgerekend op mijn verjaardag) failliet werd verklaard.

BN/DeStem: Jan Brouwer fungeerde jarenlang als voetbaltrainer van onder meer Willem II, Helmond Sport en Volendam. Nadat hij ook nog technisch manager was geweest van RBC Roosendaal sloeg hij op de vlucht voor de ‘mannetjes in voetballand’. Dat waren allerlei figuren die zich zonder kennis van zaken met het voetbal bemoeiden. Hij emigreerde naar Griekenland, maar liet zich uiteindelijk toch verleiden. In Afrika werd hij bondscoach van Zambia en clubtrainer van 1 de agosto in Angola. In die periode kreeg hij met nog veel meer mannetjes te maken. Daarover vertelt hij verhalen in zijn boek ‘This is Africa Sir’, dat hij in eigen beheer heeft uitgegeven’.
Maar voor de Roosendaalse voetballiefhebbers is zijn terugblik op de periode ‘BOV RBC Roosendaal’  toch het meest interessant. Jan Brouwer is er namelijk heilig van overtuigd dat RBC Roosendaal nog betaald voetbal had kunnen spelen als hij de ruimte had gekregen om zijn plannen uit te voeren. Rond de eeuwwisseling was hij als manager verbonden aan de club die De Luiten ging inruilen voor een geheel nieuw stadion op industrieterrein Borchwerf. 
BN/DeStem: ‘De architect had de bouwplannen gepresenteerd’, zegt Brouwer. ‘Ik had contact met een aannemer die veel ervaring had met de bouw van stadions. Hij wilde bovendien tien jaar zijn naam aan het stadion verbinden. Bij de wethouder stadsontwikkeling legde ik mijn voorstel op tafel. Ik kreeg te horen dat ik het kon vergeten dat er een andere aannemer zijn benen bij de wethouder onder tafel stak. De bouw was al toegezegd aan een lokale aannemer die een goede relatie had met RBC-voorzitter Jan Pollemans en de lokale overheid’. 
Na het einde van het voetbalseizoen 2010/2011 ging RBC failliet ondanks dat de club zich op het nippertje had weten te handhaven in het betaalde voetbal ten koste van Almere City. De uitleg die wethouder Toine Teunis gaf aan de negatieve beslissing over een garantstelling voor de voetbalclub schoot Brouwer geheel in het verkeerde keelgat. ’Die zei’, hoor je Brouwer nog brommen en grommen, ‘in het verleden en nu hebben we steeds op zakelijke gronden over RBC beslist. Ik ging over mijn nek. Als er bij de bouw van het stadion voor die andere aannemer gekozen was, had RBC waarschijnlijk nog betaald voetbal gespeeld’. Met de tweede promotie naar de eredivisie begon ook het sportief succes van RBC. In het seizoen 2005/2006 presteerde de BVO zo goed in de eredivisie dat het toenmalig bestuur besloot peperdure versterkingen in te huren om de prestaties nog verder op te krikken. Een voormalig betrokkene heeft mij eens verteld dat hij bijna een hartverzakking kreeg toen hij de bedragen onder ogen kreeg die daarvoor werden uitgetrokken. ‘Wij wilden Roosendaal in brand steken, maar stuitten op een verstrengeling van belangen’, aldus Brouwer.
De rest is geschiedenis. De gemeente Roosendaal zat na het faillissement opgescheept met een voetbalstadion waar ze niets mee kon aanvangen. Uiteindelijk werd het stadion verkocht voor een habbekrats (1,4 miljoen euro) aan ondernemer Paul Hermsen die het complex omtoverde in het Herstaco Stadion en er het Nationale Voetbalmusum in onder bracht, nadat dit in Middelburg geen succes was gebleken, In Roosendaal was de rek na enkele jaren ook uit het museum en nu dient het stadion nog slechts als thuishaven voor de amateurs van RBC. Met het voorstel van de PVC om het stadion in overleg en samenwerking met Hermsen om te bouwen tot een wielerbaan/annex evenementencentrum heeft Theunis tot op heden niets gedaan. Het is nu aan de nieuwe burgemeester Han van Midden om daar verandering in te brengen. . . 


Zaterdag 5 oktober 2019

"HÉ JOH, ZO PRAAT JE NIET TEGEN DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ROOSENDAAL"

Na drie ‘angstige’ nachtjes zonder uitgesproken leidersfiguur kan Roosendaal weer rustig gaan slapen. De bijna tachtigduizend burgers tellende gemeente beschikt weer over een volledig functionerende burgemeester. En wat voor één. Als stralend middelpunt van een uiterst verrassende beëdigingsvergadering ontpopte Han van Midden zich donderdagavond in De Kring direct als een uiterst krachtige- en humorvolle persoonlijkheid die door Erica Terpstra ongetwijfeld gekwalificeerd zou worden als ‘kanjer’.  Wie verwacht had dat hij net als de nieuwe spelers van Feijenoord per helikopter naar de plek van bestemming vervoerd zou worden, kwam echter bedrogen uit.
Zonder enige poespas werd hij met gevolg geruisloos naar het podium geleid. Het kan snel verkeren. Begin mei van dit jaar waren wij beiden nog twee van de elf kandidaten die naar de functie van burgemeester van Roosendaal hadden gesolliciteerd, nu zat ik daar op pakweg rij 7 en hij in de spotlights onder de nieuwsgierige-  en nu reeds bewonderende blikken van zijn net nog toekomstige burgers.  Het doet mij in ieder geval deugd dat hij uit het viertal kandidaten is gekozen dat geen bestuurlijk ambt bekleedde of nog bekleedt. Gelukkig wisten de Commissaris der Koning en de leden der gemeenteraad snel door het vooroordeel heen te prikken dat alleen reeds als zodanig actieve wethouders en burgemeesters geschikt zijn voor deze hoge positie, die der eerste onder tachtigduizend gelijken. Ik was bij voorbaat kansloos, daarvoor had ik de geachte gemeenteraadsleden te vaak tegen de (over)gevoelige schenen geschopt om een serieuze kans te maken op die open plek in het denkbeeldige torentje.  Het ging mij er dan ook meer om dit proces nu eens van binnenuit te mogen ervaren, en zo kreeg ik op een herfstige ochtend in mei de gelegenheid om de Commissaris der Koning diep in de ogen te kijken en hem de hamvraag voor te leggen: wat maakt een sollicitant in uw ogen nu een geschikte burgemeester….voor Roosendaal?’, voegde ik er nog snel aan toe. Op zijn beurt keek hij op Godfried Bomans-achtige wijze aan en sprak: Wat voor mij de doorslag geeft is het gevoel ‘zit er hier een potentiele burgemeester tegenover me?. Diens huidige functie of beroep is daarbij ondergeschikt,  zelf kom ik uit de wereld der wetenschap, dus het levende bewijs zit voor u dat ook niet bestuurders een gerede kans maken op hoge bestuursfuncties’.
Toen de keus eenmaal op Van Midden was gevallen, heb ik In een vroeg stadium naast de welgemeende felicitaties ook een exemplaar van mijn boek ‘Pleijster op de Wonde’ richting Griffie Rotterdam gestuurd, de plek waar hij tot 20 september werkzaam was. In zijn bedankmailtje verzekerde Han me dat hij het boek in de zomermaanden met belangstelling zou lezen. Tijdens de aansluitende receptie vergat ik hem te vragen of hij zijn belofte nog was nagekomen, maar dat komt de volgende keer wel ter sprake tijdens onze eerste persoonlijke ontmoeting onder vier ogen, want uiteraard wil ik zo snel mogelijk rond de tafel gaan om de verstoorde journalistieke verhouding met het huidige College weer vlak te strijken.
Bij de opkomst onder bonkende housemuziek van Faithless blijkt zowaar ook Han’s voormalige chef, burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam,  zich onder het selecte groepje op het podium te bevinden. Het publiek, onder wie een groot aantal Rotterdammers uit Han’s vorige innercircle, laat zich niet bepaald onbetuigd. Dat doet niet veel later ook cabaretier Corné van Sprundel die de burgemeester onthaalt op twee pittige ballades met een kritische kijk op West-Brabant. De CDK, Aboutaleb en Van Midden kunnen wel een stootje hebben, zo blijkt onmiskenbaar uit hun hevig schuddebuikende lichaamstaal.  Aboutaleb en Van der Donk voeren een alleraardigst toneelstukje op met Wim in de rol van interviewer en Ahmed als de doorgewinterde burgemeester die zich niets meer op de mouw laat spelden. De wijze oude Ahmed adviseert zijn gewezen discipel over de rug van de CDK om zich naast burgemeester en beleidsmaker richting burgers ook als een ombudsman op te stellen. ‘Iets wat voor jou voelt als een steentje in je schoen kan door de gedupeerde burger in kwestie ervaren worden als een enorm, uitzichtloos probleem. Mouwen omhoog en op zijn Rotterdams aan de slag in het besef dat je de gemeente niet altijd en niet in zijn geheel kunt knuffelen. Als burgemeester, die door velen als een laatste redmiddel wordt gezien, zul je er ook aan moeten wennen om mensen teleur te stellen. Het is niet anders’.
In uitzonderlijke gevallen zal Han burgers zelfs stevig van repliek moeten dienen als de situatie daarom vraagt. Bij gezinsuitstapjes zal hij daarbij op de morele ondersteuning van zijn oudste dochter kunnen rekenen, getuige een kostelijke anekdote die Han met zichtbaar plezier deelt met de zaal. ‘Tijdens een verkenningstochtje op de fiets door Roosendaal werd ons ruw de pas afgesneden door een man op een snorfiets. Toen ik hem tactisch op zijn fout wees, ontpopte hij zich geenszins als een heer in het verkeer. Op uiterst onbeschofte wijze begon hij me in platte bewoordingen de huid vol te schelden. Voordat ik wat terug kon zeggen, blafte dochterlief al: HE JOH, ZO PRAAT JE NIET TEGEN DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ROOSENDAAL. 
Hoe doorsnee burgers wel tegen hem praten, ondervond Han later door in de huid te kruipen van de Razendsnelle Roosendaalse Radio- en nu ook TV Reporter, zoals wijlen tekenaar Dik Bruynesteyn mij ooit betitelde. Wat dat betreft wacht Han na zijn burgemeesterschap wellicht een mooie toekomst in medialand.
Van Midden snelt op een filmpje incognito door de gemeente om nietsvermoedende passanten met de microfoon in de hand te vragen wat ze aan de nieuwe burgemeester willen vragen mocht het tot een ontmoeting komen. Op het moment dat het antwoord gegeven is, neemt Han de enkele maatjes te grote radiopet van het hoofd en retourneert iets van ‘Nou, het is maar goed dat de burgemeester dit nu al weet’. Vervolgens valt de mond van de aangesprokene open van verbazing. Enigszins bekomen van de schrik wordt Han achteraf dan wel op zijn brede schouder geslagen of met een geprinte versie van zijn kranteninterview om de oren geslagen, zoals Jaap van der Gulik deed, eens de voorman van de Griekstalige volksmuziekgroep Omonia. Daarvoor trakteerde hij de burgemeester in wording op een langdurige klaagzang over het intrekken van de gemeentesubsidie voor zijn muziekgroep die helaas al weer een aantal jaren ter ziele is. In de door de eveneens wijlen Dimitri van Toren zo fraai bezongen ‘eeuw van verbeelding’ ‘liet Han zowaar een pubermeisje van verbazing op haar  bips gaan, uitgerekend ter hoogte van de waterstralen op de Nieuwe Markt. Han scoorde dus (niet meteen) punten bij deze schone deerne, nadat hij haar gevraagd had of ze in een later stadium kennis wilde maken met de nieuwe burgemeester. Met haar ‘njet’ kwam ze dus wel van een koude kermis thuis.
Wellicht verandert dat als ook deze jonge Roosendaalse aan den lijve en via Facebook diens toegankelijkheid, bereikbaarheid en betrokkenheid mag ervaren. Vrijdag is er een speciale Facebookpagina inde lucht gegaan waarmee de Roosendalers met hun burgemeester in contact kunnen komen.              . .  


Over zijn doelstellingen laat Han in het tweede deel van zijn toespraak geen twijfel bestaan. Hij wil in eerste instantie zoals gesteld toegankelijk en bereikbaar zijn. ‘Ik ben uw eerste burger en dus de eerste die zich aangesproken dient te voelen als er iets misgaat’. Dat aanspreken mag wat hem betreft op straat plaats vinden, maar dus zeker ook digitaal. Onder luid applaus voegt hij daar aan toe naar constante verbinding binnen de gemeente en met bedrijven, inwoners, verenigingen en andere partijen te streven.
De kersverse burgervader weet dat waarschijnlijk nog niet, maar in de zeventiende eeuw was er al sprake van een speciale band tussen Rotterdam en Roosendaal dankzij generaal Piet Hein uit Delfshaven en admiraal Hendrik Loncke uit Roosendaal. Loncke kreeg de eervolle opdracht van de Staten der Generaal om onder het opperbevel van Piet Heyn naar Cuba in de Caribische Zee te varen, alwaar ze de Zilvervloot op de Spanjaarden dienden buit te maken.  Dat lukte niet direct maar eind 1628 konden ze victorie kraaien.  Die vreugde was van korte duur, want de machthebbers schroomden niet de volledige buit direct bij thuiskomst in te pikken. Hein en Loncke plukten dus slechts de wrange vruchten van deze intense samenwerking. Dat zal onder Han en Ahmed ongetwijfeld beter gaan. Wellicht kunnen de heren streven naar een tastbare verbinding door de populaire watertaxi tussen Rotterdam en Dordrecht door te trekken naar Roosendaal. Zeker in de zomermaanden levert dat een prachtige toeristische open water route op die uitnodigt tot verassende fietstochtjes. Er bestaan overigens vage plannen om de zwaaikom van Stadsoevers op te fleuren met een standbeeld van Loncke. Het standbeeld van Piet Hein kijkt vanuit zijn hoge positie in Delfshaven (de aldaar geboren zanger Peter Blanker duldt absoluut niet dat hier Rotterdam wordt ingevuld) richting Rotterdamse binnenstad.  Misschien kunnen hun blikken tegen die tijd exact op elkaar worden gericht. Zeker wanneer het Han lukt om de Roparun (Rotterdam-Parijsloop) via Roosendaal te laten lopen! Een doelstelling die hij reeds in zijn eerste interview aankondigde. Als hij daarnaast weet te realiseren dat ook het theaterfestival De Parade, dat nu nog een onderonsje is van de grote steden, de Moerdijk oversteekt richting Roosendaal is Han al goed op weg om zich onsterfelijk te maken. Na zijn beëdiging zwaait hij alvorens deze speciale raadsvergadering te sluiten, nog even trots met de voorzittershamer naar Ahmed met een blik van ‘We staan nu op gelijke voet!’
Aan de slag nu, met of zonder opgerolde mouwen, is vanaf nu het credo, met als insteek ‘Geen woorden maar daden’, er is immers heel wat werk aan de winkel in Roosendaal, met als eerste- en speciaal aandachtspunt de communicatie tussen bestuur en inwoners veel beter te stroomlijnen. Op dat front is de afgelopen jaren helaas vrijwel alles wat mis kon gaan ook mis gegaan. Een wethouder van communicatie is misschien helemaal niet zo’n gek idee! 


Vrijdag 4 oktober 2019

PETER LUSSE GEEFT EEN LESJE IN "COMEDY ACTEREN"

Naar eigen zeggen kreeg Peter Lusse een tijdje terug het eervolle verzoek van ‘onze’ cultuurcluster-directeur Jan-Hein Sloesen om zijn workshop ‘Comedy Acteren’ ook eens in De Kring te komen demonstreren voor een doorsnee publiek. Normaliter doet Lusse die workshops alleen voor theateropleidingen en (soms) professionals, maar omdat hij dit wel als een leuke uitdaging zag besloot de docent de uitnodiging te accepteren. Helaas stond hij op de bewuste avond in de kleine zaal tegenover Peter Heerschop geprogrammeerd, en dat was op zijn zachtst gezegd niet bepaald handig. ‘De Minister van Enthousiasme’ beweegt zich ongeveer op hetzelfde theaterterrein en zodoende was mijn enthousiaste nogal getemperd door die ongelukkige overlapping. Waarom de een niet ’s middags, of waarom niet op een andere dag? De uiterst populaire dinsdagmiddagserie heeft immers overtuigend aangetoond dat er een (trouw)publiek is voor matineevoorstellingen. Helaas, een van beider boodschappen is onnodig aan cultuur minnend Roosendaal voorbij gegaan.   
Ik had echter in een vroeg stadium voor Lusse gekozen omdat zijn Comedy College me inhoudelijk toch net iets meer aan sprak. Een keuze waar ik geen spijt van kreeg. Het College leverde een onderhoudende toneelavond vol interactie met het publiek op. Comedy is in de visie van Lusse een van de lastigste genres voor de acteurs. En zeker ook de meest onderschatte!  ‘Leuk ‘zijn’ zonder opzettelijk leuk te ‘doen’ vergt immers heel wat vaardigheden. Lusse kan echter putten uit ruime ervaring, zowel opgedaan via de televisiewereld (Vrienden voor het Leven) als in het theater (Het Zakkendiner, The Odd Couple) en sinds 2004 verzorgt hij op verzoek workshops Comedy Acteren.  Voor het lesje in De Kring maakte hij gebruik van teksten uit ‘Vrienden voor het leven’, voornamelijk omdat alle auteursrechten van deze serie bij hem liggen en hij er dus mee kan doen en laten wat hij wil.
De eerste drie durfals in Roosendaal, die niet schroomden hun vinger op te steken om de oversteek naar het denkbeeldige podium te maken, mochten hun vaardigheden botvieren in een scene over een herenkledingzaak. Niet bepaald de favoriete hotspot voor de doorsnee man en daarom dikwijls ook figuurlijk een bezoeking.  In het begin was er duidelijk sprake van ‘geknoei’ , zoals Wim Sonneveld slecht spel betitelde, maar na een paar repetities kwam de scène toch redelijk uit de verf. Meer eer was er voor Lusse te behalen aan de twee stukjes na de pauze. Bernadette Dam van het Roosendaals Toneel had zich zowaar laten strikken voor een scène tussen twee dames die beiden uit waren op dezelfde man. Lusse zag meteen dat hij geen beginners op het podium had gehaald. Op dat moment begon ook het publiek zich met de regie te bemoeien. ‘Ze zouden tijdens die dialoog ook nadrukkelijker gebruik moeten maken van lichaamstaal’, adviseerde oud Nar Jeroen, tevens behorend tot de vaste kern van Theater Reflex,  vanaf de eerste rij. Een goede raad die door Lusse dankbaar werd gehonoreerd. Het klikte zo goed tussen de theatermaker en de twee actrices dat het me niets zou verbazen als Lusse op korte termijn een gastregie doet bij het Roosendaals Toneel. Zelf overwoog ik ook nog even om bijna dertig jaar na Variant en Het CanapijTheater ook weer eens op het podium te gaan staan, maar ik zag voor mezelf geen geschikte rol weggelegd in de uitverkoren scènes. De aansluitende caféscène, waarin wonderwel een meisje van elf jaar de rol van kroegbaas voor haar rekening nam, liet ik ook maar wijselijk aan me voorbij gaan.
Indien Lusse daarentegen voor een actuele scène over twee frauderende Haagse wethouders had gekozen, was ik de eerste geweest om mijn vinger op te steken. Enkele rijen achter mij zat een oud-wethouder, dat zou dus tot wel heel naturel spel hebben geleid. De workshop bevatte ook educatief  materiaal. Snel kunnen schakelen, een perfecte ademtechniek, intonatie, het vermogen om te incasseren en scènes uit te vergroten, zichtbaar denken, en natuurlijk goed articuleren, het zijn allemaal vaardigheden waarover een goed comedy-speler dient te beschikken. De onvolprezen André van Duin beheerste de kunst van de lange stiltes volgens Lusse tot in de perfectie. ‘Het lukte hem met gemak om twee minuten te zwijgen, waarbij zijn toehoorders elke gedachtengang van zijn gezicht konden lezen, om dan uiteindelijk op het uitgelezen moment onder bulderend gelach zijn punt te maken. Ik kan er nog steeds met heel veel genoegen naar kijken’, liet Lusse zijn vrolijke lach spreken. Al met al een zeer vermakelijk schouwspel. Ik weet natuurlijk niet of het voor Lusse auteursrechtelijk mogelijk is om gebruik te maken van oude filmbeelden, maar dat zou de workshop nog heel wat levendiger maken.     

Peter Lusse is met deze workshop ook voor andere doelen beschikbaar. De Workshop bestaat in principe uit twee avonden (of dagdelen) van 2,5-3 uur. Dat kan ook anders ingevuld worden, met name de omvang van de groep speelt daarin een rol. Lusse gebruikt uitsluitend scènes van eigen hand. Dat materiaal is rechtenvrij en hij kent het door en door, wat wel zo handig is. De insteek is uiterst praktijkgericht en iedere deelnemer is verzekerd van persoonlijke aandacht. En, last but not least; amateur” betekent ‘liefhebber’(een woord dat vooral in Vlaanderen wordt gebruikt), dus de workshop afsluiten met een brede glimlach heeft een hoge prioriteit!  Voor twee avonden (of dagdelen) van 2,5-3 uur bedragen de kosten € 950 incl. 21% BTW, excl. reiskosten. Bij andere afspraken wordt de prijs aangepast.


Peter Lusse – Comedy College  - Gezien door Jaap Pleij op woensdag 2 oktober in de kleine zaal van De Kring.