Zaterdag 31 december 2016

ROOSENDAAL VOORLOPIG EINDSTATION VOOR "KREUTZERSONATE"

Als het slotapplaus is verstomd, twijfelt Tom van Landuyt. Zal hij het publiek nog even toespreken of het hier maar gewoon bij laten? Hij overwint zijn aarzeling en begint hakkelend aan zijn dankwoord. Hij komt niet verder dan bedankjes aan het adres van de direct betrokkenen achter de schermen en de gastmuzikanten Myrthe Helder en Nicolas van Coucke. Voor zijn echtgenote en tegenspeelster Angela Schijf kan hij op dat moment helemaal geen woorden vinden. ‘Tsja, het was nu eenmaal de laatste voorstelling’, komt er tenslotte met gebroken stem uit. Schijf heeft geen verdere aansporing nodig en geeft haar man een stevige knuffel. Op zijn gezicht licht beslagen dat hij nog heel wat meer had willen zeggen, maar met dit wat ongewone slot moet het publiek in Roosendaal het doen.

Van Landuyts emoties zijn wel verklaarbaar voor wie de voorgeschiedenis kent. Als gevolg van een rechterlijke uitspraak is de ‘Kreutzersonate’ een tijdelijk halt toegeroepen. Tot nader order zijn de voorstellingen die gepland stonden voor begin 2017 afgelast.  De Vlaamse muzikanten Jolente De Maeyer en Nikolaas Kende verzorgden in de eerste reeks opvoeringen de uitvoeringen van de klassieke muziek, maar werden voor de reprisetournee vervangen door hun Nederlandse collega’s Myrthe Helder en Nicolas van Coucke. Niet bekend is wat de aanleiding was voor deze muzikantenwissel. De Vlamingen pikten dit niet en stapten met succes naar de Belgische rechter om voorstellingen zonder hun deelname te verbieden.

In de muziektheatervoorstelling, gebaseerd op de novelle Kreutzersonate van Lev Tolstoj, speelden ze vorig seizoen live muziek van onder meer Beethoven (Kreutzersonate) en Bach. Hun muziekkeuze en de wisselwerking ervan met de tekst is volgens de muzikanten hun creatief eigendom. De rechter ging daarin mee en stelde op 6 oktober als voorlopige maatregel en in afwachting van een uitspraak een verbod in om het muziektheaterstuk te spelen zonder toestemming van de originele muzikanten.  Aan dit voorlopige vonnis werd een dwangsom verbonden per schending. Van Landuyt en Schijf en hun productiehuis Ilias legden zich niet neer bij deze uitspraak en tekenden hoger beroep aan tegen het vonnis. Bij de voorstellingen van 8 november tot 31 december mocht de ‘Kreutzersonata’ nog wel worden opgevoerd, maar zonder de muziekkeuze van Kende en De Maeyer. Door deze gang van zaken had Roosendaal dus de ‘eer’ van het (misschien wel definitieve) slotakkoord. Het vonnis heeft nogal wat vraagtekens opgeroepen, want hoe kunnen de Vlamingen nu een claim leggen op het cultureel erfgoed van Beethoven en Bach?, zo luidde de teneur van de kritiek. Tom Van Landuyt & Angela Schijf denken daar ook zo over. In een persverklaring lieten ze weten ‘geschokt en intens bedroefd’ te zijn over de uitspraak van de rechter. ‘Dat de muzikanten van het eerste uur op deze manier niet alleen ons en de schouwburgen, maar vooral u, het publiek, de opvoering van dit toneelstuk ontzeggen, gaat ons na aan het hart. Wij vinden het onvoorstelbaar dat men als uitvoerend kunstenaar zijn eigen sector zo kan treffen. Onvoorstelbaar dat men zijn collega musici verbiedt deze prachtige muziek te spelen.’
Het slotwoord van Tom van Landuyt was tevens een van de zeldzame emotionele momenten van de avond. In het statische stuk zelf waren deze nauwelijks terug te vinden.  Wanneer de violiste Hannah en zakenman Karsten elkaar bij een vernissage ontmoeten, slaat direct de vonk over, al wordt niet duidelijk waarom. Karsten is in woord en gebaar niet bepaald een droomprins en de zo plotseling opgelaaide passie dooft bij Hannah dan ook snel. Aan het einde van de 19de eeuw schreef Lev Tolstoj zijn novelle De Kreutzersonate, gebaseerd op Beethovens fameuze muziekstuk. Tolstoj liet het huwelijk eindigen in de dood van de echtgenote door toedoen van haar man. Hij was ervan overtuigd dat ze een affaire had met de man met wie ze de sonate ten gehore bracht.

Angela Schijf en Vlaming Tom Van Landuyt lieten zich inspireren door Tolstojs verhaal en creëerden samen met Kende en De Maeyer een eigen versie. Beeldend kunstenaar Nicola Dinoia nam de scenografie voor zijn rekening. Het resultaat is helaas een stuk dat afgezien van de muziek nauwelijks boeit en ondanks de mistige uitwerking nogal voorspelbaar uitpakt.  Van Landuyt irriteert al snel met zijn gekunstelde monoloogjes en Schijf oogt letterlijk en figuurlijk wat bleekjes.  Van samenspel is nauwelijks sprake, het toneelspel bestaat hoofdzakelijk uit het declameren van teksten, waar de ander nauwelijks op reageert. Bovendien vraag je je als toeschouwer af wat Van Landuyt bezielt om herhaaldelijk de zaal bij het spel te betrekken. Die ‘vierde wand’ is er immers niet voor niets. Als die bewust wegvalt, verliest het stuk aan betekenis.  Er is geen chemie tussen de twee personages en dat maakt het uitgangspunt nog ongeloofwaardiger.  Hij wil naar de autoRAI, zij naar een concert.  Zo kabbelt het anderhalf uur lang door, waarbij Schijf ook nog eens langdurig in zwijgende positie op het toneel neerstrijkt.  Net als in Tolstojs originele verhaal loopt ook deze ‘Kreutzersonate’ verkeerd af, echter zonder dat het maar de geringste emotie losmaakt bij de toeschouwers. Dat kan helaas niet gezegd worden van de vele geeuwmomenten. Het is een leeg stuk uitgevoerd op een leeg podium.

 

Kreutzersonate, Als het verlangen maar stopt – Met Angela Schijf en Tom van Landuyt. Gezien door Jaap Pleij op donderdag 29 december in de grote zaal van De Kring.


Maandag 26 december 2016

GEEN LEUKERE SPORT DAN ZOLDERS OPRUIMEN

‘Filosofie van de duurloop’. In dit boek beschrijft Mark Rowland hoe hij op zijn 48e zonder speciale voorbereidingen aan zijn eerste marathon begon. Niet iedereen is daarvoor in de wieg gelegd. Maar je hoeft slechts tegen het naderen van de avond om je heen te kijken en je ziet opvallend veel mensen die net voor of net na het avondmaal de loopsport beoefenen. Gezeten op de fiets moet je letterlijk aan deze hollende landgenoten voorbij gaan, want het voetpad is kennelijk niet de geschikte ondergrond om de meest effectieve meters te maken.
Ongegeneerd maakt de hollende medemens gebruik van het fietspad. Even oogcontact maken tijdens het passeren is er niet bij, de blik van de hollende medemens staat doorgaans op oneindig. Gekleed in een reflecterend hesje waant hij zich onkwetsbaar. Knalt er toch een tweewieler tegen de edele rugspieren, dan staat in zijn ogen de schuldige reeds bij voorbaat vast. In de ogen van bioloog Midas Dekkers maakt de hollende medemens zich ‘onsterfelijk’ belachelijk. Met satanisch genoegen grijnst hij in ‘Het Ei van Midas’ ‘om de bonte parade die door de bossen en over de paden draaft met fluorescerende haarband en hartslagmeter’. ‘Dieren doen niet aan sport. Die gebruiken hun energie verstandig’, stelt hij bij herhaling genoeglijk vast. Daar is wel iets voor te zeggen. De hollende medemens loopt de energie letterlijk uit zijn lijf, maar bij terugkomst is er niets veranderd. Er is niets verzet, er is niets in werking gezet. Verspilde moeite dus!    Ik heb een advies voor mensen die zich en willen inspannen en tegelijkertijd nuttig werk willen verrichten. Ga de zolder van een bejaarde stadgenoot opruimen! Nu de overheid van de burgers verlangt dat ze langer ‘zelfstandig’ thuis blijven wonen, wordt ook het moment steeds verder uitgesteld om de zolder of de schuur uit te ruimen. Wie de schone taak op zich neemt om schoon schip te maken en orde te scheppen in de chaos die berghok heet, maakt een actieve reis naar het verleden, waarbij voortdurend alle spieren in werking worden gezet. Het opruimwerk vereist inzicht en een goed samenspel tussen been- armspieren, terwijl ook ruimtelijk inzicht een belangrijke voorwaarde is om te slagen in deze missie. Uit eigen ervaring weet ik bovendien dat het enorm veel voldoening geeft als de klus eenmaal geklaard is. In zijn eentje heeft de toegewijde, sportende vrijwilliger het verschil gemaakt  tussen overzicht en wanorde, waarvan het eindresultaat nog lang zichtbaar is. De dank en wellicht ook drank en spijzen die de vrijwilliger bij de uitoefening van zijn taak ten deel vallen, zijn bovendien van zoveel meer waarde dan een wijzertje op een minuscule hartslagmeter. 


Maandag 26 december

PVC WIL VIA WOB INZICHT IN "ICONEN VAN ROOSENDAAL"

Even koesterde de PVC de hoop dat het College gewoon eerlijk antwoord zou geven op een volstrekt legitieme vraag, namelijk ‘welke kosten zijn er gemaakt voor ‘Iconen van Roosendaal?’, de productie waarmee op 21 september een voorschot zou worden genomen op de viering van ‘750 Jaar Roosendaal’ in 2018. Door een slechte planning is deze voorstelling uiteindelijk niet doorgegaan, maar er zijn wel kosten gemaakt voor het inhuren van regisseur Peter Jonckheer en scenarioschrijver Frank van Pamelen, de vroegere gemeentewoordvoerder van Roosendaal.   
In een bericht waarin ook twee andere zaken worden meegenomen (in de tijd van Frank van Pamelen ging dat echt anders, beter vooral) gaf het College de PVC te kennen dat dit ‘een interne gemeentelijke aangelegenheid is waarover met u niet wordt gecommuniceerd’. Dit ‘antwoord’ is de partij geheel in het verkeerde keelgat geschoten.  ‘ Kennelijk valt met dit College uitsluitend te communiceren via WOB-verzoeken. Ik betreur die gang van zaken ten zeerste, maar het zij zo. U kunt het krijgen zoals u het hebben wilt.  Het gaat hier immers om pure verspilling van belastinggeld en daarom bent u verplicht daar opening van zaken over te geven. Ik eis dus dat u mij de door de regisseur en scenarioschrijver ingediende declaraties overlegt, indien er nog andere kosten (stichting ROOS bij voorbeeld) zijn gemaakt, wil ik daar ook de schriftelijke verantwoording van zien’, aldus de PVC, die tevens een kopie van dit WOB-verzoek heeft doorgestuurd naar de gemeentelijke Ombudsman en het kabinet van de Commissaris der Koning in Den Bosch. 


Zaterdag 24 december 2016

VLP PLAATST "OVERLIJDENSADVERTENTIE" VOOR AUTOLUWE OUDE MARKT

De VLP-fractie in de gemeenteraad heeft de afgelopen week middels een ‘overlijdensadvertentie’ in het Sufferdje uit Zundert afscheid genomen van de Autoluwe Oude Markt. De piepkleine ludieke advertentie getuigt van diep verdriet over het naderende einde van het eens zo bruisende stadshart.
‘Je bent altijd mooi geweest, de schoonheid van onze stad zo geliefd’
‘Je bent het begin van onze geschiedenis, maar nog nooit was ik zo gegriefd’
‘Een wethouder van de Roosendaalse Lijst verscheurde deze liefde zo plots’
‘Die wilde perse een parkeergarage voor 30 auto’s, daar gaat onze auto-luwe trots’
Na deze dichterlijke inleiding, ongetwijfeld ontsproten aan het brein van een stadsdichter met een echt stadshart binnen de gelederen van de VLP,  worden de lezers met de neus op de feiten gedrukt.
 ‘Hierbij delen wij u mede dat na stemming in de Gemeenteraad, er een einde is gekomen aan de:
AUTOLUWE OUDE MARKT
01 juli 2009                         08 december 2016
Ter ziele gebracht door de Roosendaalse Lijst, CDA, SP, VVD, D66, Nieuwe Democraten en GroenLinks.
Correspondentie: lijstvlp.nl
Net als de PVC plaatste de VLP direct vraagtekens achter het onzalige besluit van wethouder Cees Lok om medewerking te verlenen aan het voornemen van de Kroonenberg Groep om een inpandige parkeergarage op de Markt  te bouwen ten behoeve van de toekomstige bewoners van het nieuwe appartementencomplex in het pand waar tot voor kort het Gemeentearchief was gehuisvest. De parkeergarage zal slechts een ontsluiting kennen: de Markt. Dat dit op zijn zachtst gezegd nogal schuurt met de vele activiteiten die daar plaatsvinden, is kennelijk niet doorgedrongen tot Lok, de wethouder, de PVC heeft dat al eerder gesteld, waar de bewoners van de Markt (de Oude Markt bestaat niet, VLP!) tot op heden alleen maar last van hebben gehad.  Na het verknallen van de Nieuwe Markt via ‘De Lovertjes van Lok’ heeft  snorremans zich kennelijk voorgenomen om ook de geboortewieg van Roosendaal naar de gallemiezen te helpen. Dat Lok daarbij gesteund wordt door de in de ‘overlijdensadvertentie’ genoemde partijen is werkelijk een gotspe. Ik vraag me af hoe ‘Milieupartij’  GroenLinks, die zich eerder onmogelijk maakte met zijn drie wethouders op wachtgeld (met als triest dieptepunt Wil Vissers die vier maanden volkomen mislukt wethouderschap beloond zag met een riante uitkering gedurende 4,5 jaar), dit standpunt aan zijn achterban verkoopt. Binnen de gemeenteraad gaven inzake de Markt alleen de VLP en de PvdA  blijk van gezond verstand. De rest dient zich diep te schamen. Nu rest nog slechts de weg van het bezwaarschrift. Onderstaand de column waarmee de PVC eerder reageerde op dit zoveelste onzinnige Collegebesluit. 


Appartementen op de Markt is geen goed idee 
Bij zo ongeveer alles waar het dagelijks gemeentebestuur een visie over behoort te ontwikkelen, denk ik ‘Ze zullen toch niet…..’  Om er dan pijlsnel  steeds achter te komen dat de  burgemeester en zijn vier heren wethouders mijn sombere vermoedens bevestigen of soms nog overtreffen. Toen duidelijk werd dat de archiefdienst het karakteristieke pand aan de Markt op termijn zou gaan verlaten, dacht ik ‘Ze zullen toch niet zo dom zijn om het te gaan verbouwen tot een appartementencomplex?’.  Mijn voorspellende gaven hadden me weer eens niet in de steek gelaten. Maar wat had ik het deze keer graag mis gehad.  Eind vorige week werd bekend dat Van Kroonenberg Groep BV, de eigenaar van het bewuste pand dat de nrs 33-39 omvat,  inpandig dertig huurwoningen en een winkel op de begane grond wil realiseren. Het ergste moet nog komen.
Kroonenberg Groep wil de toekomstige bewoners tevens een inpandige parkeergarage in het vooruitzicht stellen. Je hoeft geen groot licht te zijn om te bedenken dat dit op zijn zachtst gezegd geen goed idee is. Het huidige steegje naast het pand moet in de plannen van Kroonenberg de toegangspoort worden naar de parkeergarage. Al het extra verkeer dat dertig nieuwe huurders op de Markt veroorzaken moet dus via dezelfde Markt afgewikkeld worden. Dat gaat natuurlijk figuurlijk- en naar ik vrees soms ook letterlijk botsen met de overige verkeersgebruikers. Wie met zijn auto vanuit de parkeergarage de Markt wil opdraaien, komt ogen tekort, want voor je het weet heb je de brommer van een pizzakoerier op je motorkap. In de zomermaanden lopen daar ook heel wat burgers te flaneren, die nu al goed op moeten passen dat ze niet van achteren worden geschept door een brommende onverlaat.  Het zou de intentie van iedere bestuurder met visie moeten zijn om het autobezit in het hart van de stad juist te ontmoedigen (wanneer wordt dat oerlelijke parkeerplein achter de Markt eindelijk eens teruggegeven aan het Emile van Loonpark?) . Maar ja, dan zeg ik er heel wat bij. Onze bestuurders hadden destijds ook al totaal geen visie op de complete binnenstad, met als kwalijk gevolg dat respectievelijk Bureau Derison en ‘zwarte Riek’ Bakker in beeld kwamen.  We weten allemaal wat een drama dat geworden is.  In de huidige situatie is de Markt vanaf 11.00 uur afgesloten voor vierwielers, het is toch van de gekke om ze via een andere weg dan weer binnen te halen.  Let wel, dat gebeurt allemaal onder een College waarin ook de betweters van de SP vertegenwoordigd zijn.  De VLP heeft al gewezen op de zestig evenementendagen op de Markt, waardoor er van een onbelemmerde doorgang voor auto’s in de parkeergarage op deze dagen geen sprake kan zijn. Een op de zes dagen kun je als bewoner dus niet ten volle profiteren van het woongenot waar je voor betaalt. Toen VLP-leider Van Gestel wethouder Toine Theunis met deze dreigende situatie confronteerde en vroeg of dit obstakel in het overleg met Kroonenberg ter sprake was gekomen, luidde het ontluisterende antwoord: Het is de taak van de verhuurder om hierover te communiceren met de bewoners. Daarmee bevestigde de wethouder weer eens het oordeel dat ik al vaak heb geveld en waar ik nu de hulp van de Commissaris der Koning voor heb ingeroepen: dit College kampt met een structureel communicatieprobleem. Enkele weken terug waren het de  marktkooplieden die het slachtoffer werden van dit onvermogen, en nu weten dertig huisgezinnen die wellicht gedeeltelijk nog geen inwoners van de gemeente Roosendaal zijn hoe het hier met het openbaar bestuur is gesteld. Ze zullen ongetwijfeld een leukere kennismaking voor ogen hebben gehad. Bob Knols van Kroonenberg zegt in de krant wel met vragen te zitten over de algehele bereikbaarheid tijdens evenementen, maar in dit stadium gaat hij er vanuit dat er oplossingen zijn om de parkeergarage toch beschikbaar te houden. Hier vroeg het meisje van het regionale sufferdje helaas niet door. Zou Knols soms verwachten dat de vliegende auto, een van de paradepaardjes in de film ‘Back to the future, deel 2’, reeds in 2017 realiteit is? Weet hij iets wat voor de goegemeente nog verborgen is gehouden?  Een andere mogelijkheid is om ontsluiting te zoeken via de Laan van Brabant, maar dat is letterlijk en figuurlijk een te grote omweg. Dus beter geen appartementen op de Markt, in Roosendaal betekent zoiets echter dat het waarschijnlijk toch doorgang vindt.  Zijn er alternatieven?  Jazeker! Dit pand is bij uitstek geschikt om dienst te doen als nieuw Stadskantoor. Dat voorkomt niet alleen een volkomen overbodige renovatie op het Stadserf, het zorgt er tevens voor dat het gemeentelijk apparaat eindelijk weer  terugkeert op de plek waar ze thuishoort, in het kloppend hart van de stad. Zo op het oog lijkt de ruimte wat beperkt, dat is echter maar van korte duur. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen op dit gebied –een afslankmodel met beduidend minder ambtenaren ,  meer ambtenaren op straat en met kantoor aan huis- zal het Kroonenbergpand het  gemeentelijk apparaat binnen de kortste keren passen als een tweede huid. Er is echter een grote Maar. Er is visie en durf voor nodig om deze stap te wagen. Voor dit College is dat zo goed en zeker een veel te grote Maar.
Toen ik Toine Theunis reactie vernam op de vraag van Arwen van Gestel  schoot me een oud grapje van Wim Kan te binnen. Aangepast aan de Roosendaalse situatie:  Toine Theunis gaat nog eens praten met Bob Knols, is dat tegenwoordige tijd of toekomende tijd?  Geroezemoes in de zaal wat meneer Kan vanwege de noodzakelijke spanningsopbouw even laat voortduren. Om uiteindelijk met een perfect gevoel voor timing met de ‘oplossing’ te komen. ‘Stop maar, jongens, het is geen van beiden, het is verloren tijd!’  


Vrijdag 23 december 2016

"RHYTHM OF THE DANCE" VOLDOET RUIMSCHOOTS AAN DE VERWACHTINGEN

Het was weer een tijdje geleden dat er een Iers dansspektakel van hoog niveau te zien was in Roosendaal en kennelijk was de honger naar het spectaculaire voetenwerk zo groot dat gastheer Mon Puttiger bij de ingang tevreden kon melden dat er bijna achthonderd kaarten waren verkocht. Roosendaal kent niet zo’n lange traditie als De Maagd in Bergen op Zoom waar het Ierse muziek en dans betreft. Promotor Peter Boone is daar een graag geziene gast.  Wie internet afspeurt naar recensies over ‘Rhythm of the Dance The Christmas Show 2016’ stuit op de websites van de theaters die het gezelschap inmiddels heeft aangedaan op korte wervende aankondigingen die zo ongeveer eensluidend zijn.

Vrijwel alle pr-medewerkers blijken het persbericht rechtstreeks overgenomen te hebben. En daarom beginnen ze vrijwel allemaal met: ‘De voorstellingen van Rhyhtm of the Dance onderscheiden zich duidelijk van andere Ierse shows, zowel qua inhoud als dynamiek. De enthousiaste en jonge cast brengt op originele wijze een combinatie van moderne en traditionele Ierse dans en toont aan dat folklore in eigen land, ook onder jongeren, nog steeds immens populair is. In Rhythm of the Dance brengen de Ierse topartiesten hun culturele erfgoed op spectaculaire wijze voor het voetlicht’ Een aardige VVV-tekst, maar bezoeker Jaap Hoogeboom uit Limmen, die de voorstelling op zondag 18 december in Alkmaar bezocht, komt tot een ander oordeel:  ‘Vanavond gezien in Alkmaar. Niet het spektakel wat wij eerder hebben gezien. Veel kerstliederen van een te dikke zanger die zichzelf de ster vond, en een zangeres die voortdurend een octaaf te hoog inzet. Genoten van de Ierse muzikanten, en de danseressen/dansers, maar niet het spektakel wat wij verwachtten. Jammer maar toch een leuk avondje uit in de mooie Vest’.

Dat ROFTD zich qua inhoud en dynamiek onderscheidt van andere Ierse shows is klinkklare onzin. Wel is ‘The Christmas Show’ een programma zoals je qua ingrediënten, opbouw en inhoud van dit gezelschap mag verwachten, en net als andere gezelschappen is ook ROFTD schatplichtig aan Michael Flatley, de ongekroonde Lord of the Dance. In 1994 stal hij de show door in de pauze van het Eurovisie Songfestival een gedeelte uit ‘River Dance’ op te voeren. De vraag naar de gehele show was zo groot dat Flatley al snel met meerdere gezelschappen over alle continenten vloog. Hij was en bleef echter maar een werknemer. Toen de directie hem te kennen gaf het volgend seizoen met een andere leidende danser te willen werken, paste Flatley er voor om terug in het gelid te gaan. Hij begon voor zichzelf en dat leidde al snel tot ‘Lord of the Dance’, met …uiteraard…Flatley in de hoofdrol. ‘Lord of the Dance’ overschaduwde zijn voorganger in razend tempo en Flatley kon het dan ook niet nalaten om een lange neus richting zijn vroegere werkgever te maken. De rivaliteit liep alsmaar hoger op, in Ierland werd handenwrijvend gesproken over ‘The Clash of the Titans’ Anders dan ‘Lord of the Dance’ kent deze Christmas Show geen duidelijke frontman en frontvrouw, al is een paar wat dominanter aanwezig dan de rest. Wat me aan deze productie opviel, was de wel erg jonge gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke dansers. Hoewel de dans en muziek wederom van een uitstekend gehalte zijn, moet ik Hoogeboom uit Limmen toch wel enigszins gelijk geven. De enige dissonant in het geheel is de wat oubollige mix van kerstliedjes die in het eerste gedeelte door de ‘te dikke zanger’ worden vertolkt. ‘White Christmas’ in de oeruitvoering van Bing Crosby kan echt niet meer. Degenen die zo verstandig waren om de pauze in de zaal door te brengen, werden door de helaas dode legende Luke Kelly even meegenomen naar ‘The town I loved so well’ en naar de tijd dat Dublin nog in de ban was van de ‘rare times’. Een mooie opmaat naar het tweede gedeelte dat in artistiek opzicht veel meer te bieden had dan de ‘eerste helft’. De begeleidingsband manifesteerde zich veel krachtiger, de ‘te dikke zanger’ was best te genieten zodra hij zich buiten de kerstpaden waagde en ook de (groeps)dansen wonnen aan kracht. De toch wel spetterende finale riep zelfs herinneringen op aan de finale van ‘Lord of the Dance’. Al met al een mooi sprookje waarin de achthonderd bezoekers zich enthousiast lieten meezuigen. De show is na Roosendaal alleen nog te zien op 23 december in De Bonte Wever in Assen, maar naar verluidt is die voorstelling al helemaal uitverkocht.
Rhythm of the Dance Christmas Special – Gezien door Jaap Pleij op donderdag 22 december in de grote zaal van De Kring. 


Donderdag 22 december 2016

ROOSENDAAL ZOEKT NIEUW STADSDICHTER

De extra lange termijn die Leo Lotterman als stadsdichter mocht invullen loopt af in 2017 en dus is de gemeente via bibliotheek VANnU op zoek naar een opvolger. In tegenstelling tot Lotterman, die ‘gewoon’ werd aangesteld, wordt de nieuwe functionaris deze keer in februari democratisch gekozen tijdens een presentatiebijeenkomst in Parrotia.

De Roosendaalse Stadsdichter brengt poëzie dichterbij de mensen en zorgt dat zij op een andere manier stilstaan bij belangrijke gebeurtenissen in de gemeente Roosendaal. Iedereen van 18 jaar of ouder en woonachtig in de gemeente Roosendaal kan aan de verkiezing deelnemen.De kandidaten moeten bereid zijn om gedurende vier jaar invulling te geven aan het Stadsdichterschap. Het vierde jaar van het Stadsdichterschap is een overgangsjaar van de oude naar de nieuwe stadsdichter. Van de functionaris wordt verwacht dat hij poëzie zichtbaar in het straatbeeld en het openbare leven van de gemeente Roosendaal brengt, ook wordt hij geacht het culturele klimaat in de stad en de betrokkenheid van de burgers bij actuele, lokale gebeurtenissen extra kleur te geven. Hij dient betrokken bij en affiniteit met de stad te hebben en goed op de hoogte te zijn van de dagelijkse gebeurtenissen in de gemeente Roosendaal. De stadsdichter maakt jaarlijks minimaal zes gedichten die zich inhoudelijk toespitsen op het dagelijkse leven in de stad maar ook op specifieke gebeurtenissen. Deze gedichten worden tijdens publieke bijeenkomsten voorgedragen, het spreekt vanzelf dat hij een eigen kleur geeft aan het Stadsdichterschap. Iedere deelnemer stuurt, voorzien van naam, adres en woonplaats, twee niet eerder gepubliceerde gedichten over de gemeente Roosendaal in. Ook prozagedichten komen in aanmerking. De gedichten mogen niet bekroond zijn geweest in andere gelijksoortige wedstrijden, voorts moet hij een gedicht van eigen hand produceren dat niets met Roosendaal te maken hoeft te hebben. De motivatie moet samengevat worden op maximaal één A4’tje, waarin hij verwoordt waarom hij het stadsdichterschap ambieert en op welke wijze hij invulling denkt te geven aan het stadsdichterschap. Inzendingen voor het Stadsdichterschap dienen uiterlijk op 15 januari 2017 in het bezit te zijn van Bibliotheek VANnU. Inzendingen sturen naar stadsdichter@bibliotheekvannu.nl of naar Bibliotheek VANnU, o.v.v. Stadsdichter Roosendaal/I. van Boven, Postbus 259, 4700 AG Roosendaal. De toegezonden stukken komen in het bezit van bibliotheek VANnU en worden niet teruggestuurd. De jury, bestaande uit deskundigen die door hun opleiding beroepsmatige kennis hebben op het gebied van poëzie, literatuur en/of het Stadsdichterschap beoordeelt de inzendingen. Uit alle inzendingen nomineert de jury twee tot zes kandidaten. Deze kandidaten worden uitgenodigd om zich op donderdagavond 9 februari 2017 publiekelijk te presenteren in bibliotheek VANnU. Op deze avond zal ook de dichter Ingmar Heytze aanwezig zijn. De Stadsdichter Roosendaal is een erefunctie, hij wordt aangesteld voor een periode van drie jaar plus een mentorjaar en ontvangt een onkostenvergoeding van 250 euro netto per jaar. In het mentorjaar coacht de Stadsdichter ook de junior Stadsdichter. De Stadsdichter komt niet in dienst van de gemeente Roosendaal. Kijk voor meer informatie (reglement en taakomschrijving) op www.bibliotheekvannu.nl/stadsdichter. De aanstelling van een stadsdichter was in 2008 een initiatief van PVC-partijleider Jaap Pleij, die een welwillend oor trof bij de toenmalige GL-wethouder Peter Uytdehage, maar door hem verder geheel buiten de organisatie werd gehouden. Anneke Lips was de eerste stadsdichter, René Spruijt nummer twee en binnenkort zal Leo Lotterman het stokje dus doorgeven aan nummer vier.


Woensdag 21 december 2016

SITALSING JOKKEBROKT ZELF OVER HENK KROL

Sheila Sitalsing, vaste medewerkster van de Volkskrant, kon in haar column ‘Redzaam’ (woensdag 21 december) helaas niet de verleiding weerstaan om ongenuanceerd uit te halen naar Henk Krol, de voorman van 50 Plus, die steeds vaker wordt genoemd als vicepremier in het eerste kabinet Wilders. Deze partijen hebben gemeen dat ze de AOW-leeftijd zoals het hoort in een beschaafd land terug willen brengen naar 65 jaar. Indien het alsmaar groeiende leger senioren tijdig inziet waar hun belangen liggen, zouden PVV en 50 Plus met behulp van een derde partij best eens een alternatieve regeringscoalitie kunnen gaan vormen. Je wordt immers niet zomaar politicus van het jaar 2016. Kennelijk ziet Sitalsing de bui al hangen en wellicht is dat de reden dat ze deze column heeft misbruikt om de aanval op Krol in te zetten.
Werk is onzeker geworden, uitkeringen zijn ten gevolge daarvan verschraald of zelfs geheel verdwenen. Tot zover is er niets mis met haar verkenning van het sociale krachtenveld, maar dan komt het. ‘Bij de 65-plussers daarentegen is de inkomenszekerheid alleen maar verder gestegen, die zitten doorgaans geramd, ondanks de jokkebrokkerij van Henk Krol, een man die zoveel onzin bij elkaar verzint dat het populisme zich voor hem schaamt’. Populisme is sowieso een rare aanduiding, ik heb nog geen partij kunnen ontdekken die onder deze naam de verkiezingen ingaat,  bovendien jokkebrokt Sitalsing er zelf lustig op los, want als er een groep is die steeds ernstiger en langduriger door de verschraling wordt getroffen, zijn het de senioren wel, die qua pensioen al jaren op de nullijn staan en het komende jaar zelfs moeten vrezen voor een (forse) korting op het pensioen. Deze groep heeft doorgaans geen mogelijkheden meer om nog wat bij te verdienen en van een organisatiegraad is nauwelijks sprake. Ouderenorganisaties als de KBO en de ANBO zijn niet krachtig genoeg om een sterke vuist richting Den Haag te maken. Net als de ‘boze blanke mannen’ in de VS, die zich massaal tot Donald Trump bekeerden, hebben de ouderen in Nederland nog maar een middel om hun ongenoegen kenbaar te maken. Het is daarom te hopen dat ze Henk Krol en zijn 50 Plus half maart aan een klinkende verkiezingszege zullen helpen. Misschien kan hoofdredacteur Philippe Remarque eens in zijn eigen rubriek duidelijk maken op grond van welke kwalificaties Sitalsing een column is toegewezen in De Volkskrant.  Die hebben zich aan mij in ieder geval nog nooit geopenbaard (zie ook mijn reactie op haar column ‘Berm’) .    


Woensdag 21 december 2016

HOE ZIT HET MET DE WINKELVOORZIENINGEN OP "DE KAAI"?

Net als elders in het land zit de bouw ook in Roosendaal flink in de lift. In 2017 verrijzen er een groot aantal woningen in Stadsoevers 2.0 en op De Wipwei (zonder dat de bewoners daar overigens maar iets is gevraagd). Momenteel wordt het gewezen douanekantoor op de Kade omgebouwd tot woonruimte met 49 appartementen.
In een niet al te grijs verleden hielden douaniers toezicht op de in- en uitvoer van goederen, daarom heeft het (woning)gebouw de toepasselijke naam 'De Douanier' gekregen. Zeer prijzenswaardig en bemoedigend al die bouwactiviteiten. De vraag die daarbij rijst is of de gemeente wel rekening heeft gehouden met het inplannen van winkelvoorzieningen. Het is in ieder geval niet duidelijk waar deze dan gepland zijn en daarom heeft de PVC bij het College hierover om opheldering gevraagd. Het is eigenlijk best merkwaardig dat ‘De Kaai’ (nog) niet over een supermarkt beschikt. De PVC zou het toejuichen indien de Nettorama daar zijn kansen grijpt, omdat deze supermarkt die als een van de weinige nog niet in Roosendaal is vertegenwoordigd prima zou passen bij het nieuwe bewonersbestand.  Pogingen om bij de directie van Nettorama interesse te wekken voor een supermarktvestiging  in De Biggelaar zijn tot op heden helaas niet succesvol gebleken. Wellicht bieden deze nieuwe woongebieden nieuwe kansen. Wat let de gemeente om Nettorama zelf te benaderen?
Uit informatie van ontwikkelaar Corresta blijkt dat de ruimte in de appartementen van De Douanier varieert van 52 tot 90 vierkante meter, oftewel woonkamers met een of hooguit twee slaapkamers. Uitermate geschikt dus voor singles en kinderloze (echt)paren, de ultieme doelgroep van de Nettorama.  Aan potentiele klandizie geen gebrek, de belangstelling is groot volgens Corresta. Naar verluidt zijn er nog maar 26 appartementen beschikbaar, waarvoor zich al 66 belangstellenden zich hebben aangemeld. Voor de overige woningen zijn al huurders gevonden. 


Zondag 18 december 2016

PVC MAANT GEMEENTE TOT ACTIE

Het geduld van de PVC met de gemeente over het elektriciteitskastje dat naast wooncomplex Marktstede staat, is nu echt op. Herhaaldelijk heeft de partij de verantwoordelijken in het Stadskantoor vriendelijk doch dringend verzocht zodanige maatregelen te treffen dat dit elektriciteitskastje niet langer gebruikt kan worden als hangplek ‘door lieden die u en ik daar liever niet zien, veelal opgeschoten zich agressief gedragende lawaaierige (hang)jongeren’. De PVC: ‘Ondanks dat ik u er steeds op heb gewezen dat met name de oudere bewoners van de Marktstede deze ongewenste aanwezigheid als zeer unheimisch ervaren en dat ook passanten richting Markt en Emile van Loonpark zich hier zichtbaar aan ergeren, heb ik uw College onbegrijpelijkerwijs niet tot actie weten te bewegen. Steeds vaker wordt het kastje ook gebruikt als ‘ontbijttafel’ door (zwerf)lieden die in en rond het park rondhangen’.
 
De maat is wat de PVC betreft nu echt vol. De partij geeft het College tot uiterlijk 31 december de tijd om passende maatregelen te nemen. ‘Tot nu toe heeft u laten weten ‘geen reden tot ingrijpen te zien’. Wat mij ook niet verbaast, want uw ambtenaren zitten in het Stadskantoor of werken thuis en zijn dus fysiek niet in staat om ‘te zien’ wat zich hier afspeelt. Hoe moeilijk kan het zijn om een hekwerk voor het kastje te plaatsen (wat ook de veiligheid ten goede komt) of beter nog, het kastje geheel te verplaatsen naar een meer zichtbare plek elders op de Markt. En waarom kan zo’n kastje eigenlijk niet ondergronds geplaatst worden?’ Indien de gemeente na deze laatste sommering nog steeds weigert om de plichten t.o.v de belastingbetalers na te komen, dan maakt de PVC de gang naar de GEMEENTELIJKE OMBUDSMAN.  ‘Indien mogelijk zal ik daar dan ook andere zaken aankaarten waarbij de gemeente in gebreke is gebleven, die liggen zo ongeveer voor het opscheppen.  Het zou mij genoegen doen indien de gemeente zich bij die hoorzitting laat vertegenwoordigen door wethouder Cees Lok. Dan kan hij zich tegelijkertijd nader verklaren m.b.t zijn ongepaste opmerking aan de partijleider van de PVC ‘DAT HIJ UITSLUITEND VERANTWOORDING IS VERSCHULDIGD AAN DE GEMEENTERAAD’. Ik denk dat de ombudsman daar ook wel heel benieuwd naar is. Heel triest dat de bewoners van de Markt(stede) alleen maar last hebben van deze wethouder. Eerst dumpte hij zonder enige vorm van overleg de weekmarkten gedurende een half jaar op de Markt en nu is hij op het onzalige idee gekomen om een ondergrondse parkeergarage te realiseren op de Markt, die toch het predikaat AUTOLUW geniet. Dat onzalige idee werd notabene gesteund door de overgrote meerderheid in de gemeenteraad. Alleen de VLP valt zo nu en dan nog op gezond verstand te betrappen.  Wat zal deze wethouder, indien hij terugkeert, het vanaf 2018 lastig krijgen als de PVC in de gemeenteraad is vertegenwoordigd. Van deze gemeenteraad is geen enkele daadkracht te verwachten. Waarschijnlijk moet Loks opmerking richting PVC ook in dit licht bezien worden’, aldus een tot de botten getergde PVC, die de lamlendigheid van de gemeente meer dan zat is. 


Zaterdag 17 december 2016

ANDRÉ MANUEL BLIJFT EEN WARE VERADEMING IN CABARETLAND

Pakweg 25 jaar geleden zag ik Andre Manuel voor het eerst aan het werk in het intieme Fidei et Arti in Oudenbosch. Meteen besefte ik dat dit een jongen was om in de gaten te houden en te blijven volgen, want hij bleek echt wat in zijn mars te hebben. Dat was een verademing in de tijd dat de meeste cabaretprogrammaatjes een gekunstelde indruk maakten, duidelijk bedacht op de tekentafel en vervolgens kapot gerepeteerd, de try-out voorstelling van LOS Muziektheater (VAST) was daar vrijdag 16 december in De Kring helaas weer een nog levend bewijs van. Mijn intuïtief bleek juist, een kwart eeuw later  is Manuel een van de wel erg schaarse lichtpuntjes in cabaretland. Ik heb geen programma  van hem overgeslagen en het verbaasde me dat hij me continu wist te verrassen met zijn tegendraadse verhalen en betogen. De Roosendaalse Manuelfans hadden het enkele jaren niet gemakkelijk.  Na enkele akkefietjes viel hij in ongenade bij de toenmalige directeur Leo Kievit, en werd hij –althans in Roosendaal - tot theaterpersoonlijkheid non grata uitgeroepen . Zo stoorde het Kievit dat Manuel zich direct na de voorstelling, nog stinkend naar het zweet, tussen het publiek begaf, waarop hij hem ‘sommeerde’zich eerst te gaan verkleden. Manuel mocht nog een keer terugkomen, maar tussen artiest en directeur kwam het nooit meer goed. Gelukkig deden de omringende theaters wel hun artistieke plicht, waardoor het mogelijk bleef om hem op de voet te blijven volgen. Met de komst van Ad van Terheijden in 2008 naar De Kring  lag ook de weg voor Manuel weer open. Inmiddels is hij ook hier weer uitgegroeid tot een van de vaste waarden in de kleine zaal en daar mag Roosendaal heel blij mee zijn.

De verklaring gaf Manuel graag zelf, afgelopen donderdag tijdens de voorstelling ‘De Onzen’.  ‘Enkele jeugdvrienden van mij staan nu voor een uitverkochte zaal in de Ziggodome. Dat is mij bespaard gebleven. Dit (wees op de halflege zaal) is waar ik het overal in Nederland zo ongeveer mee moet doen.  Daar ben ik ergens ook wel blij om. Stel, je woont in Roosendaal, je hebt het dus al niet gemakkelijk, qua leegstand lijkt het hier wel op Aleppo zonder bommen, je zoekt om even aan die deplorabele toestand te ontkomen je heil in theater De Kring (where else?) en dan stuit je op het bordje ‘uitverkocht’.  Dat zal je bij mij niet overkomen. Mijn slogan luidt dan ook ‘Bij Manuel is altijd plek’.  Voor mij hadden ze dat dure balkon in de Kring dus ook niet hoeven te bouwen’. Die ‘deplorabele’ toestand biedt voor de cabaretier ook wel de nodige voordelen, zo waande hij zich in Roosendaal ongekend veilig.  ‘Ik maak nogal wat grapjes over moslims. En humor is nu eenmaal niet iets wat bij moslims –net als bij vrouwen overigens- niet bepaald goed ontwikkeld is. De kans is in een plaats als Roosendaal niet groot, maar je moet tegenwoordig nu eenmaal overal rekening mee houden, de mogelijkheid bestaat dus dat een Jihadterrorist de zaal binnen loopt en de boel tot ontploffing brengt. Daarom wil ik de mensen op de achterste rijen vast bedanken, nu het nog kan, dat ze zich hebben opgeworpen als een buffer tussen mij en de zelfmoordterrorist. Wellicht dank ik zelfs mijn ‘over’ leven aan u. Daarom nu vast een postuum applausje voor de achtersten in het gelid’.  Wrange humor van de zuiverste plank, toch zag ik enkele bezoekers voor mij ietwat ongerust om zich heen kijken. ‘Wie zegt dat de terrorist van buiten de zaal komt? Hij kan net zo goed naast u zitten!’, voegde Manuel er ‘ter geruststelling’ aan toe. Al die aanslagen zijn volgens hem slechts een voorbode van wat ons nog allemaal te wachten staat.  ‘Het wordt geheid oorlog, eerst tussen al die ‘religieuze mongolen’ onderling, maar als die slachtoffers op zijn, komen ‘wij’ overtuigde atheïsten gegarandeerd ook aan de beurt. Dan wordt ook in het relatief veilige Europa het onvoorstelbare realiteit en komen wij net als nu de Syriërs voor de keuze te staan tussen vluchten of vechten. Laten we ons slachtofferen of kiezen we voor de aanval en gaan we zelf slachtoffers maken. Daarom is het zaak dat wij, zeg maar ‘De Onzen’, nu vast een keuze maken’.  De weerbaarheid van ‘ons atheïsten’ is volgens Manuel een grote bron van zorg. ‘Wij blanken blijven tegenwoordig behoorlijk achter in de misdaadstatistieken en de gevangenispopulatie. Als het erop aankomt, hebben wij nuchtere Nederlanders, wars van religieuze smetten, een natuurlijke achterstand en worden we waarschijnlijk vermalen tussen de Negers, Joden, Gristenen, Homo’s en vooral de Moslims’. Net als in zijn vorige vijftien programma’s spreekt Manuel deze typeringen uit met zichtbaar genoegen. ‘Politiek correct gedrag’ is immer zijn voornaamste inspiratiebron geweest om eens lekker op los te gaan. Zijn kleine, maar zeer trouwe schare fans worden in ‘De Onzen’ op hun wenken bediend. Tegendraadse stelling name weet hij wederom op briljante wijze te combineren met uiterst donkere- en absurde humor. Dat maakt hem tot een ware verademing in cabaretland.  Zijn vorige productie ‘Het geval Apart’ leverde hem de Poelifinario’ op, de prijs voor het beste programma van het seizoen.  Door zich te presenteren als een Twentse boerenpummel blonk dit programma uit door zelfspot. In ‘de Onzen’ bewandelt hij een heel ander pad, dat van de spiegel waar ‘de Onzen’ eens goed in moeten kijken.
De onvoorspelbaarheid en de confrontatie getuigen echter weer van een constant hoog niveau en daarom hoeft het niemand te verbazen indien Manuel zijn titel prolongeert. ‘De Onzen’, gesitueerd op Camping Den Blanken,  torent weer zo hoog boven de concurrentie uit dat het onvoorstelbaar is dat hij de komende Poelifinario misloopt.  Zou ook een mooie overwinning zijn van het atheïsme op al die religieuze gekkies.

Andre Manuel – De Onzen. Gezien door Jaap Pleij op donderdag 15 december in de kleine zaal van De Kring. 


Zaterdag 17 december 2016

KRIJGEN WE STRAKS EEN JAN SNELSTRAAT IN ROOSENDAAL?

Het Roosendaalse gemeentebestuur heeft er moeite mee om ‘ware ambassadeurs’ als Jack Jersey (Jack de Nijs) te eren met een naar hen vernoemde straat. In Den Haag weten ze hun beroemdheden daarentegen wel op de juiste waarde te schatten. De legendarische Dolf Brouwers alias Sjef van Oekel  heeft al jaren zijn eigen mooie plek in de binnenstad, als het aan de Haagse wethouder Boudewijn Revis van Stadsontwikkeling ligt,  wonen er binnen enkele jaren mensen aan de Jacobse en Van Esweg (de vrije jongens van De Tegenpartij), ‘De Oudere Jongerenlaan’ en ‘De Klisjeemannetjesboulevard’.  Lezers van boven de vijftig herkennen hier natuurlijk onmiddellijk enkele(duo) typetjes  van de vermaarde combinatie Van Kooten en De Bie in.  Beide gouden mannen (als Jacobse en Van Es soms letterlijk) zagen in de jaren veertig van de vorige eeuw het levenslicht in die ‘mooie stad achter de duinen’ en voor een aantal van die Keek op de Week-creaties hebben ze dankbaar gebruik gemaakt van hun Haagse roots.
‘Wat is er nou Haagser dan Tedje van Es of Koos Koets?’, vroeg Revis zich bij de presentatie van een nieuwe woonwijk op bedrijventerrein Binckhorst publiekelijk af.  Er zijn straks achthonderd woningen te vergeven op dit terrein, dus er is ruimte genoeg om het hele Koot en Bie-repertoire aan bod te laten komen.  De Haagse gemeenteraad moet nog instemmen met het voorstel van Revis, net als de straatnamencommissie die als ambtelijke werkgroep direct onder deze wethouder valt. Wim de Bie, de lange van de twee, loopt volgens De Volkskrant nog niet over van enthousiasme.  ‘Wij hebben het auteursrecht op die namen. Als een tv-programma onze fragmenten wil uitzenden, moeten ze ons daar ook toestemming voor vragen’, liet de Bie duidelijk merken dat Revis wat hem betreft voor zijn beurt heeft gesproken.  Eerder  ‘bedankten’ Van Kooten en De Bie voor de ‘eer’ om een straat naar hen op het Mediapark in Hilversum te vernoemen, waar inmiddels onder meer wel het Wim T. Schippersplaatsje en de Barend en Van Dorpweg zijn gerealiseerd.  Een dergelijke actie hoef je in Roosendaal niet van Burgemeester en Wethouders te verwachten. Twee jaar geleden stelde ik voor om de namen van grootheden als Frans van der Groen en Jack Jersey op die manier extra levend te houden.  De ontluisterende bijeenkomst van ‘onze’ straatnamencommissie straat me nog ‘levendig’ voor ogen.  De heren vonden dat niet opportuun en een van hen meende zelfs dat de naam Jack Jersey wat al te ver is weggezakt in het collectieve geheugen.  Het geachte commissielid sprak vooral namens zichzelf. Uit de vele reacties op dit artikel bleek dat de naam Jack Jersey bij menigeen nog vers in het geheugen lag en ook later, toen er een voorstelling over Roosendaal geschreven zou worden met als thema ‘De Iconen van de Stad’,  werd zijn naam regelmatig  genoemd.  Niet zo verwonderlijk, in de jaren zeventig werd Jack Jersey uitgeroepen tot de populairste artiest in het lichte genre van Nederland, maar dat was in het beperkte geheugen van het commissielid toen kennelijk al weggezakt. Het was heel wrang om  later te vernemen dat een onzinnig voorstel van GroenLinks om een nieuwe buitenweg te vernoemen naar Nelson Mandela wel werd gehonoreerd. Niets ten nadele van de vroegere ANC-president, maar voor Roosendaal heeft hij geen speciale betekenis gehad.  Elders in de Volkskrant was te lezen dat in Amsterdam de kogel eindelijk door de kerk is. De Amsterdam Arena gaat – mits de familie daarmee instemt-  het Johan Cruijff Stadion heten. ‘Maar waar blijft de eerste Johan Cruijffstraat in Nederland?’, vroeg verslaggever Iwan Tol  zich terecht af. Die speurtocht voerde Tol merkwaardigerwijs naar Roosendaal, want het was hem kennelijk niet ontgaan dat in de VVD-raadsfractie reeds een dag na het overlijden van de ‘Verlosser ‘het idee voor een Johan Cruijffstraat’ was ontstaan. Nog diezelfde dag diende fractievoorzitter Van den Beemt een motie in om dat bewerkstelligd te krijgen. Net als mijn partij de PVC al zo vaak is overkomen, kreeg Van den Beemt nul op het rekest. In Roosendaal geldt immers de beleidslijn dat een persoon pas tien jaar na zijn overlijden een straat, laan, boulevard of zelfs heel park naar zich vernoemd mag krijgen, leden van het koninklijk huis en burgemeesters uitgezonderd.  Wat dus wel geldt voor Jack Jersey en duidelijk niet voor Nelson Mandela.  Toen Tol het VVD-raadslid aansluitend confronteerde met de recentelijk geopende Nelson Mandelaweg wist Van den Beemt blijkens het verslag niets beters te bedenken dan te verzuchten ‘Ach ja, zo gaat dat in de gemeentepolitiek!’ Hij had natuurlijk moeten zeggen ‘zo gaat dat in de gemeentepolitiek van Roosendaal’, want die weet steeds weer te verbazen met haar onlogische gedachtengang. Toestemming verlenen voor de aanleg van een ondergrondse parkeergarage op de Markt terwijl de Markt de status geniet van autoluw gebied is slechts een van de recente voorbeelden van ridicuul gemeentebeleid onder het motto ‘Beleef ’t in Roosendaal’. Vooralsnog is het Catalaanse dorpje Vallfogona de Riucorb de enige gemeente die Cruyff na zijn dood met een straatnaam heeft geëerd. Op 9 september werd hier ‘Carrer de Johan Cruyff’ onthuld, een straat waar volgens Tol geen huizen staan, maar wel een buurthuis waarin vaak naar wedstrijden van Barcelona wordt gekeken.  In Roosendaal gebeurt dat dankzij de plaatselijke fanclub van Barcelona op grote schaal in een café aan de Markt, maar om nu hartje stad naar de voetballegende te vernoemen is waarschijnlijk zelfs in de ogen van de meester zelf niet bepaald logisch. Toch hoeft ons stadje aan De Vliet niet te wanhopen. Op de Wipwei en het aangrenzende gebied Stadsoevers nieuwe stijl worden in 2017 een groot aantal woningen gerealiseerd. Een mooie herkansing dus voor ons gemeentebestuur om hun godenzonen als Jack Jersey en Frans van der Groen alsnog de eer te bewijzen die ze al zo lang verdienen. Een nieuwe wijk verdient naast winkelvoorzieningen (zou wethouder Toine Theunis die al ingetekend hebben? Een Nettorama wellicht? ) natuurlijk ook een sportveld, een zogeheten Johan Cruijffcourt, en wat zou nou logischer zijn dan dit te vernoemen naar ….juist!  Is de onlangs met de in de boezem teruggekeerde Rogier Verhoeven VVD-fractie ook weer eens tevreden gesteld, wat met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in zicht natuurlijk mooi meegenomen is. De nooit gerealiseerde theatervoorstelling over de ‘Iconen van Roosendaal’ heeft aangetoond dat de scheidende ondernemer Jan Snel door de Roosendaalse bevolking wordt beschouwd als het grootste icoon dat de stad ooit heeft voortgebracht.  In een grijs verleden heeft de kleurrijke Snel  ongetwijfeld in een olijke bui, het bordje Nieuwe Markt waaronder ook ‘zijn’straatje valt, vervangen door een bordje met het opschrift ‘Jan Snelstraatje’.  Nadat ik hierover voor de West-Brabant Koerier (nog immer het beste huis-aan-huisblad dat Roosendaal ooit gekend heeft) navraag deed bij de toenmalige gemeentewoordvoerder Frank van Pamelen (tevens de beoogde tekstschrijver voor de Iconenvoorstelling, wat is de wereld toch klein af en toe) werden de bordjes echter weer snel verhangen. Misschien een idee voor B&W om Jan Snel alsnog op deze wijze te eren als hij ten langen leste na de langste uitverkoop uit onze geschiedenis ooit echt de deur van zijn winkel definitief achter zich dicht trekt. Het College kennende zal burgemeester Niederer niet bereid zijn om zover van het ‘protocol’ af te wijken, maar in Stadsoevers en op de Wipwei liggen er mogelijkheden te over om naast Snel al die genoemde iconen een naambordje te gunnen.  Toine Theunis kan wat mij betreft vast gaan inventariseren.  Uiteraard dienen al onze leutvorsten aan bod te komen, maar in zijn veelgeprezen boek over het  plaatselijke verzet ten tijde van de Tweede wereldoorlog, getiteld ‘Ere wie ere toekomt’ doet de Roosendaalse historicus John Braat ook een verdienstelijk duit in het zakje.  ‘Het zou gepast zijn om al deze mensen en vooral de verzetsmensen die ik niet heb kunnen achterhalen jaarlijks met gepaste eer te herdenken op 4 en 5 mei. In vele steden zijn monumenten opgericht en straatnamen vernoemd naar de mensen uit het verzet en Roosendaal kan dit goedmaken door in de nieuw te ontwikkelen wijken deze mensen in de straatnamen te vernoemen’, schreef hij in zijn slotwoord.  Het is dankzij de lange zoektochten die Braat zich getroost heeft nu een bekend gegeven dat het gemeentebestuur zich na de oorlog niet bepaald ingespannen heeft om deze inwoners recht te doen en daarom voegt de auteur er met voelbaar ingehouden woede aan toe:  ‘Of dit gebeurt betwijfel ik en als het wel gebeurt, zal ik met vele anderen met grote verbazing en verwondering met het schaamrood op de kaken komen kijken’.  Braat had voor het woord schaamrood eigenlijk ‘plaatsvervangend’ moeten schrijven. Het is te hopen dat Theunis en de straatnaamcommisie, die heel wat goed te maken heeft, dat in gedachte houden wanneer de invulling van de bordjes aan de orde is. Bij alle namen die de revue passeren moeten ze zich naast Braats motto ‘Ere wie ere toekomt’ duidelijk door het begrip ‘plaatsvervangend schaamrood’ laten leiden.  


Maandag 12 december 2016

GEMIDDELDE ROOSENDALER WAS ARMLASTIG EN ONDERVOED

De gemiddelde Roosendaler in de zeventiende eeuw was klein, armlastig, ondervoed en werd meestal niet ouder dan vijftig jaar. Dat zegt fysisch antropoloog Barbara Veselka in een artikel in de nieuwe editie van jaarboek De Ghulden Roos. Valeska onderzocht de skeletten die in de zomer van 2013 werden opgegraven bij de Sint-Janskerk. Opgravingen en kerken, daar draait de 76ste editie van het jaarboek om. Het jaarboek is zondag (11 december) ten overstaan van een grotendeels grijs herenpubliek gepresenteerd in de RABO-bankgalerie van De Kring. Helaas was Veselka niet aanwezig om een toelichting te geven op haar opmerkelijke verhaal, want deze historische schets is voor de doelgroep zonder meer het interessantste onderwerp in het jaarboek. Afwezig was ook de andere vrouwelijke auteur, Trudi Brink, die een  uiteenzetting heeft geschreven over de begraven beelden op het Tongerloplein.
Wel aanwezig was stadsarcheoloog Marco Vermunt. Zijn lezing bevatte twee onderwerpen. Allereerst ging hij in op de vondsten in de Rozenakker gelegen tussen Nispen en Essen.  Daar werden de resten van drie Romeinse boerderijen aangetroffen. Daarnaast heeft hij onderzoek verricht naar de voorgangers van de huidige uit 1930 daterende kerk in Nispen. De opgravingen hebben aangetoond dat op deze plek meerdere kerkgebouwen hebben gestaan. De oudste resten dateren uit de twaalfde eeuw. Opmerkelijk is volgens Vermunt wel dat de huidige kerk niet exact op dezelfde plek is verrezen als zijn vele voorgangers,  de kerk die we nu kennen, staat er zo ongeveer haaks op.   Het eerste (nu bekende) gebouw was een zogeheten zuilkerk, een sobere behuizing, zowel van binnen als van buiten. Het verraste Vermunt nogal dat er veel houtskool, geproduceerd tussen 1015 en 1155,  werd aangetroffen. ‘Er zijn praktisch geen kerkopgravingen verricht in West-en Midden Brabant. Vrijwel alles wat we hebben aangetroffen, wijst er op dat Nispen een bewogen geschiedenis kent’, aldus Vermunt die helaas slecht was te verstaan.
In de zomer van 2013 gingen archeologen aan de slag op het Roosendaalse Tongerloplein, met name achter en naast de Sint Janskerk. Hier ligt de voormalige en nooit geruimde begraafplaats van de parochie, die waarschijnlijk vanaf de bouw van de kerk in 1268 tot 1828 in gebruik is geweest. Net onder het maaiveld liggen nog talrijke graven. Een gedeelte van die graven kon nader onderzocht worden. Veselka heeft de gevonden menselijke resten geanalyseerd en vergeleken met de gegevens van vondsten uit Gouda en ‘s-Hertogenbosch en komt zo tot verrassende conclusies over de levensomstandigheden van Roosendalers uit voorgaande eeuwen. Bij dezelfde opgravingen op het Tongerloplein werden fragmenten aangetroffen van beeldhouwwerk uit de zestiende eeuw. Heden en verleden van de kerken in West-Brabant vormen een tweede aandachtspunt in het jaarboek. Zo komen eigenaren van drie kerken in De Heen, Welberg en Dinteloord aan het woord en is er aandacht voor de kerk van Heerle. Redacteur Theo Clemens belicht een bijzonder fenomeen uit de achttiende eeuw, de zogenaamde maandbriefjes. Antwerpse catechismussen hebben in Roosendaal een onverwachte verspreiding gekend. Het jaarboek sluit af met een artikel over de Oud-Gastelse Oranje-Mastboomfeesten in 1923, geschreven door Joss Hopstaken. Vanuit de organisatie werd er nog eens op gewezen dat er sinds 1941 elk jaar een jaarboek is verschenen, het is daarmee het oudst bestaande historische jaarboek van de provincie en dat wil De Ghulden Roos weten ook. ‘Het boek bestrijkt traditioneel de streek in West-Brabant tussen Bergen op Zoom en Etten-Leur, en laat dat nu net het werkgebied zijn van het nieuwe West-Brabantse Archief. Onze voorgangers hadden dus een vooruitziende blik’, aldus bestuurslid Sturm.  Het eerste exemplaar was – hoe kan het ook anders- bestemd voor Marco Vermunt. Vervolgens mochten alle auteurs een fles in ontvangst nemen die niet bepaald onder de noemer ‘nieuwe wijn in oude zakken’ vielen. In de corridor tussen De Kring en het Tongerlohuys konden degenen die hadden ingetekend na afloop van de presentatie hun exemplaar van het jaarboek ophalen.  Jaarboek 76 van De Ghulden Roos is vanaf 14 december verkrijgbaar bij het Tongerlohuys, begunstigers krijgen het boek thuisgestuurd. Voor meer informatie: www.tongerlohuys.nl .


Maandag 12 december 2016

NIEUWJAARSCONCERTEN RSO IN TEKEN VAN "CLASSIC MEETS POP"

Het Roosendaals Symfonie Orkest en Symfonieorkest Jacob Obrecht hebben de muzikale krachten gebundeld tot een tweemalig Symfonieorkest XL. In samenwerking met Vocal group Nouveau voeren de twee orkesten twee keer een nieuwjaarsconcert uit met als thema ‘Classic meets Pop’. Op nieuwjaarsdag wordt de Roosendaalse traditie voortgezet met een concert in De Kring. Dit optreden krijgt een vervolg met een heuse primeur op zondag 8 januari in De Maagd in Bergen op Zoom.

De start is klassiek met de ‘Ouverture uit Orpheus in de Onderwereld’, via een medley uit de ‘West Side Story’ komt het programma uit bij pop, klassiek gearrangeerd voor symfonieorkest met een vocal group (Nouveau dus). Uitgevoerd worden onder meer ‘Music’ van John Miles, ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen, ‘A brand new day’ van Quincy Jones, ‘Keep on Rockin’ van Neil Young en een medley van The Beatles. Door het samenvoegen van de beide symfonieorkesten en de medewerking van Vocal Group Nouveau is er volgens de organisatie een nieuwe- en vernieuwende ‘sound’ ontstaan, die bij een nieuwjaarsconcert past. Het geheel staat onder leiding van de dirigenten Carlo Nabbe en Martyn Smits. De concerten duren ongeveer een uur en er is geen pauze. Na afloop wordt er geproost op 2017. Zondag 1 januari: De Kring- Roosendaal, aanvang 15.00 uur. Zondag 8 januari: De Maagd-Bergen op Zoom, aanvang 15.00 uur.  Voorverkoop via beide schouwburgen. Entreeprijs € 15,75 (incl. consumptie). 


Zaterdag 10 december 2016

NIEDERER HEEFT GEEN GELD (OVER) VOOR BEZORGING STICKERS

Op aandringen van de gemeenteraadsfractie van de Roosendaalse Lijst gaat de gemeente Roosendaal stickers verstrekken aan bewoners die geen colporteur aan de deur willen. Het zijn veelal oudere mensen die niet lastig gevallen wensen te worden door verkopers van huis-aan-huis producten. De Roosendaalse Lijst heeft signalen ontvangen dat deze categorie zich onveilig voelt als er ’s avonds (door een colporteur) wordt aangebeld.
Het Sufferdje uit Zundert wist te melden dat burgemeester Jacques Niederer te kennen heeft gegeven dat er geen budget is om de stickers huis-aan-huis te bezorgen. Binnen afzienbare tijd zijn de plakplaatjes wel gratis op te halen in het Stadskantoor. De doelgroep die doorgaans wat minder mobiel is, moet dus maar zien hoe ze naar het Stadserf komt. Het lijkt er steeds meer op dat B&W klantonvriendelijkheid speerpunt hebben gemaakt van het beleid. ‘Hoezo geen budget?’, reageert de PVC.  ‘Er was in 2013 plotseling wel budget toen de net benoemde koning Willy zo nodig Roosendaal met een bezoek wilde ‘vereren’. Bijna tweehonderdduizend  euro was er meteen beschikbaar om het Oranjepaar gedurende twintig minuten ‘in alle veiligheid’ een rondje over de Markt te laten maken. Uiteraard heeft de PVC ook voor dit ‘probleem’ een passende suggestie paraat. Plak die sticker gewoon in het informatieblad Stadserf dat op zondag door datzelfde Sufferdje wordt verspreid. Klaar is Kees’.  De PVC blijft overigens voorstander van een volledig verbod op onaangekondigd en onuitgenodigd huisbezoek, waar naast colportage ook collectes onder dienen te vallen. Beide zijn echt niet meer van deze tijd. De PVC stelt daarom voor de boodschap op de stickers niet alleen aan colporteurs maar ook aan collecteurs (inzamelaars) te richten.


Vrijdag 9 december 2016

NA DE PVC ZIEN NU OOK DE NIEUWE DEMOCRATEN HET NUT VAN BANKJES IN

Vorig jaar heeft de PVC na voltooiing van de renovatie van het Tongerloplein een ernstig manco geconstateerd. Het renovatieplan voorzag namelijk niet in het plaatsen van bankjes waar bij voorbeeld bezoekers aan De Kring rond de voorstellingen even kunnen verpozen. De vorige directie heeft ooit een terras in het vooruitzicht gesteld, als onderdeel van de corridor tussen De kring en museum Tongerlohuys, maar dat is er nooit van gekomen. De PVC heeft er toen bij het College van B&W op aangedrongen om het Tongerloplein alsnog te voorzien van openbaar meubilair, en dit niet te beperken tot het plein. Ook het verblijfsklimaat op de Markt zou aanzienlijk in kwaliteit en duur toenemen na zulke relatief simpele ingrepen. De wethouders Lok en Verbraak gaven echter niet thuis en ook de gemeenteraad hulde zich in stilzwijgen. Lok maakte zich er zelfs met een Jantje van Leiden af door in een gesprek met de PVC-partijleider slechts te verwijzen naar de (commerciële) terrassen op de Markt en het Tongerloplein, wat natuurlijk een gotspe is. Het gevolg is dat het Tongerloplein nog immer een kil en karakterloze ambiance kent en dat de Markt zeker in winterse tijden niet bepaald het karakter heeft van een kloppend stadshart.   
Het is in de politiek helaas een ‘normale’ gang van zaken dat goede- en opbouwende suggesties van een partij door de ‘collega’s’ aanvankelijk straal worden genegeerd en na verloop van tijd in een iets andere vorm als eigen idee worden gepresenteerd. De drie geschreven Sufferdjes die Roosendaal ‘rijk’ is, verzaken al jaren hun journalistieke plicht tegenover de PVC, daar viel en valt dus ook niets van te verwachten. Zolang deze partij (nog) niet in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, zal daar zo valt te vrezen weinig aan veranderen. Ik moest hier aan denken toen ik vernam dat de Nieuwe Democraten bij monde van Ton Schijvenaars recentelijk bij het College hebben aangedrongen op meer bankjes langs wandelroutes waar met name oudere inwoners veelvuldig gebruik van maken. Door Schijvenaars als volgt verwoord:  ‘Afgelopen week gingen wij in gesprek met oudere mensen op een bankje bij de Kroevenpoort. Zij kwamen net terug van een prettig bezoek aan de binnenstad en moesten nog een eindje lopen om thuis te komen. Het bankje was voor hun van cruciaal belang om weer op adem te komen. Deze mensen waren nog vitaal genoeg om zonder hulpmiddelen te wandelen, alleen de conditie liet wat te wensen over. Roosendaal kent steeds meer oudere mensen die wel actief willen blijven meedoen in en met de stad. Wandelen en buiten zijn is om allerlei redenen erg belangrijk voor ouderen. Los van het feit dat deze ouderen last hebben van de scheve stoepjes, is er bij veel ouderen een grote behoefte om onderweg even te kunnen rusten. En dan is een zitbankje wel zo prettig. Dergelijke zitbankjes lijken ons van grote toegevoegde waarde en wij leggen dit idee graag voor aan het College. ln de realisatie zien wij ook mogelijkheden voor bijvoorbeeld een samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Dergelijke bankjes al  dan niet gesponsord moeten worden gemaakt, geplaatst en onderhouden. Wij denken dat er in Roosendaal voldoende routes zijn waar bankjes een grote aanwinst zijn voor de ouderen om naar buiten te gaan en daarmee actief mee te doen. Wij hebben de volgende vragen. 1. Wat vindt u van het idee? 2. Ziet u het als een gemeentelijke taak, waarom? 3. Onder welke voorwaarden en omstandigheden wilt u meewerken aan realisatie? Met vriendelijke groet, Ton Schijvenaars Fractie Nieuwe Democraten.
Op zich is er niets mis met dit voorstel met dien verstande dat dit gewoon een gemeentelijke taak behoort te zijn, waarbij het alleen jammer is dat de Nieuwe Democraten niet de grootsheid konden opbrengen om de eerder gedane suggesties van de PVC in dit relaas mee te nemen. Je mag dan raadslid zijn, dat wil niet automatisch zeggen dat je serieus genomen wordt door onze heren wethouders. Ook raadsleden worden net zo gemakkelijk als de PVC regelmatig overkomt met een simplistische reactie afgewimpeld. Getuige dit ontluisterende antwoord:  1. Het idee is al eens eerder uitgevoerd in 2010 in het kader van het project Eigen Plekske. Naast ontmoetingsplekken in de openbare ruimte is toen ook gekeken naar looproutes richting centrum en wijk- en dorpscentra en zijn banken geplaatst op plekken waar mensen die slecht ter been zijn uit kunnen rusten. 2. Het voorgestelde idee betreft geen wettelijke taak, maar we hebben het destijds wel als waardevol idee uitgevoerd in overleg en afstemming met inwoners. 3. Op dit moment hebben we geen signalen dat dergelijke rustbanken in looproutes onvoldoende aanwezig zijn. Mochten we signalen ontvangen, dan zijn we bereid vanuit Verbindend Beheren te kijken naar de mogelijkheden.
Je vraagt je af wat het College met signalen bedoelt. Moeten er eerst oudere wandelaars doodvermoeid op straat in elkaar zakken om het College tot actie te bewegen? Waar ligt de grens wat het College betreft? Voorziet het stratenplan niet in openbaar meubilair? Heel wrang is dat het College het voor ouderen alleen maar moeilijker maakt om mobiel te functioneren. Voorbeeld: Op de kop van de Diamantdijk stonden tot oktober vorig jaar afvalbakken opgesteld waarin de omwonenden hun lege flessen en overbodig textiel in konden deponeren. Na op zich terechte klachten van de bewoners met uitzicht op deze afvalplek over de troep die rond de bakken werden achtergelaten (zeer waarschijnlijk door passanten die geen binding hebben met de wijk) besloot het gemeentebestuur in zijn ‘opperste wijsheid’ om de afvalplek in zijn geheel te ontmantelen. Normaliter zou je verwachten dat de gemeente eerst de meningen peilt bij de andere omwonenden. Maar zoals al zo vaak door de PVC geconstateerd, communicatie of liever gezegd een ernstig gebrek daaraan, is de achilleshiel van dit College. Hier was natuurlijk gewoon strenge handhaving de juiste remedie geweest. Wethouder Lok bestond het zelfs om in een brief aan de PVC te melden dat het College behalve de gemeenteraad aan niemand verantwoording verschuldigd is. Onbegrijpelijk dat Lok daar tot nu toe mee is weggekomen. Een beetje gemeenteraad had daar al lang vragen over gesteld. Maar ja, dan zeg ik er natuurlijk heel wat bij. Het gevolg van dit ondoordachte beleid is wel dat oudere, autoloze mensen woonachtig aan de kop van de Diamantdijk nu helemaal naar het Dijkcentrum moeten wandelen of fietsen om aan hun burgerlijke afvalplicht te kunnen voldoen. En voor zover mij bekend voorziet de gemeente niet in een gemotoriseerde pendeldienst voor burgers die slecht ter been zijn. Toen de PVC dit aan de kaak stelde en er bij de gemeente tevergeefs op aandrong om de afvalbakken terug te plaatsen, deed geen enkel raadslid zijn mond open.  Tsja, bij gebrek aan een kritische geschreven pers en een dito gemeenteraad komt dit gemeentebestuur met vrijwel alles weg.  Olivier Blunder aan het roer van ons scheepje van staat, zo lijkt het wel.              


Vrijdag 9 december 2016

OPGRAVINGEN EN KERKEN CENTRAAL IN JAARBOEK GHULDEN ROOS

De gemiddelde Roosendaler in de zeventiende eeuw was klein, armlastig, ondervoed en werd meestal niet ouder dan vijftig jaar. Dat zegt fysisch antropoloog Barbara Veselka in een artikel in de nieuwe editie van jaarboek De Ghulden Roos. Valeska onderzocht de skeletten die in de zomer van 2013 werden opgegraven bij de Sint-Janskerk. Opgravingen en kerken, daar draait de 76ste editie van het jaarboek om. Het jaarboek wordt deze maand gepresenteerd.
In de zomer van 2013 gingen archeologen aan de slag op het Roosendaalse Tongerloplein, met name achter en naast de Sint Janskerk. Hier ligt de voormalige en nooit geruimde begraafplaats van de parochie, die waarschijnlijk vanaf de bouw van de kerk in 1268 tot 1828 in gebruik is geweest. Net onder het maaiveld liggen nog talrijke graven. Een gedeelte van die graven kon nader onderzocht worden. Veselka heeft de gevonden menselijke resten geanalyseerd en vergeleken met de gegevens van vondsten uit Gouda en ‘s-Hertogenbosch en komt zo tot verrassende conclusies over de levensomstandigheden van Roosendalers uit voorgaande eeuwen. Bij dezelfde opgravingen op het Tongerloplein werden fragmenten aangetroffen van beeldhouwwerk uit de zestiende eeuw. Stadsarcheoloog Marco Vermunt vertelt over de vondsten in de Rozenakker, gelegen tussen Nispen en Essen. Daar werden de resten van een drietal Romeinse boerderijen aangetroffen. In een volgend artikel richt hij zijn aandacht op de kerk van Nispen. Bekend was al dat Nispen een van de oudste parochies in de streek was, maar nu zijn ook de resten van drie oudere kerkgebouwen gevonden, een voor West-Brabant unieke zaak. Heden en verleden van de kerken in West-Brabant vormen een tweede aandachtspunt in het jaarboek. Zo komen eigenaren van drie kerken in De Heen, Welberg en Dinteloord aan het woord en is er aandacht voor de kerk van Heerle. Redacteur Theo Clemens belicht een bijzonder fenomeen uit de achttiende eeuw, de zogenaamde maandbriefjes. Antwerpse catechismussen hebben in Roosendaal een onverwachte verspreiding gekend. Het jaarboek sluit met een artikel over de Oud-Gastelse Oranje-Mastboomfeesten in 1923. Sinds 1941 verschijnt er elk jaar een jaarboek, het is daarmee het oudst bestaande historische jaarboek van de provincie. Jaarboek De Ghulden Roos is vanaf 14 december verkrijgbaar bij het Tongerlohuys, begunstigers krijgen het boek thuisgestuurd. Voor meer informatie: www.tongerlohuys.nl.


Donderdag 8 december 2016

YENTL EN DE BOER ZIJN INDERDAAD NIET LEUK

De roem was Yentl Schieman en Christine de Boer vooruit gesneld. Daarom was gastheer Mon Puttiger van De Kring niet echt verrast toen hij bij de entree kon melden dat er ondanks het gesloten karakter van de snoepwinkel 440 kaarten waren verkocht voor de dames die met overmacht het Amsterdams Kleinkunstfestival op hun naam schreven. Menig kleine zaalproductie moet het met beduidend minder bezoekers stellen, deze voorstelling was dan ook al bij voorbaat in de grote zaal geprogrammeerd. Ik ging er dus eens goed en breed uit voor zitten, graag bereid om me volledig te laten overdonderen door deze ultieme ladiespower. Van een orkaan was echter totaal geen sprake, slechts een zuchtje wind wisten Yentl en De Boer vanuit hun gesloten snoepwinkel te produceren.

Gedurende de anderhalf uur die ze voor deze productie hebben uitgetrokken, schuurt of wringt het geen moment. De zangstemmen, toch het sterkste punt van het duo, is aardig- maar niet bepaald bovenmaats ontwikkeld. De teksten zijn ook al geen reden tot groots enthousiasme. De gebruikte muziekinstrumenten, piano en een wat armoedig gitaartje, komen evenmin in aanmerking voor de originaliteitsprijs. Het werd mij ook volstrekt niet duidelijk waarom  ‘Ik heb een man gekend’ (redelijk gedateerd materieel inmiddels) tot beste theaterlied van het seizoen werd uitgeroepen. Misschien moeten dit soort jury’s eens nauwkeurig onder de loep worden genomen. De ‘Snoepwinkel is gesloten’  is na een bescheiden debuutproductie eigenlijk hun eerste volwaardige theatershow. Om de liedjes van ‘weleer’ geen zachte dood te laten sterven, zijn ze ook in deze show een plek gegund. Rationeel wel verklaarbaar, maar niet bepaald een sterktebod.  De sketches die zich in een sprookjeswereld afspelen, zijn zelfs van een schuifdeurgehalte, niet boeiend, nooit leuk en uitgesproken flauw. Heel vreemd dat een ervaren regisseur als Dick van den Toorn dit allemaal de revue liet passeren. Geen enkel nummer beklijft, geen sketch leent zich voor navertelling en tot mijn grote schrik schuwden ze zelfs het gemakzuchtige pad van de publieksparticipatie niet. Maar liefst vier bezoekers (waarom zeggen die mensen niet gewoon eens ‘nee’) werden door de overdreven joviale De Boer het podium op gesleept voor een tenenkrommend toneelstukje.  ‘Die vrouwen zijn helemaal niet leuk’, lieten ze een corpulente heer melden, terwijl hij enkele hardlooppasjes moest uitvoeren. Gebrek aan zelfkennis kun je Yentl en De Boer dus in ieder geval niet verwijten. ‘Schijtlollig’, een term die Johan Derksen graag in de mond mag nemen met betrekking tot radiopresentatoren en (aankomende) cabaretiers, was het ook weer niet. Het is zeker ook geen prachtige mix van ironie en tederheid, zoals het NRC zijn lezers op de mouw spelde en het is werkelijk een gotspe om hen te betitelen als ‘de vaandeldragers van een nieuwe generatie vrouwelijke cabaretiers’. De recensent van Het Parool die dit voor zijn rekening nam, moet onmiddellijk van die post ontheven worden. Zo droevig is het met deze categorie toch ook weer niet gesteld zeg.  Laten we het er dus maar op houden dat Yentl en De Boer nog een behoorlijke weg te gaan hebben. Ik kijk niet echt uit naar een volgende ontmoeting, maar blijf het duo wel in de gaten houden! Als ze na afloop van de herkansing dan maar niet net als bij ‘De Snoepwinkel’ het geval was hun koopwaar zeer amateuristisch vanaf het podium proberen te slijten. Zoiets doe je maar in de hal!  

Yentl en De Boer – De snoepwinkel is gesloten. Gezien door Jaap Pleij op woensdag 7 december in de grote zaal van De Kring.


Dinsdag 6 december 2016

WEEKMARKT MAAKT VALSE START OP NIEUWE MARKT

De PVC had er nog zo voor gewaarschuwd. De eerste warenmarkt op de voor de zoveelste keer gerenoveerde Nieuwe Markt, zou dat wel goed gaan? De communicatiemedewerker van de gemeente Roosendaal had de PVC verzekerd dat alles goed overdacht was. Alles? Toch niet. Het was voor de betrokkenen niet bepaald een aangenaam marktdagje, voorafgaande aan het traditionele heerlijke avondje. Er bleek namelijk een klein foutje met mogelijk levensgevaarlijke gevolgen te zijn gemaakt. Bij een vroege inspectie was de PVC met stomheid geslagen. Dit kon toch niet waar zijn. De kramen in de periferie stonden met hun ‘kop in de wind’ gericht op de sterk verouderde gedeeltelijk leegstaande winkelgalerij.
‘Dit is werkelijk te idioot voor woorden’, reageerde een eveneens stomverbaasde klant. Tsja, ‘beleef ’t in Roosendaal’ heeft onder wethouder Lok, die zich verbeeldt dat hij alleen aan de gemeenteraad verantwoording verschuldigd is, nu eenmaal een geheel nieuwe betekenis gekregen. Het was geen abuis. De gemeente had de kramen expres zo geplaatst ‘om meer interactie te krijgen tussen het vaste aanbod en de weekmarkt’. Interactie was er genoeg, maar ongetwijfeld niet op de manier zoals de heren bestuurders in het Stadskantoor voor ogen stond. Ruim een half jaar –zolang teisterde de warenmarkt de Markt- hadden de gezagsdragers de tijd om met een goed doordacht marktplan te komen. Deze zogeheten zuidkant van de Nieuwe Markt is zelfs op deze marktdag nog ‘gewoon’ toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer en fietsers. Diverse nietsvermoedende marktgangers werden tijdens het zakendoen aan de kramen zo wat uit hun winterjas gereden. Zelfs voor vrachtwagens waren ze tot 11.00 niet veilig. Een van de kooplieden vreesde dat zo’n gevaarte zijn kraam aan gort zou rijden, wat zeker niet ondenkbeeldig was. En hoe luidde de ontluisterende reactie van de marktmeester, opgetekend in ‘De Wakkere krant van West-Brabant’? ‘Zo'n eerste dag loop je dan toch tegen zaken aan waar je geen rekening mee hebt gehouden. Dit kan niet. Een weekmarkt moet altijd veilig zijn, dit moet worden aangepast’. De PVC heeft het al vaak geconstateerd. Naast een communicatieprobleem ontbreekt het de gemeente letterlijk en figuurlijk aan ruimtelijk inzicht. Hoe kun je als eerst verantwoordelijke in hemelsnaam geen rekening houden met passerend verkeer? En waarom wordt al dat verkeer niet gewoon van de Nieuwe Markt verwijderd.  Dit moet een voetgangersdomein pur sang zijn waar de wandelaars onbekommerd kunnen verpozen en flaneren tussen het ‘Lover van Lok’. Die vragen wil de PVC beantwoord zien door wethouder Cees Lok, die op dit vroege tijdstip schitterde door afwezigheid. De PVC gaat de CdK, Wim van de Donk, bovendien verzoeken om een speciaal (stemadvies) bordje te laten installeren, ter hoogte van de bestuursvleugel in het Stadskantoor: WEGSLEPEN A.U.B. Dit College is zo langzamerhand echt te erg voor woorden! 


Maandag 5 december 2016

JAMMER DAT ERWIN NYHOFF ZICH BEPERKT TOT "KINGS OF ROCK'N ROLL"

Best een moeilijke keuze waar ik me afgelopen vrijdag (2 december) voor gesteld zag door De Kring. De grote zaal bood de mogelijkheid om de kennismaking met Mini & Maxi via hun reunionprogramma ‘Nu’ te hernieuwen. Het programmaboekje wist te melden dat Karel de Rooij (Mini) en Peter de Jong (dus Maxi) als ‘vanouds, maar nog beter zijn’.  Zeer verleidelijk, normaliter zou het een uitgemaakte zaak zijn, ware het niet dat de kleine zaal Erwin Nyhoff met ‘Kings of Rock’N’Roll’ in de aanbieding had. Op youtube even googelen naar recente filmpjes deed de balans toch in het voordeel van  Nyhoff uitslaan. Heel vaag wist ik dat hij iets met ‘The Voice of Holland’ uitstaande had. Dit soort programma’s mijd ik doorgaans zorgvuldig, echte artiesten horen immers carrière te maken via het biljartlaken, zoals Herman Brood heeft gedaan. Een artiest zoals hij was bij ‘The Voice’ echter zelfs nooit door de voorrondes heen gekomen.  Voor Nyhoff wilde ik echter graag een uitzondering maken. Heel jammer en zelfs pijnlijk om Mini en Maxi te moeten laten schieten, maar de nieuwsgierigheid won het toch van het vertrouwde.  Dat toont weer eens aan dat De Kring de theaterliefhebbers niet voor zulke onmogelijke keuzes moet stellen.

In een decor waarin een jukebox een belangrijke rol speelt, vertelt Nyhoff over de artiesten die belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de rock & roll, zoals Chuck Berry, Little Richard, Roy Orbison, Johnny Cash en uiteraard Elvis Presley.  Bill Haley kwam opvallend genoeg niet voorbij. Al bij het eerste nummer vond ik het een gotspe dat een artiest van zijn kaliber vanwege het noodzakelijke opstapje zich heeft moeten laten beoordelen door o.a. Angela Groothuijzen en Marco Borsato. Dat was meer dan een omgekeerde wereld. Het eerste deel van ‘Kings of Rock’Roll’ staat als een huis.  Ballads, up-tempo nummers en het gesproken woord zijn perfect in balans. Nyhoff is niet alleen een begenadigde muzikant, hij weet zijn ruime kennis over de door hem bewonderde artiesten op een prettige en onderhoudende wijze voor het voetlicht te brengen. Na de pauze is de balans een beetje zoek. Hij mag dan wel ook  ‘de man van de grote verhalen zijn’ zoals zijn charmante bassiste hem betitelde, maar om het nu het hele overbekende levensverhaal van Elvis aan te moeten horen, was toch wel iets teveel van het goede. Links en rechts van me zag ik ietwat geïrriteerde blikken, met een uitdrukking van ‘wanneer gaat hij nu weer eens spelen?’ Dat alles bij elkaar duurde ruim een kwartier, tijd die Nyhoff veel beter had kunnen besteden. Daarna leek de frontman even van slag toen hij een nummer niet afrondde en verviel in een korte overpeinzing. ‘Lusteloos, niet geïnspireerd’, produceerde hij wel  heel harde zelfkritiek. Dit theaterstukje bleek echter bij de act te horen. Nyhoff miste een muze, die hem tot grootse daden kon inspireren. Een rol waarin de bassiste kennelijk niet geschikt voor was bevonden, wat ik nogal onbegrijpelijk vond. Gelukkig voor hem –maar ook voor de bezoekers- zat er een aantrekkelijke dame, gekleed in een roodrobijne jurk, op de eerste rij die best bereid was om even als ‘lijdend voorwerp’ te fungeren. Een enkele lach van haar mond was genoeg om de zanger weer op het rechte pad te brengen. De rest van het tweede gedeelte verliep niet vlekkeloos. Zo was er een technisch probleem met de piano dat even tijd nodig had om opgelost te worden. Het geluid stond in die fase ook niet bepaald perfect afgesteld. Regelmatig was er sprake van ‘oversturing’. Jammer dat een op zich prima voorstelling onnodig schade ondervindt door technische probleempjes die best voorkomen hadden kunnen worden. Gelukkig koerste Erwin Nyhoff en zijn uitstekende, ondersteunende muzikanten af op een ijzersterke finale die veel maar niet alles goedmaakte. Persoonlijk vond ik het ook jammer dat Nyhoff zich ‘beperkte’ tot de rock’n roll.  Dat onderdeel had gevoelsmatig best in een helft gepast, waarna Nyhoff het publiek in het tweede gedeelte uitgebreid had kunnen laten kennismaken met de vele andere kanten van zijn talent. Heel graag had ik bij voorbeeld zijn vertolking van het nummer ‘Book Of Love’ en ‘The River’ van Bruce Springsteen gehoord. Aan de laatste heeft hij al een programma gewijd, maar een kleine reprise was deze avond in De Kring meer dan welkom geweest. Iets voor de volgende keer wellicht! Maar dan wel graag met minder en kortere verhalen.    


Erwin Nyhoff – Kings of Rock’N’Roll. Gezien door Jaap Pleij op vrijdag 2 december in de kleine zaal van De Kring.


Maandag 5 december 2016

BEWONERS MARKTSTEDE OPGESCHRIKT DOOR LAWAAI

De bewoners van het complex Marktstede zijn ongetwijfeld wel eens op een prettiger wijze ontwaakt dan deze maandagochtend het geval was. Even na acht uur werden ze opgeschrikt door een ongehoord lawaai. De morgenstond van pakjesdag, waarmee eindelijk althans voor een jaar een eind komt aan het traditionele Zwarte Pietgezever, had voor hen dus bepaald geen goud in de mond. Even rondspeuren wees uit dat bibliotheek VANnU de bron was van de geluidsoverlast. Bij woningbedrijf AlleeWonen, de verhuurder van deze openbare ruimte, konden ze in eerste instantie niets vertellen over de oorzaak.

‘Het is in ieder geval geen project van onze onderhoudsdienst. Ik moet dit echt even uitzoeken’, aldus de medewerkster. Even later verwees ze desgevraagd naar de Vereniging van Eigenaren. Het lawaai ging ondertussen ‘vrolijk’ verder. Pas rond de klok van 15.00 uur, toen de makkers hun wild geraas net gestaakt hadden, kwam het verlossende woord van de woonconsulent.  ‘De werkzaamheden zijn bedoeld om het water af te kunnen voeren. Er bleef water, afgevoerd vanaf de balkons, staan op het plateau bij de personeelsingang van de bieb. Door de vorst van afgelopen weekend ontstond er kans op gladheid. Doordat de werkzaamheden dringend en urgent van karakter waren, heeft AlleeWonen helaas niet kunnen voldoen aan het tijdig informeren van de bewoners. Terecht dat dit door hen is aangekaart. We dienen alert te zijn in het tijdig informeren van onze huurders en indien mogelijk de werkzaamheden op te schorten zolang ze niet geïnformeerd zijn. Helaas was het niet mogelijk de werkzaamheden tussentijds te staken, om een definitieve oplossing te bieden voor het voorkomen van deze wateroverlast zijn deze werkzaamheden noodzakelijk. Als corporatie moeten we noodzakelijke werkzaamheden uit laten voeren en huurders zijn verplicht om de corporatie de gelegenheid te geven zijn verplichtingen na te komen. De geluidsoverlast is vervelend maar was helaas niet te voorkomen’, aldus de consulent. Vanuit de huurders is erop aangedrongen voortaan uitsluitend geluidsarme hulpmiddelen te gebruiken bij dit soort klussen, ‘want die bestaan wel degelijk’. Om er aan toe te voegen: ‘Dat zou ook moeten gelden voor de gemeentelijke bladblazers die geregeld in het Emile van Loonpark actief zijn’. De consulent heeft toegezegd dat er dinsdag alsnog een brief met tekst en uitleg wordt bezorgd bij de bewoners.


Zaterdag 3 december 2016

JOHN BUIJSMAN GEEFT DE (OUD)ROTTERDAMMER GOED GEVOEL

Een telefoontje kan je hele leven (tijdelijk)  op zijn kop zetten. Als de Rotterdamse acteur John Buijsman nooit dat belletje had gekregen van het tropisch zwembad in zijn woonplaats zou hij dit seizoen waarschijnlijk in een heel andere productie hebben gestaan. Een vriendelijke medewerkster van het bad vertelde Buijsman dat ze bij een grote schoonmaakbeurt op het archief van zijn ome Bill en tante Mary, beter bekend als de kern van de Kilima Hawaiians, waren gestuit en of hij daar interesse in had. Zo niet, dan waren ze genoodzaakt de hele boel bij het grof vuil te zetten. Hoewel hij zich daarvoor nooit had geïnteresseerd  in de muzikale roots van zijn familieleden kon Buijsman dat niet over zijn hart verkrijgen.
Hoe gaat het doorgaans als je zo’n immens archief voor het eerst onder ogen krijgt? Je begint te lezen en als de materie je boeit, blijf je lezen en wil je op den duur steeds meer weten en er ook iets mee gaan doen. Bij Buijsman resulteerde dat in de theatervoorstelling ‘Hula Blues’ die donderdag 1 december in de kleine zaal van De Kring was te zien. Voor amper vijftig belangstellenden, voor het merendeel (oud)Rotterdammers, begint Buijsman zijn muzikale familieverhaal op Katendrecht waar Bill en Mary elkaar vonden en wat het startpunt was van een bewogen carrière. Volop gebruikmakend van filmbeelden en ander archiefmateriaal ontpopt de acteur zich al snel als een boeiende- en gedreven verteller, waarbij het opvalt dat hij in deze fase van zijn leven steeds meer trekken vertoont van Robert Long. De vrijwel constant in de virtuele wereld levende jeugd van heden zal het zich moeilijk kunnen voorstellen, maar  de Hawaiimuziek was midden vorige eeuw (met als topjaar 1953) enorm populair, en de Kilima’s werden als populairste Nederlandse Hawaiigroep een heus exportproduct. De oprichter, Buijsmans oom Bill, werd zelfs benoemd tot ereburger van Honolulu. Het is net dat tot de verbeelding sprekende aspect waar in deze voorstelling helaas te weinig aandacht aan wordt besteed.  Het levensverhaal wordt in rap tempo in hapklare brokken verteld, en natuurlijk geeft Buijsman, gesteund door drie rasmuzikanten, ook nog een inkijkje in de gebeurtenissen achter de schermen. Wat daarbij opvalt, is dat het vrijwel altijd pais en vree geweest moet zijn tussen Bill en Mary aan de ene-  en de overige bandleden aan de andere kant. Kennelijk was er nooit gezeur over geld en de artistieke interpretaties van de Hawaiimuziek. Geen onvertogen woord passeert zijn lippen, maar daarbij moet natuurlijk wel in ogenschouw worden genomen dat Buijsman veel van horen zeggen heeft, en dan zijn het altijd de positieve berichten die overheersen. Over geld gesproken. Buijsman kan uit eigen ervaring wel vertellen dat Bill en Mary een nogal Schotse inslag hadden waar het de besteding van het huishoudgeld betrof.  ‘Als ik bij ze op bezoek ging,  kreeg ik standaard twee kopjes thee. Het eerste kopje met een half koekje en bij het tweede kopje de andere helft van het koekje. Daarna was het voor het bezoek meestal weer tijd om op huis aan te gaan’. Anders dan je geneigd bent te denken, was Bill niet de grote gangmaker tijdens de familiefeestjes.  Die rol was weggelegd voor een van zijn veel jongere broers, want die zong de liedjes van de straat en dat lag veel beter binnen de familie. Die jongere broer had volgens Buijsman overigens helemaal niets te makken, ‘maar dat verhinderde hem niet om met oudjaar voor minstens honderd gulden vuurwerk de lucht in te laten gaan’.  Een hulpbehoevende oom scheen een nogal grote voorkeur te hebben voor negerinnen als verpleegster. Hij was met name gecharmeerd van de omvang van hun voorgevel waar hij vanuit zijn liggende positie lekker tegenaan kon kijken. Dat waren dan zo ongeveer de familiegeheimpjes wel. Het verhaal schuurde negens en daarom laat ‘Hula Blues’ zich vooral omschrijven als een onderhoudend familieverhaal, verteld door een neef die het betreurt dat hij oom en tante pas ver na hun dood beter heeft leren kennen. Voor de vele (Oud)Rotterdammers in de zaal was het een echte sentimental journey. En die vervelen nooit. Wanneer brengt Gerard Cox zo’n voorstelling over bij voorbeeld Louis Davids? Of om nog dichter bij huis te blijven: de theateravonturen van Frans Halsema en Gerard Cox?  


John Buijsman – Hula Blues, gezien door Jaap Pleij op donderdag 1 december in de kleine zaal van De Kring.


Vrijdag 2 december 2016

JAMMER DAT HET CDA DE ONWENSELIJKHEID VAN DE CENTRUMRING NIET INZIET

Het is een van de laatste boodschappen in de beruchte mandjes van Riek Bakker. Verplaatsing van het Stadskantoor, de warenmarkt, het busstation en de Jeroen Bosch, het waren stuk voor stuk zinloze en geld verspillende exercities waar de PVC al in een pril stadium voor gewaarschuwd heeft. Al deze bedorven waar is inmiddels bijgezet in het rijtje faliekante mislukkingen van dit en het vorige College van B&W. Alleen het gevaar van de aanleg van de Centrumring is nog niet geweken. Dat voornemen ligt nog gevaarlijk te stinken in het laatste Riek Bakker-mandje, al moet niemand gek opkijken als het College weliswaar in een veel te laat stadium ook dit mandje in de (ondergrondse) container deponeert. Het CDA is er nu eindelijk ook achter gekomen dat deze utopische waanzin, indien in praktijk gebracht, onder meer ernstige gevolgen kan hebben voor de bewoners van de verschillende appartementencomplexen in de Kloosterstraat met betrekking tot het wegbrengen en het ophalen van het huisvuil. Het CDA refereert  aan de inloopavond over de herinrichting van de Centrumring waarbij de voorzitters van de verschillende appartementengebouwen in de Kloosterstraat en daarnaast verschillende inwoners, bezwaar maakten bij de gemeente. De  PVC heeft zich al zo vaak gestoord aan het gebrek aan ruimtelijk inzicht van dit College, het CDA, met een wethouder (Hans Verbraak) vertegenwoordigd in B&W lijkt daar nu ook van doordrongen te zijn.  
‘Dankzij’de geplande Centrumring hangen er nu donkere wolken boven de Cicero, de Matrijs, Hogestede, Kloosterstede en Gertrudisstede. Het CDA heeft daarom vragen gesteld aan de verantwoordelijk wethouder Toine Theunis. ‘Zo’n twee jaar geleden zijn acht vuilcontainers in de Kloosterstaat geplaatst. De containers moesten in het kader van bereikbaarheid, de af te leggen afstand en de veiligheid per se aan de zijde van de appartementen, recht voor de gebouwen komen. Er is nog over gedacht de container voor de Matrijs naast de container in de Dominéstraat te plaatsen, maar men vond die afstand te groot worden. In de huidige plannen met betrekking tot de Centrumring komt het fietspad aan de zijde van de appartementen en is het de bedoeling om de containers van Kloosterstede. Hogestede en Gertrudisstede aan de overkant te plaatsen en de container van de Matrijs te plaatsen op de eerder afgekeurde plaats in de Dominéstraat, naast de container van de Cicero. De bewoners maken zich grote zorgen over de bereikbaarheid van de ondergrondse afvalcontainers. De bewoners zitten immers (met uitzondering van de Cicero en de Matrijs) met het probleem dat ze in de toekomst het fietspad en de weg moeten oversteken om bij de containers te kunnen komen. De gemiddelde leeftijd in de appartementengebouwen is tamelijk hoog en het aantal rollators neemt flink toe. Men mag niet verwachten dat bewoners met een beladen rollator veilig de stoep af en op kunnen gaan. Ook de afstand naar de container voor bewoners van de Matrijs is volgens de bewoners te groot. Deze afstand werd nota bene door de gemeente twee jaar geleden ook te groot bevonden. Naast deze argumenten zou er bij het verplaatsen van de ondergrondse vuilcontainers ook sprake van kapitaalvernietiging zijn. Bij de containers voor de Matrijs was er bijvoorbeeld sprake van problemen met de grond. De kosten liepen daardoor flink op. Alle reden om het plan nog eens goed tegen het licht te houden. Dit wellicht in samenhang met de plannen om het Stadskantoor op de huidige locatie te handhaven en her allocatie van de Jeroen Bosch school vooralsnog niet aan de orde is. De voorzitters en inwoners hebben nog altijd niets van de gemeente mogen vernemen en daarom heeft de CDA-fractie de volgende vragen aan de verantwoordelijk wethouder Toine Theunis.
Is de wethouder op de hoogte van bovengenoemde kwestie? 2. Wat vindt de wethouder van de genoemde bezwaren? 3. Is de wethouder van mening dat het verplaatsen van afvalcontainers naar de overkant van de Kloosterstraat noodzakelijk en onvermijdelijk is? Graag een toelichting. 4. Indien de containers toch naar de overkant moeten worden verplaatst, kan de wethouder de veiligheid dan bijvoorbeeld verbeteren door de aanleg van een zebrapad? 5. Op welke wijze en op welk moment gaat de wethouder contact opnemen met de diverse verenigingen van eigenaren c.q. bewoners naar aanleiding van deze vragen?’
 De PVC kan zich helemaal vinden in de vraagstelling. Ze had alleen liever gezien dat het CDA nu ook de onwenselijkheid van de Centrumring als geheel had ingezien.


Donderdag 1 december 2016

THREE SISTERS EN HELGE STIKKER KOMEN NIET UIT DE VERF

In de herfst van 1997 kreeg ik van een ingevallen redacteur het verzoek om een reportage te maken over het repetitieproces van de musical ‘Eindeloos’ met Liesbeth List als –hoe kon het ook anders- leading lady. ‘Twee meisjes van de afdeling Communicatie van Theater De Nobelaer (de huidige Nieuwe Nobelaer) gaan vrijdag naar Amsterdam om een speciale perspresentatie bij te wonen en dus kan jij mooi met ze mee rijden. Ik heb dat in principe al geregeld. En als je er dan toch bent, kun je mooi flink wat foto’s maken. Dat spaart mij weer een fotograaf uit’. Het uitstapje liet ik niet aan me voorbijgaan, maar dat ik een stevige aparte declaratie voor de foto’s heb ingediend, is aan het gezichtsveld van de invaller voorbij gegaan. Dat overkwam haar wel vaker. 

Liesbeth List kende ik toen al geruime tijd en het weerzien (en het aansluitende interview) in die Amsterdamse loods ergens op een industrieterrein in de periferie van de hoofdstad verliep bijzonder prettig en bij tijd en wijle zelfs uiterst hartelijk. ‘Eindeloos’ was tevens het musicaldebuut van de toen nog prille Lottie Hellingman. ‘Een pittig ding. Die komt er wel’, aldus mijn persoonlijke bevinding die ik me nog goed kan heugen. Een grote ster is Lottie nooit geworden, ze draait echter tot op de dag van vandaag aardig mee in de carrousel van musicals, toneelstukken en presentatieklussen. Bij de ‘Koning van Katoren’ enkele jaren later in De Maagd in Bergen op Zoom, dat toen nog over een levendige artiestenfoyer beschikte, merkte ik al dat enkele bijwerkingen uit het professionele circuit sporen bij Lottie hadden nagelaten. Zo was ze nog best bereid om op de foto te gaan, ‘maar waar is het eigenlijk voor en is dat wel afgestemd met het management?’ Uiteraard was alles goed afgedekt, het contrast met vier jaar terug was echter groot. Toen vond ze het nog ‘hartstikke geweldig’ om met de pers te praten, welke vertegenwoordiger namens welk blad of omroep tegenover haar zat, interesseerde Lottie in het geheel niet. Op de laatste dag van november was dan eindelijk het moment daar dat ik haar voor het eerst sinds 2001 weer terug zag, als onderdeel van de Matzer Theaterproducties ‘Three Sisters in Concert’ om precies te zijn. Nu zat het overdonderende optreden van Anneke van Giersbergen als ‘De Nieuwe Madonna’ precies een week eerder op dezelfde plek mij nog vers in het geheugen, maar los van dat… wat viel dit concert onder muzikale leiding van Helge Stikker me vies tegen. De productie  ‘The Three Sisters’ is volgens de persinfo gebaseerd op het toneelstuk ‘Drie Zusters’ van Tsjechov, maar dat gegeven kwam tijdens het krap een uurtje durende concert helemaal niet uit de verf. Ik was goed geluimd deze avond, een voorstelling met een rustig kleine zaalpubliek zonder hinder van een lawaaierige grote zaalproductie bij de coffeecorner, kortom, de basis voor een leerzaam avondje Tsjechov was er wel degelijk. Lottie, gekleed in een armoedig en vormloos rood gevangenisachtig jurkje,  en haar toneelzusters Manouschka Zeegelaar Breeveld en Celine Cairo openen de avond met een erbarmelijk en irritant muziekstuk dat geheel niet uit de verf komt. Een opmaat naar de rest van het concert, zo zou later blijken. Daarna krijgen de dames al snel versterking van Helge Stikker en zijn bandleden. Vier heren en drie dames in een concert van amper een uur, dat is wat je noemt een voorstelling met een waterhoofd. De dames kunnen uitstekend zingen en met de muzikale begeleiding is in kwalitatief opzicht ook niets mis, het manco zit helemaal in de vormgeving en de artistieke uitwerking. Nergens kreeg ik de indruk een geesteskind van Tsjechov bij te wonen. Interpreteren, acteren, ensceneren, regisseur Madeleine Matzer had aan deze basisbegrippen kennelijk totaal geen boodschap toen ze haar tanden zette in deze productie.  Jammer dat de uitvoerende artiesten geen of te weinig tegengas hebben gegeven tijdens het repetitieproces, want zij zullen toch ook wel hebben aangevoeld dat ze in artistiek opzicht geheel op de verkeerde weg zaten. Enkele duetten klonken best aardig en kregen dan ook de publieke waardering die ze verdienden. De ‘finale’ waar dus geen sprake van was, ging geruisloos aan het publiek voorbij. Louter aan het naar voren treden der zangeressen, merkten de bezoekers dat ze geacht werden te applaudisseren. Dat geschiedde beleefdheidshalve ook. Een toegift kon er ook al niet meer af en dus ging deze voorstelling uit als het spreekwoordelijke nachtkaarsje. Een wel heel erg gemiste kans. Ik hoop dat met name Lottie zich snel revancheert, want via deze rol wil ik me haar niet herinneren.

Matzer Theaterproducties – Three Sisters in Concert. Gezien door Jaap Pleij op woensdag 30 november in de kleine zaal van De Kring.